Uitvoeringsbesluit 2021/1998 - 15 november 2021 Machtiging van Estland af te wijken van artikel 26, lid 1, punt a), en de artikelen 168 en 168 bis van de btw-richtlijn - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1998 van de Raad van 15 november 2021 waarbij Estland wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 26, lid 1, punt a), en de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waardeofficiële Engelstalige titel
Council Implementing Decision (EU) 2021/1998 of 15 November 2021 authorising Estonia to apply a measure derogating from Article 26(1), point (a), and Articles 168 and 168a of Directive 2006/112/EC on the common system of value added taxRechtsinstrument | Uitvoeringsbesluit |
---|---|
Wetgevingsnummer | Uitvoeringsbesluit 2021/1998 |
Regdoc-nummer | ST(2021)13108 |
Origineel voorstel | COM(2021)626 ![]() ![]() |
Celex-nummer i | 32021D1998 |
Document | 15-11-2021; Datum goedkeuring |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 17-11-2021; PB L 408 p. 3-5 |
Inwerkingtreding | 16-11-2021; van kracht datum kennisgeving |
Deadline | 31-03-2024; zie art 4 |
Einde geldigheid | 31-12-2024; zie art. 4 |
Kennisgeving | 16-11-2021 |
17.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 408/3 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2021/1998 VAN DE RAAD
van 15 november 2021
waarbij Estland wordt gemachtigd een maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 26, lid 1, punt a), en de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (1), en met name artikel 395, lid 1, eerste alinea,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Krachtens de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG is een belastingplichtige gerechtigd de btw af te trekken ter zake van aan hem geleverde goederen en diensten die hij voor zijn belaste activiteiten bestemt. Krachtens artikel 26, lid 1, punt a), van die richtlijn wordt het gebruik van een tot het bedrijf behorend goed voor privédoeleinden van de belastingplichtige of van zijn personeel, of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden, gelijkgesteld aan een dienst. |
(2) |
Krachtens Uitvoeringsbesluit 2014/797/EU van de Raad (2) werd Estland tot en met 31 december 2017 gemachtigd het recht op aftrek van de btw op de aankoop, leasing, intracommunautaire verwerving en invoer van bepaalde personenauto’s tot 50 % te beperken, en de belastingplichtige te ontheffen van de verplichting om aangifte te doen van het niet-zakelijke gebruik van onder die beperking vallende voertuigen. |
(3) |
Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2017/1854 van de Raad (3) is de geldigheid van Uitvoeringsbesluit 2014/797/EU verlengd tot en met 31 december 2020. |
(4) |
Bij brief, ingekomen bij de Commissie op 12 februari 2021, heeft Estland bij de Commissie een verzoek ingediend om te worden gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel 26, lid 1, punt a), en de artikelen 168 en 168 bis van Richtlijn 2006/112/EG, teneinde het recht op aftrek ter zake van de aankoop, leasing, intracommunautaire verwerving en invoer van bepaalde personenauto’s die voor andere dan bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, te mogen beperken (“de bijzondere maatregel”). |
(5) |
Overeenkomstig artikel 395, lid 2, tweede alinea, van Richtlijn 2006/112/EG heeft de Commissie de overige lidstaten bij brief van 19 maart 2021 van het verzoek van Estland in kennis gesteld. Bij brief van 23 maart 2021 heeft de Commissie Estland meegedeeld dat zij over alle gegevens beschikte die zij nodig achtte voor de beoordeling van het verzoek. |
(6) |
Het niet-zakelijke gebruik van personenauto’s is vaak zeer moeilijk nauwkeurig te registreren en ook als dat mogelijk is, is de procedure vaak omslachtig. De voorgestelde maatregel voorziet in een vast tarief voor de aftrekbare btw ter zake van uitgaven voor personenauto’s die niet uitsluitend voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, met uitzondering van enkele gevallen. Op basis van actuele gegevens achten de Estse autoriteiten een tarief van 50 % gerechtvaardigd. Teneinde dubbele belasting te voorkomen, dient tegelijkertijd ontheffing te worden verleend van de verplichting om btw te voldoen over het niet-zakelijke gebruik van de personenauto’s die onder een beperking vallen. Door die bijzondere maatregel hoeft niet langer een administratie van het privégebruik van tot het bedrijf behorende voertuigen te worden bijgehouden en wordt tegelijkertijd voorkomen dat btw wordt ontdoken door een onjuiste administratie. |
(7) |
De beperking van het recht op aftrek uit hoofde van de gevraagde machtiging geldt voor de btw die is betaald op de aankoop, leasing, intracommunautaire verwerving en invoer van... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.