Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport - Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van deel IV van de op 16 april 1964 te Straatsburg tot stand gekomen Europese Code inzake sociale zekerheid (Trb. 1965, 47) - Hoofdinhoud
Dit advies Raad van State en nader rapport is onder nr. 4 toegevoegd aan wetsvoorstel 35638 - Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van deel IV van de Europese Code inzake sociale zekerheid i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van deel IV van de op 16 april 1964 te Straatsburg tot stand gekomen Europese Code inzake sociale zekerheid (Trb. 1965, 47); Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport; Advies Afdeling advisering Raad van State en Nader rapport |
---|---|
Documentdatum | 18-11-2020 |
Publicatiedatum | 18-11-2020 |
Nummer | KST356384 |
Kenmerk | 35638, nr. 4 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2020-
2021
35 638
Goedkeuring van het voornemen tot opzegging van deel IV van de op 16 april 1964 te Straatsburg tot stand gekomen Europese Code inzake sociale zekerheid (Trb. 1965, 47)
ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT1
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 15 juli 2020, no. 2020001506, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 16 september 2020, nr. W12.20.0258/III, bied ik U hierbij aan. De tekst van het advies is tevens hieronder opgenomen.
Bij Kabinetsmissive van 15 juli 2020, no. 2020001506, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot goedkeuring van het voornemen tot opzegging van deel IV van de op 16 april 1964 te Straatsburg tot stand gekomen Europese Code inzake sociale zekerheid (Trb. 1965, 47), met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen inhoudelijke opmerkingen bij het voorstel.
De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk betreffende No. W12.20.0258/III
-
-In de toelichting ingaan op de stand van zaken rondom de inwerkingtreding van de reeds in 2009 door Nederland geratificeerde herziene Code inzake sociale zekerheid (Trb. 1993, 123)
-
-In de toelichting ingaan op de vraag of de Nederlandse werkloosheids-wetgeving wél in overeenstemming is met de herziene Code inzake sociale zekerheid op dit punt en het ILO verdrag nr. 102.
1 De oorspronkelijke tekst van het voorstel van wet en van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State is ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer
kst-35638-4 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2020
Aan de redactionele opmerking van de Raad van State is gevolg gegeven door in de memorie van toelichting onder punt 1 een alinea toe te voegen over de herziene Code en de stand van zaken met betrekking tot de inwerkingtreding daarvan. Voorts is aan de redactionele opmerking gevolg gegeven door het invoegen van een nieuw punt 3 waarin wordt uiteengezet dat de Nederlandse werkloosheidswetgeving voldoet aan zowel de bepalingen van de herziene Code als het ILO verdrag nr. 102.
De Afdeling adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Ik moge U, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Tweede Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 638, nr. 4 2