Motie Ceder/Kuik over streven naar een besteding van 25% van de ODA-middelen via maatschappelijke organisaties - Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2022 - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 43 toegevoegd aan wetsvoorstel 35925 XVII - Vaststelling begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking 2022 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2022; Motie; Motie van de leden Ceder en Kuik over streven naar een besteding van 25% van de ODA-middelen via maatschappelijke organisaties |
---|---|
Documentdatum | 25-11-2021 |
Publicatiedatum | 25-11-2021 |
Nummer | KST35925XVII43 |
Kenmerk | 35925 XVII, nr. 43 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2021
2022
35 925 XVII
Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2022
MOTIE VAN DE LEDEN CEDER EN KUIK
Voorgesteld 25 november 2021
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat volgens de meest recente gegevens van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking slechts 18% van het totale ODA-budget wordt besteed via maatschappelijke organisaties;
constaterende dat juist (lokale) maatschappelijke organisaties bij uitstek in staat zijn om de meest kwetsbaren tot in de haarvaten van de maatschappij te bereiken;
constaterende dat de Kamer in het verleden door middel van de aangenomen motie-Voordewind/Agnes Mulder (34 300-XVII, nr. 46) de regering heeft verzocht om toe te zien op de besteding van 25% van de ODA-middelen via het maatschappelijk middenveld;
verzoekt de regering te streven naar een besteding van 25% van de ODA-middelen via maatschappelijke organisaties, en de Kamer hierover te rapporteren bij de Voorjaarsnota,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ceder
Kuik
kst-35925-XVII-43 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2021
Tweede Kamer, vergaderjaar 2021-2022, 35 925 XVII, nr. 43