Kamer bespreekt Invoeringswet EOM

Met dank overgenomen van Tweede Kamer der Staten Generaal (Tweede Kamer) i, gepubliceerd op maandag 5 oktober 2020, 12:31.

5 oktober 2020, wetsvoorstel - Een nieuw Europees Openbaar Ministerie i moet een efficiëntere aanpak van fraude met EU-geld mogelijk maken. De Kamer bespreekt de implementatie daarvan in Nederlandse wetgeving met minister Grapperhaus i (Justitie).

Jaarlijks verstrekt de Europese Unie honderden miljarden aan leningen en subsidies. Maar tot nu toe had de EU geen middelen om in te grijpen als er met dat geld gefraudeerd werd. Daarom is besloten tot oprichting van een Europees Openbaar Ministerie (EOM).

Na aanvankelijke weerstand heeft de Kamer in 2018 ingestemd met Nederlandse deelname aan het Europees Openbaar Ministerie. Want, zoals Van Wijngaarden (VVD) stelt: uiteindelijk is deelnemen voordeliger voor Nederland dan aan de zijlijn blijven staan. Inmiddels ligt er een wetsvoorstel om het EOM in de Nederlandse wetgeving vast te leggen. De Kamer is positief, maar heeft wel vragen over uitwerking en reikwijdte.

Taken en bevoegdheden

Wat mag een Europees OM wel en niet? Er ligt nu alleen een mandaat om strafbare feiten rond fraude met EU-gelden te vervolgen. Daar moet het ook bij blijven, vindt Van Dam (CDA): niet zomaar uitbreiden naar andere grensoverschrijdende vormen van criminaliteit, zoals georganiseerde misdaad en terrorisme. Wat we zelf kunnen, moeten we zelf blijven doen, meent ook Van Wijngaarden (VVD).

Van den Berge (GroenLinks) vindt de scope van het huidige EOM juist te beperkt. Door gebrekkige samenwerking tussen politie en justitie van de verschillende lidstaten blijft de georganiseerde misdaad te vaak buiten schot, meent hij. Juist een Europees OM kan volgens hem veel effectiever strijden tegen grensoverschrijdende zaken als kinderporno en mensenhandel.

Volgens Grapperhaus is het verstandig om met een Europees Openbaar Ministerie aan de slag te gaan, maar moeten de nationale Openbaar Ministeries voor het overige wel in hun positie blijven. Uitbreiding van het mandaat is volgens hem niet aan de orde. Wel benadrukt hij het belang van goede internationale samenwerking om bijvoorbeeld kinderporno aan te pakken.

Niet-deelnemende lidstaten

Deelname aan het Europees Openbaar Ministerie is niet verplicht. Zo was er ook een tijdlang twijfel of Nederland wel mee zou gaan doen. Uiteindelijk werd daar in 2018 toch toe besloten, toen al een groot aantal landen zich had aangesloten.

Maar wat te doen met landen zoals Polen en Hongarije die niet aan het EOM meedoen? Want juist in die lidstaten is deelname het hardst nodig, stelt Groothuizen (D66), die zijn collega's Van Dam en Van den Berge daarin bijvalt. Zo is in bijna 4% van de EU-uitbetalingen aan Hongarije fraude geconstateerd. "Een ongekend en schandalig percentage", aldus Groothuizen.

Helaas kunnen we justitiële samenwerking met niet-deelnemende lidstaten niet eenzijdig afdwingen, erkent Grapperhaus, en dus is alleen samenwerking op basis van gelijkwaardigheid mogelijk. Wel beklemtoont de minister dat de rechtsstatelijkheid en het gebruik van EU-fondsen "een punt van constante aandacht" is in het overleg met zijn Poolse en Hongaarse collega's.

De Kamer stemt op 13 oktober over het wetsvoorstel en de ingediende motie.