Commissie leidt inbreukprocedures in tegen twaalf lidstaten die EU-regels die oneerlijke handelspraktijken verbieden niet hebben omgezet

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op dinsdag 27 juli 2021, 14:00.

De Commissie heeft inbreukprocedures ingeleid tegen twaalf lidstaten die de EU-regels die oneerlijke handelspraktijken in de agrovoedingssector verbieden niet hebben omgezet.

De op 17 april 2019 aangenomen richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen beschermt alle Europese landbouwers en kleine en middelgrote leveranciers tegen 16 oneerlijke handelspraktijken van grotere afnemers in de voedselvoorzieningsketen. De richtlijn heeft betrekking op landbouw- en voedingsproducten die in de toeleveringsketen worden verhandeld, en verbiedt voor het eerst op EU-niveau dergelijke eenzijdige oneerlijke praktijken van een handelspartner jegens een andere.

De uiterste datum voor omzetting van de richtlijn in nationale wetgeving was 1 mei 2021. Tot dusver hebben Bulgarije, Denemarken, Duitsland, Finland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Kroatië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Slowakije en Zweden de Commissie meegedeeld dat zij alle nodige maatregelen tot omzetting van de richtlijn hebben vastgesteld en dat de omzetting dus compleet is. Estland en Frankrijk hebben verklaard dat hun wetgeving de richtlijn slechts gedeeltelijk omzet.

De Commissie heeft België, Cyprus, Estland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Spanje en Tsjechië aanmaningsbrieven gestuurd met het verzoek de desbetreffende maatregelen vast te stellen en daarvan kennis te geven. Die lidstaten hebben nu twee maanden de tijd om te reageren.

Achtergrond

De richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen helpt de positie van landbouwers in de voedselvoorzieningsketen te versterken. De 16 oneerlijke handelspraktijken die moeten worden verboden, omvatten onder meer i) laattijdige betalingen en annuleringen op het laatste moment van bestellingen van bederfelijke voedingsproducten, ii) het eenzijdig of met terugwerkende kracht wijzigen van overeenkomsten, iii) de leverancier laten betalen voor verspilde producten en iv) het weigeren van schriftelijke contracten.

Overeenkomstig de richtlijn moeten landbouwers en kleine en middelgrote leveranciers, alsmede de organisaties die hen vertegenwoordigen, tegen dergelijke praktijken van hun afnemers een klacht kunnen indienen. De lidstaten moeten nationale autoriteiten voor de behandeling van de klachten aanwijzen. Om mogelijke vergeldingsacties van afnemers te voorkomen, beschermen deze regels de vertrouwelijkheid.

De Commissie heeft ook stappen ondernomen om de markttransparantie te vergroten en de samenwerking tussen producenten te bevorderen. Samen zullen deze maatregelen zorgen voor een evenwichtigere, eerlijkere en efficiëntere toeleveringsketen in de agrovoedingssector.

Meer informatie

Oneerlijke handelspraktijken in de voedselvoorzieningsketen

Voedselvoorzieningsketen