CDA: Plannen voor Europees minimumloon slaan de plank mis

Met dank overgenomen van J.J.M. (Jeroen) Lenaers i, gepubliceerd op donderdag 22 april 2021.

Vandaag wordt het ontwerprapport over Europese minimumlonen gepresenteerd in het Europees Parlement door rapporteurs Agnes Jongerius en Dennis Radtke. Jeroen Lenaers, CDA-woordvoerder Sociale Zaken is kritisch over het voorstel, hij noemt het ‘het verkeerde voorstel op de verkeerde plek’. Lenaers: “de minimumlonen in Europa moeten omhoog. In een sociale markteconomie hoort iedereen die werkt een fatsoenlijk inkomen te hebben. Daar zijn de meeste partijen het over eens, maar de discussie gaat nu over de weg daar naartoe. Dat vraagt om maatwerk in de landen zelf en niet om een Europese ‘one size fits all’-aanpak zoals nu wordt voorgesteld”

Het voorstel schiet zijn doel voorbij en zorgt niet voor de sociaaleconomische convergentie die men ermee wil bereiken, zegt Lenaers. “Door een minimumpercentage van het gemiddelde en mediane loon aan te houden, zouden de minimumlonen in Nederland er meer op vooruit gaan dan in bijvoorbeeld Roemenië. De absolute loonkloof tussen de landen wordt zo alleen maar groter.”

Daarnaast zijn er grote juridische bezwaren. De Europese Unie heeft geen bevoegdheid waar het gaat om het vaststellen en regelen van beloning. “Het voorstel van de twee rapporteurs gaat helaas nog verder dan het oorspronkelijke plan van de Europese Commissie. Zij stellen voor om minimumpercentages vast te stellen waaraan het minimumloon in een lidstaat moet voldoen. Dit gaat veel te ver en is een schending van de verdragen waarop de Europese Unie gebaseerd is. Die afspraken zijn er niet voor niets, er zijn grote verschillen tussen lidstaten. Die kan je niet allemaal over één kam scheren” aldus Lenaers.

Het vaststellen van minimumlonen is dus een zaak van de lidstaten en dat moet ook zo blijven. Lenaers: “Op landelijk niveau kan veel beter rekening gehouden worden met lokale omstandigheden. Het minimumloon is één van de radertjes die de koopkracht bepalen. Je kan het dus niet los zien van het grote geheel met onder andere toeslagen en belastingen. Als je aan een van die radertjes gaat draaien, moet je ook wat met de rest en dan kom je al snel op een hellend vlak. Ik had daarom veel liever plannen voor maatwerk gezien: gerichte aanbevelingen per lidstaat om er zo op nationaal niveau voor te zorgen dat de lonen van mensen die werken, maar tóch in armoede leven, omhooggaan.”