Nader voorlopig verslag - Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Invorderingswet 1990 ter bestrijding van belastinguitstel en -afstel als gevolg van excessief lenen bij een eigen vennootschap (Wet excessief lenen bij eigen vennootschap)

Dit nader voorlopig verslag i is onder nr. D toegevoegd aan wetsvoorstel 35496 - Wet excessief lenen bij eigen vennootschap i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Invorderingswet 1990 ter bestrijding van belastinguitstel en -afstel als gevolg van excessief lenen bij een eigen vennootschap (Wet excessief lenen bij eigen vennootschap); Nader voorlopig verslag
Document­datum 25-11-2022
Publicatie­datum 25-11-2022
Nummer KST35496D
Kenmerk 35496, nr. D
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2023

Vergaderjaar 2022-

35 496

Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Invorderingswet 1990 ter bestrijding van belastinguitstel en -afstel als gevolg van excessief lenen bij een eigen vennootschap (Wet excessief lenen bij eigen vennootschap)

NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN1

Vastgesteld 24 november 2022

De memorie van antwoord heeft de commissie aanleiding gegeven tot het stellen van de volgende nadere vragen. De leden van de CDA-fractie wensen over dit wetsvoorstel nog de volgende aanvullende vragen aan de regering te stellen.

Op welke wijze vallen de volgende voorwaardelijke en/of toekomstige verplichtingen van een belastingplichtige aan zijn vennootschap onder het wetsvoorstel? Deze leden leggen u graag een aantal situaties voor.

Stel een belastingplichtige heeft een eigenwoningschuld van € 1.000.000,- bij zijn vennootschap (verzekerd met hypotheekrecht) met een vaste rente van 4% voor 20 jaar. Bij een letterlijke lezing van het wetsvoorstel lijken de in de toekomst te vervallen rentetermijnen voor de komende jaren onder het wetsvoorstel te vallen, aangezien dit civielrechtelijke verplichtingen zijn met een nominale waarde van € 800.000,-. Na aftrek van de grens van € 700.000,-, zou de belastingplichtige dan € 100.000,- box 2-inkomen in aanmerking moeten nemen. Dit lijkt niet te passen in het doel en de strekking van de uitzondering voor eigenwoning-schulden. Wat is de opvatting van de regering hierover?

Deze leden hebben een vraag over dezelfde situatie als hierboven, alleen dan is er sprake van een variabele rente. Klopt het dat dan de civielrechtelijke verplichting geen nominale waarde heeft en dat de in de toekomst te vervallen rentetermijnen niet worden geraakt?

1 Samenstelling:

Essers (CDA) (voorzitter), Prast (PvdD), Backer (D66), Ester (CU), Faber-van de Klashorst (PVV), Van Apeldoorn (SP), Van Strien (PVV), Jorritsma-Lebbink (VVD), N.J.J. van Kesteren (CDA), Schalk (SGP), Van Rooijen (50PLUS), Vos (VVD), Van Ballekom (VVD), Berkhout (Fractie-Nanninga), Crone (PvdA), Frentrop (Fractie-Frentrop), Geerdink (VVD), Karimi (GL) (ondervoorzitter), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Otten (Fractie-Otten), Rietkerk (CDA), Rosenmöller (GL), De Boer (GL), Van der Voort (D66), Raven (OSF) en Fiers (PvdA).

kst-35496-D ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2022

Vergelijkbaar met de situatie hierboven is de situatie waarbij de belastingplichtige een woning huurt van zijn vennootschap voor een periode van 10 jaar. Vallen alle toekomstige huurtermijnen onder het wetsvoorstel?

Tot slot de volgende situatie. Stel dat de vennootschap een optie heeft om een vermogensbestanddeel van de belastingplichtige te kopen voor een vast bedrag over vijf jaar. Valt de optieverplichting van de belastingplichtige onder het wetsvoorstel gedurende die vijf jaar en zo ja, voor welke waarde wordt de optieverplichting dan in aanmerking genomen, aangezien deze geen nominale waarde heeft?

Verder vragen deze leden of de nominale waarde van een conserverende aanslag onder het wetsvoorstel valt als de vennootschap zekerheid geeft voor de conserverende aanslag aan de ontvanger. Hoe maakt de belastingplichtige in dat geval aannemelijk dat hij ook garant had kunnen staan op eigen kracht (bijv. door een pandrecht te laten vestigen op zijn directe, aanmerkelijk belang)?

Leveringsverplichtingen van een belastingplichtige aan zijn vennootschap vallen volgens de nota naar aanleiding van het nader verslag onder het wetsvoorstel.2 Voor welke waarde worden leveringsverplichtingen in aanmerking genomen, nu leveringsverplichtingen geen nominale waarde hebben? Graag een reactie.

Hoe maakt een belastingplichtige aannemelijk dat hij op eigen kracht kan lenen als zijn vennootschap garant staat voor een externe (bank)lening? Op welk moment vindt een dergelijke toets plaats? Is dat bij het aangaan van een lening of is dit steeds jaarlijks op 31 december?

Vindt, na invoering van het wetsvoorstel, in de navolgende situatie invordering van de conserverende aanslag plaats? Bij emigratie van de belastingplichtige is voor zijn aanmerkelijk belang in X BV een conserverende aanslag opgelegd. De belastingplichtige verwerft na zijn emigratie een nieuw aanmerkelijk belang in een vennootschap, die is gevestigd in zijn nieuwe woonland en leent vervolgens meer dan € 700.000,- van deze nieuwe opgerichte vennootschap. Is het relevant of de belastingplichtige een lening aantrekt van een vennootschap die direct noch indirect relevant is voor de conserverende aanslag?

De leden van de vaste commissie voor Financiën zien de reactie van de regering met belangstelling tegemoet en ontvangen de nadere memorie van antwoord graag uiterlijk vrijdag 25 november 2022.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën,

Essers

De griffier van de vaste commissie voor Financiën,

De Man

2 Kamerstukken II 2021/22, 35 496, nr. 9.

Eerste Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 35 496, D 2


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.