36597-(R2198) Nota naar aanleiding van het verslag van de Staten van Curaçao - Goedkeuring van het op 20 november 2023 te San Marino tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Republiek San Marino tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting (Trb. 2023, 133)

1.

Kerngegevens

Officiële titel 36597-(R2198) Nota naar aanleiding van het verslag van de Staten van Curaçao inzake Goedkeuring van het op 20 november 2023 te San Marino tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Republiek San Marino tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting (Trb. 2023, 133)
Document­datum 08-05-2025
Publicatie­datum 08-05-2025
Externe link origineel bericht

2.

Tekst

36 597 (R2198)

Goedkeuring van het op 20 november 2023 te San Marino tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Republiek San Marino tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting (Trb. 2023, 133)

NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG VAN DE STATEN VAN CURAÇAO

De regering dankt de Staten van Curaçao voor hun verslag van 15 november 2024 met betrekking tot het voorstel van rijkswet tot goedkeuring van het op 20 november 2023 te San Marino tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Republiek San Marino tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen. Met belangstelling is kennis genomen van de op- en aanmerkingen van de leden van de PNP-, MAN-, MFK- en PAR fracties en het onafhankelijke statenlid mw. Jesus-Leito. In deze nota naar aanleiding van het verslag worden de vragen beantwoord, waarbij de volgorde van de vragen is aangehouden. De regering stelt vast dat de MFK fractie geen vragen bij het voorstel heeft.

Inbreng van de leden van de PNP-fractie

De PNP-fractie verwijst naar een niet aangenomen motie afkomstig van dhr. Mercelina ter gelegenheid van de plenaire behandeling op 11 juni 2024 van het voorstel van rijkswet tot Goedkeuring van het op 18 november 2015 te Valletta tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao, en de Republiek Malta tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting meet betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 2015, 196 en Trb. 2016, 124). In die motie wordt aandacht gevraagd voor het belang van respect voor de fiscale autonomie van Curaçao. Die motie is door de toenmalige regering geapprecieerd, maar toch niet door een meerderheid van de kamer aangenomen. In het proces van het onderhavige voorstel van rijkswet Verdrag San Marino, wordt het respect voor de fiscale autonomie van Curaçao niet getoond, naar de mening van de fractie. De fractie heeft een aantal vragen. Hoeveel burgers zijn gebaat bij een dergelijk verdrag met San Marino? Welke zijn de specifieke afspraken die zijn gemaakt met San Marino voor een effectieve uitwisseling van informatie tussen Curaçao en San Marino om het ontduiken en ontwijken van belastingen te voorkomen?

Artikel 25 van het Verdrag legt de basis voor Curaçao en San Marino om op verzoek, automatisch of spontaan, informatie uit te wisselen. Het artikel komt overeen met artikel 26 van het OESO-modelverdrag en is in lijn met de internationale standaard zoals wordt gestimuleerd en gewaarborgd in het kader van het ‘Global Forum for Transparency and Exchange of Information for Tax Purposes’1.

Het Verdrag specificeert welke informatie de landen dienen uit te wisselen, waarbij is beoogd de uitwisseling van informatie een zo ruim mogelijk bereik te geven. Voorts is in lijn met het OESO-modelverdrag de uitwisseling van informatie niet beperkt tot informatie ten aanzien van inwoners van Curaçao en San Marino of tot de belastingen die in het belastingverdrag zijn genoemd.

Wat zijn de verwachtingen die men heeft met dit verdrag?

Op basis van het Verdrag zijn Curaçao en San Marino bevoegd om in overeenstemming met hun nationale wetgeving belasting te heffen over het inkomen en het vermogen van inwoners van één of van beide landen. Daarnaast vormt het Verdrag, onder meer met het oog op het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting, een juridische basis voor onderling overleg, voor uitwisseling van gegevens en voor bijstand bij de invordering van belastingschulden. Het Verdrag sluit aan bij het streven van Curaçao om haar belastingverdragennetwerk uit te breiden en om een duurzame economische ontwikkeling te bevorderen.

Welk impact zal het hebben, vooral voor de economische aspecten voor zowel Curaçao als San Marino?

Het Verdrag zal een belangrijke rol spelen bij de bevordering van de economische relatie tussen en in beide landen. Het Verdrag zal grensoverschrijdende investeringen en de ontplooiing van grensoverschrijdende activiteiten stimuleren, omdat op basis van wederkerigheid dubbele belasting wordt voorkomen. Duidelijke regels over de verdeling van heffingsrechten bieden rechtszekerheid aan internationaal opererende bedrijven en natuurlijke personen en kunnen bijdragen aan het verminderen van administratieve lasten. Dit bevordert de aantrekkelijkheid van het fiscale vestigingsklimaat in beide landen en zorgt voor een intensivering van economische betrekkingen. Hoewel het niet goed mogelijk is om het belang van belastingverdragen uit te drukken in termen van economische winst, aantal (en type) arbeidsplaatsen en gevestigde bedrijven, is de algemene opvatting dat een belastingverdragennetwerk voor landen met een open economie van groot belang is. Ook uit onderzoek blijkt dat belastingverdragen een faciliterende functie bij buitenlandse investeringen en handel hebben en dragen belastingverdragen positief bij aan de directe buitenlandse investeringen (DBI).2 Echter, een direct effect van een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting op de schatkist valt niet te kwantificeren. Dat geldt eveneens voor het onderhavige Verdrag.

Wat zal het impact van het verdrag zijn voor wat betreft handel en investeringen? Wat zal het effect zijn voor het maatschappelijk belang?

Wat betreft de impact voor handel en investeringen verwijs ik naar het antwoord hierboven. Wat betreft het effect voor het maatschappelijk belang zorgt het Verdrag voor rechtszekerheid voor belastingplichtigen in beide landen. Curaçao heeft een open economie en een kleine binnenlandse markt. Het Verdrag kan belemmeringen voor buitenlandse ondernemingen om zich op Curaçao te vestigen wegnemen en zo de werkgelegenheid in Curaçao bevorderen. De verwachting is dat het netto resultaat van het Verdrag op de maatschappelijke welvaart positief zal zijn.

Hoe zal het verdrag bijdragen tot meer transparantie en eerlijkheid in het belastingstelsel?

Het Verdrag draagt bij aan eerlijkheid doordat de verdeling van heffingsrechten doorgaans plaatsvindt op basis van waar de waarde gecreëerd wordt. Zo mogen de winsten van een bedrijf die gecreëerd worden in het andere land, ook in dat andere land belast worden. Door het Verdrag op dit principe te baseren wordt het stelsel eerlijker. Dubbele belasting wordt voorkomen en de heffingsrechten worden op basis van een ‘eerlijke’ grondslag verdeeld.

Het Verdrag draagt bij aan transparantie vanwege de uitwisseling van informatie, de onderling overlegprocedure en bijstand bij invordering, waardoor het stelsel transparanter wordt.

Hoe tast het verdrag het belastingmoraal aan?

Een regulier belastingverdrag, zoals het huidige Verdrag, tast het belastingmoraal niet aan, tenzij het Verdrag ertoe leidt dat een bepaald deel van de bevolking geen of lage belastingen hoeft te betalen. Het onderhavige Verdrag bevat regels die aanwijzen welke van de verdragsluitende staten bevoegd is om in overeenstemming met zijn nationale wetgeving belasting te heffen over het inkomen en het vermogen van inwoners van één of van beide verdragsluitende staten. Daarnaast is in het Verdrag, onder meer met het oog op het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting, een juridische basis opgenomen voor onderling overleg, voor uitwisseling van gegevens en voor bijstand bij de invordering van belastingschulden.

In welke mate voldoet het verdrag aan de bestaande internationale normen en standaarden van belastingovereenkomsten?

Het Verdrag bevat de maatregelen waarvan in de ‘Base Erosion and Profit Shifting’ (BEPS)-rapporten van de OESO is geconcludeerd dat deze minimaal nodig zijn om verdragsmisbruik op een adequate manier te bestrijden en geschillenbeslechting te verbeteren (de zogenoemde ‘minimumstandaard’). Dit betreft de titel en de preambule van het Verdrag, het opnemen van een algemene antimisbruikbepaling (artikel 27) en de toegang tot de onderlinge overlegprocedure (artikel 24).

Het is voor de fractie belangrijk dat alle processen in dit verband zorgvuldig worden doorlopen. Hoe zal het implementeren van dit verdrag het ontduiken en ontwijken van belastingen tegengaan?

In de titel wordt tot uitdrukking gebracht dat het Verdrag ertoe strekt om dubbele belasting op inkomen en vermogen te vermijden en ontduiken en ontwijken van alle belastingen te voorkomen. De preambule voegt daaraan toe dat dubbele belasting moet worden voorkomen zonder daarmee mogelijkheden te creëren voor niet-heffing of verminderde heffing door belastingontduiking of belastingontwijking. Daarbij wordt expliciet verwezen naar het oneigenlijk gebruik van verdragen door middel van constructies gericht op de verkrijging van voordelen uit het verdrag voor personen voor wie die voordelen niet bedoeld zijn (in het Engels aangeduid als “treaty shopping”). Dit stemt overeen met de titel en de preambule van het OESO-modelverdrag.

In artikel 27 van het Verdrag is een zogeheten ‘principal purpose test’ (PPT) opgenomen ter bestrijding van verdragsmisbruik. De PPT houdt kortgezegd in dat verdragsvoordelen kunnen worden geweigerd als redelijkerwijs valt te concluderen dat het verkrijgen van dit voordeel een van de voornaamste doelen is van de structuur.

Artikel 24 bevat een procedure voor onderling overleg tussen de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende staten (onderlinge overlegprocedure). Dit artikel bepaalt dat een belastingplichtige een verzoek kan indienen voor onderling overleg tussen de bevoegde autoriteiten van de verdragsluitende staten indien volgens de belastingplichtige sprake is van een belastingheffing in strijd met het Verdrag. De belastingplichtige kan dit verzoek indienen in beide verdragsluitende staten. De ratio hierachter is dat de procedure voor onderling overleg zo goed mogelijk toegankelijk moet zijn voor belastingplichtigen en dat de vraag of een procedure voor onderling overleg moet worden opgestart door beide bevoegde autoriteiten moet kunnen worden beoordeeld.

Welke zijn de concrete economische voordelen die men verwacht met de implementatie van het verdrag?

Het Verdrag zal een belangrijke rol spelen bij de bevordering van de economische relatie tussen en in beide landen. Het Verdrag zal grensoverschrijdende investeringen en de ontplooiing van grensoverschrijdende activiteiten stimuleren, omdat op basis van wederkerigheid dubbele belasting wordt voorkomen. Duidelijke regels over de verdeling van heffingsrechten bieden rechtszekerheid aan internationaal opererende bedrijven en natuurlijke personen en kunnen bijdragen aan het verminderen van administratieve lasten. Dit bevordert de aantrekkelijkheid van het fiscale vestigingsklimaat in beide landen en zorgt voor een intensivering van economische betrekkingen. Hoewel het niet goed mogelijk is om het belang van belastingverdragen uit te drukken in termen van economische winst, aantal (en type) arbeidsplaatsen en gevestigde bedrijven, is de algemene opvatting dat een belastingverdragennetwerk voor landen met een open economie van groot belang is. Ook uit onderzoek blijkt dat belastingverdragen een faciliterende functie bij buitenlandse investeringen en handel hebben en dragen belastingverdragen positief bij aan de directe buitenlandse investeringen (DBI).3 Echter, een direct effect van een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting op de schatkist valt niet te kwantificeren. Dat geldt eveneens voor het onderhavige Verdrag.

Wat zijn de negatieve effecten die het verdrag met zich meebrengt?

Er zijn geen negatieve effecten van het Verdrag te verwachten.

Hoe zal dit verdrag de fiscale autonomie van Curaçao respecteren?

Curaçao is evenals Aruba en Sint Maarten fiscaal autonoom op grond van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden. Dit betekent dat Curaçao zelf vorm geeft aan zijn fiscale beleid en het fiscale verdragsbeleid. Om die reden kan Curaçao zelf potentiële verdragspartners benaderen om onderhandelingen te voeren over belastingverdragen. Het Verdrag is hier een resultaat van.

Het verdrag gaat uit van uitwisseling van informatie met San Marino, terwijl aan de andere kant gewerkt wordt aan het tot stand brengen van wetgeving ter bescherming van de privacy bij de uitwisseling van informatie. Wordt San Marino niet als een belastingparadijs beschouwd?

San Marino staat niet op de EU-lijst van jurisdicties die niet-coöperatief zijn op belastinggebied.4 Deze lijst is een van de manieren waarop de EU belastingontduiking en -ontwijking bestrijdt. Op de lijst staan landen die de door hen gedane toezeggingen om aan de criteria inzake goed fiscaal bestuur te voldoen, niet zijn nagekomen binnen een bepaalde termijn. Ook landen die weigeren aan de criteria te voldoen komen op de lijst. Op 29 oktober 2014, tijdens de bijeenkomst van het OECD Global Forum op Transparantie en uitwisseling van informatie voor belastingdoeleinden, gehouden in Berlijn, heeft San Marino zich verbonden aan de implementatie van de Mondiale Standaard inzake automatische uitwisseling van financiële informatie. San Marino voldoet, volgens het OESO rapport van november 2024 volledig aan de standaarden inzake Automatische informatie uitwisseling (AEOI), zowel ten aanzien van de wetgeving als ten aanzien van de implementatie.5

Bij de peer review door OESO worden ook aspecten van vertrouwelijkheid en getroffen voorzieningen voor gegevensbescherming beoordeeld om zekerheid te bieden dat de uitgewisselde informatie ook veilig zal worden bewaard en alleen worden gebruikt voor de doeleinden die zijn vastgelegd in de internationale uitwisselingsovereenkomst.

Ten slotte heeft San Marino de overeenkomst met de Verenigde Staten ondertekend om de implementatie van FATCA (Foreign Account Tax Compliance Act) te vergemakkelijken. FATCA is Amerikaanse wetgeving die als doel heeft belastingontduiking door Amerikanen te voorkomen. De wetgeving vereist van alle financiële instellingen dat zij al hun Amerikaanse klanten identificeren. Daarnaast dienen zij gegevens over de identiteit en het vermogen van deze Amerikaanse klanten door te geven aan de belastingdienst. De belastingdienst zal de informatie uitwisselen met de Amerikaanse belastingdienst (IRS).

Hoe wordt de privacy van de belastingplichtigen op Curaçao gewaarborgd met dit verdrag? Hoe wordt die privacy in bescherming genomen bij het uitwisselen van informatie met San Marino? Hoe wordt voorkomen dat bij de uitwisseling van informatie de belangen van belastingplichtigen op Curaçao worden geschaad?

Artikel 25, tweede lid, van het Verdrag regelt hoe de landen dienen om te gaan met de informatie die wordt uitgewisseld. Deze bepaling is in de eerste plaats bedoeld om waarborgen te bieden voor de vertrouwelijkheid van de uitgewisselde informatie. Voor de ontvangen informatie geldt dezelfde geheimhoudingsplicht als voor informatie die onder de nationale wetgeving van die ontvangende staat wordt verkregen. Ook is bepaald dat de informatie alleen mag worden vrijgegeven aan bepaalde personen of autoriteiten, belast met specifieke taken. Het tweede lid bepaalt verder dat de informatie ook voor andere (niet fiscale) doeleinden mag worden gebruikt, mits dat wettelijk is toegestaan in beide verdragsluitende staten en de bevoegde autoriteiten van de verstrekkende staat dit toestaan.

Voor wat betreft de handhaving is het belangrijk om te weten hoe de overheid daarmee zal omgaan?

Artikel 25, derde lid, geeft aan onder welke omstandigheden een verdragsluitende staat geen informatie hoeft te verstrekken aan de andere verdragsluitende staat. Een verdragsluitende staat is allereerst niet gehouden om bestuurlijke maatregelen te nemen die in strijd zijn met de wetgeving of bestuurlijke praktijk van die of van de andere verdragsluitende staat. Een verdragsluitende staat is ook niet gehouden informatie uit te wisselen die niet verkrijgbaar is volgens de wetgeving of in de normale bestuurlijke gang van zaken van die verdragsluitende staat of van de andere staat. Verder vallen bedrijfs- of beroepsgeheimen buiten de toepassing van de informatie-uitwisselingsbepaling en hoeft ook geen informatie uitgewisseld te worden als dat in strijd zou zijn met de openbare orde.

Welke middelen worden beschikbaar gesteld om te kunnen controleren en hoe worden burgers en ondernemers gestimuleerd om gebruik te maken van het verdrag?

Er worden geen extra middelen beschikbaar gesteld, omdat toepassing van het verdrag en de relevante wetgeving voldoet. Het Verdrag is bekendgemaakt in het Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden en eveneens raadpleegbaar via de Verdragenbank.6 Door publicatie kunnen burgers en ondernemers kennis nemen van het verdrag en er gebruik van maken.

Hoe zal de samenwerking met de autoriteiten in San Marino verlopen naar verwachting? Hoe zal die samenwerking worden georganiseerd?

De verwachting is dat de samenwerking met de autoriteiten in San Marino soepel zal verlopen. Er is regelmatig contact met San Marino.

In de toelichting staat genoteerd dat dit verdrag afspraken regelt tussen Nederland en San Marino ten behoeve van Curaçao. Dit moet worden gewijzigd. Het verdrag is een aangelegenheid van het Koninkrijk en niet van Nederland. Dit soort uitlatingen zorgt voor verwarring.

Het Verdrag regelt afspraken tussen Curaçao en San Marino. Dit blijkt ook uit artikel 28, eerste lid van het Verdrag. In de toelichtende nota blijkt dit ook uit I.5 Koninkrijkspositie en de toelichting bij artikel 28 in II. 28 Uitbreiding tot andere gebieden (artikel 28 van het Verdrag). Verdragen worden gesloten door het Koninkrijk der Nederlanden als rechtssubject in het internationale recht. Dit verdrag is gesloten door het Koninkrijk der Nederlanden, ten behoeve van Curaçao.

Het verdrag geeft blijk van de waarde die Curaçao heeft binnen het Koninkrijk. De fractie vindt het belangrijk dat Curaçao, door middel van haar volksvertegenwoordiging, haar stem moet laten horen als het gaat om belangen die Curaçao raken. In het verlengde daarvan is het voor de fractie dan ook belangrijk dat bijzondere gedelegeerden deelnemen aan het plenaire debat inzake het verdrag in de Tweede Kamer. De fractie verwijst naar het ongevraagd advies van de Raad van State van enkele jaren terug over het verdragen en unierecht. Uit dat advies citeert de fractie: “door gebrek aan institutionele capaciteit uit de landen lukt het de landen vaak niet om tijdig input te leveren aan de onderhandelingen”. Het gebeurt ook dat de belangen van bijvoorbeeld Curaçao niet gelijk overeenkomen met de belangen van het Koninkrijk bij de totstandkoming van het verdrag. Dit kan het proces vertragen. De Raad van State geeft verschillende aanbevelingen in het advies. Wat waren de verwachtingen bij de onderhandelingen van het verdrag in het licht van hetgeen de Raad van State aangeeft in het advies?

Vanwege de fiscale autonomie is door het Ministerie van Financiën van Curaçao met San Marino over het Verdrag onderhandeld. Het Verdrag zal alleen gelden voor Curaçao. Het ongevraagd advies van de Raad van State ziet onder andere op het betrekken van de andere delen van het Koninkrijk bij de totstandkoming van verdragen. Dat is hier niet aan de orde.

Wat was de ervaring bij de totstandkoming van het verdrag? (Wat zou beter kunnen? Welke lessen zou men hieruit willen trekken?) De fractie denkt dat deze ‘lessen’ ons in de toekomst kunnen helpen.

De onderhandelingen die Curaçao heeft gevoerd met San Marino dateren van 2017. Het Verdrag werd destijds niet ondertekend, omdat het ministerie van Buitenlandse Zaken vragen en aanvullingen over de tekst aan Curaçao heeft gesteld. Deze vragen zijn tot april 2023 onbeantwoord gelaten vanwege capaciteitsbeperkingen. In 2022 heeft de minister van Financiën van Curaçao een team van specialisten aangesteld om de wens tot het opbouwen van een belastingverdragennetwerk te kunnen realiseren. Het team van specialisten van Curaçao is in staat om de onderhandelingen voor belastingverdragen zo veel mogelijk zelf te doen en heeft derhalve ook het Verdrag met San Marino opnieuw opgepakt. De vereiste procedures om tot ratificatie van de door Curaçao gewenste verdragen te komen, brengen met zich mee dat geregeld afstemming plaatsvindt tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken en Curaçao.

De onderhandelingen van het verdrag met San Marino zijn reeds in 2017 gestart op verzoek van Curaçao. Het is voor de fractie belangrijk om goed te kunnen begrijpen welke waarde dit verdrag heeft voor Curaçao. Wellicht zouden experts van de regering van Curaçao hierover uitleg kunnen geven aan de Staten van Curaçao. Uit onderzoek dat de fractie heeft gedaan, blijkt dat ongeveer twintigtal landen een soortgelijk verdrag hebben gesloten met San Marino. Wat maakt het verdrag met San Marino interessant voor Curaçao?

Wie zijn de begunstigden van dit verdrag? In het verdrag wordt onderscheid gemaakt tussen ‘ontduiking’ en ‘ontwijking’. Curaçao heeft een geschiedenis met offshore bedrijven die in het verleden gebruik maakten van de belastingregelingen om minder belasting te betalen. Dat leverde voor Curaçao voordelen op. Dit is gewijzigd met de nieuwe regelingen. De fractie begrijpt dat het ontduiken van belastingen strafbaar moet zijn, maar Curaçao moet aantrekkelijk zijn/blijven voor bedrijven die zich hier willen vestigen.

Alleen inwoners van de verdragsluitende staten hebben toegang tot een belastingverdrag. Op basis van het OESO-modelverdrag is sprake van een inwoner in het geval de desbetreffende persoon aan belastingheffing is onderworpen. In artikel 4 van het Verdrag is omschreven wie voor de toepassing van het Verdrag geacht wordt inwoner te zijn van een verdragsluitende staat. Een persoon is inwoner van een verdragsluitende staat indien hij aldaar is onderworpen aan belastingheffing op grond van zijn woonplaats, verblijf, plaats van leiding of enige andere soortgelijke omstandigheid.

Belastingverdragen kunnen gebruikt worden voor belastingontwijking. Het heeft prioriteit voor Curaçao om misbruik van belastingverdragen tegen te gaan. Het OESO BEPS-project heeft hiervoor oplossingen aangeboden, onder andere in de vorm van minimumstandaarden. De minimumstandaard die volgt uit actiepunt 6 van het BEPS-project geeft landen de mogelijkheid de verdragsvoordelen niet te verlenen indien aangenomen kan worden dat belastingbesparing één van de belangrijkste redenen is om een transactie op te zetten om daarmee gebruik te kunnen maken van een verdrag. Dit is de zogeheten Principal Purpose Test (PPT). In artikel 27 van het Verdrag is in aansluiting bij artikel 29, negende lid, van het OESO-modelverdrag een PPT opgenomen ter bestrijding van verdragsmisbruik.

Tot op heden heeft Curaçao 4 verdragen ter voorkoming van dubbele belasting tot stand gebracht, te weten met Malta, San Marino, Suriname en Cyprus. Verder bestaat in de verhouding tot Nederland (inclusief de BES-eilanden) de Belastingregeling Nederland Curaçao (BNRC). Daarnaast bestaat er in de verhouding tot de andere landen van het Koninkrijk de Belastingregeling voor het Koninkrijk (BRK). Het is voor Curaçao zeer wenselijk dat met meer landen verdragen worden gesloten. Curaçao staat in beginsel open om met alle landen een belastingverdrag te sluiten, waarbij de prioriteit wordt gelegd bij het regionaal overeenkomen van belastingverdragen. Daarnaast zal ook gekeken worden naar andere landen die een belangrijke handelspartner zijn voor Curaçao of waarmee Curaçao economische relaties wil aangaan en wederzijdse investeringen wil bevorderen.

De regering van Curaçao is bereid een technische briefing voor de Staten van Curaçao te verzorgen over de waarde van het belastingverdrag dat met San Marino is afgesloten.

Inbreng van de MAN-fractie

De MAN-fractie merkt allereerst op dat het vrijwel altijd positief is om tot verdragen te geraken met andere landen. In dit geval gaat het om het vermijden van dubbele belasting. Aan de andere kant moet ervoor worden gewaakt dat dit soort verdragen niet worden misbruikt en juist daarom moet zorgvuldig hiernaar worden gekeken, maar toch met een constructieve blik. Zo’n verdrag faciliteert de internationale geldstroom en bevordert de economie. De fractie heeft een specifieke vraag; het verdrag moet zowel voor San Marino als voor Curaçao goed zijn. Wat voor voordeel levert dit verdrag op voor Curaçao?

Hoe gaat Curaçao profiteren als het verdrag in werking is? Kan dat voordeel worden gekwantificeerd?

Door het wegnemen van fiscale belemmeringen bij het verrichten van toekomstige activiteiten in San Marino en het verstevigen van de rechtszekerheid over de fiscale behandeling daarvan zal het Verdrag het economisch handelen tussen Curaçao en San Marino faciliteren.

De economie van San Marino, die evenals Curaçao gedreven wordt door toerisme en financiële dienstverlening, is welvarend. Een belastingverdrag met San Marino kan de samenwerking tussen de sectoren voor financiële diensten van San Marino en Curaçao vergemakkelijken, omdat obstakels voor investeringen en grensoverschrijdende activiteiten tussen de landen weggenomen worden (potentiële dubbele belasting).

De budgettaire gevolgen van een belastingverdrag zijn moeilijk te kwantificeren. Een belastingverdrag bestaat immers uit een aantal bepalingen die, afhankelijk van de situatie en van de nationale regels van de verdragspartij die het heffingsrecht krijgt, voordeliger of nadeliger kunnen uitpakken voor een belastingplichtige. Om die reden kan er ook niet een overzicht van plussen en minnen worden gegeven. De beoogde positieve economische effecten van een belastingverdrag - zoals ook het voorliggende verdrag - zullen naar verwachting wel een opbrengst voor de schatkist opleveren. Deze opbrengst kan echter evenmin goed geraamd worden, omdat een groot aantal factoren van invloed is op de ontwikkeling van de economie. Hierdoor kan het effect van een belastingverdrag op de economische ontwikkeling moeilijk apart onderscheiden worden.

Hoeveel bedrijvigheid is er op dit moment tussen Curaçao en San Marino?

Uit de verkregen informatie van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten is gebleken dat tussen 2019 en 2023 zeer beperkt handelsstromen hebben plaatsgevonden tussen Curaçao en San Marino. Het zou gaan om ongeveer EUR 40.000 per jaar. Wat betreft de sector en omvang van de algemene handelsstromen en investeringen van Curaçao verwijs ik naar de van de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten verkregen informatie in de bijlage.

Om hoeveel dubbele belasting zou het kunnen gaan? Hoe groot zal het voordeel voor Curaçao zijn door het voorkomen van dubbele belasting? Het antwoord op deze vraag is niet gemakkelijk te geven, maar het is wel nodig om hiermee inzicht te verkrijgen. Het gaat voor de fractie zowel om kwantitatieve als kwalitatieve voordelen die het verdrag zal kunnen opbrengen voor Curaçao. De fractie hoopt cijfers te ontvangen die deze duidelijkheid kunnen verschaffen.

Het is niet mogelijk om de omvang van de dubbele belasting weer te geven. Het Verdrag beoogt een mogelijke dubbele belastingheffing te voorkomen, zodat buitenlandse investeerders gestimuleerd worden om te investeren. Er zijn geen cijfers te leveren over hoeveel investeringen zonder het Verdrag gedaan zouden zijn en daardoor is het ook niet mogelijk om cijfers te geven over de eventuele dubbele belasting over die investeringen.

Inbreng van het onafhankelijk lid Jesus-Leito

Het onafhankelijk lid Jesus-Leito heeft de volgende opmerkingen en vragen. Allereerst is het belangrijk te weten wat San Marino voor Curaçao betekent. Voor het volk is het belangrijk te weten met welk land Curaçao zaken doet en waarom. De doorsnee burger van Curaçao heeft geen kennis van het Republiek San Marino. Wat is de visie van de regering met betrekking tot San Marino?

San Marino, officieel de Republiek San Marino, is een staat gesitueerd op het Apennijns Schiereiland aan de oostelijke kant van de Apennijnen. Het is een enclave omringd door Italië. Het land is iets groter dan 61 km² en heeft een bevolking van ruim 30.000 inwoners. San Marino heeft de kleinste bevolkingsomvang van alle leden van de Raad van Europa en is de oudste nog bestaande constitutionele republiek van de wereld. De nationale economie steunt vooral op financiën, industrie, diensten en toerisme. Het is een van de rijkste landen van de wereld in termen van het bbp (per hoofd van de bevolking), met een bedrag vergelijkbaar met dat van een aantal van de meer ontwikkelde Italiaanse regio's. San Marino wordt beschouwd als een zeer stabiele economie met een van de laagste werkloosheidsgetallen van Europa, geen nationale staatsschuld en een overschot op de begroting. San Marino is, evenals Curaçao, een relatief klein land, en een opportune verdragspartner voor Curaçao om als autonoom Land binnen het Koninkrijk een belastingverdrag mee te sluiten. Het was de wens van beide landen om de verdragsloze situatie op te heffen, teneinde economische betrekkingen tussen en wederzijdse investeringen door inwoners van Curaçao en San Marino mogelijk te maken en te bevorderen.

Wat voor zaken kunnen met San Marino worden ontplooid?

De voornaamste landbouwproducten van San Marino zijn wijn en kaas. Verder zijn bankwezen, kledinghandel, elektronica en keramiek belangrijk. San Marino is iets groter dan 61 km² met een bevolking van ruim 30.000 inwoners. Desondanks exporteert San Marino keramiek, kleding, stoffen, meubels, verf, sterke drank, tegels en wijn. Door kennis te delen op verschillende onderdelen (zoals digitalisering) kan Curaçao profiteren van deze samenwerking. Het belastingverdrag kan gezien worden als een begin van een intensieve samenwerking op verschillende terreinen waardoor investeerders gestimuleerd worden om zaken te doen en niet gehinderd te worden door mogelijke dubbele belastingheffing.

Sinds wanneer zijn de financiële relaties tussen Curaçao en San Marino gestart?

Het is niet bekend wanneer de financiële relaties tussen Curaçao en San Marino zijn gestart. De financiële relaties tussen Curaçao en San Marino (nu circa: EUR 40.000 per jaar) zullen naar alle verwachting toenemen na het sluiten van het belastingverdrag ter voorkoming van dubbele belasting.

Hoe kan het volk van Curaçao profijt trekken uit de relatie met San Marino?

Door het wegnemen van fiscale belemmeringen bij het verrichten van toekomstige activiteiten in San Marino en het verstevigen van de rechtszekerheid over de fiscale behandeling daarvan zal het Verdrag het economisch handelen tussen Curaçao en San Marino faciliteren.

De economie van San Marino, die evenals Curaçao gedreven wordt door toerisme en financiële dienstverlening, is welvarend. Een belastingverdrag met San Marino kan de samenwerking tussen de sectoren voor financiële diensten van San Marino en Curaçao vergemakkelijken, omdat obstakels voor investeringen en grensoverschrijdende activiteiten tussen de landen weggenomen worden (potentiële dubbele belasting).

De budgettaire gevolgen van een belastingverdrag zijn moeilijk te kwantificeren. Een belastingverdrag bestaat immers uit een aantal bepalingen die, afhankelijk van de situatie en van de nationale regels van de verdragspartij die het heffingsrecht krijgt, voordeliger of nadeliger kunnen uitpakken voor een belastingplichtige. Om die reden kan er ook niet een overzicht van plussen en minnen worden gegeven. De beoogde positieve economische effecten van een belastingverdrag - zoals ook het voorliggende verdrag - zullen naar verwachting wel een opbrengst voor de schatkist opleveren. Deze opbrengst kan echter evenmin goed geraamd worden, omdat een groot aantal factoren van invloed is op de ontwikkeling van de economie. Hierdoor kan het effect van een belastingverdrag op de economische ontwikkeling moeilijk apart onderscheiden worden.

Inbreng van de MFK-fractie

De MFK-fractie heeft ook kennis genomen van het voorstel van rijkswet en brengt het volgende naar voren. Het is belangrijk dat de regering de voordelen uitvoerig uiteenzet van de voordelen uit het verdrag met San Marino. Het valt op dat veel politici in Nederland neerkijken op de mogelijkheden van Curaçao vanwege de kleinschaligheid van het eiland. Dit blijkt onder meer uit door deze politici gestelde vragen m.b.t. de (fiscale) gelijkenissen en verschillen tussen Curaçao en San Marino; het soort handel dat tussen beide landen wordt gedaan en welke andere mogelijkheden Curaçao heeft om economische betrekkingen te intensiveren. Er worden vanuit Nederland ook vraagtekens gezet bij het werkelijk motief achter het verdrag. Daarbij verwijzen sommigen naar de grote afstand tussen Curaçao en San Marino en vinden dat door die grote afstand van meer dan 8000 km geen fiscale relaties tussen de landen bestaat. Deze meningen zijn voor de MFK-fractie reden voor bezorgdheid. Aan de ene kant verwacht men vanuit Nederland meer eigenaarschap en perspectief voor Curaçao en zelfredzaamheid, maar als Curaçao stappen onderneemt om eigen (fiscale) relaties aan te gaan, wordt vanuit Nederland moeilijk gedaan. De fractie vergelijkt de afstand tussen Nederland en Curaçao (ongeveer 9000 km) met de afstand tussen Curaçao en San Marino (ongeveer 8000 km). Terwijl Nederland vragen stelt bij de werkelijke intentie van een verdrag met San Marino, probeert Nederland de relatie tussen Curaçao en buurland Venezuela van afstand te beïnvloeden. Daarbij staat men niet stil bij de implicaties van bepaalde beslissingen die op een afstand van 9000 km worden genomen (vanuit Nederland) en die een directe impact hebben op de economie van Curaçao. Het lijkt erop dat Nederland naar Curaçao kijkt vanuit een bril van beperkingen; om Curaçao te belemmeren en te beperken om zich verder te ontwikkelen. De fractie wenst juist dat Curaçao moet blijven streven naar meer diversificatie van de economie. Een verdrag als deze past in dit voornemen. Net als San Marino is Curaçao klein qua gebied, maar beschikt ze over veel potentie om te ontwikkelen en uit te groeien tot trendsetter in het Caribische gebied. In de toekomst kan het aantrekkelijk(er) worden voor andere landen om verdragen met Curaçao te sluiten. Curaçao kan aan de wereld laten zien dat het een klein land is met een grote potentie. De fractie steunt het fiscaal beleid van de huidige Minister van Financiën van Curaçao.

Inbreng PAR-fractie

De PAR-fractie stelt de volgende vragen. San Marino kent een enorme groei en komt positief uit evaluaties. Welke zijn de gebieden die de regering voor ogen heeft om economische relaties met San Marino te versterken?

San Marino kent een grote bancaire sector, maar ook een samenwerking op andere terreinen kan een positieve invloed hebben op de economie van beide landen. Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan het delen van kennis over digitalisering, zoals elektronische facturering voor commerciële activiteiten. Onderdeel van de strategie van San Marino is om een volledig ecosysteem van technologische innovatie te ontwikkelen, te bevorderen en te leveren en digitale transformatie eenvoudiger te maken.

Wat is de betekenis van dit verdrag voor ons banksysteem?

Aan het Verdrag kan geen specifieke betekenis voor het banksysteem van Curaçao worden toegerekend.

Wat is het effect van dit verdrag voor onze offshore?

Curaçao heeft geen offshore (meer).

Curaçao heeft door de jaren heen een zeer aantrekkelijk fiscaal vestigingsklimaat weten op te bouwen en daarmee buitenlandse investeerders aangetrokken en hoge belastinginkomsten gegenereerd. Dit vestigingsklimaat kwam in 1999 evenwel onder druk te staan toen de EU-Gedragscodegroep de belastingregimes van de diverse lidstaten en hun overzeese gebieden onderzocht.7 In het rapport dat volgde, werden het Antilliaanse offshore regime, meer specifiek de regeling voor captive insurance-vennootschappen en de e-zone (vrije zone) als schadelijke belastingregimes aangemerkt. De voormalige Nederlandse Antillen reageerden in 2000 met de belastingherziening ‘Nieuw Fiscaal Raamwerk’ (NFR) en de afschaffing van de offshore wetgeving.8 De offshore sector vreesde voor het vertrek van investeerders. Om hieraan tegemoet te komen heeft de Antilliaanse wetgever voor de bestaande offshore-vennootschappen een ruime overgangsregeling geboden, waarbij het lage offshore winstbelastingtarief van 2,4-3% nog twintig jaar van toepassing zou blijven.9 Op 1 januari 2020 is op Curaçao deze overgangsregeling voor offshore lichamen verlopen.10 Daarmee is ook het lage offshore tarief voor offshore vennootschappen niet langer van toepassing.

Wat zal het mogelijke effect van dit verdrag zijn voor onze online gaming sector?

Het is niet mogelijk om specifiek aan te geven wat het effect zal zijn voor de Curaçaose online gaming sector. Eerder in deze beantwoording wordt stilgestaan bij de voordelen die belastingverdragen bieden, deze gelden ook voor de online gaming sector.

Welke mogelijke negatieve gevolgen kan dit verdrag hebben voor onze financieel-economische sector?

Er worden geen negatieve gevolgen verwacht.

De PAR-fractie verwacht dat op termijn andere landen binnen het Koninkrijk, inclusief Nederland, het verdrag met San Marino zullen bekrachtigen.

Gelet op de fiscale autonomie van de landen binnen het Koninkrijk is het aan Nederland, Aruba en Sint Maarten zelf om te bepalen of zij het Verdrag met San Marino naar hun land uitgebreid wensen te zien of zelf een belastingverdrag met San Marino wensen te sluiten.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Caspar Veldkamp

1 Zie: www.oecd.org/tax/transparency

2 F. Barthel, M. Busse & E. Neumayer, ‘The impact of Double Taxation Treaties on Foreign Direct Investment: evidence from large dyadic panel data’, Contemporary Economic Policy, 2009; P. Egger, M. Larch, M. Pfafferlmayr & H. Winner, ‘The impact of endogenous tax treaties on foreign direct investment: Theory and evidence’, Canadian Journal of Economics, 39 (3), 2006.

3 F. Barthel, M. Busse & E. Neumayer, ‘The impact of Double Taxation Treaties on Foreign Direct Investment: evidence from large dyadic panel data’, Contemporary Economic Policy, 2009; P. Egger, M. Larch, M. Pfafferlmayr & H. Winner, ‘The impact of endogenous tax treaties on foreign direct investment: Theory and evidence’, Canadian Journal of Economics, 39 (3), 2006.

4 https://www.consilium.europa.eu/nl/policies/eu-list-of-non-cooperative-jurisdictions/#countries

5 https://www.oecd.org/en/publications/peer-review-of-the-automatic-exchange-of-financial-account-information-2024-update_1aa02413-en.html

6 https://verdragenbank.overheid.nl/nl/Verdrag/Details/013565

7 Ecofin, ‘Conclusions of the Ecofin council Meeting on 1 december 1997’, Official Journal of the European Communities (98/C, 2/01).

8 Landsverordening op de Winstbelasting 1940, P.B. 1999, no. 244.

9 Landsverordening van 8 maart 1995 houdende de garantie, dat op bepaalde winsten van de in de Nederlandse Antillen gevestigde naamloze vennootschappen gedurende een tijdvak van twintig jaren geen belasting verhoging zal worden toegepast, P.B. 1995, no. 83, na de wijzigingen bij P.B. 1999, no. 244.

10 Vennootschappen die onder de Garantieverordening Winstbelasting 1993 vallen, P.B. 1995, no. 83.

Pagina 4 van 4


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.