Debatinbreng Chris Stoffer over de toeslagenaffaire

Met dank overgenomen van Staatkundig-Gereformeerde Partij (SGP) i, gepubliceerd op woensdag 4 december 2019.

Lees hieronder de inbreng van Kamerlid Stoffer aan het debat met staatssecretaris Snel over de toeslagenaffaire bij de belastingdienst.

Er is iets goed misgegaan. Nederlandse burgers zijn keihard geraakt door de overheid en dat leed kunnen we gewoon nooit terugdraaien. De vragen die voor mij vandaag centraal staan, zijn deze:

  • Hoe wordt recht gedaan aan die ouders en kinderen die zo hard geraakt zijn door de overheid?
  • Hoe krijg je een cultuuromslag bij de Belastingdienst?
  • En hoe heeft de staatssecretaris gehandeld?

Er is inmiddels al heel vaak over de kinderopvangtoeslag gesproken. Er zijn enorm veel stukken, documenten, brieven en vragen langsgekomen. Ik denk dat het terecht is om de heer Omtzigt een compliment te maken, want dat dit zo is gebeurd, komt wel doordat hij hiermee begonnen is en doordat hij ook volgehouden heeft.

We moeten niet vergeten dat achter al die letters en cijfers gewoon mensen zitten. Het gaat over gezinnen en over gezinnen met kinderen. Zij zijn degenen die de verschrikkelijke gevolgen van al die problemen ondervinden. We hebben het zojuist al gehoord van alle collega's: er komen steeds meer verhalen naar buiten.

Gezinnen moeten duizenden, tienduizenden euro's, mogelijk ten onrechte, terugbetalen. Ouders worden als fraudeurs neergezet.

Kinderen merken de gevolgen, doordat hun ouders geen geld meer hebben voor die dingen die het leven gewoon fijner kunnen maken.

Gezinnen worden jarenlang achternagezeten door de Belastingdienst met allerlei dwanginvorderingen.

Ouders kunnen gewoon soms de huur niet meer betalen.

Deze slepende problemen rondom de kinderopvangtoeslag raken mensen keihard. Ik hoop echt van harte dat voor deze mensen zo snel mogelijk goede oplossingen komen.

Mijn vraag aan de staatssecretaris is dan ook: hoe wordt recht gedaan aan deze ouders en kinderen, die zo hard geraakt zijn door de overheid?

In maart dit jaar zei de staatssecretaris dat hij geen signalen had dat in andere CAF-zaken eenzelfde manier van handelen is gehanteerd als in de CAF 11-zaak gebeurd is. Maar als ik de evaluatie van die CAF-zaken bekijk, valt mij wel iets op. Want de cijfers in de CAF 11-zaak en het aantal stopzettingen van toeslagen in die CAF 11-zaak, lijken geen uitzonderingen te zijn. Ook bij de andere CAF-zaken worden in de evaluatie hoge percentages genoemd waarbij stopzetting plaatsvindt.

Mijn vraag is: was de staatssecretaris op 21 maart op de hoogte van de evaluaties? En zo ja, waarop baseert de staatssecretaris dan zijn opmerking dat hij geen signalen had van een breder probleem? Concludeert de staatssecretaris op basis van de evaluaties dat er wel signalen zijn dat er ook in andere CAF-zaken gehandeld is zoals in de CAF 11-zaak?

Op 14 november bracht de Adviescommissie Uitvoering Toeslagen een rapport naar buiten. Een dag later, op 15 november, wist de staatssecretaris opeens dat er mogelijk nog 9.000 gevallen zijn waarbij iets mis is. De kans is zelfs groot, volgens de staatssecretaris.

Mijn vraag is: hoe komt de staatssecretaris tot die conclusies, op basis van welke gegevens? Dat kan toch niet alleen zijn op basis van het rapport van de adviescommissie van 14 november? Daarvoor hadden de Raad van State en ook de Ombudsman al forse kritiek op de handelswijze in de CAF 11-zaak. Mijn vraag aan de staatssecretaris is nadrukkelijk: hoe kan het dat er in maart nog geen signalen waren en dat er nu een grote kans is dat er in andere gevallen ook onjuist is gehandeld?

Uit het rapport blijkt dat er bij de Belastingdienst sprake is van institutionele vooringenomenheid. Er moet nogal wat gebeuren om te zorgen dat die menselijke maat weer wordt gehanteerd. Hoe gaat de staatssecretaris deze omslag bewerkstelligen? Welke concrete stappen zijn al gezet?

Maar, en dat zeg ik over het hoofd van de staatssecretaris heen ook tegen de ambtenaren, het kan niet alleen gebeuren door de man die hier in vak-K zit. Ik kom zelf uit zo'n ambtelijke dienst en ik snap heel goed hoe het is. Je past regels goed toe en dan denk je dat je het perfect doet. Maar ondertussen creëer je wel een samenleving waarbij mensen gewoon echt onder de wielen komen. Ik zeg tegen die ambtenaren: kijk nu gewoon iedere avond in de spiegel en vraag je af of je de menselijke maat hebt toegepast, of dat je alleen de regels goed hebt toegepast. Welke ambtenaar is gewoon eens op bezoek geweest bij de mensen die hier op de tribune zitten en heeft gehoord wat het gevolg is van de stappen die hij zet? Ik zeg maar zo: iedere ambtenaar kan iedere dag zelf het verschil maken.

Ik kom tot een afronding. Ik zei al dat er heel veel documenten naar de Kamer zijn gestuurd, maar ik heb echt wel vragen over de manier waarop dat gebeurde. Soms kwamen die stukken pas na herhaaldelijke vragen van de Kamer of leek het dat stukken naar de Kamer kwamen als reactie op onthullingen in de media. Mijn vraag aan de staatssecretaris is: hoe kijkt u nu terug op die informatievoorziening aan de Kamer? Is de Kamer echt altijd tijdig en volledig geïnformeerd? Op die vragen wil ik een glashelder antwoord van de staatssecretaris krijgen.