Tussenbalans ECB: waar kan Lagarde mee aan de slag?

vrijdag 1 november 2019, 10:29

DEN HAAG (PDC i) - Vandaag treedt Christine Lagarde i aan als president van de Europese Centrale Bank i. Ze is de eerste vrouw aan het roer van de instelling die het monetair beleid van de eurozone onder haar hoede heeft. Lagarde krijgt meteen al te maken met een aantal uitdagingen.

Vandaag is ook het opkoopprogramma van obligaties i opnieuw opgestart, zij het op een lager niveau dan voorheen. Dat was één van de laatste maatregelen van haar voorganger Mario Draghi i. Een besluit waar onder anderen Klaas Knot i, president van De Nederlandse Bank, fel tegen was. Het programma kent vooralsnog geen einddatum. Het is een strijd tussen de noordelijke landen, die willen dat de ECB zich alleen richt op haar inflatiedoelstelling, en de zuidelijke landen, die willen dat de ECB een actievere rol gaat spelen in het aanjagen van economische groei.

Een ander belangrijk besluit dat de ECB in september nam was om de rente die de ECB rekent voor banken die geld stallen bij de ECB op -0,5 procent te zetten. Banken moeten dus betalen om geld op een rekening bij de ECB aan te houden. Het is een ongekend lage rente. In combinatie met het opkoopprogramma lijken de mogelijkheden voor de ECB om bij een volgende crisis stevige maatregelen te nemen al uitgeput.

De inflatiedoelstelling van de ECB - twee procent - is ook al jaren niet gehaald. In 2012 lag deze nog op een hoge 2,5 procent, maar zakte in de drie jaar erna naar bijna nul. In 2017 en 2018 steeg de inflatie weer richting de twee procent, maar zal in 2019 waarschijnlijk uitkomen net onder één procent. Ook hier geldt dat de ECB steeds minder mogelijkheden heeft om de inflatie te sturen.

Lagarde zal de komende acht jaar proberen al haar mede-bestuurders, de presidenten van de centrale banken van de lidstaten, weer op één lijn te krijgen. En ze moet er voor waken dat de ECB onafhankelijk blijft van de politieke druk uit de lidstaten en 'Brussel'.

Kortom: Lagarde staat voor een zware opgave. Ze heeft het vertrouwen gekregen van de lidstaten en het Europees Parlement dat haar dat gaat lukken. Over acht jaar, als haar termijn erop zit, kunnen we opnieuw de balans opmaken.

Bron: eurostat, ECB, Trouw, Het Financieele Dagblad