De schade van versnipperde raden - Hoofdinhoud
Het verhaal is bekend: het ineenzakken van de klassieke volkspartijen in het eerste kwart van deze eeuw – niet alleen in Nederland trouwens – heeft ver reikende gevolgen gehad. Het haalde veel verbinding in politiek en samenleving weg; het leidde tot versnippering van het politieke landschap en het schiep ruimte voor populistische stromingen.
In de meeste gemeenten is die versnippering van CDA en PvdA nog heel wat radicaler van karakter gebleken dan in de nationale politiek. Het populisme is er ook lokaal mee bevorderd maar veel minder dan in de nationale politiek. In plaats daarvan verscheen de lokale partij op het toneel, die soms trekken had van populisme maar lang niet altijd. Wel leed ook lokaal de samenhang in de maatschappij onder de ineenstorting van de oude volkspartijen.
De eigenaardigheid van de versnippering in de lokale democratie is dat die tijdens de raadsperiode vrolijk doorgaat. Fracties breken in stukken; individuele raadsleden sluiten zich bij andere partijen aan of beginnen voor zichzelf. Een jaar voor de verkiezingen volgen er nieuwe splitsingen, vooral zodra raadsleden vermoeden dat zij niet herkiesbaar zullen worden gesteld. Ook veel vertrek van wethouders vlak voor de verkiezingen heeft dreigende ‘miskenning’ door de eigen partij als oorzaak.
Versnippering en vorming van los zand in de gemeentelijke politiek hangen voorts samen met de schaalvergroting die het gemeentebestuur in Nederland heeft ondergaan. Deze heeft bestuurders geschapen die zonder veel echte binding aan de lokale bevolking steeds technocratischer te werk gingen. Zo worden zij er voor hun bevolking in wijken en dorpen niet begrijpelijker en herkenbaarder op. Veel recente schaalvergroting is bevorderd door grote decentralisatieoperaties, die niet zozeer macht decentraliseerden als wel complexiteit en (financieel) risico. Het is zelfs de vraag of je wel echt van decentralisatie kan spreken, als de uitvoering aan zulke gedetailleerde voorschriften wordt gebonden als nu herhaaldelijk gebeurt.
Dit proces van versnippering voor en tijdens de raadsperiode heeft een paar buitengewoon schadelijke effecten.
Raden krijgen allemaal veel te kleine en daardoor nogal zwakke fracties, die in kennis en politiek vermogen niet tegen het college van B&W en de ambtenaren zijn opgewassen. Te kleine partijen maken het vervolgens moeilijk een college te vormen dat voldoende innerlijke samenhang heeft: er zijn immers veel fracties nodig om een college aan de vereiste meerderheid te helpen. Met een weinig duidelijke en stabiele achterban zweven wethouders daardoor vaak in het luchtledige. Lokale partijen leveren niet minder bekwaamheid dan nationale, maar zij missen wel een gemakkelijke toegang tot de nationale en zelfs provinciale politiek. Het is dan ook geen wonder dat het er niet gemakkelijker op is geworden om aan geschikte en enthousiaste bestuurders en volksvertegenwoordigers te komen. Er zou dus echt iets aan die versnippering moeten worden gedaan.
Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want daar zijn partijen voor nodig die veel mensen weten te binden. Dat is juist een kernprobleem van de lokale democratie. Maar, het zou helpen als een deel van die versnippering – de soms vele eenmansfracties – effectief zou worden bestreden. Het zou al schelen, als de minister van BZK het voorstel in beide Kamers weet door te zetten om ook in gemeenten wettelijk te eisen dat elke partij tenminste de kiesdeler haalt, als zij in de raad een zetel wil krijgen. Nu is 75% van de kiesdeler al voldoende om voor een restzetel in aanmerking te komen.
Invoering van de kiesdeler zou in de huidige raden het aantal fracties al met 15% reduceren. Maastricht is een extreem geval, maar daar zou het vereiste van de kiesdeler vijf van de zestien fracties uit de raad halen.1) Daarmee is niet alle fragmentatie opgeheven, maar die zou wel worden ontdaan van het extreme karakter dat er nu aan kleeft. Het is bovendien een patent middel tegen afsplitsing kort voor de verkiezingen, in de hoop als eenling na verkiezingen terug te kunnen keren in de raad. De gok wordt net iets te groot.
Partijen zouden ten slotte, ook in de lokale samenleving, verbinding moeten maken met diverse organisaties en maatschappelijke initiatieven die met deze partijen ideëel verwant zijn en hen kunnen voeden met ideeën en steun. Geïsoleerde partijen zoals wij die nu kennen zijn onvoldoende in staat om mensen te overtuigen.
-
1)Kamerstukken II, 2022/23, 35 165, no. 50, bijlage 1051528, p. 46: In 75 gemeenten behaalden 89 partijen een zetel zonder de kiesdeler te hebben gehaald. Zie ook: Nora Vissers, Kiesdeler als kiesdrempel bij gemeenteraadsverkiezingen: de oplossing tegen het probleem van versnippering?, Montesquieu Instituut: Policy Paper 13.