Brief regering; Nationale strategie rond de positie van mensen met een beperking - Gehandicaptenbeleid - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. 309 toegevoegd aan dossier 24170 - Gehandicaptenbeleid.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Gehandicaptenbeleid; Brief regering; Nationale strategie rond de positie van mensen met een beperking |
---|---|
Documentdatum | 09-02-2024 |
Publicatiedatum | 09-02-2024 |
Nummer | KST24170309 |
Kenmerk | 24170, nr. 309 |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2023-2024
24 170
Nr. 309 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 februari 2024
We willen een samenleving zijn waarin kinderen, jongeren en volwassenen met een beperking dezelfde mogelijkheden hebben als ieder ander om mee te doen en zich te ontwikkelen. Daarom heeft Nederland zich verbonden aan het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (hierna: VN-verdrag handicap). Hiertoe heb ik in 2023 samen met vele partners gewerkt aan de totstandkoming van een meerjarige Nationale strategie vanuit de ambities van dit VN-verdrag. En bied ik u nu met deze strategie de contouren aan voor een gecoördineerde en gezamenlijke inzet om de positie van mensen met een beperking te verbeteren. Hiermee geef ik invulling aan de motie van de leden Werner, Westerveld en Mohandis1 en de toezegging aan het lid Werner bij het commissiedebat gehandicaptenbeleid op 5 oktober 2023.2 Ook geef ik invulling aan het eerste deel van de motie van de leden Krul en Westerveld.3
In deze aanbiedingsbrief bij de Nationale strategie beschrijf ik allereerst:
-
1.Het doel en de status van de strategie.
Verder geef ik in deze brief:
-
2.Een terugblik op het ontwerpproces waarmee de strategie tot stand is gekomen.
-
3.Overzicht op overige trajecten en activiteiten die rond de coördinatie van het VN-verdrag handicap doorlopen.
-
4.Een reactie op de toezegging aan het lid Warmerdam over de hearing van het VN-comité
1 Kamerstukken 36 200 XVI, nr. 70
2 TZ202310-134
3 Kamerstukken 36 410 XVI, nr. 64.
kst-24170-309 ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2024
In deze paragraaf ga ik allereerst in op (a) de Nationale strategie in het licht van de demissionaire status van het huidige kabinet. Vervolgens beschrijf ik (b) de bedoeling en de status van de strategie, (c) een vooruitblik op de vertaling van de strategie in een werkagenda (d) de aansluiting tussen de strategie en lopend beleid en (e) de verhouding tussen de strategie en het bestaande wettelijk kader en regelgeving waar mensen hun rechten aan ontlenen.
(a) Nationale strategie in demissionaire fase
De Nationale strategie introduceert geen nieuwe rechten en leidt nu niet tot nieuwe beleidsmatige of budgettaire consequenties. Besluitvorming hierover is bij vaststelling van de werkagenda aan een nieuw kabinet. De strategie geeft richting om tot hernieuwde plannen voor een meer toegankelijk en inclusief Nederland in 2040 te komen, maar tevens ruimte om die plannen in de samenwerking met alle betrokken partners vorm te geven. De inhoudelijke en financiële weging en daarmee de eindafweging over de werkagenda is aan een volgend kabinet. Ik leg deze strategie nu aan u voor zodat u als Kamer ook inzicht heeft in het proces dat in 2023 is gevolgd, mede naar aanleiding van de motie van meerdere van uw leden. Dit geeft u de gelegenheid zich over deze strategie uit te spreken en indien gewenst richting mee te geven in het verdere proces dat nu start om de werkagenda vorm te geven.
(b) De bedoeling en de status van de Nationale strategie
De Nationale strategie VN-verdrag handicap biedt ons als samenleving een stip aan de horizon voor een toegankelijker en inclusiever Nederland in 2040. De strategie schetst een gewenste situatie voor 2040 en presenteert doelstellingen die samen met alle partners verder worden uitgewerkt om tot stappen te komen die ons dichter bij die gewenste situatie brengen. De strategie is in lijn met de principes van het VN-verdrag handicap geschreven vanuit het oogpunt van mensen met een beperking zelf. Om tot deze tekst te komen, zijn er vele gesprekken met hen gevoerd en zijn er gezamenlijke activiteiten ondernomen (zie paragraaf 2 van deze brief). Het resultaat van dit strategietraject is daarmee geen beleids-weergave, routeboek of nieuw wettelijk kader, maar wel het nieuwe kompas voor bestaande activiteiten die al lopen rond het VN-verdrag handicap en de contouren om tot een hernieuwde werkagenda te komen. De strategie vormt een basis waarmee de Rijksoverheid in de komende periode de samenwerking met alle partners in de samenleving zoekt om tot een concrete invulling van nadere plannen te komen. Deze samenwerking kreeg de afgelopen jaren vorm via het programma Onbeperkt meedoen! Ook in de komende periode is samenwerking nodig tussen overheden, het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en natuurlijk mensen met een beperking zelf en organisaties die hen vertegenwoordigen om deze strategie in praktijk te brengen.
(c) Vooruitblik op de vertaling van de strategie in een werkagenda
Het in de praktijk brengen van de strategie zal stapsgewijs verlopen, aansluitend op het VN-verdrag handicap dat ons oproept tot de geleidelijke verwezenlijking van algemene toegankelijkheid. De eerste stap om tot een verdere invulling van de strategie te komen is het maken van een werkagenda. Uiteraard kunnen bestaande inspanningen die lopen en bijdragen aan de doelstellingen van de strategie hierin een plek krijgen. Maar de strategie is ook een fundament op basis waarvan het kabinet en daaropvolgende kabinetten samen met alle partners nieuwe initiatieven en activiteiten aan de voortdurende implementatie van het VN-verdrag handicap kunnen verbinden. Als het gaat om eventuele beleidsmatige en/of budgettaire consequenties in de demissionaire periode, moet het kabinet die ook vanuit het demissionaire perspectief wegen. Nieuwe initiatieven en activiteiten die aan de werkagenda bij de strategie worden verbonden, kunnen uiteraard ook beleidsmatige en/of budgettaire consequenties hebben. Als dit van toepassing is, dan zullen deze in de werkagenda moeten worden doorgerekend. De weging en keuzes hiertoe zijn uiteraard aan een nieuw kabinet.
De voorbereiding tot het maken van deze werkagenda is reeds gestart. In het plan van aanpak hiervoor wordt vastgelegd dat ervaringsdeskundigen en vertegenwoordigende organisaties, net als rond de totstandkoming van de strategie het geval was, vanaf het begin van dit proces meepraten over de invulling van de werkagenda. Ook zal er bij de verdere uitwerking van de werkagenda aandacht zijn voor de uitvoerbaarheid van maatregelen voor ondernemers. Graag had ik u de werkagenda tezamen met deze strategie gepresenteerd. Net als bij de strategie het geval was, vergt het opstellen van de werkagenda echter een intensief en co-creatief proces met ruimte voor een goede betrokkenheid van ervaringsdeskundigen, ondernemers, gemeenten, overige organisaties en alle betrokken departementen.1 Een grondige uitwerking is nodig om de werkagenda robuust, toekomstbestendig, gedragen en effectief te maken. Mijn streven is om u de werkagenda in het vierde kwartaal van 2024 toe te kunnen sturen, op de onderdelen waar dit van toepassing is voorzien van een meerjarenbegroting. Bij deze planning bestaat wel een afhankelijkheid van verdere ontwikkelingen in de vorming van een nieuwe regering. Hiermee geef ik invulling aan het tweede deel van de motie van de leden Krul en Westerveld.2
Ten aanzien van onderwerpen en doelstellingen in de strategie waar op dit moment al onderzoek naar loopt, worden de resultaten van dat onderzoek afgewacht en meegenomen in de verdere weging en besluitvorming. Dit is bijvoorbeeld aan de orde als het gaat om de speerpunten onder het kopje bestaanszekerheid.3 In de werkagenda zal verder in het bijzonder aandacht zijn voor de verbindingen tussen de leefdomeinen. Bijvoorbeeld rond de aansluitingen tussen onderwijs, werk, wonen, zorg, vervoer, cultuur, sport en recreatie. In de werkagenda zal ook de betekenis van de verbindingen tussen die verschillende leefdomeinen tot uiting komen, zoals bijvoorbeeld de educatieve en maatschappelijke betekenis van cultuur. De list of issues van het VN-comité4 en de initiatiefnota Westerveld5 worden meegenomen bij de uitwerking van de werkagenda. Hiermee geef ik ook invulling aan mijn toezegging om een reactie te geven op deze initiatiefnota, ik betrek deze nota bij de totstandkoming van de werkagenda.
De bestaande interdepartementale werkgroep rond het VN-verdrag handicap gaat de samenwerking binnen de Rijksoverheid rond de werkagenda organiseren. In ieder geval zijn de Ministeries van VWS, SZW, OCW, IenW, BZK, JenV en EZK hierin vertegenwoordigd. Organisaties als Ieder(in), JongPIT, LFB, VGN, VNG en VNO-NCW en MKB-Nederland blijven bij dit proces betrokken. De werkgroep geeft periodiek terugkoppeling aan het bijbehorend DG-overleg, die als regiegroep in dit proces kan optreden. Hiermee geef ik ook invulling aan de motie van het lid Werner over structureel interdepartementaal overleg.6
(d) Aansluiting tussen de strategie en lopend beleid
Samen met mijn collega's in het huidige kabinet heb ik, ten behoeve van het maken van een werkagenda, een inventarisatie gemaakt van bestaand beleid dat bijdraagt aan de doelstellingen van de Nationale strategie.
Waar de strategie nadrukkelijk vanuit het oogpunt van mensen zelf is geschreven en hun inbreng ook centraal stond, is deze inventarisatie vanuit beleidsmatig oogpunt geschreven. Met de inventarisatie wordt de brug tussen de strategie en bestaand beleid inzichtelijk gemaakt. Het doel van deze inventarisatie is niet om uitputtend en allesomvattend te zijn voor wat betreft beleid rond het VN-verdrag handicap. Het doel is wel om een goed eerste vertrekpunt neer te leggen om vanuit bestaand beleid het ontwikkelen van een werkagenda bij de Nationale strategie mogelijk te maken.
In de bijlage van deze brief vindt u de volledige inventarisatie. Hieronder benoem ik een aantal voorbeelden die laten zien hoe met bestaand beleid er een basis ligt om de komende jaren aan de doelstellingen van de strategie verder te werken.
-
•Werk en Inkomen: de Banenafspraak om extra banen te creëren, het Breed Offensief om drempels op de arbeidsmarkt weg te nemen, Simpel Switchen om de overgangen tussen uitkering en (betaald) werk (en vice versa) te versoepelen en het Sociaal Innovatiefonds om inclusief werkgeverschap aan te moedigen.
-
•Thuis en Wonen: het werken aan één overkoepelende Nederlandse Norm voor toegankelijkheid (NEN 9120) en het programma Een thuis voor iedereen, waarmee wordt gewerkt aan voldoende betaalbare woningen voor alle aandachtsgroepen, waaronder mensen met een beperking.
-
•Onderwijs en Ontwikkeling: de «contouren van de werkagenda route naar inclusief onderwijs 2023» en de concretisering die in 2024 wordt aangeboden. De inspanningen in het mbo, hbo en wo om aan de hand van bijvoorbeeld de «intentieverklaring VN-verdrag» voor deze sectoren te werken aan meer toegankelijk en inclusief onderwijs. Het wetsvoorstel «van school naar duurzaam werk», om de overgang van school naar duurzaam werk te bevorderen.
-
•Gezondheid en Ondersteuning: de verschillende activiteiten en maatregelen in de Toekomstagenda zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking, de lokale doorontwikkeling van cliënton-dersteuning en de inzet op passend beschikken.
-
•Vervoer en Mobiliteit: De uitvoering van het Bestuursakkoord toegankelijkheid openbaar vervoer 2022-2032 waarmee o.a. gewerkt wordt aan de toegankelijkheid van treinstations, reisassistentie en -informatie en de toegankelijkheid van toiletten in het OV.
-
•Cultuur: De Code Diversiteit en inclusie in de culturele en creatieve sector.
-
•Sport: De inzet op het thema inclusie en diversiteit in het Sportak-koord.
-
•Veiligheid en rechtsbescherming: het programma toegang tot het recht en de basistool strafrechtketen voor mensen met een lvb.
(e) Verhouding tussen strategie, wettelijk kader en regelgeving
Bij de ratificatie is uiteengezet hoe het VN-verdrag handicap zich verhoudt tot Nederlandse wet- en regelgeving.7Naar aanleiding van ratificatie is ook de Wet gelijke behandeling op grond van handicap en ziekte (hierna: Wgbh/cz) en de Kieswet aangepast. En is nadien ook het Besluit algemene toegankelijkheid in werking gesteld, ter verdere concretisering van de Wgbh/cz. Sindsdien zijn er ook nieuwe ontwikkelingen die de bestaande rechten van mensen met een beperking nog beter verankeren. Zoals de recente aanpassing van artikel 1 van de Grondwet, het principebesluit tot invoering van het facultatief protocol8 bij het VN-verdrag handicap en het wetsvoorstel tot invoering van de Europese Toegankelijkheidsrichtlijn.9
Ook op de afzonderlijke domeinen van de Nationale strategie zijn er wettelijke kaders die het beleid inrichten voor het vergroten van de mogelijkheden van mensen met een beperking. Voorbeelden hiervan zijn de Participatiewet, Banenafspraak, Wajong en Wia op het terrein van werk en inkomen. Voor thuis en wonen gaat het onder andere om het Besluit bouwwerken leefomgeving.
Mensen ontlenen aan deze bestaande wetten binnen het bestaande beleid hun rechten. Organisaties vinden in bestaande regelgeving hun kaders. Hier brengt de Nationale strategie geen wijziging in. Het bestaande wettelijk kader is dus ook het vertrekpunt voor het verder werken aan toegankelijkheid en inclusie. Wel zal ik, met mijn collega's in het kabinet, bij de uitvoering van de nationale strategie steeds afwegen of bestaande wet- en regelgeving aanpassing behoeft om waar nodig knelpunten op te lossen of de ambitie verder te ondersteunen. Zo zal ik ook naar aanleiding van de totstandkoming van de werkagenda bij de Nationale strategie bezien of het Besluit algemene toegankelijkheid aanpassingen behoeft. Beslissingen hierover laat ik aan een volgend kabinet. Met deze toelichting op de verhouding tussen de strategie en bestaande wet- en regelgeving geef ik invulling aan de toezegging aan het lid Mohandis.10
In mijn brief van 5 juli 202311 en in het commissiedebat gehandicaptenbeleid op 5 oktober 2023 gaf ik u reeds een inkijk in het ontwerpproces voor de Nationale strategie. Zoals ik hierin aangaf: het opstellen van een strategie voor mensen met een beperking is niet mogelijk zonder hen. Ervaringsdeskundigen en organisaties die hen vertegenwoordigen hebben samen met andere veldpartijen, VNG en diverse ministeries meegedaan aan de nationale strategiedagen in mei 2023. Tijdens deze dagen waren ongeveer 70 mensen aanwezig. In deze periode heeft Guusje ter Horst in haar rol als bestuurlijk aanjager van het VN-verdrag ook vele gesprekken met organisaties gevoerd. Zo is bij alle betrokkenen opgehaald wat de belangrijkste elementen moeten zijn in de strategie.
Met de input en expertise van de meest betrokken organisaties Ieder(in), LFB, JongPit, VNG, VGN en meerdere departementen zijn we vervolgens het schrijfproces gestart dat heeft geleid tot een eerste aanzet voor de strategie. Gedurende het schrijfproces is de opbrengst regelmatig voorzien van een review door een groep ervaringsdeskundigen.
Ik wil benadrukken dat de input van de mensen waar het om gaat in het ontwerpproces centraal heeft gestaan. Als coördinerend bewindspersoon vond ik het van belang de uitgangspunten van het VN-verdrag handicap rond het betrekken van ervaringsdeskundigen bij de totstandkoming van beleid dat hen aangaat juist bij het maken van deze strategie zo goed als mogelijk toe te passen. Daarbij ben ik vanuit mijn coördinerende rol ook het gesprek aangegaan met betrokken collega's in het kabinet. Want deze strategie raakt alle aspecten van het leven met een beperking en is daarmee van invloed op het beleid van verschillende ministeries.
Tenslotte wil ik graag benadrukken dat niet alleen het resultaat maar zeker ook het proces tot het maken van deze strategie van grote waarde is geweest. Het strategietraject heeft het VN-verdrag handicap zowel binnen de overheid als bij diverse organisaties weer beter op de kaart gezet.
In mijn Kamerbrief van 19 april 2022 presenteerde ik u de vijf lijnen in mijn plan van aanpak.12 In deze paragraaf ga ik graag in op een aantal activiteiten binnen die aanpak die ook in de komende periode bijdragen aan de doelstellingen uit de Nationale strategie.
Verdere invoering Europese toegankelijkheidsrichtlijn
Eerder heb ik het wetsvoorstel Implementatiewet toegankelijkheidsvoor-schriften producten en diensten naar uw Kamer gestuurd.13 Hiermee geeft het kabinet een impuls aan het toegankelijk maken van producten en diensten voor mensen met een beperking. Denk bijvoorbeeld aan een voorleesfunctie in producten of diensten, aanpasbare helderheid van een scherm, of ondertiteling. Ook de informatie op websites, apps en in gebruiksaanwijzingen wordt eenvoudiger. Samen met VNO-NCW en MKB Nederland en Ieder(in) ben ik bezig met het informeren van ondernemers en bedrijven. U heeft op 16 september een schriftelijk verslag ingediend met uw vragen over het wetsvoorstel. U heeft einde 2023 de nota naar aanleiding van dit verslag toegezonden gekregen.
Inclusiepacten
Inclusiepacten zijn afspraken over onderdelen uit het VN-verdrag, waarbij het doel is om concrete verbeteringen te realiseren in het leven van mensen met een beperking.14 Samen met bestuurlijk aanjager Guusje ter Horst maak ik het mogelijk dat partijen die zelf een goed voorstel hebben voor zo'n verbetering hiervoor onderling een plan van aanpak kunnen opstellen. Deze pacten organiseren zichzelf allereerst op een kleiner schaalniveau (een stad, regio of netwerk van organisaties), om van daaruit de inzichten en opbrengsten van succesvolle pacten op te schalen. Er zijn nu o.a. in het praktijk- en voortgezet speciaal onderwijs van de regio Zwolle, in de revalidatiesector en binnen de gemeente Deventer op het thema inclusieve generatie voorstellen voor inclusiepacten ontwikkeld. De ambitie is om nieuwe pacten te ontwikkelen, juist op thema's uit de Nationale strategie waar deze werkwijze voor nieuwe denkrichtingen en oplossingen zorgt. Het doel blijft om in 2025 minstens 10 inclusiepacten te hebben die impact realiseren voor mensen met een beperking.
Verdere samenwerking met gemeenten
Zoals ik eerder met u deelde blijkt uit een peiling van Movisie dat in 2023 ruim de helft van de gemeenten lokaal inclusiebeleid uitvoert of ontwikkelt.15 Dat betekent echter ook dat een groot aantal gemeenten, ondanks hun wettelijke taak, nog geen integraal lokaal inclusiebeleid heeft. Ik werk daarom al geruime tijd samen met de VNG om gemeenten hierin te ondersteunen. In het project «Iedereen doet mee» krijgt dit bijvoorbeeld vorm via handreikingen en netwerkbijeenkomsten.16 De VNG organiseert in 2024 ook een grote publiekscampagne: de verkiezing voor Meest Toegankelijke gemeente. In het kader van de nationale strategie werk ik samen met de VNG en bestuurlijk aanjager Guusje ter Horst aan een extra impuls, om juist gemeenten te bereiken die nog geen beleid ontwikkelen voor én met mensen met een beperking. Ik zie de strategie dan ook als een kans om de samenwerking met gemeenten te verdiepen. Gemeenten hebben immers op veel potentiële terreinen van de werkagenda een rol. Bijvoorbeeld op het terrein van passende zorg en ondersteuning, informatieverstrekking en dienstverlening, openbare ruimte en decentraal openbaar vervoer.17 Ik zal dan ook samen met de overige departementen, gemeenten en de VNG optrekken bij de invulling van de werkagenda waar deze lokaal beleid raakt.
Verdere samenwerking met ondernemers
MKB Toegankelijk18 is een programma van MKB-Nederland en VNO-NCW, dat zich richt op het stimuleren en activeren van brancheorganisaties en ondernemers om werk te maken van toegankelijkheid. In dit programma is veel informatie en advies beschikbaar voor ondernemers. Ook vindt binnen dit programma veel kennisdeling plaats rond de invoering van de Europese Toegankelijkheidsrichtlijn. Verder worden via het programma inspirerende ervaringsverhalen van ondernemers gedeeld die hun bedrijven toegankelijk hebben gemaakt. Ondernemers vinden hier de verbinding met elkaar, zodat ze kunnen profiteren van elkaars ervaringen. Er is praktisch handelingsperspectief in de vorm van tools en checklists voor ondernemers beschikbaar, onder andere in de evenementen- en vrijetijdssector. En er worden lokale en regionale projecten opgezet, zoals het project Toegankelijke Routes waarin tot nu toe in 22 winkelgebieden door heel Nederland ondernemers (bijvoorbeeld winkels en restaurants) op weg geholpen zijn naar een erkend basisniveau toegankelijkheid. Inmiddels is gestart met de ontwikkeling en oplevering van nog eens 150 Toegankelijke Routes. Ook worden er 10 grote winkelketens geworven die met hulp van dit programma meer toegankelijk willen worden. Hiermee wordt in de praktijk aangetoond dat toegankelijk ondernemen meerwaarde heeft. Het programma MKB toegankelijk loopt ook in de komende jaren door en biedt een platform om met ondernemers in gesprek te zijn over de uitwerking van de werkagenda bij de Nationale Strategie.
Vergroten van bewustwording
Ik blijf me tenslotte ook inzetten op het vergroten van bewustwording over wat iedereen kan bijdragen aan een toegankelijke en inclusieve samenleving. Daarom is o.a. op 29 september 2023 het communicatietraject Vraagje?! gelanceerd.19 Dit traject helpt mensen zichzelf en elkaar vragen te stellen. Het gesprek hierover vergroot het zicht op talenten en mogelijkheden en neemt vooroordelen weg.
Op 15 augustus 2024 vindt er voor Nederland een mondelinge behandeling plaats bij het VN-comité voor de rechten van personen met een handicap in Genève. Dit is een mooie gelegenheid om een toelichting te geven op de beantwoording van de List of Issues die eerder is opgesteld20 en tevens de ambities van Nederland op het gebied van toegankelijkheid en inclusie voor mensen met een beperking uiteen te zetten. Afhankelijk van het verloop van de kabinetsformatie zal ik of mijn opvolger zelf afreizen naar Genève om daar het Comité persoonlijk over te woord te staan. Hiermee geef ik invulling aan de toezegging aan het lid Warmerdam over mijn aanwezigheid bij de hearing van het VN-comité.21
Tot slot
Dit jaar vinden de Paralympische Spelen in Parijs plaats. Niet voor het eerst in de geschiedenis kan sport daarmee dit jaar een inspiratiebron vormen voor ambitie, innovatie en samenwerking. Met de Nationale strategie als het kompas voor bestaande activiteiten en de contouren voor het vervolg, ligt er in mijn ogen een mooie basis om met alle partners eveneens ambitie en innovatie in de hernieuwde werkagenda na te streven. Om zodoende een daadwerkelijk inclusieve generatie voor de kinderen en jongeren van de toekomst te realiseren. Ik kijk dan ook met veel perspectief naar de verdere samenwerking om deze werkagenda tot stand te brengen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
-
C.Helder
Tweede Kamer, vergaderjaar 2023-2024, 24 170, nr. 309 8
Vertegenwoordigd resp. door VNO-NCW en MKB Nederland en de VNG.
Kamerstukken 36 410 XVI, nr. 64.
Zie pagina 14 Nationale Strategie.
Kamerstukken II 2022/23, 24 170, nr. 268.
Kamerstukken II 2022/23, 36 282, nr. 2.
Kamerstukken II 2023/24, 24 170, nr. 298.
In de memorie van toelichting bij de aangenomen goedkeuringswet rond het VN-verdrag handicap (2016) (Kamerstuk 33 992 (R2034), nr. 3).
Kamerstukken II 2022/23, 24 170, nr. 284.
Het wetsvoorstel tot invoering van de Europese Toegankelijkheidsrichtlijn heeft u als Tweede Kamer momenteel in behandeling (Kamerstuk 36 380).
Toezegging gedaan in het plenair Kamerdebat over het VN-verdrag op 22 december 2022.
Kamerstukken II 2022/23, 24 170, nr. 287.
Kamerstukken II 2021/22, 24 170, nr. 254.
Kamerstukken II 2022/23, 36 380, nr. 1.
In de Kamerbrief van 19 april 2022 gaf ik een toelichting op deze aanpak. Kamerstukken II 2021/22, 24 170, nr. 254.
https://www.movisie.nl/publicatie/nog-grote-verschiMen-tussen-gemeenten-uitvoering-vn-verdrag-handicap. Besproken in het commissiedebat gehandicaptenbeleid op 5 oktober 2023.
https://vng.nl/rubrieken/onderwerpen/iedereen-doet-mee
Op het terrein van openbaar vervoer is naast met gemeenten ook samenwerking met provincies aan de orde.
https://www.mkbtoegankelijk.nl/over-mkb-toegankelijk/
https://vraagje.doeonbeperktmee.nl/
Kamerstukken II 2022/23, 24 170, nr. 268.
TZ202310-137