Nota naar aanleiding van het tweede verslag - Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in een grondslag voor het gebruik van biometrie bij automatische grenscontrole

Deze nota naar aanleiding van het tweede verslag i is onder nr. E toegevoegd aan wetsvoorstel 36300 - Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in een grondslag voor het gebruik van biometrie bij automatische grenscontrole i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in een grondslag voor het gebruik van biometrie bij automatische grenscontrole; Nota naar aanleiding van het tweede verslag
Document­datum 27-05-2025
Publicatie­datum 27-05-2025
Nummer KST1197334
Kenmerk 36300, nr. E
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2024-2025

36 300        Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in een

grondslag voor het gebruik van biometrie bij automatische grenscontrole

E             NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET TWEEDE VERSLAG

Ontvangen 15 mei 2025

De regering dankt de vaste commissie voor immigratie & Asiel / JBZ-raad voor het tweede verslag. Hierna ga ik in op de gestelde vragen en gemaakte opmerkingen. Daarbij volg ik de indeling en volgorde van het tweede verslag. De oorspronkelijke tekst van het tweede verslag is integraal opgenomen in deze nota en cursief weergegeven.

  • 1. 
    Inleiding

De leden van de fractie van Groenlinks-PvdA hebben kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Wijziging van de Vreemdelingenwet

2000 teneinde te voorzien in een grondslag voor het gebruik van biometrie bij automatische grenscontrole. Deze leden wensen de regering daarover enkele vervolgvragen te stellen over het thema betrouwbaarheid. De leden van de fractie van de SP sluiten zich bij de gestelde vragen aan.

  • 2. 
    Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA

Het verbaast de leden van de fractie van Groenlinks-PvdA - gezien het feit dat de technologische ontwikkelingen zich in hoog tempo opvolgen - dat de regering in reactie op het gegeven advies door de Afdeling advisering van de Raad van State1 inzake het Self Service Passport Control-Systeem (SSPC) enkel refereert aan een onderzoek over de gebruikte gezichtsherkenningstechnologie uit 2013.2 Deze leden vragen de regering naar de reden dat er geen actueler onderzoek naar deze technologie beschikbaar was. Hoe zou de reactie van de regering op bedoeld advies van de Raad van State luiden met de informatie die thans beschikbaar is uit het meest recente kwaliteitsonderzoek naar het functioneren van het SSPC dat bij brief van 14 november 20243 aan de Tweede Kamer is aangeboden? Kan de regering toezeggen dat in de toekomst wordt voorkomen dat er - zoals in de periode tot de jaren 2017/2018 is gebeurd - een tijdspanne van tien jaar ontstaat waarin geen onderzoek plaatsvindt naar de gebruikte technologie? Kan de regering ook verklaren om welke reden uit voormeld onderzoek uit 2013 naar voren kwam dat de gebruikte technologie voldeed aan de gestelde normen, terwijl uit het meest recente kwaliteitsonderzoek blijkt dat dit niet langer het geval is?

De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA verwijzen naar de volgende passage uit de aan de orde zijnde nota naar aanleiding van het verslag: "Net zoals grenscontrole uitgevoerd door grenswachters, is geautomatiseerde grenscontrole niet perfect. Daarom worden strenge kwaliteitseisen gesteld en wordt de werking van het algoritme en het SSPC constant gemonitord. " 4

Kan de regering precies aangeven op welke specifieke "strenge kwaliteitseisen" hierbij wordt gedoeld? De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA vragen de regering daarbij tevens aan te geven op basis van welke norm het recente kwaliteitsonderzoek naar het functioneren van het SSPC - waarnaar wordt verwezen in uw brief van 14 november 2024 aan de Tweede Kamer5 - is uitgevoerd. Graag ontvangen de leden van de fractie van Groenlinks-PvdA een overzicht van de gestelde normen voor vals-positieven en vals-negatieven.

Voorts verwijzen de leden van de fractie van Groenlinks-PvdA naar de volgende passage uit voormelde brief aan de Tweede Kamer:

"De norm voor vals-negatieven wordt momenteel helaas niet gehaald; dit geldt voor alle categorieën reizigers. Het streven is om de verschillen binnen de verscheidenheid aan reizigers zoveel mogelijk te verkleinen."6

De leden van de fractie van Groenlinks-PvdA lezen hierin dat de foutmarges van gezichtsvergelijkingsalgoritmen hoger zijn voor gezichten met een donkere huidskleur en voor vrouwen ten opzichte van mannen. Is dit de correcte lezing? En indien dit het geval is, kan de regering dan duidelijk toelichten welke specifieke maatregelen zij heeft genomen om het genoemde streven - te weten het verkleinen van de verschillen binnen de verscheidenheid aan reizigers - daadwerkelijk te realiseren?

Verder concluderen de leden van de fractie van Groenlinks-PvdA uit het vorenstaande dat de gebruikte technologie niet voldoet aan de huidige normen met betrekking tot de betrouwbaarheid. Kan de regering toelichten waarom zij van mening is dat het desondanks acceptabel is om deze technologie in te zetten?

Het Ministerie van Asiel en Migratie geeft periodiek opdracht om de prestatie van het gezichtsvergelijkingsalgoritme van het SSPC te evalueren. Daarnaast worden voor het functioneren van het systeem ook andere componenten zoals de hardware, belichting en camera's onderzocht. De laatste twee onderzoeken zijn in 2013 en 2023 door een onafhankelijke partij uitgevoerd. De langere tussenperiode tussen de onderzoeken was grotendeels het gevolg van de Covid-pandemie, die het aantal reizigers en de beschikbaarheid van representatieve gegevens deed afnemen. Ook de inwerkingtreding van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), die strengere vereisten stelde aan het gebruik van bijzondere persoonsgegevens voor onderzoeksdoeleinden en de implementatie van nieuwe technologie hebben het uitvoeren van onafhankelijk onderzoek vertraagd.

Zoals eerder gecommuniceerd is het streven om het onderzoek naar het functioneren van het SSPC driejaarlijks uit te voeren. Deze frequentie is gebaseerd op de complexiteit van het onderzoek en het feit dat onderzoek met name relevant is wanneer aanpassingen aan bijvoorbeeld hardware of software zijn doorgevoerd, zodat kan worden onderzocht of deze aanpassingen tot de gewenste resultaten leiden.

De kwaliteitseisen van het gezichtsvergelijkingsalgoritme van het SSPC zijn door de Minister goedgekeurd. Het uitgangspunt is een gebalanceerd systeem dat enerzijds streng genoeg is om onterechte toegang te voorkomen en anderzijds soepel genoeg om legitieme toegang niet onnodig te blokkeren. Het onderzoek naar het functioneren van het SSPC is hoogst vertrouwelijk vanwege de bescherming van de nationale veiligheid. Het openbaar maken van het onderzoek zou namelijk de technische instellingen en de kwetsbaarheden van het systeem blootleggen die kwaadwillenden kunnen misbruiken.

Het SSPC wordt gebruikt om geautomatiseerd de gezichtsvergelijking uit te voeren. Aan de manuele balie wordt deze visueel uitgevoerd door de grenswachter. Het uitvoeren van een identiteitsverificatie is onderdeel van de grenscontrole. Er worden strenge eisen gesteld aan de gebruikte techniek, waaronder het aantal vals-negatieven en vals-positieven. Een onafhankelijke partij toetst periodiek of het gezichtsvergelijkingsalgoritme van het SSPC presteert conform de kwaliteitseisen. Zoals hierboven beschreven is het uitgangspunt een gebalanceerd systeem dat enerzijds streng genoeg is om onterechte toegang te voorkomen en anderzijds soepel genoeg om legitieme toegang niet onnodig te blokkeren.

Ten tijde van het advies van de Raad van State bij dit wetsvoorstel bleken er uit de lopende onderzoeken geen indicaties dat deze normen niet gehaald zouden worden. Uit dit onderzoek blijkt dat het SSPC voldoet aan de gestelde normen voor het aantal vals-positieven. Er wordt niet vaker dan toegestaan, een onterechte match vastgesteld tussen de documenthouder en documentaanbieder. Het bestaan van de mogelijkheid van een onterechte match betekent niet dat het SSPC onveilig of onbetrouwbaar is. Er is namelijk geen veiligheidsrisico in relatie tot onterechte toegang. Uit het onderzoek bleek ook dat het aantal vals-negatieven hoger was dan de gestelde norm. Dit betekent dat reizigers onterecht niet geautomatiseerd gematcht kunnen worden met het aangeboden document. Deze reizigers konden na een visuele identiteitsverificatie door een grenswachter alsnog de grens passeren. Dit gold voor alle categorieën, ongeacht geslacht, leeftijd of etniciteit. Ten tijde van het advies van de Raad van State is aangegeven dat volop wordt ingezet op het verbeteren van de technologie. Daarbij is het streven om de verschillen binnen de verscheidenheid aan reizigers zoveel mogelijk te verkleinen. Oorzaken hiervoor kunnen divers zijn en betrekking hebben op onder andere de kwaliteit van de gemaakte foto's, de software, de belichting van de foto's maar ook de doelgroep van het SSPC. Dit geldt eveneens voor verschillen in de resultaten van het

gezichtsvergelijkingsalgoritmeonderzoek uit 2013 en 2024. Van belang is dan ook dat als de uitkomsten van het onderzoek uit 2024 zouden zijn betrokken bij de reactie op het advies, er niet anders zou zijn geoordeeld over de betrouwbaarheid van het systeem.

Sinds het laatst uitgevoerde onderzoek is gewerkt aan diverse verbeteringen. Zo is recent een software update geweest en is gestart met het vervangen van de hardware. Naar verwachting leiden deze ertoe dat het gezichtsvergelijkingsalgoritme van het SSPC conform de gestelde kwaliteitseisen presteert. Dit wordt zoals gebruikelijk door een onafhankelijke partij getoetst.

Tot slot lezen de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA in voormelde brief aan de Tweede Kamer dat het meest recente kwaliteitsonderzoek naar het functioneren van het SSPC ter vertrouwelijke inzage ligt bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.7 Kan de regering toelichten waarom de conclusies van dit onderzoek - voor zover deze niet vertrouwelijk zijn - niet openbaar zijn gemaakt? Is de regering bereid om dit onderzoek ook aan de Eerste Kamer te doen toekomen?

Het onderzoek naar het functioneren van het SSPC is hoogst vertrouwelijk vanwege de bescherming van de nationale veiligheid. Het openbaar maken van het onderzoek zou namelijk de technische instellingen en de kwetsbaarheden van het systeem blootleggen die kwaadwillenden kunnen misbruiken. Na een zorgvuldige overweging is eerder besloten het onderzoek in vertrouwen te delen met de Tweede Kamer. Dit biedt transparantie inzake het functioneren van het geautomatiseerde grenscontrolesysteem zoals destijds gevraagd tijdens het debat. Indien het onderzoek openbaar gedeeld zou worden, zou deze door de vertrouwelijke aard grotendeels gelakt zijn en geen inzicht bieden in de gestelde vragen. Ik ben bereid om dit onderzoek ook in vertrouwen aan de Eerste Kamer te doen toekomen.

De Minister van Asiel en Migratie,

M.H.M. Faber - van de Klashorst

1

Kamerstukken II 2022/23, 36 600, nr. 4, p. 3.

2

Confidential No-Q evaluation project report II, Biometrics Pattern Recognition Group Chair of

Services, Cyber Security and Safety Faculty of Electrical Engineering, Mathematics and

Computer Science, University of Twente, dr. ir. L.J. Spreeuwers, 14 October 2013.

3

Kamerstukken II 2024/25, 36 300, nr. 11.

4

Kamerstukken II 2024/25, 36 300, C, p. 4.

5

Kamerstukken II 2024/25, 36 300, nr. 11.

6

Kamerstukken II 2024/25, 36 300, nr. 11, p. 1.

7

Kamerstukken II 2024/25, 36 300, nr. 11, p. 1, voetnoot 1.


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.