Fusie-energie: Raad keurt financiering van ITER goed

Met dank overgenomen van Raad van de Europese Unie (Raad) i, gepubliceerd op maandag 22 februari 2021.

De Raad i heeft vandaag een besluit aangenomen waarmee de Europese financiering voor het ITER-project (project voor de internationale thermonucleaire experimentele reactor) veilig wordt gesteld voor 2021-2027, de looptijd van het meerjarig financieel kader.

De indicatieve Europese bijdrage aan het project voor 2021-2027 bedraagt € 5,61 miljard (in lopende prijzen).

Volgende stappen

Dit Raadsbesluit treedt in werking 20 dagen na de bekendmaking ervan in het EU-Publicatieblad.

Achtergrond

De overeenkomst over de ITER werd in november 2006 ondertekend door Euratom i, de Verenigde Staten, de Russische Federatie, Japan, China, Zuid-Korea en India. Euratom is volgens de ITER-overeenkomst de "gastpartij" en leidt het project. Dit internationale fusie-energieproject is het eerste langdurige project in zijn soort dat als doel heeft een reactor te bouwen en te exploiteren om de haalbaarheid van stroomopwekking door middel van fusie te onderzoeken.

De Commissie schat dat het eerste plasma in december 2025 zal worden geproduceerd, waarna de reactor in 2035 volledig operationeel moet zijn. De invoering van fusie-energie als rendabele commerciële energiebron zal vóór 2050 waarschijnlijk nog niet tot stroomproductie leiden.

De Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie i is opgericht bij Beschikking 2007/198/Euratom. De gemeenschappelijke onderneming levert de bijdrage van Euratom aan de Internationale ITER-organisatie voor fusie-energie en aan de activiteiten in het kader van de bredere aanpak met Japan. Voorts coördineert en draagt ze bij aan een activiteitenprogramma ter voorbereiding van de bouw van een demonstratiefusiereactor en de bijbehorende faciliteiten.

De Commissie heeft op 7 juni 2018 een voorstel voor een Raadsbesluit ingediend. Het Europees Parlement i nam op 15 januari 2019 een resolutie over het voorstel aan waarin het het voorstel van de Commissie verwelkomde en de Raad verzocht het goed te keuren (het Parlement heeft geen medewetgevende bevoegdheden met betrekking tot dit voorstel). De Raad bereikte op 18 december 2020 een politiek akkoord over het voorstel.

Naar de bladzijde "Vergaderingen"