Wat kun je als individu doen in tijden van grote maatschappelijke onzekerheden?

Met dank overgenomen van Volt Nederland (Volt) i, gepubliceerd op zondag 15 mei 2022.

Op 15 mei 2022 sprak Reinier van Lanschot de lekenpreek uit in Vrijburg. Aan de hand van een gedeelte van de afscheidstoespraak van Jezus (Mattheüs 25), gedachten van Spinoza, Jonathan Sacks en zijn eigen ervaringen bij Volt gaat hij in op zijn drijfveren en acties om de wereld te verbeteren, hoe weerbarstig en kleinschalig ook. Zijn overdenking is een appèl om te blijven geloven in het goede. Wij kunnen het verschil maken, stap voor stap.

Reinier sprak:

“Toen u dit voor één van mijn minste broeders en zusters hebt gedaan, deed u het voor Mij.”

Mattheüs beschrijft hier, als ik het in mijn woorden mag zeggen, hoe Jezus zijn volgelingen vertelde: “Wie aandacht heeft voor een ander, dient de samenleving.”

We leven in een wereld waarin het soms lijkt alsof verandering alleen tot stand komt door grote gebaren van ‘belangrijke’ mensen, maar Jezus brengt het terug tot de essentie: “Als jij het goede doet voor jouw naasten dien je het hoogste doel.” Iedereen heeft daarin een rol. Je kunt er niet omheen dat jouw bijdrage ertoe doet. Voor mensen die het goede doen opent zich ‘het Koninkrijk Gods’. Om het vanuit mijn mijn wereldbeeld te benoemen: Met kleine goede daden zetten mensen de beweging in gang die de wereld gaat verbeteren.

Twee voorbeelden waar we als individu een rol in kunnen spelen zijn de oorlog in Oekraïne en klimaatverandering. Dat zijn immers - wat mij betreft - de twee grote uitdagingen van deze tijd op ons continent.

Afgelopen zondag, acht mei, was ik op een grote demonstratie tegen de oorlog in Oekraïne in München. Duitsland, en een groot deel van Europa, viert op acht mei het einde van de Tweede Wereldoorlog. Een dag waarop ik de mensen dankbaar ben die hun leven hebben gegeven om Europeanen te redden en democratie, mensenrechten en vrijheid te brengen.

Acht mei markeerde dit jaar ook de vierenzeventigste dag van de tweede invasie in Oekraïne. Op nog geen dag rijden van het plein waar de demonstratie plaatsvond, woedt de oorlog. Net als zevenenzeventig jaar geleden, vechten Europeanen voor hun leven. Voor democratie, mensenrechten en vrijheid.

Even later spreek ik een Duitse man van in de zestig die mij vertelde dat hij een onbestemd gevoel heeft. Een gevoel dat hij in zijn leven tot nog toe, nooit eerder ervaren heeft. Hij omschrijft het als een mengelmoes van spijt voor het feit dat dit niet is voorkomen, verdriet over wat nu gebeurt en angst voor wat komen gaan. Hij heeft behoefte iets te doen, maar vraagt zich wat en of dat zinvol is. Soms lijken maatschappelijke veranderingen zo groot dat het verlammend kan werken in plaats van dat het uitnodigt tot actie over te gaan.

Toch heeft ook deze man, volgens Mattheüs, een rol. Hij hoeft geen grootse werken te verrichten. Hij kan de hand reiken aan de Oekraïense vluchtelingen. Een klein gebaar maken. En als genoeg mensen dat doen ontstaat een beweging. Overal in Europa maken mensen kleine gebaren. Door zich te laten zien op evenementen waar ze steun betuigen. Door spullen in te zamelen. Door, als de oorlog gaande is, hem niet gewoon te gaan vinden, maar je ervan bewust te blijven dat de slachtoffers jouw steun verdienen.

Een zelfde gevoel hoor ik mensen beschrijven mensen als het gaat over klimaatverandering.

Wetenschappers geven aan dat wij nu midden in de zesde massa-extinctie zitten. Deze wordt niet door een grote meteoriet in gang gezet, zoals bij de dinosaurussen het geval was. Nee, deze massa-extinctie veroorzaken wij zelf. De mens verstoort de natuur. De biodiversiteit neemt in hoog tempo af. Per jaar sterven er nu duizenden soorten uit. Van de acht miljoen levende soorten is de verwachting dat er één miljoen uitsterven in de volgende generatie. Als we op deze voet doorgaan, dan zal de komende eeuwen de zesde massa-extinctie zich versnellen.

Daarom moeten wij er voor zorgen dat de voor de mensheid gunstige omstandigheden van het Holoceen, het huidige tijdperk, blijven bestaan. Wetenschappers geven negen planetaire grenzen aan waar wij binnen moet blijven. De twee belangrijkste planetaire grenzen zijn biodiversiteit en klimaatverandering. De biodiversiteit neemt af en ons klimaat verandert in hoog tempo. De ‘Dag des Oordeels van de natuur’ lijkt dichtbij. Deze problemen moeten in samenhang worden opgelost en dat is complex, maar simpel gezegd komt het hierop neer: wij moeten leven in balans met de natuur.

Maar hoe doen we dat? Wat is daarbinnen mijn rol? En hoe zinvol is die? Soms lijken de maatschappelijke veranderingen die we moeten doorvoeren zo groot dat het verlammend werkt in plaats van dat het uitnodigt tot actie over te gaan. Temidden van al dat geweld staan wij. Als individu, als collectief, als samenleving. En weer zegt Jezus: “Zorg voor elkaar.” Misschien zegt hij wel: “Gebruik minder plastic.” of “Eet minder vlees.” In het bewustzijn dat vele kleine gebaren samen ook een groot gebaar worden. We leggen een lange weg af naar een klimaatneutrale wereld, maar inmiddels lopen zoveel mensen met ons mee dat ook dat een beweging is geworden.

U heeft mij gevraagd een lekenpreek uit te spreken. Mijn verbintenis te zoeken tussen geloof in wat ons overstijgt en mijn geloof in mensen. En te duiden waar ik deze verbintenis vind. Ik ken daarvoor geen beter voorbeeld dan het leven en werk van de filosoof Baruch Spinoza. Van hem leer ik hoe de verantwoordelijkheid die Mattheüs op de schouders van de gelovigen legt, ook een verantwoordelijkheid is voor de gehele samenleving.

De jonge Baruch Spinoza was de slimste jongen van Amsterdam. Hij stond erom bekend dat hij alles onthield wat hij las of hoorde. Er lag een grote toekomst voor hem in het verschiet als Rabbijn, maar naarmate hij ouder werd ondermijnde hij het geloof meer en meer door met logica op de onvolkomenheden van het geloof te wijzen. Om die reden werd hij uit Amsterdam verbannen en mochten zijn familie en vrienden niet meer met hem praten. In zijn ballingschap bleef hij nadenken en zijn gedachten werkte hij uit in boeken die op veel weerstand stuitte in zijn tijd, maar hem driehonderdvijftig jaar na zijn dood nog steeds wereldberoemd maken. Hij zei zelf over zijn boeken dat ze niet voor het grote publiek bestemd waren, omdat alleen filosofen ze zouden begrijpen. Gefascineerd door zijn bijzondere levensverhaal heb ik geprobeerd zijn boeken te lezen en ben er toen achter gekomen dat ik geen filosoof ben.

Gelukkig zijn er geleerden die de filosofie van Spinoza uitleggen en toegankelijk maken voor simpele stervelingen als ik. De gedachte die mij het meest aanspreekt: ‘Deus sive natura’, ‘God, oftewel de natuur’. Ik heb dat zelf ook ervaren, tijdens wandelingen in de natuur. De energie, de inspiratie, alsof het gaat vloeien en alles met elkaar verbonden is. Als Jezus tot zichzelf wou komen ging hij trouwens ook de natuur in! De God van Spinoza is een god waar ook ik in kan geloven. Geen antropomorfe god die boven de mensen staat en straft of beloont. Je kunt ook niet tot deze god bidden. De natuur, alles wat bestaat, is een verschijning van god. Ieder mens maakt er al deel van uit. Je kunt deze god dus ook, door de wetenschappen, rationeel proberen te doorgronden. Je bent meer dan het chaotisch samenspel van atomen zonder werkelijke betekenis. Je maakt deel uit van de natuur die voortdurend nieuw leven voortbrengt en creëert. Je doet er toe.

Dat versterkt ook mijn inzet voor duurzaamheid. Ik voel mij verantwoordelijk, vanuit de verbinding die ik ervaar met de natuur. Met elk levend wezen. Met elk mens. En omdat je verbonden bent, kan Jezus zeggen op de vraag wanneer er eten aan hem is gegeven: “Toen u dit voor één van mijn minste broeders en zusters hebt gedaan, deed u het voor Mij.”

Een van de mooiste dingen aan mijn werk is dat ik zie hoe inspanningen, die op zichzelf misschien klein of onbelangrijk lijken, samen één grote positieve beweging kunnen vormen. Door iemand met een idee, en een paar mensen die in 2017 hun krachten bundelden, is een beweging ontstaan met tienduizenden aanhangers. Van Italië tot Denemarken en van Estland tot Portugal zetten mensen zich in voor dezelfde idealen. Door een kleine bijdrage te leveren, die nooit het wereldnieuws gaat halen zetten mensen een beweging in gang.

Soms doordat een man van in de tachtig in de snijdende kou komt helpen het uitdelen van de flyers buiten Carré: Een jaar later hadden we een bijzonder getalenteerde campagneleider. Waar zij ons van kende? Van een flyer die ze na een theatervoorstelling kreeg. Een klein gebaar met een groot gevolg.

In de beginfase van Volt hadden we behoefte aan extra professionele hulp bij onze communicatie. Wij hadden geen enkele ervaring op dat vlak en deden maar wat. Via via kwam ik in contact met een man die al dertig jaar ondernemer is en aanbood een communicatieadviseur drie maanden voor ons te betalen. Dat maakte voor ons, in die periode, een wereld van verschil. Toen ik hem vroeg waarom hij ons hielp, vertelde de ondernemer: “Toen ik net als jij eind twintig was en begon met ondernemen had ik ook behoefte aan professionele hulp, maar niet de financiële middelen om die in te huren. Iemand leende mij het geld om de hulp in te huren die ik nodig had. Een paar jaar later wilde ik het hem teruggeven. Hij weigerde dat en zei: “Als jij zo oud bent als ik nu ben, dan wil ik dat jij iemand helpt, die dan met iets moois bezig is.”

En zo kregen wij, dankzij de goede daad dertig jaar daarvoor, hulp bij het nastreven van onze idealen. Ik hoop dat hij ‘het Koninkrijk Gods’ binnen mocht, maar iets zegt me dat dat wel snor zit.

Misschien vraag je je af of het zin heeft om een kleine goede daad te doen. Het antwoord is ja. Dat heeft zin. Het heeft de impact van je eigen handelen, maar daar houdt het niet op. De mens is een sociaal dier. Met ons gedrag beïnvloeden we elkaar. Psychologen die dit onderzocht hebben noemen dit de ‘Drie Graden van Invloed’. Met ons gedrag beïnvloeden we onze vrienden - de eerste graad - , de vrienden van onze vrienden - de tweede graad - en de vrienden daarvan - de derde graad. Dat betekent dus dat je met je gedrag invloed hebt op mensen die je nooit ontmoeten zal.

Soms lijken maatschappelijke veranderingen zo groot dat het verlammend kan werken, maar juist dan moet je tot actie over gaan. Want wat kan je dan doen? Kleine daden.

Een medemens helpen, bijvoorbeeld door Oekraïense vluchtelingen op te vangen, heeft dus zin. Je eigen consumptiegedrag aanpassen, om die kleine bijdrage te leveren aan het voorkomen van klimaatverandering heeft zin. Volt sponsoren, omdat wij daardoor onze waarden kunnen verspreiden, heeft zin.

Zoals Spinoza ons leert: Je bent meer dan een chaotisch samenspel van atomen zonder werkelijke betekenis. Je maakt deel uit van de natuur die voortdurend nieuw leven voortbrengt en creëert.

Ik ben opgegroeid in een veilige omgeving waarin ik alle kansen heb gekregen om mezelf te ontwikkelen. Naarmate ik ouder word, dringt steeds meer bij mij door dat dit niet vanzelfsprekend is en hoeveel geluk ik daarmee heb gehad. Dat dit geluk gepaard gaat met de verplichting om verantwoordelijkheid te nemen. Mijn eigen kleine bijdrage te leveren aan de samenleving en u allen op te roepen dat ook te doen. Door betrokken te zijn en daarnaar te handelen.

Toch worstel ook ik met de invulling van de opdracht van Jezus. Want ‘het goede doen’ is niet voor iedereen hetzelfde. En soms ontzettend moeilijk. Je wilt toch niet de padvinder zijn die een oud vrouwtje de straat helpt over te steken, terwijl ze daar helemaal niet naar toe wil. ‘Het goede doen’ vraagt aandacht voor elkaar, een open mindset en begrip. Ik heb inmiddels geleerd dat je daardoor uiteindelijk een consistente beweging in gang zet.

En in die beweging loop ik ook wel eens op tegen de weerbarstigheid van de praktijk. Als je het eens bent over wat je wil bereiken, dan kun je het nog steeds roerend met elkaar oneens zijn over hoe je dat wil bereiken. In die beweging van mensen die het goede proberen te doen, merk ik dat mensen daardoor soms afhaken. Het liefst laten we niemand achter, maar soms moet je accepteren dat het hun keuze is en hopen dat ze een weg vinden die hen tevreden stelt. Het is inherent aan een beweging, maar zoals u zich misschien voor kunt stellen is dit soms pijnlijk. Ik heb moeten leren dat te accepteren. Daarbij hou ik de les van de moeder van een goede vriendin voor ogen. Op haar begrafenis kreeg ik het advies mee dat zij meegaf aan anderen en dat ik sindsdien toepas: “Als het toch misgaat, wees dan mild in je oordeel naar jezelf en mild in je oordeel naar anderen.” Wie de opdracht van Jezus wil uitvoeren moet het oordeel weglaten en oprechte aandacht hebben voor de ander.

Om te eindigen wil ik weer terug naar het verhaal van Mattheüs en deze koppelen aan de observaties van Rabbijn Jonathan Sacks over verantwoordelijk leven in tijden van crisis. Ik citeer uit zijn boek ‘Een gebroken wereld heel maken’:

“Iedere goede daad, elk helend gebaar, ontsteekt een kaars van hoop in een donkere wereld. Hoe zou de mensheid er na de Holocaust aan toe zijn zonder de herinneringen aan die paar moedigen die levens hebben gered, kinderen hebben verborgen, geholpen hebben wie zij konden? Er zijn tijden geweest dat de gave van een broodkorst - of zelfs een glimlach - een gevangene de wil om te leven heeft gegeven. Een enkele boodschap van steun kan bedreigde bevolkingsgroepen laten weten dat zij niet alleen zijn. Eén daad van gastvrijheid kan een eenzaam leven op de rand van de wanhoop redden. Een prijzend woord kan kracht geven aan iemand die de wil om door te gaan dreigt te verliezen. Op het moment zelf weten wij nooit welke gevolgen de rimpeling heeft die in gang wordt gezet door het simpelste blijk van vriendelijkheid.

‘Een beetje licht’, hebben de joodse mystici gezegd, ‘verdrijft veel donkerheid’. En wanneer licht verbonden wordt met licht, het mijne met het jouwe, en het jouwe met dat van anderen, laat de dans van de vlammen, elk zo klein, maar samen zo mysterieus mooi, zien dat hoop geen illusie is. Kwaad, onrecht, onderdrukking en wreedheid hebben niet het laatste woord.”

Zelfs in de donkerste tijden ziet Sacks dat er een oplossing is. Zo krijgen de woorden van Jezus in Mattheüs voor mij betekenis. Hoe diep de crisis is, hoe hoog de nood en hoe uitzichtloos de situatie: De verbetering begint bij aandacht voor elkaar. Daaruit ontstaat een beweging. Een beweging die, in de woorden van Mattheüs, ‘het Koninkrijk Gods’ opent of, in de lekenvertaling van Reinier uit Amsterdam, het pad naar een betere samenleving inslaat.

“Toen u dit voor één van mijn minste broeders en zusters hebt gedaan, deed u het voor Mij.”

Dank u wel.