In tijden van de coronacrisis: Europese solidariteit, nu!

Met dank overgenomen van Democraten 66 (D66) i, gepubliceerd op dinsdag 31 maart 2020.

copyright: D66

Van inzamelingsacties tot steunpakketten en van de heldhaftigheid in de zorg tot de overuren in de supermarkten: met onze nationale solidariteit zit het in deze coronacrisis wel goed. Dat is fantastisch, maar niet genoeg om deze crisis het hoofd te bieden. Wat we nu nodig hebben is levensreddende Europese solidariteit. Als het kabinet zich dat niet snel realiseert, zullen we de pijnlijke consequenties nog lang moeten dragen, schrijft Rob Jetten.

“Ik heb mij afgelopen weekend enorm geschaamd over de opstelling van de Nederlandse regering.” Dat schreef een bezorgde burger mij in de eerste brief die hij ooit in zijn 56 levensjaren aan een volksvertegenwoordiger stuurde. Hij was niet de enige. En er was alle reden toe.

Terwijl Duitse ziekenhuizen Nederlanders opnamen en bijna alle andere Europese landen patiënten en beschermingsmiddelen met elkaar uitwisselden, liet Nederland zich van z’n schraalste kant zien. Geheel in de traditie van zijn voorganger Jeroen Dijsselbloem (PvdA), neemt Wopke Hoekstra (CDA) dit moment van humanitaire crisis te baat om de zwaar getroffen Zuid-Europeanen de les te lezen over begrotingsdiscipline. Een boekhoudersvingertje temidden van hartverscheurend menselijk lijden.

Dat de mechanismen van de economische eenwording van de eurolanden nog steeds een ‘work in progress’ zijn en daarom nog wel eens haperen, staat natuurlijk buiten kijf. De eurozone staat nog steeds in de steigers.

Ondanks serieuze hervormingspogingen in bijvoorbeeld Griekenland en Portugal zijn pensioenleeftijden vaak nog te laag en belastingapparaten inefficiënt. Er wordt vooruitgang geboekt, maar het resultaat kan niet in één klap worden bereikt. Net zo als dit kabinet ondanks goede wil niet in één keer de Nederlandse reputatie van belastingparadijs kan afschudden. Dat we bij een grootschalige gezamenlijke inzet van geld dus ook alvast voorzichtig vooruit moeten kijken naar de lange-termijn consequenties is volstrekt logisch. Maar welke rechtvaardiging bestaat er om onze vrienden en Europese lotgenoten de rug toe te keren in hun uur van nood?

De Nederlandse boekhoudersbotheid dreigt uit te monden in een grote diplomatieke ramp. Het zijn de landen en de mensen met wie we ons geopolitieke en economische lot delen die zich nu het eerst van ons dreigen af te keren. Driekwart eeuw na onze bevrijding is de Europese belofte van lotsverbondenheid dankzij hard werk, opofferingsgezindheid en overtuiging grotendeels ingelost. We zijn allemaal rijker en gelukkiger geworden. We zijn als Europeanen uit vrije democratische gevormde overtuiging zo met elkaar vergroeid geraakt dat wantrouwen in de Portugese staatsfinanciën zich al snelt vertaalt in wantrouwen in onze bloedeigen gedeelde munt.

Wat we in deze uitzonderlijke omstandigheden nodig hebben is het tegenovergestelde van wat de Nederlandse houding op dit moment is. Het opgeheven vingertje moet naar beneden. De hand moet open worden uitgestrekt.

De geschiedenis klopt op onze deur. Er moet een antwoord komen. Of we nu willen of niet. De grote historische scharniermomenten komen nooit gelegen. Niemand is voorbereid. Niemand heeft zijn antwoord klaar. De vraag is of we uit onze gewone patronen kunnen breken. In tijden van voorspoed kunnen we naar hartenlust de koele rekenmeesters uithangen. In uitzonderlijke tijden van menselijk nood moeten we in de eerste plaats warmbloedige medemensen zijn. De enige vraag die nu telt is simpel: hoe kunnen we deze ramp samen zo goed mogelijk doorkomen?

Het kabinet heeft door instemming met het versoepelen van de budgetregels al laten zien dat het begrijpt dat dit een uitzonderlijke situatie is. Hoekstra zei in de Tweede Kamer ook al de ‘onderuitputting’ van de Europese begroting te willen gebruiken voor hulp: een startbedrag van driehonderd miljard euro.

Maar als we echt willen laten zien een loyaal en solidair lid te zijn van onze Unie dan moeten we nu een andere toon aanslaan. Er ligt een hele wereld tussen fiscale middelvingers en blinde fiscale transfers. Wij Nederlanders laten ons graag voorstaan op onze pragmatische inborst. Het zou de ergste vorm van ideologische starheid verraden als we dan nu ook niet alle mogelijke oplossingen en middelen overwegen om hier samen sterker uit te komen.

Voor wie niet gelooft in morele verantwoordelijkheid, is er nog altijd de logica van het eigen belang. Investeerders in de eurozone baseren zich op vertrouwen in het vermogen samen politiek te handelen. Als Nederland scheuren blijft trekken in dat vermogen, is er straks weinig over van het weefsel van onze eigen economie. En nog belangrijker: als we de zuidelijke landen nu niet helpen zijn er na de crisis nog maar weinig kansen voor Nederlandse ondernemers. De president van het Europees Parlement, waar de belangen van alle Europeanen worden vertegenwoordigd, verwoordt dit beter dan wie dan ook: “The selfishness of some governments must be contrasted. Without the single market, to whom will they sell their tulips?”

Het coronavirus trekt zich niets aan van de landsgrenzen. De economische ramp die het aanricht in Europa ook niet. Er bestaat nu geen Nederlandse, Duitse, Franse of Spaanse oplossingen. Samenwerking met andere landen is nu letterlijk van levensbelang. Nu is het moment voor solidariteit. Dat begint bij onszelf. Kabinet, stop met blokkeren. Neem verantwoordelijkheid. Denk mee. Voor anderen en voor onszelf.