Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1139 wat betreft de invoering van capaciteitsbeperkingen voor kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee, gegevensverzameling en controlemaatregelen in de Oostzee, en Verordening (EU) nr. 508/2014 wat betreft definitieve stopzetting voor vloten die op kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee vissen - Algemene oriëntatie - Hoofdinhoud
Documentdatum | 06-12-2019 |
---|---|
Publicatiedatum | 07-12-2019 |
Kenmerk | 14802/19 |
Van | Presidency |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Raad van de Europese Unie Brussel, 6 december 2019 (OR. en)
14802/19
Interinstitutioneel dossier:
2019/0246(COD) i LIMITE
PECHE 537 CODEC 1730
NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité van permanente vertegenwoordigers Betreft: Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT
EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1139 wat betreft de invoering van capaciteitsbeperkingen voor kabeljauw in het oostelijke deel
van de Oostzee, gegevensverzameling en controlemaatregelen in de Oostzee, en Verordening (EU) nr. 508/2014 i wat betreft definitieve stopzetting voor vloten die op kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee vissen - Algemene oriëntatie
Voor de delegaties gaat hierbij de definitieve versie van de compromistekst van het voorzitterschap betreffende het in hoofde genoemde voorstel, waarover de Groep intern en extern visserijbeleid op 5 december 2019 overeenstemming heeft bereikt.
Wijzigingen ten opzichte van het Commissievoorstel zijn onderstreept en schrappingen zijn weergegeven met […].
BIJLAGE
Voorstel voor een
VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
tot wijziging van Verordening (EU) 2016/1139 wat betreft [...] capaciteitsvermindering [...] in de
Oostzee, en Verordening (EU) nr. 508/2014 i wat betreft definitieve stopzetting voor vloten die op
kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee, kabeljauw in het westelijke deel van de Oostzee en
haring in het westelijke deel van de Oostzee vissen
Artikel 1 Wijziging van Verordening (EU) nr. 2016/1139
Verordening (EU) 2016/1139 wordt als volgt gewijzigd:
-
1.Het volgende hoofdstuk VI bis wordt ingevoegd:
"HOOFDSTUK VI BIS CAPACITEITSVERMINDERING[...]
Artikel 8 bis Capaciteitsvermindering voor kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee, kabeljauw in het
westelijke deel van de Oostzee en haring in het westelijke deel van de Oostzee
-
1.Lidstaten die overeenkomstig artikel 22, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 i een
actieplan hebben vastgesteld betreffende de overcapaciteit van vlootsegmenten waartoe
vaartuigen behoren die op kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee, kabeljauw in
het westelijke deel van de Oostzee of haring in het westelijke deel van de Oostzee hebben
gevist, kunnen gebruikmaken van maatregelen voor de definitieve beëindiging van
visserijactiviteiten overeenkomstig artikel 34 van Verordening (EU) nr. 508/2014 i.
De lidstaten kunnen te allen tijde hun jaarverslag uit hoofde van artikel 22, lid 2, van
Verordening (EU) nr. 1380/2013 i toezenden of wijzigen om een dergelijk actieplan in
te voeren of te wijzigen. 12
1 [...]
2 [...]
[...]
-
2.In artikel 14 wordt punt a) vervangen door:
"a) 300 [...] kilogram kabeljauw;".
[...]
Artikel 2 Wijziging van Verordening (EU) nr. 508/2014 i
Verordening (EU) nr. 508/2014 i wordt als volgt gewijzigd:
-
1.Aan artikel 13 wordt het volgende lid toegevoegd:
"10. De lidstaten hebben de mogelijkheid het in lid 2 vastgestelde bedrag te overschrijden en de in de leden 6 en 7 vastgestelde bedragen te onderschrijden om de in artikel 30 en artikel 34, lid 4, punt b), vermelde maatregelen te ondersteunen teneinde de sociaal-economische gevolgen van de uitzonderlijk strikte vangstbeperkingen in de Oostzee ter ondersteuning van het herstel van de kabeljauwbestanden in het oostelijke en het westelijke deel van de Oostzee en van het haringbestand in het westelijke deel van de Oostzee in de richting van de MDO te milderen.".
-
2.Aan artikel 34, lid 2, wordt het volgende punt toegevoegd:
"c) in het geval van kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee wordt de verwijzing in de punten a) en b) naar de twee kalenderjaren vervangen door de jaren 2017 en 2018.".
-
3.In artikel 34 wordt lid 4 vervangen door:
"4. Steun op grond van dit artikel mag tot en met 31 december 2017 worden verleend, tenzij maatregelen voor definitieve stopzetting worden vastgesteld ter verwezenlijking van de doelstellingen van de volgende meerjarenplannen:
-
a)het bij Verordening (EU) 2019/1022 van het Europees Parlement en de Raad* vastgestelde meerjarenplan voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van demersale bestanden in het westelijke deel van de Middellandse Zee;
-
b)het bij Verordening (EU) 2016/1139 van het Europees Parlement en de Raad* vastgestelde meerjarenplan voor de kabeljauw-, haring- en sprotbestanden in de Oostzee en de visserijen die deze bestanden exploiteren, met betrekking tot [...] vaartuigen [...] die op kabeljauw in het oostelijke of het westelijke deel van de Oostzee of op haring in het westelijke deel van de Oostzee hebben gevist, [...] als bepaald in artikel 8 bis [...] van Verordening (EU) 2016/1139.".
-
4.In artikel 34 wordt lid 4 bis vervangen door:
"4 bis. Uitgaven in verband met de maatregelen voor definitieve stopzetting die zijn vastgesteld ter verwezenlijking van de doelstellingen van Verordening (EU) 2019/1022, zijn subsidiabel vanaf 16 juli 2019.
Uitgaven in verband met de maatregelen voor definitieve stopzetting die zijn vastgesteld ter verwezenlijking van de doelstellingen van Verordening (EU) 2016/1139, en met name artikel 8 bis, komen vanaf [...] in aanmerking voor steun uit het EFMZV 3 .".
5. [...]
-
6.In artikel 34, lid 6, wordt de eerste alinea vervangen door:
"6. In afwijking van lid 1 kan steun worden verleend voor de definitieve stopzetting van de visserijactiviteit zonder sloop, op voorwaarde dat de vaartuigen worden aangepast voor andere activiteiten dan commerciële visserij. Deze afwijking geldt niet voor op grond van lid 4 ter verleende steun.".
3 Publicatiebureau: gelieve de datum van vankrachtwording van deze verordening in te vullen.
Artikel 3 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het
Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor het Europees Parlement Voor de Raad
De voorzitter De voorzitter
________________________