Lijst van vragen over de stand van zaken en vervolg herijking gemeentefonds en financiële verhoudingen met provincies (35570-B-13)

1.

Kerngegevens

Officiële titel Lijst van vragen over de stand van zaken en vervolg herijking gemeentefonds en financiële verhoudingen met provincies (Kamerstuk 35570-B-13)
Document­datum 15-01-2021
Publicatie­datum 15-01-2021
Nummer NDS964222
Kenmerk kenmerk NDS964222
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Lijst van vragen

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de staatssecretaris van Financiën over hun brief van 7 december 2020 over de stand van zaken bij en het vervolg van de herijking gemeentefonds en de financiële verhoudingen met de provincies (Kamerstuk 35 570 B, nr. 13).

De voorzitter van de commissie, Ziengs

Adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx

Vraag

In hoeverre is er bij het besluit tot uitstel rekening gehouden met de gemeenten die op grond van het nieuwe verdeelmodel te weinig geld ontvangen uit het gemeentefonds en daardoor juist een verslechterde financiële positie kennen?

Kan er een overzicht gegeven worden van de precieze praktische en juridische obstakels die nog genomen dienen te worden voordat er overgegaan kan worden tot een herijking van het gemeentefonds?

Bevat de meicirculaire 2021 voldoende informatie voor gemeenten voor hun begrotingsvoorbereiding?

Worden er aanvullende maatregelen genomen om tekorten te voorkomen op de terreinen Voogdij en 18+, aangezien daarbij de herijking op basis van historisch gebruik verdeeld blijft worden?

Bevat de meicirculaire 2021 de uitkomsten van de gesprekken over (extra middelen voor) Jeugdzorg?

In hoeverre zal de besluitvorming over de herijking van het gemeentefonds gekoppeld zijn en blijven aan de discussie over de omvang van het gemeentefonds?

Kan de kabinetsformatie zorgen voor schommelingen in het accres of gemeentefonds en hoe kunnen de nadelige effecten daarvan worden ondervangen? Kan het antwoord met voorbeelden van eventuele schommelingen en van mogelijke oplossingen worden onderbouwd?

Waarom is ervoor gekozen om de uitgaven in het sociaal domein apart te onderzoeken en door een ander adviesbureau dan de uitgaven in het sociaal domein en sluiten deze wel goed op elkaar aan?

In hoeverre kan op basis van de huidige onderzoeken gekozen worden voor een verdeling die recht doet aan de situatie per gemeente, óók als het volgende kabinet ervoor kiest om gemeenten meer financiële afwegingsmogelijkheden te geven in het sociaal domein?

Op welke wijze worden de stijgende kosten voor het beheer en onderhoud van infrastructuur en openbare ruimte ten gevolge van slechte bodemgesteldheid (door het PBL in 2016 becijferd op 5,2 miljard tot 2050) meegenomen in de herijking van het klassieke domein van het gemeentefonds, nu gemeenten op slappe bodem te maken hebben met hoge kosten voor beheer en onderhoud van infrastructuur en openbare ruimte en die kosten toenemen, onder meer door bodemdaling en daardoor de kwaliteit onder druk staat en er overlast ontstaat voor inwoners? Dwingen de tekorten in het sociaal domein gemeenten om te besparen op het klassieke domein, onder meer op beheer en onderhoud ?

(Herijking verdeling klassiek domein gemeentefonds, blz. 51)

11    Op welke wijze biedt de herijking van het gemeentefonds kansen om gemeenten in staat te stellen op korte termijn investeringen te plegen in lichtgewicht-technieken om aan bodemdaling gerelateerde kosten later te verminderen en vermijden, nu het PBL in 2016 heeft becijferd dat de meerkosten voor beheer en onderhoud van infrastructuur en openbare ruimte ten gevolge van een slappe bodem 5,2 miljard tot 2050 omvatten, een deel van die meerkosten vermijdbaar is door aanpassing van beleid en financiering van beheer en onderhoud en door nu te investeren in betere lichtgewicht technieken ? (Herijking verdeling klassiek domein gemeentefonds, blz. 51)

12    Is in beeld hoeveel gemeenten te maken hebben met een slechte bodemgesteldheid? Hoe en hoe vaak wordt bepaald welke gemeenten dit zijn?

13    Welke opties zijn er voor gemeenten om stijgende kosten voor bodemdaling en verzakking op te vangen in tijden waarin ook op de andere clusters financiële krapte toeneemt en wanneer essentiële voorzieningen niet bekneld mogen raken?

14    Op welke wijze worden de stijgende kosten voor het beheer en onderhoud van infrastructuur en openbare ruimte ten gevolge van slechte bodemgesteldheid (door het PBL in 2016 becijferd op 5,2 miljard tot 2050) meegenomen in de herijking van het klassieke domein van het gemeentefonds?

15    Op welke wijze biedt de herijking van het gemeentefonds kansen om gemeenten in staat te stellen op korte termijn investeringen te plegen in lichtgewicht-technieken om bodemdaling gerelateerde kosten later te verminderen en vermijden?

16    Is volgens Cebeon bij de herijking van het klassiek domein bijzondere aandacht nodig voor gemeenten met een slechte bodemgesteldheid?

  • 1. 
    Heeft het ministerie in beeld om hoeveel gemeenten dit gaat?
  • 2. 
    Hoe wordt bepaald welke gemeenten te maken hebben met slechte bodemgesteldheid?
  • 3. 
    Hoe vaak wordt dit herijkt, gelet op de toenemende problematiek rondom droogte, verzakkingen en schade aan infrastructuur en gebouwen?

(Herijking verdeling klassiek domein gemeentefonds, blz. 51-52)

17    Op basis van welke uitkomsten zou volgens het kabinet het nodig moeten zijn om de stijgende kosten omtrent bodemdaling en verzakkingen van gemeenten met een slechte bodemkwaliteit vanuit het gemeentefonds op te vangen en wat zou in dat geval de grootte zijn van de compensatie die hieruit volgt?

18    Welke andere opties zijn er voor gemeenten om de kosten voor bodemdaling op te vangen dan compensatie in het gemeentefonds?

19    Om hoeveel gemeenten gaat het waarbij de bodem slecht gesteld is en waarvoor extra middelen nodig zijn en op welke gronden is dat bepaald?

20 Wordt volgens Cebeon aan de hand van de uitkomsten van de herijking voor het totaal van de clusters beoordeeld in hoeverre er aanleiding is tot een gerichte aanpassing voor de groep gemeenten met een slechte bodemgesteldheid?

  • 1. 
    Betekent dit dat er nog niet besloten is om de stijgende kosten omtrent bodemdaling en verzakkingen van deze gemeenten vanuit het Gemeentefonds op te vangen?
  • 2. 
    Welke andere opties zijn er voor gemeenten om deze kosten op te vangen, zonder dit ten koste te laten gaan van andere essentiële diensten of leidt tot verdere stijging van de gemeentelijke lasten voor burgers, gelet op de reeds precaire financiële situatie waar veel gemeenten in verkeren?

(Herijking verdeling klassiek domein gemeentefonds, blz. 52)


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.