Eiwitarm voer? Denk om de boer!

Met dank overgenomen van SGP-jongeren (SGPJ) i, gepubliceerd op donderdag 4 juni 2020.

statement 16:30 - 4 juni 2020

Op 6 mei, bijna een jaar nadat de Raad van State oordeelde dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet rechtmatig is, presenteerde minister Schouten het uiteindelijke wijzigingsvoorstel om middels eiwitarm veevoer tot een verminderde stikstofdepositie te komen. SGP-jongeren vindt het goed dat het kabinet kijkt naar manieren om de stikstofdepositie terug te dringen, maar bij de voorgestelde voermaatregelen zijn een aantal vraagtekens te zetten.

Voermaatregelen

Om de stikstofuitstoot door de melkveehouderij verder terug te dringen heeft minister Schouten op 6 mei de tweede kamer de concept-wijziging van de Regeling diervoeders 2012[1] gestuurd. In deze concept wijziging staat uitgelegd hoe het kabinet de tijdelijke regeling eiwitgehalte in krachtvoer in de praktijk wil gaan vormgeven. Dit komt er op neer dat er maximum normen worden gesteld aan het aantal gram ruw eiwit per kilogram krachtvoer. Deze normen worden vooral gesteld aan de hand van de grondsoort waarop een bedrijf ruwvoer produceert.

Eiwitsamenstelling

We moeten ons echter afvragen of we de mogelijkheid, te kunnen variëren met de hoeveelheid eiwit in krachtvoer, zo sterk moeten inperken. De hoeveelheid eiwit uit krachtvoer die een boer voert aan zijn koeien is namelijk een gevolg van vele variabelen, zoals de beschikbare hoeveelheid en kwaliteit gras en maïs. Gras dat gemaaid is in het voorjaar heeft bijvoorbeeld weer een andere samenstelling als gras dat gemaaid is in het najaar. Ook weersomstandigheden zoals temperatuur en droogte hebben op hun beurt invloed op het ‘rantsoen’ dat koeien krijgen.

Om te controleren of de hoeveelheid eiwit dat het vee binnenkrijgt juist is wordt het Ureum-gehalte[2] in de melk gemeten. Dit gehalte geeft aan in hoeverre de koe in staat is geweest het eiwit om te zetten en te gebruiken voor de melkproductie. Als een koe veel eiwit niet nuttig heeft kunnen ‘gebruiken’, wat resulteert in een onnodig hoge stikstofuitstoot, is dat terug te zien in het ureum-gehalte. Omdat eiwit een relatief dure grondstof is zal een veehouder zijn koeien dus niet onnodig veel eiwit voeren.

De maatregelen in de praktijk

In de concept-wijziging wordt echter juist wel gesteld dat boeren in Nederland meer eiwit voeren dan nodig is en dat dit vermindert kan worden zonder veel consequenties. Helaas is dit zeer de vraag, als het eiwitgehalte verlaagd moet worden zal dit in veel gevallen voor problemen gaan zorgen zoals een verminderde of kwalitatief slechtere melkproductie. Ook kan het zijn dat deze maatregel in bepaalde gevallen zorgt voor gezondheidsproblemen op de langere termijn, al is dat nog niet zeker.

Naast dat het totale eiwitgehalte van het krachtvoer een maximum krijgt, is het straks voor de boer ook niet meer mogelijk om naast mengvoer (geperste korrels die zijn samengesteld uit verschillende voedermiddelen) andere soorten krachtvoer met een hoog eiwitgehalte te geven (zoals raapzaadschroot, sojaschroot en verreweg de meeste andere enkelvoudige krachtvoeders met een hoog eiwitgehalte). Om dit op te vangen zullen boeren meer mengvoer moeten gaan gebruiken wat resulteert in hogere voerkosten.

Conclusie

SGP-jongeren vindt het goed dat er aandacht is voor de stikstofproblematiek; het is immers belangrijk om goed voor de schepping te zorgen. Een te hoge stikstofuitstoot is slecht voor kwetsbare natuurgebieden. Tegelijkertijd vindt SGP-jongeren dat er niet van boeren verwacht mag worden deze ingrijpende maatregelen door te voeren zonder enige vorm van compensatie, om de verminderde melkproductie en de hogere voerkosten op te vangen.

[1] https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/05/06/kamerbrief-over-wijziging-regeling-diervoeders-2012-in-verband-met-stikstof

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/05/06/ontwerpwijziging-regeling-diervoerders-2012-normering-ruw-eiwit

[2] https://edepot.wur.nl/29138