Wet van 24 januari 2024, houdende regels inzake een wettelijke taak van gemeenten om opvangvoorzieningen voor asielzoekers mogelijk te maken (Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen) - Hoofdinhoud
Inhoudsopgave
Documentdatum | 30-01-2024 |
---|---|
Publicatiedatum | 30-01-2024 |
Kenmerk | Stb. 2024, 12 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Wet van 24 januari 2024, houdende regels inzake een wettelijke taak van gemeenten om opvangvoorzieningen voor asielzoekers mogelijk te maken (Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om regels te stellen een wettelijke taak van gemeenten om opvangvoorzieningen voor asielzoekers mogelijk te maken ten behoeve van een stabiel en wendbaar stelsel van asielopvang om daarmee aan internationaalrechtelijke verplichtingen te voldoen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder verstaan onder:
een vreemdeling wiens vrijheid niet rechtens is ontnomen en door wie of ten behoeve van wie een asielaanvraag is ingediend;
Centraal Orgaan opvang asielzoekers, bedoeld in artikel 2 van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;
college van burgemeester en wethouders;
Onze Minister van Justitie en Veiligheid;
de materiele en immateriële opvang van asielzoekers, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers;
een plaats bestemd voor de opvang van één asielzoeker in een opvangvoorziening;
een accommodatie waarin door of onder verantwoordelijkheid van het COA onderscheidenlijk door of onder verantwoordelijkheid van het college opvang wordt geboden aan asielzoekers.
HOOFDSTUK 2. LANDELIJKE RAMING EN BESLUITVORMING
-
-
-
-
-
-
Het aantal opvangplaatsen dat beschikbaar moet worden gesteld wordt voor 1 februari bekendgemaakt. Het benodigd aantal opvangplaatsen wordt onderdeel van de in artikel 3 bedoelde provinciale opvangopgave. Op het aantal opvangplaatsen dat in een provincie beschikbaar moet worden gesteld wordt het aantal plaatsen dat voor vijf jaar of langer beschikbaar is of in de daaropvolgende twaalf maanden voor die periode beschikbaar zal komen in mindering gebracht. Daarbij wordt uitgegaan van locaties of accommodaties van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen minimale omvang.
-
Artikel 3. Provinciale opvangopgave en indicatieve verdeling per gemeente
-
-
-
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld hoe de verdeling van het benodigd aantal opvangplaatsen over alle provincies wordt bepaald en hoe een indicatieve verdeling naar het benodigde aantal opvangplaatsen per gemeente wordt bepaald. De verdeling is gebaseerd op het aantal inwoners van de betreffende gemeente en op de Sociaaleconomische status - Welvaart, Opleiding en Arbeidsscore (SES-WOA-score) op gemeenteniveau, waarbij deze score wordt bepaald aan de hand van de meest recente «SES-WOA-score per gemeente» van het CBS. Bij de verdeling kan worden bepaald dat een gedeelte van de opvangplaatsen van bijzondere aard moet zijn.
-
-
-
Artikel 5. Verdeelbesluit per provincie
-
-
-
Onze Minister neemt eens in de twee jaren voor 31 december van het kalenderjaar een verdeelbesluit, per provincie, waarin de benodigde opvangplaatsen per provincie, bedoeld in artikel 3, voor de duur van twee daarop volgende kalenderjaren voor asielzoekers over de in het besluit aangewezen gemeenten worden verdeeld.
-
-
-
-
Bij het verdeelbesluit slaat Onze Minister acht op het verslag, bedoeld in artikel 4, tweede lid, en streeft hij naar een zo evenwichtig mogelijke verdeling over het grondgebied van Nederland. Hij houdt bij die verdeling zo veel mogelijk rekening met de Sociaaleconomische status - Welvaart, Opleiding en Arbeidsscore (SES-WOA-score) op gemeenteniveau, waarbij deze score wordt bepaald aan de hand van de meest recente «SES-WOA-score per gemeente» van het CBS.
-
HOOFDSTUK 3. TAAK GEMEENTE
-
-
HOOFDSTUK 4. INFORMATIE EN FINANCIERING
Artikel 8. Melding onvoorziene omstandigheden
Indien zich feiten of omstandigheden voordoen die maken dat de terbeschikkingstelling, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder a, of vergunningverlening, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onder b, naar verwachting niet tijdig kan worden gerealiseerd, maakt het college hier onverwijld melding van aan Onze Minister.
Artikel 9. Specifieke uitkering
-
-
-
-
-
op verzoek van een gemeente voor iedere opvangplaats waarmee een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur bepaald aantal opvangplaatsen binnen een bepaalde periode wordt overschreden, uitgaande van een bepaald minimaal aantal opvangplaatsen en een minimale beschikbaarheid in tijd van deze opvangplaatsen.
-
De gemeente kan de uitkering besteden aan een ander doel dan de bij of krachtens deze wet gevorderde uitvoering.
-
-
-
Na ommekomst van de in artikel 2 bedoelde periode van twee jaar verstrekt Onze Minister de provincie en gemeenten een specifieke uitkering voor iedere opvangplaats waarmee 75% van het in artikel 3, eerste lid, bedoelde aantal opvangplaatsen in de provincie is overschreden. De opvangplaatsen waarvoor met toepassing van het tweede lid op verzoek van een gemeente een specifieke uitkering is verstrekt, zijn daarvan uitgesloten. De uitkering wordt verdeeld tussen de provincie en, naar rato van het aantal geboden plaatsen, de gemeenten die opvangplaatsen hebben geboden en hebben voldaan aan de in artikel 5, eerste lid, bedoelde taak. Provincie en gemeente kunnen de uitkering besteden aan een ander doel dan de bij of krachtens deze wet gevorderde uitvoering.
-
HOOFDSTUK 5. WIJZIGING VAN ANDERE WETTEN
Artikel 10. Wijzigingen Wet Centraal Orgaan Opvang asielzoekers
In artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
een accommodatie waarin door of onder verantwoordelijkheid van het COA onderscheidenlijk door of onder verantwoordelijkheid van het college opvang wordt geboden aan asielzoekers.
In artikel 3, eerste lid, vervalt onderdeel c, onder verlettering van onderdelen d en e tot c en d en onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel d door een punt.
Na artikel 3 worden drie nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:
Bij regeling van Onze Minister kunnen regels worden gesteld over de eisen waaraan opvangvoorzieningen moeten voldoen. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt tussen reguliere opvang, opvang van alleenstaande minderjarige vreemdelingen en andere opvang van bijzondere aard.
Artikel 11. Wijziging Gemeentewet
In de bijlage bij artikel 124b van de Gemeentewet wordt in onderdeel G toegevoegd:
HOOFDSTUK 6. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 12. Invoeringstoets en evaluatie
Artikel 13. Overgangsvoorziening
-
-
-
Onze Minister verstrekt uiterlijk vier maanden na inwerkingtreding van de artikelen 1 tot en met 11 van deze wet de gemeente een specifieke uitkering voor iedere duurzaam ter beschikking gestelde opvangplaats waarmee het met toepassing van het tweede lid bepaalde aantal wordt overschreden. De gemeente kan de uitkering besteden aan een ander doel dan de bij of krachtens deze wet gevorderde uitvoering.
-
Deze wet treedt in werking op een bij Koninklijk Besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen en onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Deze wet wordt aangehaald als: Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot
Gegeven te ’s-Gravenhage, 24 januari 2024
Willem-Alexander
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg
Uitgegeven de dertigste januari 2024
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius
XHistnoot histnoot
Kamerstuk 36 333