Bijdrage debat Nationaal Programma Onderwijsachterstanden

Met dank overgenomen van W.P.H.J. (René) Peters i, gepubliceerd op maandag 7 juni 2021.

Een ongelofelijk groot geldbedrag is vrijgemaakt om de achterstanden in het onderwijs ontstaan door Corona, in recordtempo weg te werken. De oplossing is er. Veel geld. Het probleem is er ook. Zeer waarschijnlijk althans. Al is niet precies bekend welke problemen het precies zijn, hoe groot ze zijn en waar ze zich bevinden. Sterker nog, vorige week meldde de NOS dat volgens CITO de onderwijsachterstanden binnen het Primair Onderwijs alweer grotendeels waren ingelopen.

Met vele miljarden kan men aan de slag om de achterstanden in te halen en (hopelijk) de kwaliteit van het onderwijs duurzaam te verbeteren. Dat kan heel goed nieuws zijn. Maar vanzelfsprekend is dat niet. Ook de afgelopen jaren zijn er vele, vele miljoenen extra in het onderwijs gestoken. Van al die middelen is in de woorden van de Rekenkamer volkomen onduidelijk wat er mee gedaan is en of het de kwaliteit van het onderwijs überhaupt positief beïnvloed heeft.

Wat met miljoenen mislukt is proberen we nu met miljarden. Willen we dat verantwoorden, dan hebben we de dure plicht van elkaar te eisen dat de kwaliteit van het onderwijs voor alle kinderen duurzaam op orde komt. En dat het onderwijs weer toekomstbestendig wordt.

Er is maar een factor die echt het verschil maakt in onderwijskwaliteit en dat is de kwaliteit van de docent voor de klas. En daar is nog veel winst te boeken. Scholen missen veel te vaak een lerende cultuur. Het is nog steeds niet normaal om bij elkaar te kijken, samen lessen voor te bereiden, heldere doelen te stellen en samen elke dag een beetje beter les te geven. Ik zat een tijd geleden in de auto en ik hoorde reclame voor foutloos rekenen in twaalf weken. Dat kan dus gewoon. Voor elke leerling. In plaats van zo’n methode in te kopen om individuele kinderen te helpen, zouden scholen zo’n methode moeten implementeren. Een school in Schijndel heeft op deze manier binnen een half jaar het rekenonderwijs op orde gekregen. Dat kunnen alle scholen. Dergelijke programma’s zijn er ook voor taal. We weten hoe we alle kinderen in de basis kunnen leren lezen schrijven en rekenen. De wetenschap leert ons hoe dat moet. Maar we doen het gewoon niet. Dat is toch erg! De tijd is gekomen dat anders te doen.

Is de minister bereid om een heldere opdracht aan alle scholen te geven? Werk aan een lerende cultuur. Stel heldere doelen voor de verbetering van lessen en docenten en communiceer helder over je plannen en doelen?

Naast het gebrek aan een lerende cultuur op scholen, speelt het lerarentekort een grote rol. We kunnen er lang en kort over spreken. Maar dat tekort is er. En dat tekort blijft er naar alle waarschijnlijkheid. Zeker de komende jaren.

Is de minister bereid om nog een tweede opdracht aan scholen te geven. Gebruik de middelen om je onderwijs zo aan te passen dat de kwaliteit duurzaam hoog blijft, ook als er minder leraren zijn? En betrek daarbij nadrukkelijk de rol van ICT en de lessen uit de corona periode.

Een derde probleem is de verantwoording. Het kan niet de bedoeling zijn dat miljarden verdwijnen zonder dat iemand over twee jaar nog weet wat er mee gedaan is of wat de effecten waren. Toch willen we geen bureaucratie over de scholen uitrollen. Is de minister bereid om met scholen in overleg te gaan op welke wijze zij zelf denken te verantwoorden op welke manier zij de kwaliteit van het onderwijs op peil hebben gebracht? Verantwoording heeft het woord antwoord in zich en het woord verantwoordelijkheid. Dat is beiden niet voor niets.

“De politiek gaat over het wat, het onderwijs gaat over het hoe.” Deze uitspraak van oud-minister Dijsselbloem staat als een huis. Het is niet aan de politiek om te bepalen hoe de middelen worden ingezet, maar aan het onderwijs. Op zich is dat logisch. Maar er schuilt ook een levensgroot gevaar in. Als er middelen worden vrij gemaakt om achterstanden in te lopen en scholen niet de kennis, creativiteit of het personeel hebben om dat snel en goed te doen, wat gebeurt er dan met het geld?

Natuurlijk helpt de toolkit die het ministerie heeft gemaakt met ‘evidence based intervienties’. Maar ik ben niet geheel gerustgesteld.

Ik kan me voorstellen dat er uit de kelen van duizenden medewerkers en directeuren van commerciële onderwijsbureaus een schreeuw van blijdschap ontsnapte, toen bekend werd hoeveel geld er richting scholen ging. Geloof me, die commerciële bureaus hebben de kennis en de mankracht om scholen te ontzorgen, de leerlingen te helpen en en passant de miljarden binnen te harken. Iedereen blij.

Maar het is maar de vraag of de inzet van deze partijen alleen, de kwaliteit van het onderwijs duurzaam op orde brengt. En het is ook maar de vraag of het ontzorgen van scholen eigenlijk wel zo’n goed idee is. Ik betwijfel het. De verantwoordelijkheid voor het bieden van kwaliteit ligt bij de scholen. Die moet je daar zeker niet weghalen.

Wat zou er gebeuren als scholen zouden omdenken? Als ze niet zouden proberen achterstanden van individuele leerlingen weg te werken, maar de basis voor alle leerlingen duurzaam op orde te krijgen? Als ze de middelen zouden inzetten om iedere docent zo te scholen dat alle lessen meetbaar beter worden? Als er ingezet zou worden op coaching in de klas? En op het afscheid nemen van docenten die niet functioneren? Als excellente docenten de ruimte zouden krijgen om les te geven en alle zinloze werkverschaffing en andere ellende gewoon geschrapt zou worden? Wat zou er gebeuren als onderwijs meer gezien zou worden als teamsport? Hoe mooi zou dat zijn?

Ik heb geleerd dat je een crisis moet bestrijden met een andere crisis. En dat geld alleen nooit de oplossing is. Daarom stel ik concreet het volgende voor:

Door een tekort aan leraren gaat het niet lukken om miljarden in twee jaar weg te zetten in het onderwijs. Dat kan alleen door de inhuur van commerciële partijen en dan waarschijnlijk nog niet. Daarom mijn verzoek aan de minister om het bedrag niet binnen twee maar binnen vier jaar weg te zetten

De rekenkamer heeft ons keurig voorgerekend dat ze geen idee heeft waar de vele miljoenen die het onderwijs de afgelopen jaren extra heeft gekregen gebleven zijn. En dat ze niet kunnen zeggen dat het ook maar iets heeft toegevoegd aan de kwaliteit van het onderwijs. Daarom nog een verzoek aan de minister. Geef het onderwijsveld twee kraakheldere opdrachten. 1) Breng de kwaliteit van het onderwijs aan alle kinderen op een hoger peil. Maak per school een plan om een lerende cultuur te creëren, waarin docenten samen en met hulp van de schoolleiding hun lespraktijk versterken. Laat ze gebruik maken van wat de wetenschap ons leert. De basis moet weer op orde: lezen, rekenen, schrijven en burgerschap. Leg doelen op die gehaald moeten worden. En reken scholen op die doelen af. Zij gaan over het hoe, maar wij gaan echt over het wat! 2) Geef de opdracht het onderwijs zo in te richten dat ze voorbereid zijn op werken met minder leraren. Want die zijn er straks niet en die komen er waarschijnlijk ook niet. En maak met scholen op voorhand afspraken over de wijze waarop ze zich gaan verantwoorden.

Samenvattend,

Een crisis los je het beste op met een andere crisis. En het helpt dat geld in elk geval geen probleem hoeft te zijn.