Resolutie van de Raad 10 juni 2011 over een routekaart ter versterking van de rechten en de bescherming van slachtoffers, met name in strafrechtelijke procedures

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1.

Stand van zaken

Deze resolutie (Raad) is op 28 juni 2011 gepubliceerd.

2.

Kerngegevens

officiële titel

Resolutie van de Raad 10 juni 2011 over een routekaart ter versterking van de rechten en de bescherming van slachtoffers, met name in strafrechtelijke procedures

officiële Engelstalige titel

Resolution of the Council of 10 June 2011 on a Roadmap for strengthening the rights and protection of victims, in particular in criminal proceedings
 
Rechtsinstrument Resolutie (Raad)
Origineel voorstel COM(2011)274 NLEN
Celex-nummer i 32011G0628(01)

3.

Key dates

Document 10-06-2011
Bekendmaking in Publicatieblad 28-06-2011; PB C 187 p. 1-5

4.

Wettekst

28.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 187/1

 

RESOLUTIE VAN DE RAAD

10 juni 2011

over een routekaart ter versterking van de rechten en de bescherming van slachtoffers, met name in strafrechtelijke procedures

2011/C 187/01

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Overwegende hetgeen volgt:

 

(1)

Actieve bescherming van slachtoffers van misdrijven is voor de Europese Unie en haar lidstaten een belangrijke prioriteit, die in de Europese Unie als opdracht besloten ligt in het Handvest van de grondrechten („het Handvest”) en in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens („het EVRM”), waarbij alle lidstaten partij zijn.

 

(2)

De Europese Unie heeft met succes een ruimte van vrij verkeer en vrije vestiging ingesteld, waar de burgers baat bij hebben, doordat zij in toenemende mate reizen, studeren en werken in andere landen dan hun woonland. Een onvermijdelijk gevolg echter van het verdwijnen van de binnengrenzen en het feit dat frequenter gebruik wordt gemaakt van het recht van vrij verkeer en van vrije vestiging, is dat steeds meer mensen ooit slachtoffer worden van een misdrijf en verwikkeld raken in een strafprocedure in een lidstaat die niet hun woonland is.

 

(3)

Er moeten specifieke stappen worden gezet om te komen tot een gemeenschappelijke minimumnorm in de gehele Unie inzake de bescherming en de rechten van slachtoffers tijdens een strafprocedure. Deze stappen kunnen, naast wetgeving, andere maatregelen omvatten, en zullen de burger er meer vertrouwen in geven dat de Europese Unie en haar lidstaten zijn rechten zullen beschermen en garanderen.

 

(4)

In het programma van Stockholm — Een open en veilig Europa ten dienste van de burger (1) — heeft de Europese Raad benadrukt dat zij die het kwetsbaarst zijn of die zich in een bijzonder kwetsbare situatie bevinden, zoals slachtoffers van herhaald geweld in persoonlijke relaties, van gendergeweld, of van andere strafbare feiten in een lidstaat waarvan zij geen onderdaan of inwoner zijn, speciale steun en rechtsbescherming behoeven. In de lijn van de Raadsconclusies aangaande een strategie voor het doen gelden van de rechten van en het verbeteren van de steun aan personen die het slachtoffer zijn van een misdrijf in de Europese Unie (2), heeft de Europese Raad aangedrongen op een geïntegreerde en gecoördineerde aanpak jegens het slachtoffer. In het kader van het programma van Stockholm heeft de Europese Commissie een pakket maatregelen inzake de slachtoffers van misdrijven voorgesteld, waaronder een richtlijn over rechten, ondersteuning en bescherming (3), en een verordening over wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in burgerlijke zaken (4).

 

(5)

De Raad vindt dat, gezien de grote vorderingen die zijn gemaakt op de routekaart ter versterking van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden in strafprocedures (5), iets vergelijkbaars moet worden ondernomen inzake de bescherming van slachtoffers.

 

(6)

De desbetreffende maatregelen worden beschouwd als concrete stappen in de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning, waarop een echte ruimte van vrijheid, veiligheid en recht moet worden gegrondvest: artikel 82, lid 2, onder c), VWEU bepaalt namelijk dat de Unie, met behulp van richtlijnen, minimumvoorschriften inzake de rechten van slachtoffers van misdrijven kan vaststellen, voor zover dat nodig is ter bevordering van de wederzijdse erkenning van vonnissen en rechterlijke beslissingen en van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken met een grensoverschrijdende dimensie.

 

(7)

Op Unieniveau is er al het Kaderbesluit 2001/220/JBZ van de Raad van 15 maart 2001 inzake de status van het slachtoffer in de strafprocedure. Deze wetgeving is echter al meer dan tien jaar oud; de vorming van de ruimte van vrijheid, veiligheid en...


Lees meer

Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.

5.

Origineel voorstel

 

6.

Bronnen en disclaimer

Zie voor uitgebreidere informatie eventueel ook de volgende voor dit dossier gebruikte bronnen:

Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.

 

7.

Uitgebreide versie

Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.

De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.

8.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.