Voorlopig verslag - Voorstel van wet van de leden Bisschop en Kwint tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de afschaffing van het lerarenregister en het registervoorportaal

Dit voorlopig verslag is onder nr. B toegevoegd aan wetsvoorstel 35145 - Initiatiefvoorstel Afschaffing van het lerarenregister en het registervoorportaal i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van de leden Bisschop en Kwint tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de afschaffing van het lerarenregister en het registervoorportaal; Voorlopig verslag
Document­datum 26-07-2021
Publicatie­datum 26-07-2021
Nummer KST35145B
Kenmerk 35145, nr. B
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2021

Vergaderjaar 2020-

35 145

Voorstel van wet van de leden Bisschop en Kwint tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de afschaffing van het lerarenregister en het registervoorportaal

VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP1

Vastgesteld 26 juli 2021

Het voorbereidend onderzoek heeft de commissie aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen.

  • 1. 
    Inleiding

De VVD-fractieleden hebben van het wetsvoorstel kennisgenomen. Zij hebben vragen aan de initiatiefnemers en zien de beantwoording met belangstelling tegemoet.

De leden van de fractie van de PvdA hebben kennisgenomen van het voorliggende initiatiefvoorstel. Graag maken zij gebruik van de gelegenheid de regering en de initiatiefnemers hierover enkele vragen te stellen. Deze leden kijken uit naar de antwoorden op hun vragen.

De fractieleden van de SGP hebben met belangstelling kennisgenomen van het initiatiefvoorstel-Bisschop en Kwint omtrent de afschaffing van het lerarenregister en het registervoorportaal. Zij hebben nog enkele vragen aan de regering over de afhandeling indien het wetsvoorstel wordt aangenomen.

1 Samenstelling:

Essers (CDA), Ganzevoort (GL), Sent (PvdA), Van Strien (PVV), Van Apeldoorn (SP), Atsma (CDA), Pijlman (D66) (ondervoorzitter), Schalk (SGP), Klip-Martin (VVD), De Bruijn-Wezeman(VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), Beukering (Fractie-Nanninga). A.J.M. van Kesteren (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Vos (PvdA), Van der Burg (VVD), Dessing (FVD), Doornhof (CDA), vac. (PvdD), Veldhoen (GL), Vendrik (GL), Van der Voort (D66), De Vries (Fractie-Otten), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF) Verkerk (CU) (voorzitter), Prast (PvdD)

kst-35145-B ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021

  • 2. 
    Aanleiding en achtergrond

Waarom zou het lerarenregister niet ongewijzigd in de wetgeving kunnen blijven bestaan, zo vragen de VVD-fractieleden aan de initiatiefnemers. Is het niet zo dat een aantal belangrijke bepalingen rond een verplicht register nog niet in werking is getreden, omdat ervoor gekozen is om de wet betreffende de invoering van het lerarenregister en het registervoor-portaal1 gefaseerd in werking te laten treden? En is het niet zo dat op het moment dat er een beroepsgroepvertegenwoordiging met draagvlak is, de wet wel degelijk volledig in werking kan treden? Er is toch sprake van een lerarenregister voor en door leraren? In de wet staat nu immers, kort samengevat, dat er een lerarenregister komt waarbij de beroepsgroep zeggenschap heeft over de herregistratiecriteria en regels ter validering van het activiteitenaanbod die gaan gelden voor de ingeschreven leraren. Dat treedt pas in werking als die criteria en regels in een AMvB zijn vastgelegd, op voorstel van de beroepsgroep en met voldoende draagvlak. Is het niet zo dat het wachten is op een vertegenwoordiging van de beroepsgroep met voldoende draagvlak? En waarom zou daar niet op gewacht kunnen worden? Zeker ook omdat er geld en tijd in het platform zijn gestoken.

Bij de gefaseerde invoering van het lerarenregister en registervoorportaal was nog veel onduidelijk. Hoe heeft de regering zich ingezet voor voldoende en adequaat bijscholingsaanbod, zo vragen de PvdA-fractieleden. En meent de regering dat zij voldoende tijd en middelen ter beschikking heeft gesteld? Zo ja, dan ontvangen de leden van de fractie van de PvdA graag een onderbouwing van deze mening.

Graag vragen de leden van de PvdA-fractie aandacht voor de verbinding tussen individuele professionalisering en schoolontwikkeling. Immers, professionalisering en leren zouden toch vooral collectief en collaboratief moeten zijn, en leren en professionaliseren zouden uiteindelijk effect moeten hebben op de dagelijkse praktijk in scholen. Wat heeft de regering gedaan om teamleren onderdeel te maken van de registratiesystematiek van het lerarenregister?

Eerder zijn randvoorwaarden geformuleerd waaraan dient te worden voldaan als de laatste fase van het register in werking treedt. Deze randvoorwaarden omvatten het borgen van het draagvlak voor het register, de ontwikkeling van relevant professionaliseringsaanbod en het voorkomen van onbedoelde effecten op de vraag- en aanbodverhou-dingen op de arbeidsmarkt. Op welke wijze heeft de regering zich hiervoor ingespannen?

De PvdA-fractieleden vinden het opvallend dat er een initiatiefvoorstel ligt ter afschaffing van het lerarenregister en het registervoorportaal. Graag vragen zij de regering waarom deze er zelf niet voor heeft gekozen een wetsvoorstel als het voorliggende in te dienen.

  • 3. 
    Hoofdlijnen van het wetsvoorstel

De VVD-fractieleden vragen de initiatiefnemers of het niet zo is dat de wet betreffende de invoering van het lerarenregister en het registervoor-portaal tevens ervoor bedoeld is erop toe te kunnen zien dat leraren die zich schuldig hebben gemaakt aan strafrechtelijke feiten, niet op een andere school weer gemakkelijk aan het werk zouden komen.

Het lerarenregister en het registervoorportaal hebben als doel de positie van leraren te versterken en hun beroepskwaliteit zichtbaar te maken en te verbeteren. Op welke wijze zal dit doel worden bereikt door het voorliggende initiatiefvoorstel, zo vragen de PvdA-fractieleden aan de initiatiefnemers. En welke alternatieve maatregelen acht de regering wenselijk en/of noodzakelijk om de positie van leraren te versterken en hun beroepskwaliteit zichtbaar te maken en te verbeteren?

De gedachte achter het lerarenregister en het registervoorportaal was dat het beroep van leraar met deze maatregelen aantrekkelijk zou worden voor mensen die een loopbaan in het onderwijs overwegen. Het zou een stimulans zijn voor het borgen van structureel bekwaamheidsonderhoud door iedere docent. Op welke wijze zullen deze doelen worden bereikt door het voorliggende initiatiefvoorstel, zo vragen de aan het woord zijnde leden aan de initiatiefnemers. En welke aanvullende maatregelen acht de regering wenselijk en/of noodzakelijk om het beroep van leraar aantrekkelijk te maken en het borgen van structureel bekwaamheidson-derhoud te stimuleren?

Met het schrappen van het register in dit wetsvoorstel is ook een aantal neveneffecten gemoeid. Zo worden ook bepalingen over het professioneel statuut geschrapt, een plek waar leraren kunnen meepraten over de vakinhoud. Achten de initiatiefnemers dit wenselijk? En op welke wijze meent de regering dit op andere wijze te kunnen ondersteunen?

  • 4. 
    Gevolgen van het wetsvoorstel

Het amendement2 van het lid Van der Staaij zorgt voor een spoedige inwerkingtredingsdatum. Worden de personen die zich hebben geregistreerd, specifiek van de wetswijziging op de hoogte gesteld, zo vragen de SGP-fractieleden. En, zo ja, op welke termijn? Op welke wijze wordt het register beëindigd dan wel overgedragen aan private partijen? En kan de regering aangeven of een en ander voorbereid wordt voor het moment van inwerkingtreding?

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ziet de memorie van antwoord van de initiatiefnemers en de beantwoordings-brief van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangt deze graag voor het einde van het zomerreces van de Kamer.

De voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Verkerk

De griffier van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Dragstra

Eerste Kamer, vergaderjaar 2020-2021, 35 145, B 3

1

Kamerstukken 34 458.

2

Kamerstukken II 2020/21,35 145, nr. 12.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.