Concentraties: Commissie maakt evaluatieresultaten en follow-upmaatregelen inzake jurisdictionele en procedurele aspecten van de EU-concentratiecontrole bekend

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op vrijdag 26 maart 2021.

De Europese Commissie heeft vandaag een werkdocument van haar diensten gepubliceerd met een samenvatting van de bevindingen van de evaluatie van procedurele en jurisdictionele aspecten van de EU-concentratiecontrole. Naar aanleiding van de resultaten van de evaluatie heeft de Commissie besloten een mededeling goed te keuren die een leidraad omvat voor de toepassing van het verwijzingsmechanisme tussen lidstaten en de Commissie als bedoeld in artikel 22 van de concentratieverordening, en een effectbeoordeling te verrichten voor het verkennen van beleidsopties om de concentratieprocedures doelgerichter en eenvoudiger te maken.

Uitvoerend vicevoorzitter Margrethe Vestager i, belast met het mededingingsbeleid: “De concentratieprocedures van de EU hebben tot dusver goed gewerkt. Uit onze evaluatie kwamen echter enkele verbeterpunten naar voren. Een aantal transacties waarbij ondernemingen met een lage omzet maar een groot concurrentiepotentieel in de interne markt betrokken zijn, wordt noch door de Commissie noch door de lidstaten beoordeeld. Wanneer het bestaande instrument van verwijzingen krachtens artikel 22 van de concentratieverordening vaker wordt gebruikt, kan dat ons helpen concentraties te vinden die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de mededinging op de interne markt. Daarnaast kijken wij ook naar de mogelijke herziening van bepaalde procedurele aspecten van de EU-concentratiecontrole. Daartoe vragen wij belanghebbenden om hun mening over verschillende beleidsopties om de EU-concentratiecontroleprocedures doelgerichter en eenvoudiger te maken.

Bevindingen van de evaluatie van procedurele en jurisdictionele aspecten van de EU-concentratiecontrole

Het doel van de evaluatie was de werking van geselecteerde aspecten van de EU-concentratiecontrole te beoordelen om inzicht te krijgen in de wijze waarop de regels hebben gefunctioneerd in de veranderende marktsituatie. De evaluatie was met name gericht op twee onderwerpen:

  • de doeltreffendheid van de op omzet gebaseerde jurisdictionele drempels bij het vinden van concentraties die aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor de mededinging op de interne markt, en
  • de doeltreffendheid van de in 2013 ingevoerde vereenvoudigingsmaatregelen.

In het kader van het evaluatieproces heeft de Commissie een openbare raadpleging uitgevoerd, vele bijeenkomsten met belanghebbenden gehouden, uitgebreid onderzoek gedaan naar de transactie-activiteit en haar eigen handhavingspraktijk geanalyseerd. De Commissie heeft zich ook gebaseerd op bewijsmateriaal uit een afzonderlijke werkstroom over de effecten van digitalisering op het mededingingsbeleid, en zij heeft de invoering en toepassing van aanvullende jurisdictionele drempels op basis van de transactiewaarde in enkele lidstaten nauwlettend gevolgd.

Wat de jurisdictionele drempels betreft, bleek uit de evaluatieresultaten dat de op omzet gebaseerde jurisdictionele drempels, aangevuld met de verwijzingsmechanismen, tot op heden over het algemeen doeltreffend zijn gebleken om significante transacties op de interne markt van de EU te vinden. Recente marktontwikkelingen hebben echter geleid tot een geleidelijke toename van concentraties waarbij ondernemingen betrokken zijn die een belangrijke concurrerende rol op de markten spelen of kunnen gaan spelen hoewel zij op het moment van de concentratie weinig of geen omzet genereren. Een aantal transacties die mogelijk van invloed zijn op de mededinging op de interne markt, is dan ook niet door de Commissie en in sommige gevallen evenmin door een lidstaat onderzocht. Hierbij gaat het met name om concentraties waarbij opkomende concurrenten en innovatieve ondernemingen betrokken zijn, onder meer in de digitale, farmaceutische en biotechnologische sector en bepaalde industriële sectoren. De waarde van de transactie, die weliswaar informatief is, correleert niet altijd voldoende met het potentiële mededingingsbelang van de transactie. Aanmoediging en aanvaarding van meer verwijzingen op grond van artikel 22 van de concentratieverordening - met name als de transactie onder de nationale drempels voor concentratiecontrole blijft - zou de lidstaten en de Commissie dan ook de flexibiliteit kunnen geven om concentraties te vinden die op EU-niveau moeten worden onderzocht, terwijl geen aanmeldingsverplichting wordt opgelegd voor transacties waarbij dat niet het geval is.

Ten aanzien van de vereenvoudigingsmaatregelen bleek uit de evaluatie dat het vereenvoudigingspakket van 2013 heeft geleid tot toegenomen toepassing van vereenvoudigde procedures op onproblematische concentraties en tot vermindering van de administratieve lasten voor zowel bedrijven als de Commissie qua middelen en tijd die aan de concentratiecontrole worden besteed, terwijl de doeltreffende handhaving van de concentratieregels gewaarborgd bleef. Er is echter nog steeds ruimte om de regels verder te vereenvoudigen en doelgerichter te maken.

De bevindingen van de evaluatie van procedurele en jurisdictionele aspecten van de EU-concentratiecontrole worden samengevat in een werkdocument van de diensten van de Commissie.

Leidraad voor artikel 22

Gezien de bevindingen van de evaluatie is de Commissie voornemens om in bepaalde omstandigheden verwijzingen aan te moedigen en te aanvaarden in gevallen waarin de verwijzende lidstaat aanvankelijk geen jurisdictie heeft over de zaak, wanneer aan de criteria van artikel 22 is voldaan.

De vandaag goedgekeurde leidraad voor artikel 22 heeft als doel de aanpak van de Commissie in dit verband te vergemakkelijken en te verduidelijken en dient als aanvulling op de aanwijzingen die zijn gegeven in de mededeling van de Commissie betreffende de verwijzing van concentratiezaken.

De leidraad voor artikel 22 beschrijft met name de categorieën gevallen die geschikte kandidaten voor een verwijzing kunnen zijn in situaties waarin de transactie volgens de wetgeving van de verwijzende lidstaat of lidstaten niet hoeft te worden aangemeld. Voorts worden de criteria beschreven waarmee de Commissie rekening kan houden bij de uitoefening van haar discretionaire bevoegdheid om dergelijke verwijzingen te aanvaarden.

Meer bepaald bestaan zaken die normaliter voor een dergelijke verwijzing in aanmerking komen, in transacties waarbij de omzet van ten minste één van de betrokken ondernemingen geen afspiegeling is van haar huidige of toekomstige concurrentiepotentieel. Dit kan het geval zijn bij een start-up of recente nieuwkomer met een aanzienlijk concurrentiepotentieel of een belangrijke innovator. Het kan ook gaan om een daadwerkelijke of potentiële belangrijke concurrentiefactor of een onderneming met toegang tot uit mededingingsoogpunt belangrijke activa of met producten of diensten die belangrijke input of onderdelen voor andere bedrijfstakken zijn.

Effectbeoordeling van de herziening van de procedureregels

De Commissie heeft toegezegd haar middelen op relevante zaken te richten en de administratieve lasten waar mogelijk te verminderen zonder de doeltreffende handhaving in het gedrang te brengen. Om deze reden en in het licht van de resultaten van de evaluatie is de Commissie vandaag ook begonnen met een effectbeoordeling van de herziening van bepaalde procedurele aspecten van de EU-concentratiecontrole.

Dit initiatief zal de beleidsopties beoordelen om de procedures doelgerichter en eenvoudiger te maken via een herziening van de uitvoeringsverordening bij de concentratieverordening en de mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure. Het doel ervan is:

  • meer zaken te identificeren die naar alle waarschijnlijkheid geen aanleiding geven tot bezwaren en die dus volgens de vereenvoudigde procedure zouden kunnen worden beoordeeld (aangezien de verplichting om de concentratie aan te melden ongeacht de waarschijnlijkheid van gevolgen voor de mededinging geldt);
  • te zorgen voor voldoende waarborgen, zodat de vereenvoudigde procedure niet van toepassing is op zaken die nader moeten worden onderzocht;
  • te zorgen voor doeltreffende, doelmatige en evenredige informatievergaring;
  • na te gaan hoe de gemiddelde tijd die nodig is om een goedkeuringsbesluit voor niet-problematische gevallen te verkrijgen, kan worden verkort; en
  • de aanmelding van concentraties te vereenvoudigen, onder meer via elektronische aanmeldingen.

Het doel van effectbeoordelingen is na te gaan in hoeverre er een leemte bestaat die moet worden opgevuld door een optreden op EU-niveau, en na te gaan met welke opties en instrumenten een dergelijke leemte kan worden opgevuld. Als eerste stap van dat proces is de Commissie vandaag een openbare raadpleging gestart om meer informatie te verzamelen en meningen van belanghebbenden te horen. Belanghebbenden kunnen tot 18 juni 2021 hun mening geven op de raadplegingswebsite van de Commissie.

Achtergrond

De EU-concentratiecontrole moet ervoor zorgen dat grote bedrijfsreorganisaties niet leiden tot blijvende schade aan de mededinging op de interne markt. Om dit te bewerkstelligen kent de EU-concentratieverordening de Commissie de uitsluitende bevoegdheid toe om na te gaan of dergelijke concentraties de daadwerkelijke mededinging op de interne markt of een wezenlijk deel daarvan op significante wijze kunnen belemmeren.

Het toepassingsgebied van de EU-concentratiecontrole wordt bepaald aan de hand van omzetdrempels. Indien de omzet van fuserende ondernemingen wereldwijd, in de EU of op lidstaatniveau bepaalde drempels overschrijdt, moeten zij de concentratie bij de Commissie aanmelden en mogen zij deze niet ten uitvoer brengen voordat zij goedkeuring hebben verkregen. Concentraties die niet onder de EU-concentratiecontrole vallen, kunnen wel onder de bevoegdheid van een of meer EU-lidstaten vallen. Om ervoor te zorgen dat de meest passende autoriteit de beoordeling uitvoert, en zolang aan bepaalde voorwaarden is voldaan, kan de beoordeling in het kader van het verwijzingssysteem van de concentratieverordening door de Commissie naar de lidstaten worden verwezen of omgekeerd.

Op grond van artikel 22 van de concentratieverordening kunnen de lidstaten de Commissie verzoeken een concentratie te onderzoeken die geen EU-dimensie heeft maar die wel de grensoverschrijdende handel beïnvloedt en in significante mate gevolgen dreigt te hebben voor de mededinging op het grondgebied van de lidstaat of de lidstaten die het verzoek doet respectievelijk doen, ongeacht of die transactie moet worden aangemeld volgens de nationale regels inzake concentratiecontrole van de verwijzende lidstaat. De Commissie heeft in het verleden haar discretionaire bevoegdheid op grond van artikel 22 gebruikt om verwijzingen te ontmoedigen wanneer de concentratie onder de nationale concentratiecontroledrempels bleef. Die praktijk was gebaseerd op de ervaring dat dergelijke transacties doorgaans waarschijnlijk geen significante gevolgen voor de interne markt hadden. De laatste jaren hebben de marktontwikkelingen echter geleid tot een geleidelijke toename van concentraties waarbij ondernemingen betrokken zijn met een lage omzet maar een groot concurrentiepotentieel op de interne markt.

Voor meer informatie

Zie de speciale webpagina van DG Concurrentie, die alle in het kader van de evaluatie ingediende bijdragen van belanghebbenden, samenvattingen van de verschillende raadplegingsactiviteiten, het werkdocument van de diensten van de Commissie en de leidraad voor verwijzingen krachtens artikel 22 bevat. Zie ook de webpagina Geef uw mening over de effectbeoordeling, waar de aanvangseffectbeoordeling en de link naar de vragenlijst voor de openbare raadpleging te vinden zijn.