Motie Van Apeldoorn c.s. over kansengelijkheid voor studenten in het middelbaar en het hoger onderwijs - Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de herinvoering van de basisbeurs in het hoger onderwijs, de verstrekking van een tegemoetkoming aan studenten die onder het studievoorschotstelsel hebben gestudeerd en de verruiming van de 1-februariregeling voor ho-studenten die zijn doorgestroomd vanuit het mbo (Wet herinvoering basisbeurs hoger onderwijs) - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. E toegevoegd aan wetsvoorstel 36229 - Wet herinvoering basisbeurs hoger onderwijs i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de herinvoering van de basisbeurs in het hoger onderwijs, de verstrekking van een tegemoetkoming aan studenten die onder het studievoorschotstelsel hebben gestudeerd en de verruiming van de 1-februariregeling voor ho-studenten die zijn doorgestroomd vanuit het mbo (Wet herinvoering basisbeurs hoger onderwijs); Motie van het lid Van Apeldoorn c.s. over kansengelijkheid voor studenten in het middelbaar en het hoger onderwijs |
---|---|
Documentdatum | 30-05-2023 |
Publicatiedatum | 31-05-2023 |
Nummer | KST36229E |
Kenmerk | 36229, nr. E |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2022-
2023
36 229
Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de herinvoering van de basisbeurs in het hoger onderwijs, de verstrekking van een tegemoetkoming aan studenten die onder het studievoorschotstelsel hebben gestudeerd en de verruiming van de 1-februariregeling voor ho-studenten die zijn doorgestroomd vanuit het mbo (Wet herinvoering basisbeurs hoger onderwijs)
MOTIE VAN HET LID VAN APELDOORN C.S.
Voorgesteld 30 mei 2023
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat studeren in zowel het middelbaar als in het hoger onderwijs betaalbaar moet zijn voor alle groepen;
overwegende dat het van belang is de kansengelijkheid voor jongeren te bevorderen;
overwegende dat de inkomensgrens waarbij de aanvullende beurs afloopt voor studenten uit het hoger onderwijs verhoogd is van € 53.900 naar € 70.000;
overwegende dat deze verruiming niet is voorzien voor mbo-studenten;
overwegende dat dit verschil onrechtvaardig is en slecht voor de kansengelijkheid tussen verschillende groepen jongeren;
verzoekt de regering bij de begroting voor 2024 vanaf het studiejaar 2024-2025 de inkomensgrens voor de aanvullende beurs voor mbo-studenten alsnog gelijk te trekken met die voor ho-studenten,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Apeldoorn
Koffeman
Baay-Timmerman
kst-36229-E ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2023
Eerste Kamer, vergaderjaar 2022-2023, 36 229, E