‘Zonder de Britten is het een stuk eenvoudiger’

Met dank overgenomen van Faculteit Governance and Global Affairs (FGGA) i, gepubliceerd op maandag 6 januari 2020.

Het jaar 2020 moet dan eindelijk het jaar worden van de Brexit. Het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie is voorzien op 31 januari, om middernacht Nederlandse tijd. Jurist Joris Larik legt uit waarom hij niet voor een Remain pleit.

Dit artikel verscheen eerder in het Leidse alumnimagazine Leidraad. Het volledige magazine is online te lezen.

Welke scenario’s ziet u op dit moment voor zich?

'Na de verkiezingswinst van de Tories zijn er nog twee waarschijnlijke scenario’s over. Het eerste is de aangepaste uittredingsovereenkomst, oftewel de deal van Boris Johnson. De tweede is een No Deal-Brexit. Twee andere opties zijn een stuk minder waarschijnlijk geworden. Scenario drie is Remain, ofwel toch binnen de EU blijven, en het vierde scenario is een soort douane-unie tussen het VK en de EU. Dat laatste had de voorkeur van Labour-­leider Jeremy Corbyn.'

Als wetenschapper hoort u neutraal te zijn, maar heeft u nog een voorkeur?

'Zo’n douane-unie leek me ook voor de verkiezingen al heel lastig, want dan heeft het VK niet de handen vrij om zelf handels­akkoorden te sluiten - een van de grote beloften van de brexiteers. Tevens verliest het VK zijn stemrecht binnen de EU. Er is nu wel een vergelijkbare gedeeltelijke douane-unie tussen de EU en Turkije, maar daar zijn beide partijen niet meer helemaal tevreden over. Voor alle arrangementen met de EU, van de ­Europese Economische Ruimte (Noorwegen, Liechtenstein, IJsland) tot bilaterale akkoorden, geldt: hoe meer toegang tot de interne markt, hoe meer Europese regelgeving je moet overnemen. Onbelemmerde ­toegang én je eigen beleidsvrijheid behouden, dat gaat niet. You can’t have your cake and eat it, zoals de Britten zeggen. Daarom lijkt de Johnson-deal mij geen slechte optie, met een transitieperiode om de economische gevolgen te verzachten en garanties dat er geen grens dwars door Ierland komt.'

Het valt me op dat u niet voor de Remain-­optie pleit.

'Het verblijf van het VK in de EU is geen magische oplossing van bestaande spanningen. De Britten zullen nog steeds een uitzonderingspositie claimen. Het euroscepticisme zal niet verdwijnen. Dat is al begonnen met de ‘­rebate’, de korting op de EU-bijdrage die ­Thatcher bedong. Na het Verdrag van Maastricht zag je dat de Britten op veel terreinen voor een opt-out kozen, zoals bij de euro en de politie­samenwerking. Als ze er helemaal uitstappen, zal de EU er een stuk eenvoudiger uitzien en wordt het veel waarschijnlijker dat alle lidstaten over tien jaar bij de euro en de Schengenzone horen, dat durf ik wel te voorspellen. Ook kan Brussel zich weer meer richten op belangrijkere zaken, zoals klimaatverandering of de migratie­problematiek.'

U verwacht dat die Brexit er uiteindelijk wel komt?

'Ik denk inderdaad dat het zal uitdraaien op iets als de ‘Johnson-deal’. De bandbreedte die de Europese lidstaten hun onderhandelaar Michel Barnier hebben meegegeven, is beperkt. Daarom zit er ook weinig verschil tussen de Johnson-­deal en de vorige deal van May. Alleen blijft nu Noord-Ierland economisch de facto deel uit­maken van de EU. Dat was overigens ook het oorspronkelijke voorstel van Brussel - het was juist May die de zogeheten ‘backstop’ voor het hele VK wilde laten gelden, omdat ze geen uitzonderingspositie wilde voor de Noord-Ieren.'

Bent u in de afgelopen drie jaar wel eens Brexit-moe geworden?

'Jazeker! Met name als het verzandde in een ‘soap opera’ in het Britse Lagerhuis. Daarom begrijp ik Johnsons motto ‘Get Brexit done’ wel, dat zal ook een hoop energie vrijmaken. De vraag is alleen in hoeverre hij de belofte van ‘Global Britain’ kan waarmaken, van een nieuwe stroom aan handelsakkoorden als ze bevrijd zijn van de volgens hem ‘dode’ EU - unshackled from the corpse. Zo wijzen ze op hun speciale relatie met de VS. Daar zullen ze vast met alle egards ontvangen worden, maar de Amerikanen weten dat de Britten - met een markt die ongeveer een zesde bedraagt van die van de EU - relatief zwak staan. En president Trump stelt het Amerikaanse eigenbelang voorop: America First. Dan moet je bijvoorbeeld de omstreden ‘chloorkip’ toelaten op je markt.'

En de gekoesterde hoop op een ‘British Empire 2.0’?

'Dat ligt gevoelig vanwege de connotatie met de koloniale tijd, daar zitten de landen van het Gemenebest echt niet op te wachten. Al valt niet uit te sluiten dat de Britten, met hun ­goede ambtenarenapparaat, toch een aantal goede handelsakkoorden weten te sluiten.'

Maar in het algemeen verwacht u dat het VK erop achteruitgaat?

'Dat is in elk geval het argument van pro-­Europese politici als Guy Verhofstadt. Eenheid maakt macht: je kunt alleen op tegen grootmachten als de VS en China als je samenwerkt. Een grote Europese markt geeft je meer gewicht aan de onderhandelingstafel. Dat zie je bijvoorbeeld terug in het vrijhandelsakkoord van Canada, dat onder meer inhoudt dat Europese bedrijven mogen meedingen naar publieke tenders. Dat was best even slikken voor Canada, waar bedrijven dat nog niet altijd buiten hun eigen provincie mochten doen.'

U heeft ook in de VS onderzoek gedaan. Hoe kijken ze daar tegen de Brexit aan?

De Amerikanen zijn het spoor inmiddels een beetje bijster hoe het met de Europese discussie hierover zit. Ze hebben het liever over China, of cyberaanvallen, of Iran. De Brexit is inmiddels een eigen vakgebied geworden, een soort van intra-Europees navelstaren.

Wat ziet u als de toegevoegde waarde van uw onderzoek voor de samenleving?

'Ik weet nog goed dat Michael Gove (­prominent brexiteer, PW) in 2016 zei dat mensen hun buik vol hadden van experts. Nou, ik heb het nog nooit zo druk gehad. Voor het bestuderen van zulke akkoorden heb je juristen nodig die met politicologen, economen en beleidsmakers ­kunnen communiceren. Zo wordt tegenwoordig wel IJsland als voorbeeld aangehaald om aan te tonen dat een klein land prima alleen een handelsverdrag kan sluiten met een zwaargewicht als China. Voor China is de handel met IJsland echter bijna onbeduidend. Wel werpt dit vragen op over groeiende afhankelijkheid van IJsland van China, Chinese geopolitieke ambities in de Arctische regio en de toekomst van IJsland binnen de Europese Economische Ruimte. Dit zou ook het VK te denken moeten geven.'

Tekst: Peter Wierenga

Foto's: Taco van der Eb

Mail de redactie