Motie Tjeerd de Groot over de bio-industrie uitfaseren en overgaan tot een dierwaardige veehouderij met als basis het familiebedrijf - Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2024 - Hoofdinhoud
Deze motie i is onder nr. 52 toegevoegd aan wetsvoorstel 36410 XIV - Vaststelling begroting Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Diergezondheidsfonds 2024 i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2024; Motie; Motie van het lid Tjeerd de Groot over de bio-industrie uitfaseren en overgaan tot een dierwaardige veehouderij met als basis het familiebedrijf |
---|---|
Documentdatum | 02-02-2024 |
Publicatiedatum | 06-02-2024 |
Nummer | KST36410XIV52 |
Kenmerk | 36410 XIV, nr. 52 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-
2024
36 410 XIV
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2024
Nr. 52
MOTIE VAN HET LID TJEERD DE GROOT
Voorgesteld 1 februari 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de bio-industrie erop gericht is om maximaal te produceren en dat er hierbij amper oog is voor dierenwelzijn;
overwegende dat er steeds meer megabedrijven komen die niets meer met het familiebedrijf te maken hebben;
overwegende dat een ruime meerderheid van de Nederlanders een voorstander is van een dierwaardige veehouderij en daarmee van het stoppen met de dieronvriendelijke bio-industrie;
verzoekt de regering de bio-industrie op zo kort mogelijke termijn uit te faseren en over te gaan tot een dierwaardige veehouderij met als basis het familiebedrijf,
en gaat over tot de orde van de dag.
Tjeerd de Groot
kst-36410-XIV-52 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 36 410 XIV, nr. 52