Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten

Met dank overgenomen van Partij voor de Vrijheid (PVV) i, gepubliceerd op woensdag 25 mei 2022, 10:54.

Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten (35.455)

Definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland (35.670)

Voorzitter, vandaag behandelen we twee wetsvoorstellen die de huidige minister uit de erfenis van haar ambtsvoorganger heeft meegekregen en waarvan zij de behandeling heeft voortgezet. Deze wetsvoorstellen zijn dus nog het geesteskind van voormalig BZK-minister Ollongren en die getuigen ook duidelijk van het wereldbeeld van haar D66-Republiek Amsterdam: experimenteren met een nieuw design voor ons democratisch proces alsof het nieuw hip avantgardistisch concept is in een Grachtengordelbistro en in een wereld zonder grenzen het de mondiaal denkende expat zo comfortabel mogelijk maken.

De stemformulieren zouden te groot zijn, dus de kiezer krijgt in dit verkiezingsetablissement geen normale menukaart meer om à la carte diens voorkeur voor een kandidaat zo direct mogelijk aan te geven, maar mag straks in dit experiment slechts ‘een nummertje trekken’ om een voorkeurskandidaat aan te geven. De namen van de kandidaten worden immers door anonieme nummertjes vervangen. Daarmee wordt het voor kiezers en kandidaten met deze experimenteerwet dus geen hip sterrenrestaurant, maar hooguit een afhaaltoko met nummertjes: welkom in de D66-schijnwereld.

En het andere model in de experimenteerwet maakt het nog bonter: een uitstalling met vakjes voor stembiljetten, alsof je een frikandel uit de muur trekt. Wat schieten onze kiezers op met deze potsierlijke flauwekul? In hoeverre hebben kiezers überhaupt geklaagd over te grote stemformulieren, kan de minister dat duiden?

Met het andere wetsvoorstel worden Nederlanders in het buitenland weer zo veel mogelijk gepamperd, met een e-mailprocedure om het stemmen hen zo makkelijk mogelijk te maken. De recentste verkiezingen in dit land, de gemeenteraadsverkiezingen afgelopen maart, kenden in de meeste gemeenten ondertussen een dramatisch lage opkomst. In veel gemeenten was de opkomst lager dan vijftig procent, waardoor in die gemeenten de grootste partij eigenlijk de partij van de niet-stemmers is.

In sommige gemeenten bleken ook al decennialang vertrouwde stembureaus gesloten te zijn en stonden kiezers voor een gesloten deur, om vervolgens soms hun stem dan maar niet uit te brengen . Daar zou toch de grootste zorg en inzet van de minister van Binnenlandse Zaken op mogen worden verwacht: zorgen dat de opkomst hoger wordt en daarmee de vertegenwoordigende democratie sterker. In plaats daarvan zet deze minister dit bizarre experimenteerplan van haar ambtsvoorganger door, een plan wat mogelijk een averechts effect zal hebben op de opkomst: met zo’n ingewikkelde stemprocedure zullen wellicht nog veel meer kiezers thuisblijven.

Hoe bekijkt de minister dát risico, kan de minister duiden welk effect zij met dit voorstel verwacht op de opkomstcijfers? En welke stappen gaat zij zetten om een hogere opkomst te stimuleren? Is het in plaats van het nog meer faciliteren van expats niet veel belangrijker om in iedere Nederlandse gemeente te zorgen voor voldoende stemlokalen?

Voor wat het wetsvoorstel ‘Definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland’ betreft gaat het ook weer om een tijdelijke wet die permanent wordt gemaakt, een handelswijze die we de laatste tijd wel vaker zien bij dit kabinet, zoals ook de plannen om de vorige week in deze Kamer gesneuvelde tijdelijke wet maatregelen Covid-19 permanent te maken. Niets is zo permanent als tijdelijke overheidsmaatregelen, blijkt maar weer eens.

Deze wet maakt mogelijk dat Nederlandse kiezers in het buitenland hun stembiljet per e-mail kunnen ontvangen. Het kabinet geeft als argument dat voor kiezers in het buitenland stembiljetten per post mogelijk niet tijdig bezorgd kunnen worden. Desalniettemin blijft de keuzemogelijkheid voor verzending per post wel bestaan, als kiezers daar expliciet om verzoeken.

Dat roept een tegenstrijdigheid op: wat betekent dit voor de uitvoerbaarheid van deze wet als het kabinet zelf aangeeft dat deze bezorging per post mogelijk niet tijdig kan plaatsvinden? Wat betekent dit voor kiezers als zij van deze mogelijkheid gebruik willen maken en er kan inderdaad geen tijdige bezorging plaatsvinden? In hoeverre kunnen die kiezers hierbij op de Nederlandse overheid vertrouwen als deze mogelijkheid wordt aangeboden en maakt deze werkwijze dit wetsvoorstel niet inconsistent?

Kan de minister tevens aangeven wat er gebeurt als kiezers in het buitenland geen e-mail adres hebben opgegeven, ontvangen zij dan wel standaard de stembiljetten per post?

Ten aanzien van de e-mailprocedure geeft de minister in de Memorie van Toelichting aan dat het ongewenst is om deze op Aruba, Curaçao en Sint Maarten toe te passen omdat in 2019 bleekt dat van meerdere kiezers het mailadres van een politieke partij was opgegeven. Dit betekent dus dat met deze e-mailprocedure voor stembiljetten verkiezingsfraude op de loer kan liggen.

Kan de minister daarom aangeven waarom zij deze procedure wél wil toepassen in andere landen, daar kan immers toch ook zulke fraude via opgegeven mailadressen plaatsvinden? Zo zou er sprake kunnen zijn van een gecoördineerde actie om zoveel mogelijk stemmen onder Nederlandse kiezers in Turkije te vergaren voor bijvoorbeeld de Lange Arm van Erdogan in Nederland. Graag een reactie.

Aan dit wetsvoorstel is per nota van wijziging ook nog een wijziging van de Woningwet vastgeplakt die helemaal niks met dit voorstel te maken heeft, louter om het zo snel mogelijk behandeld te krijgen. Betreffende wetswijziging moest immers vanwege de geplande invoering van de Omgevingswet voor 1 juli door beide kamers. Deze werkwijze van het kabinet legt daarmee een onacceptabele druk bij het parlement door er voetstoots van uit te gaan dat dit wetsvoorstel het sowieso wel gaat halen in beide kamers en om het binnen dat tijdspad af te handelen.

Maar wat als dit wetsvoorstel in deze kamer wordt weggestemd, kan de minister aangeven wat dit dan betekent voor die wijziging van de Woningwet? Komt er dan alsnog een separaat wetsvoorstel en kan dat dan nog tijdig worden afgehandeld? In ieder geval zijn zulke niet-samenhangende aanvullingsbepalingen in het vervolg volstrekt ongewenst.

Voorzitter, in de schriftelijke voorbereiding heeft onze PVV-fractie uitgebreid stilgestaan bij de uitvoerbaarheid van de experimenteerwet voor de nieuwe stembiljetten en dan met name de risico’s daarvan. De risico’s op stemfraude, manipulatie en aantasting van het stemgeheim zijn evident aanwezig, vooral in het model met de ‘uitstalling’ waarbij kiezers een stembiljet uit een vakje moeten trekken.

Kiezers kunnen geconfronteerd worden met een leeg vakje van hun voorkeur en het is en blijft de vraag hoe zij dan in de praktijk, zonder hun stemgeheim bloot te geven, dit aan het stembureau kenbaar kunnen maken. Het bijvullen door het stembureau kan ook deze risico’s met zich meebrengen evenals een tekort aan bepaalde formulieren. De minister komt in haar beantwoording eigenlijk niet verder als dat dit “afhangt van het ontwerp van de uitstalling”.

En om te voorkomen dat een kiezer meerdere stembiljetten uit de uitstalling trekt “zal worden voorzien in een procedure die dat voorkomt”, aldus de minister. We weten dus nog niks, maar van deze Kamer wordt nu wel gevraagd om groen licht te geven voor deze experimenteerwet.

De minister stelt weliswaar dat de nadere regels hierover nog aan het parlement zullen worden voorgehangen, maar bij zulke cruciale aspecten van het verkiezingsproces moeten we de uitvoerbaarheid van het wetsvoorstel op goede gronden kunnen beoordelen. En als het stemgeheim en een eerlijk verkiezingsproces op het spel staat, mag daar absoluut niet lichtvaardig een wettelijke grondslag in het leven worden geroepen.

Daarbij blijft het vreemd dat de minister op de eerste plaats wil gaan experimenteren in kleinere gemeenten, met minder dan 25.000 inwoners, bij de voorgenomen herindelingsverkiezingen in november dit jaar. Juist in zulke kleinere gemeenten zijn bij raadsverkiezingen zeer uitgebreide kandidatenlijsten met veel partijen en veel kandidaten helemaal niet aan de orde. Het wordt dus een experiment in een setting die volstrekt niets zegt over het gestelde probleem. Wat denkt de minister dan ook wijzer te kunnen worden van een experiment in zulke gemeenten?

Verder zal er een vreemde discrepantie ontstaan door het aangenomen amendement Leijten over stemmen op de partij en op het kandidaatsnummer, waar bij stemmen in het buitenland een stem op alleen de partij wél geldig is, zal dit bij de experimenteerwet in model 2 juist niet het geval zijn. Kan de minister aangeven of deze situatie uiteindelijk niet zal leiden tot onnodig veel ongeldige stemmen?

Ook heeft de minister het voornemen kenbaar gemaakt om middels de nieuwe stembiljetten elektronisch tellen in de toekomst mogelijk te maken. Kan de minister aangeven waarom er wel vertrouwd wordt op computers en software om tellingen te doen, maar ondertussen stemcomputers nog wel als onbetrouwbaar worden gezien?

Gaat dit niet voor extra risico’s zorgen op verkiezingsmanipulatie en een verdere ondergraving van het vertrouwen in het stemproces en daarmee in eerlijke verkiezingen? Graag een reactie.

Voorzitter, tot slot. Gelet op de stemverhouding in de Tweede Kamer is de kans groot dat de experimenteerwet voor de nieuwe stembiljetten het niet gaat halen in deze Kamer. Ook de PVV-fractie zal tegen stemmen, kandidaten moeten immers niet degraderen tot anonieme nummers en op een rare onbetrouwbare uitstalling met stembiljetten in het kieshokje zitten we al helemaal niet te wachten.

Het wetsvoorstel voor het nieuwe stembiljet voor kiezers buiten Nederland lijkt het echter wel te gaan halen: het in dat wetsvoorstel gehanteerde stembiljet komt vrijwel overeen met het model 2 uit de experimenteerwet, dus het biljet met de partij en de kandidaatnummers. Kan de minister uitsluiten dat op die manier dat stembiljet voor het buitenland alsnog als toekomstig ‘model’ in ons nationale stemproces haar ingang gaat vinden? Graag een reactie.

Voorzitter, tot zover in eerste termijn.