Motie Sneller c.s. over de wenselijkheid van 5 mei als vrije dag voor zo veel mogelijk mensen - Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2020 - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 9 toegevoegd aan wetsvoorstel 35300 III - Vaststelling begrotingsstaat Ministerie van AZ (IIIA), Kabinet vd Koning (IIIB) en de CTIVD 2020 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2020; Motie; Motie van het lid Sneller c.s. over de wenselijkheid van 5 mei als vrije dag voor zo veel mogelijk mensen |
---|---|
Documentdatum | 16-10-2019 |
Publicatiedatum | 16-10-2019 |
Nummer | KST35300III9 |
Kenmerk | 35300 III, nr. 9 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-2020
35 300 III |
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA), de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het jaar 2020 |
Nr. 9 |
MOTIE VAN HET LID SNELLER C.S. Voorgesteld 16 oktober 2019 De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat op 5 mei 2020 wordt gevierd dat Nederland 75 jaar geleden bevrijd is; voorts overwegende dat het wenselijk is dat zo veel mogelijk mensen jaarlijks stil kunnen staan bij deze bijzondere dag en deze kunnen vieren; spreekt als haar mening uit dat het wenselijk is dat 5 mei voor zo veel mogelijk mensen een vrije dag wordt, en gaat over tot de orde van de dag. Sneller Van 't Wout Van der Molen Segers Özütok |
kst-35300-III-9 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019 |
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 300 III, nr. 9 |