Economische zomerprognoses 2020: Een nog diepere recessie met grotere verschillen

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op dinsdag 7 juli 2020.

De EU i-economie zal dit jaar door de coronapandemie in een diepe recessie komen. En dit ondanks de snelle en brede respons van het beleid op het niveau van zowel de EU als de lidstaten. Omdat de lockdownmaatregelen minder snel worden opgeheven dan in de voorjaarsprognoses was gedacht, zal de impact op de economische activiteiten in 2020 ook groter zijn dan verwacht.

Volgens de economische zomerprognoses 2020 zal de economie van de eurozone in 2020 met 8,7 % krimpen en in 2021 met 6,1 % groeien. De EU-economie zal in 2020 naar verwachting met 8,3 % krimpen en zal in 2021 met 5,8 % groeien. De voor 2020 verwachte krimp is dus veel groter dan de 7,7 % (eurozone) en 7,4 % (hele EU) waarmee in de voorjaarsprognoses 2020 nog was gerekend. De groei zal in 2021 ook minder robuust zijn dan in het voorjaar was gedacht.

Valdis Dombrovskis i, uitvoerend vicevoorzitter voor een economie die werkt voor de mensen: “De economische impact van de lockdown is zwaarder dan we eerst hadden verwacht. Onze tocht gaat nog steeds over een woelige zee vol gevaren, zoals een tweede grote infectiegolf. Als deze prognoses één ding duidelijk maken, is het wel dit: we hebben een akkoord nodig over ons ambitieuze herstelpakket, NextGenerationEU, om de economie te stutten. Vooruitblikkend naar dit en volgend jaar mogen we verwachten dat de economie opnieuw opveert, maar we moeten waakzaam blijven voor een herstel dat in een ongelijk tempo verloopt. Werknemers en bedrijven moeten we verder beschermen en ons beleid op EU-niveau nauw coördineren, zodat we sterker en eendrachtiger uit deze crisis komen.”

Paolo Gentiloni i, EU-commissaris voor Economie: “Wereldwijd is de dodentol van het coronavirus nu opgelopen tot een half miljoen mensen, een aantal dat elke dag nog verder stijgt — in sommige delen van de wereld in een alarmerend tempo. En deze prognoses laten de verwoestende economische effecten van die pandemie zien. De beleidsrespons in Europa heeft geholpen om de schok voor onze burgers op te vangen. Maar toch is ook dit een verhaal van toenemende verschillen, ongelijkheid en onveiligheid. Daarom is het zo belangrijk dat we snel een akkoord bereiken over het herstelplan dat de Commissie heeft voorgesteld. Zo kunnen we op dit cruciale moment onze economieën nieuw vertrouwen en nieuwe financiering geven.”

De verwachting is dat het herstel in de tweede helft van 2020 aan vaart zal winnen.

De impact van de pandemie op de economische activiteiten was al aanzienlijk in het eerste kwartaal van 2020, ook al zijn de meeste lidstaten pas medio maart lockdownmaatregelen beginnen in te voeren. Nu de verstoring en lockdownmaatregelen in het tweede kwartaal veel langer aanhouden, zal de economische output sterker gekrompen zijn dan in het eerste kwartaal.

De eerste gegevens over mei en juni lijken echter te suggereren dat we het ergste achter de rug hebben. De verwachting is dat het herstel in de tweede helft van het jaar aan kracht wint, ook al zal het verloop ervan onvolledig zijn en niet in alle lidstaten gelijk.

De schok voor de EU-economie is symmetrisch, omdat de pandemie alle lidstaten heeft getroffen. Het ziet er echter naar uit dat zowel de daling in de output in 2020 als de kracht van het herstel in 2021 verder uit elkaar zullen liggen. De verschillen tussen lidstaten wat betreft de intensiteit van de impact van de pandemie en de kracht van het herstel zullen volgens de prognoses nog sterker afgetekend zijn dan in de voorjaarsprognoses was verwacht.

Inflatievooruitzichten ongewijzigd

De algemene inflatievooruitzichten zijn weinig veranderd sinds de voorjaarsprognoses, al waren er wel opvallende veranderingen in de onderliggende factoren die de prijsontwikkeling bepalen.

De prijzen voor olie en levensmiddelen zijn weliswaar sterker gestegen dan was verwacht, maar het effect daarvan zou worden gecompenseerd door de zwakkere economische vooruitzichten en het effect van btw-verlagingen en andere maatregelen die bepaalde lidstaten hebben genomen.

De inflatie in de eurozone, gemeten aan de hand van de geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP), zou uitkomen op 0,3 % in 2020 en 1,1 % in 2021. Voor de EU ligt de verwachte inflatie bij 0,6 % in 2020 en bij 1,3 % in 2021.

Uitzonderlijk hoge risico's

De risico's voor deze prognoses zijn uitzonderlijk groot en vooral neerwaarts gericht.

De omvang en de duur van de pandemie en van de lockdownmaatregelen die in de toekomst nog nodig zouden zijn, blijven grotendeels onbekend. In de prognoses is de aanname dat de lockdownmaatregelen verder zullen worden versoepeld en dat er geen “tweede golf” van infecties komt. De risico's zijn groot dat de arbeidsmarkt op langere termijn meer schade oploopt dan verwacht en dat liquiditeitsproblemen voor vele bedrijven kunnen uitdraaien op solvabiliteitsproblemen. Er zijn risico's voor de stabiliteit van financiële markten en het gevaar bestaat dat lidstaten er niet in slagen hun nationale beleidsrespons voldoende te coördineren. Wanneer er geen akkoord kan worden bereikt over de toekomstige handelsbetrekkingen tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU, kan dit ook tot lagere groei leiden, met name voor het Verenigd Koninkrijk. Meer algemeen zouden ook protectionistisch beleid en buitensporige afkeer van mondiale productieketens negatief kunnen uitpakken voor de handel en de wereldeconomie.

Er zijn ook opwaartse risico's, zoals een snelle beschikbaarheid van een vaccin tegen het coronavirus.

Het Commissievoorstel voor een herstelplan, opgebouwd rond het nieuwe instrument NextGenerationEU is in deze prognoses nog niet meegenomen, omdat daarover nog geen akkoord is bereikt. Een akkoord over het Commissievoorstel wordt dus ook als een opwaarts risico beschouwd.

Meer algemeen, valt een sneller dan verwachte opvering niet uit te sluiten, zeker wanneer door de evolutie van de epidemiologische situatie de overblijvende restricties sneller dan verhoopt kunnen worden opgeheven.

Voor het Verenigd Koninkrijk een louter technische aanname

Omdat de toekomstige relaties tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk nog niet duidelijk zijn, zijn de prognoses voor 2021 gebaseerd op een louter technische aanname van een status quo in termen van hun onderlinge handelsrelaties. Dit gebeurt louter voor prognosedoeleinden en loopt niet vooruit op of is geen voorspelling van de uitkomst van de onderhandelingen tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk over hun toekomstige relaties.

Achtergrond

Deze prognoses zijn gebaseerd op een reeks technische aannames betreffende wisselkoersen, rentetarieven en grondstoffenprijzen, met als afsluitdatum 26 juni. Voor alle overige nieuwe gegevens, inclusief de aannames over het overheidsbeleid, is bij deze prognoses informatie tot en met 30 juni meegenomen. Tenzij beleidsmaatregelen op geloofwaardige wijze zijn aangekondigd en voldoende gedetailleerd zijn uitgewerkt, is bij de projecties uitgegaan van ongewijzigd beleid.

De Europese Commissie publiceert jaarlijks twee uitgebreide prognoses (voorjaar en najaar) en twee tussentijdse prognoses (winter en zomer). De tussentijdse prognoses omvatten jaar- en kwartaalgegevens voor het bbp en de inflatie van het lopende en het volgende jaar voor alle EU-lidstaten en de eurozone, alsmede geaggregeerde gegevens voor de EU.

De volgende economische prognoses van de Europese Commissie zullen de economische najaarsprognoses 2020 zijn. De publicatie daarvan staat voor november 2020 gepland.

Meer informatie

Economische zomerprognoses 2020:

Volg uitvoerend vicevoorzitter Dombrovskis op Twitter: @VDombrovskis

Volg commissaris Gentiloni op Twitter: @PaoloGentiloni

Volg DG ECFIN op Twitter: @ecfin