Brief aan de Europese Commissie over voorstel voor een verordening betreffende wederzijdse erkenning van afstamming - Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning van beslissingen en de aanvaarding van authentieke akten inzake afstamming en betreffende de invoering van een Europese akte van afstamming - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. A toegevoegd aan dossier 36330 - Voorstel voor een EU-verordening betreffende de invoering van een Europese akte van afstamming.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning van beslissingen en de aanvaarding van authentieke akten inzake afstamming en betreffende de invoering van een Europese akte van afstamming; Brief aan de Europese Commissie over voorstel voor een verordening betreffende wederzijdse erkenning van afstamming |
---|---|
Documentdatum | 24-03-2023 |
Publicatiedatum | 24-03-2023 |
Nummer | KST36330A |
Kenmerk | 36330, nr. A |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-
2023
36 330
Voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de rechterlijke bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning van beslissingen en de aanvaarding van authentieke akten inzake afstamming en betreffende de invoering van een Europese akte van afstamming
BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan vicevoorzitter Sefcovic van de Europese Commissie Den Haag, 24 maart 2023
De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid hebben in haar commissievergadering van 14 maart 2023 beraadslaagd over het voorstel voor een verordening betreffende wederzijdse erkenning van afstamming.1 In het kader van de politieke dialoog hebben de leden van de fractie van de PVV naar aanleiding van het voorstel enkele vragen.
Kunt u voor de afgelopen vijf jaar per jaar aangeven hoeveel casussen er zijn geweest (liefst per EU-lidstaat), waarbij problemen hebben plaatsgevonden op het terrein van de erkenning van ouderlijke verantwoordelijkheid en omgangsrechten, erfrecht en naam?
Kunt u aangeven of er onderzoek is gedaan naar mogelijke oplossingen voor de genoemde problematiek, waarbij geen EU-wetgeving geïnitieerd hoeft te worden?
Graag ontvangen deze leden op bovenstaande vragen een gemotiveerd en gedetailleerd antwoord.
De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid zien uw reactie met belangstelling tegemoet.
De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid,
M.M. de Boer
kst-36330-A ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
Eerste Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 330, A