Inbreng verslag schriftelijk overleg over realisatie eenmalig en tijdelijk vuurwerkverbod

Inhoudsopgave

  1. Kerngegevens
  2. Tekst
  3. EU Monitor

1.

Kerngegevens

Officiële titel Inbreng verslag schriftelijk overleg over realisatie eenmalig en tijdelijk vuurwerkverbod
Document­datum 16-12-2020
Publicatie­datum 16-12-2020
Externe link origineel bericht

2.

Tekst

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2

Vergaderjaar 2020-2021

Realisatie eenmalig en tijdelijk vuurwerkverbod (zaaknummer 2020Z24767)

Nr.

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld op ……. 2020

Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over Realisatie eenmalig en tijdelijk vuurwerkverbod (zaaknummer 2020Z24767).

De vragen en opmerkingen zijn op 16 december 2020 aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat voorgelegd. Bij brief van ... zijn deze door haar beantwoord.

Voorzitter van de commissie,

Agnes Mulder

Adjunct-griffier van de commissie,

Schuurkamp

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inhoudsopgave

Inleiding

VVD-fractie

PVV-fractie

CDA-fractie

1

1

2

4

Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris van 11 december jl. over de realisatie van het eenmalig en tijdelijk vuurwerkverbod en hebben hierover nog enkele vragen.

De leden van de PVV-fractie hebben met verbazing kennisgenomen van de beleidsbrief en willen de staatssecretaris nog enkele vragen voorleggen.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de staatssecretaris van 11 december 2020 over de realisatie van een eenmalig en tijdelijk vuurwerkverbod. Deze leden hebben nog enkele vragen.

VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben vragen over de wijze waarop de vuurwerkbranche gecompenseerd zal worden. Het vuurwerkverbod heeft grote financiële gevolgen voor de vuurwerkbranche en deze leden vinden het dan ook vanzelfsprekend dat de vuurwerkbranche zal worden gecompenseerd voor het financieel leed dat zij draagt. Deze leden constateren echter dat de wijze van compensatie, waarover zij lezen in de brief van 11 december jl., waarschijnlijk niet voldoet. Een rechtvaardige vergoeding is volgens deze leden noodzakelijk om de continuïteit van de ondernemingen en de veilige opslag van vuurwerk te kunnen waarborgen.

De leden van de VVD-fractie constateren dat voor bijvoorbeeld importeurs slechts sprake is van een vergoeding voor opslag en vervoer. Waarom heeft de staatssecretaris ervoor gekozen om slechts bepaalde kosten voor de branche te vergoeden en overige kosten, zoals bedrijfsvoering, huisvesting enzovoort, buiten de reikwijdte van de compensatie te houden?

De leden van de VVD-fractie bereiken signalen dat uit gesprekken met banken blijkt dat het moeilijk is om een lening te krijgen. Herkent de staatssecretaris dit signaal? Wat kan de staatssecretaris hieraan doen?

De leden van de VVD-fractie vragen de staatssecretaris in hoeverre een vast bedrag voor winkeliers tegemoetkomt aan het specifieke karakter van de vuurwerkbranche. Is de staatssecretaris het met deze leden eens dat voor de gehele vuurwerkbranche maatwerk geboden is, nu er grote verschillen zitten tussen ondernemers, en kan zij zich hier dan ook voor inzetten? Daarbij is het essentieel hoe zij gaat voorkomen dat de generieke regeling voor bepaalde ondernemers zeer gunstig uitpakt en daardoor voor andere ondernemers nadelig.

De leden van de VVD-fractie vragen de staatssecretaris dan ook, rekening houdend met het specifieke karakter van de vuurwerkbranche, op korte termijn nogmaals, in overleg met de vuurwerkbranche, te bezien hoe de compensatieregeling anders kan worden ingericht, zodat de kosten die voortkomen uit het vuurwerkverbod, gedekt kunnen worden.

PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie vragen aan de staatssecretaris of zij ervan op de hoogte is dat onder andere de Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland (BPN) - als belangenvereniging van de vuurwerkbranche - hoogst verbaasd is over de invulling die de staatssecretaris heeft gegeven aan de diverse gesprekken en overleggen tussen de branche en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) van de afgelopen tijd met als doel de economische en maatschappelijke gevolgen van dit verbod zo goed mogelijk op te lossen. De branche stelt dat door het voorstel van de staatssecretaris de vuurwerkondernemers met enorme kosten blijven zitten die niet gedekt worden door deze of welke andere regeling dan ook en dat van een vergoeding in de buurt van de genoemde 40 miljoen euro op geen enkele wijze sprake is. Waarom laat de staatssecretaris zulke steken vallen?

De leden van de PVV-fractie vragen aan de staatssecretaris of zij er, na de zelf gecreëerde PFAS-crisis en het opleggen van bergen nieuwe verstikkende milieuregels, plezier aan beleefd dit keer de vuurwerkondernemers de nek om te draaien.

De leden van de PVV-fractie vragen aan de staatssecretaris of zij op de hoogte is van het unieke karakter van de vuurwerkbranche. Waar andere branches, als de coronamaatregelen weer worden versoepeld, weer kunnen verkopen, dient de vuurwerkbranche twee jaar zonder inkomsten te overbruggen. De laatste inkomsten waren in december 2019 en de volgende inkomsten zullen, als het goed is, pas in december 2021 kunnen plaatsvinden.

De leden van de PVV-fractie vragen aan de staatssecretaris waarom zij slechts een deel van alle kosten die komen kijken bij dit verbod wil compenseren. Alle woorden ten spijt houdt de staatssecretaris op geen enkele manier rekening met het specifieke karakter van de sector en geeft zij aan slechts het probleem dat zij zelf heeft veroorzaakt, een tekort aan opslag, en extra kosten voor vervoer, te vergoeden. Alle andere kosten die direct voortkomen uit dit verbod, moeten, ondanks de eerdere toezegging om rekening te houden met het specifieke karakter, maar gezocht worden in bestaande regelingen.

De leden van de PVV-fractie vragen aan de staatssecretaris of zij kan vertellen hoeveel vuurwerkondernemers kapot zullen gaan als gevolg van haar slechte optreden. Eerder dit jaar werd de branche al geconfronteerd met enorme verliesposten als gevolg van een verbod op knalvuurwerk en vuurpijlen die opliep tot circa 17 miljoen euro en die niet gedekt werden. Nu wordt de branche opnieuw geconfronteerd met een regeling waarbij nog niet eens de helft van de kosten die direct het gevolg zijn van dit verbod worden vergoed, wat zorgt voor een nieuwe verliespost van circa 14 miljoen euro.

De leden van de PVV-fractie vragen aan de staatssecretaris welke gevolgen dit verbod voor de druk op de zorg heeft. Het aandeel illegaal vuurwerk groeit nog steeds. Alleen nu al is er bijna twee keer zoveel illegaal vuurwerk onderschept dan heel vorig jaar. De druk op de handhaving is eerder toe- dan afgenomen, en ook met oud en nieuw zal het aantal agenten verdubbeld worden ten opzichte van een normale jaarwisseling. Is de druk op de zorg aan het toenemen omdat met dit verbod veel mensen dan maar illegaal vuurwerk gaan afsteken?

De leden van de PVV-fractie vragen aan de staatssecretaris of zij bereid is alsnog op zeer korte termijn met een goede regeling te komen en de kosten die voortkomen uit dit verbod, en niet gedekt worden door de bestaande regelingen, te vergoeden.

CDA-fractie

Opslagcapaciteit

De leden van de CDA-fractie lezen dat de staatssecretaris van mening is dat er voldoende opslagcapaciteit is voor vuurwerk dat door dit verbod een jaar langer moet worden opgeslagen. In het Nader Rapport op het Advies van de Raad van State inzake het Ontwerpbesluit tot Wijziging van het Vuurwerkbesluit in verband met een tijdelijk vuurwerkverbod vanwege COVID-19 lezen deze leden de reactie van de staatssecretaris dat jaarlijks in Nederland ongeveer 10 miljoen kilogram consumentenvuurwerk geïmporteerd wordt en dat de opslagcapaciteit ongeveer 13 miljoen kilogram bedraagt. Kan de staatssecretaris nader specificeren waar die opslagcapaciteit zich bevindt, dat wil zeggen in Nederland en in Duitsland, bij de groot- of tussenhandel en al dan niet op overheidslocaties? Is het wenselijk dat vuurwerk gedurende geheel 2021 her en der opgeslagen ligt? Kan de staatssecretaris bij de beantwoording van deze vraag het feit betrekken dat een groot deel van de vuurwerkbunkers slechts beschikt over een vergunning die toestaat tot maximaal half januari vuurwerk op te slaan? Wat gaat er gebeuren met vuurwerk dat niet op een juiste manier kan worden opgeslagen?

De leden van de CDA-fractie vragen voorts of de staatssecretaris het beeld herkent van de Stichting Vuurwerkdealers Nederlands Consumentenvuurwerk (SVNC) dat er meer dan voldoende reeds bestaande opslagcapaciteit voor consumentenvuurwerk is en dat er dus weinig kosten hoeven te worden gemaakt om hierin (extra) te voorzien.

Tegemoetkoming branche

De leden van de CDA-fractie begrijpen dat het kabinet een tegemoetkoming voor de branche heeft toegezegd van circa 40 miljoen euro. Hoewel deze leden verheugd zijn met het genoemde bedrag voor de compensatie van de vuurwerkbranche, hebben zij nog enkele bedenkingen. Allereerst vragen deze leden of de 40 miljoen euro boven op de generieke steunpakketten (bijvoorbeeld TVL-, NOW- en Tozo-regelingen) komt, waarbij 40 miljoen euro dus beschikbaar is voor de aanvullende tegemoetkoming van de vuurwerksector. Of wordt deze 40 miljoen euro tevens gebruikt voor de geschatte kosten die voortkomen uit de generieke steunpakketten die door de vuurwerkbranche gebruikt zullen worden, waardoor het feitelijke bedrag voor de aanvullende tegemoetkoming vuurwerksector lager is dan 40 miljoen euro?

De leden van de CDA-fractie vragen of, indien van de beschikbare 40 miljoen euro - vanwege bijvoorbeeld minder kosten aan transport en opslag - deelbudgetten onbenut blijven, deze dan beschikbaar komen voor bijvoorbeeld extra compensatie aan winkeliers.

De leden van de CDA-fractie vragen of de staatssecretaris met een rekenvoorbeeld kan komen hoe compensatie voor een kleine vuurwerkhandelaar (bijvoorbeeld een fietsenmaker), (middel)grote vuurwerkhandelaar en een importeur eruitziet. Hoeveel procent van de kosten/derving wordt door de staatssecretaris gecompenseerd en kan de staatssecretaris aangeven uit welke ‘potjes’ dit zal komen? Is de staatssecretaris van mening dat de voorgestelde compensatieregeling voldoende de gemaakte kosten die voortkomen uit het tijdelijke vuurwerkverbod dekt?

De leden van de CDA-fractie constateren dat bij ‘aanvullende tegemoetkoming vuurwerksector’ tegemoetkomingen voor opslag, transport en een tegemoetkoming voor winkeliers staan. In de brief wordt niet geduid hoe de tegemoetkomingen berekend worden of op basis waarvan. Kan de staatssecretaris hier meer inzicht in verschaffen?

De leden van de CDA-fractie vragen waarom de staatssecretaris ervoor kiest de sectorspecifieke vergoeding alleen voor opslag en vervoer open te zetten? Vuurwerkhandelaren en importeurs hebben toch veel meer kosten die voortkomen uit dit tijdelijke vuurwerkverbod, zoals gemaakt promotiemateriaal, specifiek opgeleid personeel, een webshop, of huisvestingskosten. Waarom wordt dat niet gecompenseerd? Is de staatssecretaris van mening dat zij hiermee ‘’ruimhartig compenseert’’?

De leden van de CDA-fractie vragen wanneer de branche gecompenseerd zal worden? Verwacht de staatssecretaris dat dit op korte termijn te realiseren valt? Wanneer kan de branche uiterlijk verwachten dat de compensatie op de rekening staat? Wat vindt de staatssecretaris een redelijke termijn daarvoor?

De leden van de CDA-fractie vragen of de staatssecretaris bereid is vuurwerkondernemers te ondersteunen daar waar het gaat om problemen met voorfinanciering. Doordat ondernemers in China vuurwerk hebben ingekocht moeten zij dit financieren, ondanks dat het vuurwerk dit jaar niet verkocht kan worden. Deze leden krijgen uitdrukkelijke berichten dat banken vooralsnog niet (of nauwelijks) bereid zijn om hierin te financieren, ondanks de door de rijksoverheid beschikbaar gestelde garantstelling. Dit heeft in grote mate te maken met lokale vuurwerkverboden die ook volgend jaar van kracht kunnen zijn, alsmede de algemene onzekerheid rond het vuurwerkbeleid. Is de staatssecretaris bereid een regeling - of een loket - open te zetten die specifiek op dit punt ondernemers ondersteunt, bijvoorbeeld in de gesprekken met banken?

Overig

De leden van de CDA-fractie hebben eerder aandacht gevraagd voor particulieren die (nog) vuurwerk in het bezit hebben dat door het afgekondigde verbod illegaal geworden is. Deze leden hadden gevraagd hoe deze particulieren op een legale manier van dit vuurwerk af moeten komen. De staatssecretaris heeft daarop geantwoord dat zij hierop terug zou komen. Vooralsnog hebben deze leden nog geen notificatie van bijvoorbeeld een nationale inleveractie gezien. Zij vragen de staatssecretaris daarom nogmaals hoe particulieren op een legale manier van hun (overgebleven) vuurwerk af moeten komen. Gaat daar nog iets voor de jaarwisseling voor plaatsvinden? Waarom heeft de staatssecretaris hier niet eerder op geacteerd?

II Reactie van de bewindspersoon

2


 
 
 
 

3.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.