Amendement Lodders over het winstplafond vervangen door een bruto-omzetplafond - Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2020) - Hoofdinhoud
Dit amendement i is onder nr. 14 toegevoegd aan wetsvoorstel 35303 - Overige fiscale maatregelen 2020 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2020); Amendement; Amendement van het lid Lodders over het winstplafond vervangen door een bruto-omzetplafond |
---|---|
Documentdatum | 13-11-2019 |
Publicatiedatum | 13-11-2019 |
Nummer | KST3530314 |
Kenmerk | 35303, nr. 14 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2019-
2020
Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2020)
AMENDEMENT VAN HET LID LODDERS
Ontvangen 13 november 2019
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel C, wordt «de winst behaald» vervangen door «de brutoomzet behaald».
In het wetsvoorstel wordt geregeld dat indien in een jaar het deel van de winst ter zake van de exploitatie van een voor het vervoer van zaken of personen in het internationale verkeer over zee bestemd schip dat afkomstig is uit niet-vervoerswerkzaamheden meer bedraagt dan 50% van de totale winst die met die exploitatie wordt behaald (winstplafond), het deel van de winst ter zake van de niet-vervoerswerkzaamheden niet voor de tonnageregeling in aanmerking komt (winstsplitsing). Met dit amendement wordt het winstplafond vervangen door een brutoomzet-plafond, zodat van verplichte winstsplitsing sprake is indien in een jaar het deel van de brutoomzet (in plaats van de winst) ter zake van de exploitatie van het schip dat afkomstig is uit niet-vervoerswerkzaamheden meer bedraagt dan 50% van de totale brutoomzet (in plaats van de totale winst) ter zake van die exploitatie.
Lodders
kst-35303-14 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2019
Tweede Kamer, vergaderjaar 2019-2020, 35 303, nr. 14