Brief van de minister van Financiën over verslag Eurogroep en Ecofinraad van 12 en 13 mei 2025 - Raad voor Economische en Financiële Zaken - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. HG toegevoegd aan dossier 21501-07 - Raad voor Economische en Financiële Zaken i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Raad voor Economische en Financiële Zaken; Brief van de minister van Financiën over verslag Eurogroep en Ecofinraad van 12 en 13 mei 2025 |
---|---|
Documentdatum | 28-05-2025 |
Publicatiedatum | 28-05-2025 |
Nummer | KST1197828 |
Kenmerk | 21501-07, nr. HG |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2024-2025
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
HG BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 mei 2025
Hierbij ontvangt u het verslag van de Eurogroep en de Ecofinraad van 12 en 13 mei 2025 in Brussel. In het verslag ga ik ook in op een viertal andere zaken.
Ten eerste stuur ik u als bijlage bij dit verslag het gewijzigde Raadsuitvoeringsbesluit van het Nederlandse Herstel- en Veerkrachtplan, waarmee de Ecofinraad heeft ingestemd.
Ten tweede ga ik in op een aanpassing van de jaarlijkse voortgangsrapportage op het budgettair-structureel plan voor de middellange termijn. De aangepaste voortgangsrapportage is als bijlage toegevoegd.
Ten derde ga ik in op de stand van zaken van de onderhandelingen inzake Omnibus I, conform de gemaakte informatieafspraken daarover met de Tweede Kamer.
Tot slot ga ik, conform de doorlopende toezegging aan de Tweede Kamer, in het verslag in op de ontwikkelingen in de raadswerkgroep over een digitale euro.
De minister van Financiën,
E. Heinen
Verslag Eurogroep en Ecofinraad 12 en 13 mei 2025
Eurogroep in Bankenunie-samenstelling (eurozone-lidstaten en Bulgarije)
Bankenunie
De voorzitter van het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme (Single Supervisory Mechanism; SSM), Claudia Buch, lichtte toe hoe de Europese bankensector ervoor staat. Zij ging in op de weerbaarheid van de Europese bankensector, de toename van risico's als gevolg van de huidige geopolitieke situatie en structurele uitdagingen als gevolg van digitalisering en klimaatverandering. Daarnaast vroeg het SSM aandacht voor versimpeling van regelgeving en het verminderen van regeldruk onder de voorwaarde dat dit geen afbreuk doet aan de financiële stabiliteit. Ook benadrukte het SSM het belang van een akkoord over het crisisraamwerk voor banken (CMDI-kader) en het voltooien van de bankenunie.1
Vervolgens gaf de voorzitter van de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (Single Resolution Board, SRB), Dominique Laboureix, een toelichting op de werkzaamheden van de SRB, waaronder de resolutieplanning en de opbouw van het Gemeenschappelijk Afwikkelfonds (Single Resolution Fund, SRF).2 Ook de SRB ging in op het belang van een akkoord op het CMDI-kader. Daarnaast onderstreepte Laboureix het pleidooi van de SSM over versimpeling van regelgeving en het verminderen van regeldruk, net als de Europese Commissie (Commissie). De Commissie vroeg daarnaast aandacht voor de implementatie van Bazel-III en gaf tevens een update over de onderhandelingen over het CMDI-kader.
Het Pools voorzitterschap van de Raad van de EU streeft naar een triloogakkoord op het CMDI-kader. Nederland zet zich daarbij in voor een versterking van de governance van de SRB en duidelijke voorwaarden voor het gebruik van sectorgefinancierde fondsen zoals het Depositogarantiefonds (DGF) en het SRF in resolutie.
Op basis van de verschillende presentaties wisselden de ministers tijdens de Eurogroep van gedachten over de gezondheid van het financiële stelsel van de eurozone, rekening houdend met de recente geopolitieke ontwikkelingen en de belangrijkste uitdagingen voor de toekomst.
Eurogroep in reguliere samenstelling (eurozone-lidstaten)
Europees stabiliteitsmechanisme (ESM) - voorbereiding van de jaarlijkse bijeenkomst in juni
Dit agendapunt is op een laat moment nog aan de agenda van de Eurogroep toegevoegd. Om die reden was dit niet opgenomen in de geannoteerde agenda voor deze Eurogroep en Ecofinraad die uw Kamer eerder ontving.3
Op 19 juni vindt de jaarlijkse vergadering van de Raad van gouverneurs van het ESM plaats in Luxemburg. Ter voorbereiding van deze vergadering gaf de voorzitter van het ESM, Pierre Gramegna, een toelichting op drie voorliggende vraagstukken. Ten eerste ging hij in op ratificatie van het herziene ESM-verdrag. Diverse lidstaten riepen Italië wederom op het herziene ESM-verdrag te ratificeren. Ten tweede kwam de aanpassing van de ESM-kapitaalsleutel aan bod. Deze kapitaalsleutel bepaalt de financiële bijdrage van elk lid aan de kapitaalvoorraad van het ESM. De huidige ESM kapitaalsleutel is gebaseerd op de ECB sleutel uit 2009. Het derde onderwerp was de herziening van het ESM-instrumentarium op basis van de zogenoemde 'toolkit-review' uit juni 2024.4
In de vergadering van de Eurogroep lag geen besluitvorming voor over genoemde vraagstukken. Het betrof een gedachtewisseling in aanloop naar de ESM-jaarvergadering in juni. Tijdens deze gedachtewisseling gaf Nederland aan dat het ESM alleen in actie dient te komen wanneer de financiële stabiliteit van een lidstaat of van de eurozone als geheel in het geding komt. Nederland beklemtoonde daarnaast dat tegenover het inzetten van instrumenten van het ESM strikte voorwaarden moeten staan die passend zijn bij het instrument.
In de geannoteerde agenda voor de ESM-jaarvergadering, Eurogroep en Ecofinraad van 19 en 20 juni wordt u uitgebreid geïnformeerd over de Nederlandse inzet op de hierboven genoemde vraagstukken.
Eurogroep in inclusieve samenstelling (EU lidstaten)
Mondiale economische ontwikkelingen en terugblik internationale bijeenkomsten
De Eurogroep werd bijgepraat over de recente internationale bijeenkomsten, waaronder de Voorjaarsvergadering van het IMF en de Wereldbank en de belangrijkste resultaten van de G7-bijeenkomst in Washington. Tevens gaf de Commissie inzicht in de ontwikkelingen in de macro-economische vooruitzichten.
Digitale euro
De ministers maakten de balans op van de besprekingen over de digitale euro die tot nu toe op ambtelijk niveau hebben plaatsgevonden in Raadswerkgroepen. De Europese Commissie, het voorzitterschap van de Raad en de Europese Centrale Bank verstrekten actuele informatie over de lopende werkzaamheden en het wetgevingsproces. In de gedachtewisseling die volgde, onderstreepten diverse lidstaten dat het noodzakelijk is om voortgang te boeken op de digitale euro. Daarbij brachten verschillende aanwezigen in dat de digitale euro meerwaarde heeft voor de weerbaarheid van Europese betaalinfrastructuur en voor de autonomie van Europa. Gezien de afname van het gebruik van contant geld zouden de offline functionaliteiten van de digitale euro in Nederland van toegevoegde waarde kunnen zijn voor de maatschappelijke weerbaarheid. Bij stroomuitval of andere verstoringen kunnen mensen dan nog tijdelijk betalen met de digitale euro's die zij offline aanhouden, bijvoorbeeld op hun telefoon. De digitale euro kan daarnaast een nieuwe betaalinfrastructuur vormen in Europa die niet afhankelijk is van niet-Europese bedrijven.
Nederland vroeg in de Eurogroep aandacht voor de niet-programmeerbaarheid van de digitale euro en voor een hoog niveau van privacy, zowel voor offline als voor online functionaliteiten van de digitale euro. Verschillende andere lidstaten benadrukten ook het belang van privacy. Daarnaast gaf Nederland aan dat de aanhoudingslimieten van de digitale euro niet te hoog moeten zijn. Dit punt vond eveneens bijklank van andere lidstaten. Ook gaf Nederland aan een proportioneel compensatiemodel te willen dat passend is voor zowel winkeliers, betaaldienstverleners als consumenten.
Diversen
De nieuwe minister van Financiën van Duitsland, Lars Klingbeil, presenteerde de beleidsprioriteiten van de nieuwe regering van Duitsland. Dit gebeurt standaard in de Eurogroep bij het aantreden van nieuwe regeringen.
Ecofinraad
Richtlijn voor btw-regels voor afstandsverkopen en btw bij invoer
De Raad heeft een akkoord bereikt over het standpunt van de lidstaten (de zogenoemde "algemene oriëntatie") over een richtlijn inzake de btw-regels voor afstandsverkopen van ingevoerde goederen en btw bij invoer.5 Doel van deze richtlijn is de inning van de btw op ingevoerde goederen te verbeteren. Dit wordt gedaan door het stimuleren van het gebruik van het éénloketsysteem voor invoer (Import One Stop Shop; IOSS). De richtlijn draagt bij aan vereenvoudiging en sluit aan bij de hervorming van het douanewetboek van de EU.
Lopende wetgevingsvoorstellen over financiële diensten
Het voorzitterschap van de Raad en de Commissie gaven een toelichting op de stand van zaken van een aantal wetgevingsvoorstellen op het terrein van financiële diensten.6 Nederland gaf in reactie op deze toelichting aan dat het voorstel over een raamwerk voor het op verzoek van de klant delen van financiële klantdata, het Financial Data Access Framework (FIDA), substantiële kosten met zich meebrengt voor de financiële sector en dat Nederland daarom voorstander is van het vereenvoudigen FIDA en verminderen van de regeldruk voor bedrijven. Nederland erkent dat FIDA kansen biedt voor innovatie en bescherming van de financiële data. Deze voordelen moeten wel opwegen tegen de kosten voor de sector.
Concurrentievermogen, versimpeling en het verbeteren van het ondernemingsklimaat in Europa in het kader van de Spaar- en Investeringsunie
De Eurocommissaris voor financiële diensten en de spaar- en investeringsunie gaf een toelichting op de Commissiemededeling over de spaar- en investeringsunie. Uw Kamer ontving hierover reeds een BNC-fiche met een appreciatie, in lijn met de dit voorjaar gepubliceerde kabinetsinzet.7 In de Ecofinraad lag geen besluitvorming voor. Er vond een informele gedachtewisseling plaats over het voorstel. De Commissie benadrukte de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de lidstaten, het Europees Parlement, de Commissie en belanghebbenden om voortgang te boeken.
Veel lidstaten gaven aan de plannen van de Commissie te verwelkomen. Daarbij werd door veel aanwezigen de urgentie en noodzaak van handelen onderstreept. Het belang van snelle voortgang bij de verdieping en integratie van de EU-kapitaalmarkten, ook in het licht van de huidige geopolitieke situatie, is voor EU-lidstaten evident. Ontwikkeling van de spaar- en investeringsunie wordt als cruciale component van versterking van de interne markt beschouwd, omdat de EU hiermee concurrerender, veerkrachtiger en autonomer kan worden. Lidstaten wezen ook op (eigen) best practices, variërend van nationale pensioenstelsels tot (fiscaal gefaciliteerde) beleggingsrekeningen. Daarbij pleitten zij voor ontwikkeling van een aantrekkelijke retail beleggingsmarkt, de vereenvoudiging van regelgeving voor bedrijven en het wegnemen van barrières in de interne markt.
Ondanks deze ambitie hadden lidstaten verschillende perspectieven ten aanzien van deelonderwerpen, zoals het Europees toezicht op de kapitaalmarkten, herziening van het securitisatieraamwerk en het Europees harmoniseren van nationale regelgeving. Volgens de Commissie is het belangrijk om voortgang te maken, want versterking van de kapitaalmarktunie is van belang voor het versterken van de concurrentiepositie van de EU.
Er was ook aandacht voor het regelgevend kader over securitisaties, nadat het Poolse voorzitterschap de lidstaten had verzocht hier specifiek op in te gaan. Hierover wordt medio juni een voorstel van de Commissie verwacht. Veel lidstaten gaven aan open te staan voor een herziening van het regelgevend kader voor securitisaties, waarmee belemmeringen die voor investeerders uit dit raamwerk kunnen voortvloeien, kunnen worden weggenomen. Tegelijkertijd werd door aanwezigen gepleit voor een goed onderbouwd en gebalanceerd voorstel, waarin de financiële stabiliteit moet worden gewaarborgd. Verschillende lidstaten benadrukten dat simplificatie niet hetzelfde is als deregulering.
Ook Nederland ziet ruimte voor hervormingen van het regelgevend kader voor securitisaties, vooral op het gebied van transparantie en zorgvuldigheidsvereisten. Gerichte aanpassingen aan prudentiële regelgeving zijn onder voorwaarden mogelijk, mits die empirisch onderbouwd zijn en de financiële stabiliteit niet in het geding komt en lessen worden getrokken uit het verleden. Ook moet het raamwerk risico-gebaseerd blijven en dienen de internationale Bazel standaarden in acht te worden genomen, zeker voor bancaire liquiditeitsvereisten.
Security Action for Europe: SAFE-verordening
De Ecofinraad besprak de SAFE-verordening (Security Action For Europe). De Commissie lichtte toe dat de SAFE-verordening een belangrijk onderdeel vormt van het witboek voor Europese Defensie en het ReArm Europe Plan - Readiness 2030. Gegeven de uitzonderlijke veiligheidssituatie die de lidstaten gezamenlijk raakt, dient de EU volgens de Commissie gecoördineerd op te treden. Hiertoe komt met het SAFEinstrument 150 miljard euro aan leningen beschikbaar om onmiddellijke defensie-investeringsbehoeften te dekken. De Commissie gaf daarbij aan dat de leningen alleen voor gezamenlijke aanbestedingen gebruikt kunnen worden.
In de bespreking uitten lidstaten brede steun voor de doelstelling van SAFE om defensie-investeringen in gezamenlijkheid op te schalen. Meerdere lidstaten verwelkomden daarbij de snelheid van de SAFE-onderhandelingen en noemden deze passend bij de urgentie in de huidige veiligheidscontext.
Ook gaven meerdere lidstaten, waaronder Nederland, aan dat het van belang is om de betrokkenheid van niet-EU partners te borgen in SAFE. Daarbij werd er steun uitgesproken voor de mogelijkheid tot participatie van onder andere het Verenigd Koninkrijk (VK) en Canada in het instrument, nadat zij een Veiligheids- & Defensiepact hebben gesloten met de EU. Ook benadrukten een aantal lidstaten, waaronder Nederland, het belang van de trans-Atlantische alliantie met de VS.
Nederland gaf aan de doelstelling van SAFE te ondersteunen. Lidstaten dienen meer te investeren in defensie en dit gezamenlijk te doen. Daarbij gaf Nederland aan dat SAFE tijdelijk en gericht dient te zijn, met waarborgen voor schuldhoudbaarheid en financiële stabiliteit.
Nederland verwelkomde dat de Raad een centrale rol heeft in de implementatie van SAFE en het aan de lidstaten is om de SAFE-financiering te alloceren. Ook uitte Nederland zich positief dat de MFK-rechtstaatverordening ook van toepassing is op SAFE en dat het Uniebudget op deze manier beschermd wordt. Tot slot verwelkomde Nederland dat licentieproductie van luchtafweersystemen mogelijk is geworden onder SAFE en dat maritieme oppervlakte- en onderwatercapaciteiten zijn aangemerkt als prioritaire capaciteiten in de verordening.
Het Poolse voorzitterschap gaf in de Ecofinraad aan te streven naar een akkoord op de SAFE-verordening. Op 21 mei jl. hebben de lidstaten in het Comité van Permanente Vertegenwoordigers ingestemd met de verordening. Formele aanname vindt plaats tijdens de Raad Algemene Zaken van 27 mei.
Economische en financiële impact van de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne
De Ecofinraad wisselde van gedachten over de economische en financiële impact van de Russische agressie tegen Oekraïne. De directeur van het 'Stockholm Institute of Transition Economics' (SITE) Torbjörn Becker was uitgenodigd om een toelichting te geven op het SITE-rapport 'Financing the Russian War Economy'.8 In de presentatie gaf SITE een toelichting op de zwakheden in de Russische economie, in het bijzonder de nog steeds grote afhankelijkheid van de inkomsten van export van olie en gas. Met de inkomsten van die export kan Rusland de oorlogsinspanningen financieren en allerlei goederen importeren. SITE benadrukte daarom het belang om Russische exportinkomsten zo veel mogelijk te limiteren en Oekraïne zoveel mogelijk te blijven steunen. De Commissie gaf vervolgens een toelichting op de implementatie van de steun van de EU aan Oekraïne. In april 2025 heeft de Commissie de derde reguliere tranche vanuit de Oekraïne-faciliteit uitbetaald aan Oekraïne. Hiermee komt het totaal aan tot nu toe uitbetaalde macro-financiële steun onder de faciliteit op 19,6 mld. euro. Eveneens heeft de Commissie in mei jl. 1 mld. euro vanuit het EU-aandeel in de G7-leningen verstrekt aan Oekraïne. Er is tot op heden 6 mld. euro uitbetaald.
In de gedachtewisseling die volgde gaf SITE aan, in reactie op vragen van enkele lidstaten, dat ook het EU sanctieregime van wezenlijk belang is en zal blijven. Nederland bracht in Oekraïne onverminderd politiek, militair en financieel te blijven steunen zolang dat nodig is. Verder sprak Nederland uit zich in te zetten voor een ambitieus 17e sanctiepakket. Dit sanctiepakket is inmiddels aangenomen in de Raad Buitenlandse Zaken van 20 mei jl. Nederland vroeg in de Ecofinraad ook aandacht voor de Oekraïense financieringsnoden. Tot slot gaf Nederland aan serieus te willen blijven kijken naar het onderzoeken van de mogelijkheden voor het gebruik van de onderliggende Russische Centrale-banktegoeden. Dit zal in gezamenlijkheid moeten gebeuren in EU- én in G7-verband.
Terugblik internationale bijeenkomsten
De Ecofinraad werd bijgepraat over de recente internationale bijeenkomsten, waaronder de Voorjaarsvergadering van het IMF en de Wereldbank en de G20-vergadering van ministers van financiën en presidenten van centrale banken van 23 en 24 april jl.
Uitvoeringsbesluit van de Raad onder de herstel- en veerkrachtfaciliteit (HVF), inclusief NL herstel- en veerkrachtplan
De Commissie gaf een korte toelichting op de implementatie van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit. De Ecofinraad stemde in met aanpassing van de uitvoeringsbesluiten ter goedkeuring van de herstel- en veerkrachtplannen (HVP) van Spanje, Slowakije, Portugal en Nederland.9 Het gewijzigde uitvoeringsbesluit van het Nederlandse HVP is als bijlage bij dit verslag gevoegd.
In de geannoteerde agenda is uw Kamer geïnformeerd over het proces en de inhoud van het gewijzigde uitvoeringsbesluit. In het nieuwe uitvoeringsbesluit zijn verschillende mijlpalen en doelstellingen naar andere betaalverzoeken verplaatst,
zowel vooruit als achteruit. Dat leidt tot een nieuwe verdeling van de middelen over de resterende betaalverzoeken. De nieuwe verdeling is als volgt:
Betaalverzoek |
Beoogde indieningsmoment |
Bedrag (voor wijziging) |
Bedrag (na wijziging) |
Derde betaalverzoek |
Q4 2025 |
€ 1,42 miljard |
€ 992 miljoen |
Vierde betaalverzoek |
Q2 2026 |
€ 751 miljoen |
€ 363 miljoen |
Vijfde betaalverzoek |
Q3 2026 |
€ 751 miljoen |
€ 1,57 miljard |
Overig
Aanpassing Jaarlijkse Voortgangsrapportage
Na indiening van de jaarlijkse voortgangsrapportage10 bij de Europese Commissie op 30 april 2025 zijn er enkele inconsistenties geconstateerd. De jaarlijkse voortgangsrapportage is op verschillende punten aangepast en wordt naar de Europese Commissie verzonden. De Commissie zal vervolgens formeel op de inhoud van de voortgangsrapportage reageren gelijktijdig met de publicatie van het lentepakket. Deze wijzingen hebben geen invloed op de inhoud en conclusies van de jaarlijkse voortgangsrapportage. De gecorrigeerde voortgangsrapportage is als bijlage bij dit verslag gevoegd.
-
?In tabel 1a (regel 1 en 2) en tabel 4 (regel 30) is de groei van de netto primaire uitgaven per jaar, en de cumulatieve groei van de netto primaire uitgaven opgesteld op basis van een foutieve toelichting in de oorspronkelijke richtlijn van de Commissie. Hierin zijn de one-offs aan de inkomstenkant niet meegenomen. Op verzoek van de Commissie wordt dit gecorrigeerd conform de correcte berekeningswijze. De cijfers worden ook in de tekst en tabel 1b aangepast.
-
?In tabel 1a (regel 4) is de cumulatieve uitgavengroei uit het budgettair-structureel plan voor de middellange termijn opgenomen, maar deze wijkt vanwege afrondingsverschillen af van het door de Raad aanbevolen maximum uitgavenpad. De reeks voor de cumulatieve uitgavengroei wordt gecorrigeerd naar het door de Raad aanbevolen maximum groei van de netto primaire uitgaven.11
-
?In tabel 4b zijn de reeksen in regel 41 en 42 verwisseld. De reeks die op regel 41 staat, behoort op regel 42 te staan, en vice versa.
-
?Zie hieronder de gecorrigeerde cijfers in de tabellen:
Tabel 1a: jaarlijkse en cumulatieve groei van de netto primaire uitgaven |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
%g |
%g |
%g |
%g |
%g |
|
Regel 1: CPB: Groei van de netto primaire uitgaven per jaar - geraamd |
5,7 |
7,9 |
3,4 |
3,2 |
4,2 |
Regel 2: CPB: Groei van netto primaire uitgaven cumulatief- geraamd |
5,7 |
14,1 |
18,0 |
21,8 |
26,9 |
Regel 4: Aanbeveling van de Raad: Groei van de netto primaire uitgaven cumulatief |
10,4 |
14,0 |
17,5 |
21,0 |
Tabel 1b: verschillenanalyse uitgavengroei budgettair structureel plan en voortgangsrapportage |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
%g |
%g |
%g |
%g |
%g |
|
Regel 1: CPB: Groei van de netto primaire uitgaven per jaar -geraamd Voorjaarsnota |
5,7 |
7,9 |
3,4 |
3,2 |
4,2 |
Regel 3: CPB: Groei van netto primaire uitgaven cumulatief- |
5,7 |
14,1 |
18,0 |
21,8 |
26,9 |
geraamd Voorjaarsnota |
Tabel 4b: Overzicht overheidsfinanciën |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
%g |
%g |
%g |
%g |
%g |
||
Regel 30: Netto primaire uitgavengroei %g |
5,7 |
7,9 |
3,4 |
3,2 |
4,2 |
|
%bbp |
%bbp |
%bbp |
%bbp |
%bbp |
%bbp |
|
Regel 41: Groei |
0,0 |
-0,4 |
-0,8 |
-0,7 |
-0,7 |
-0,7 |
Regel 42: Inflatie (HICP) |
-3,3 |
-2,2 |
-1,5 |
-1,2 |
-1,2 |
-1,2 |
Stand van zaken onderhandeling Omnibus I
Uw Kamer ontving op 6 mei de antwoorden op het schriftelijk overleg BNC fiche I-voorstel Omnibus I, voor zover die betrekking hebben op de CSRD. In het kader van de met uw Kamer gemaakte informatieafspraken informeer ik u hierbij over de laatste ontwikkelingen rond de onderhandelingen van het Omnibus I-voorstel. De Stop-de-klok-richtlijn, die uitstel regelt van de verplichtingen volgend uit de CSRD en CSDDD voor bepaalde groepen ondernemingen, is in werking getreden op 17 april jl. Op dit moment lopen de onderhandelingen over de inhoudelijke wijzigingen van de CSRD in het Omnibus I-voorstel nog.
De Nederlandse inzet bij deze onderhandelingen blijft onveranderd en conform het BNC-fiche. Daarbij blijft Nederland aandacht vragen voor de groep ondernemingen die voor het eerst sinds boekjaar 2024 moet rapporteren, maar straks niet meer onder de reikwijdte van de CSRD valt. Nederland bepleit daarom een aanvullende regeling om deze groep zo snel mogelijk de gelegenheid te geven vrijwillig te gaan rapporteren. Een aantal lidstaten heeft zich positief uitgelaten over deze regeling. Ook benadrukt Nederland het belang van een voortvarend onderhandelingsproces, zodat ondernemingen zich tijdig kunnen voorbereiden op de wijzigingen volgend uit het Omnibus I-voorstel. Het kabinet zal u conform de informatieafspraken blijven informeren over de verdere voortgang van de onderhandelingen.
Digitale euro - voortgang in de raadswerkgroep
Maandelijks informeer ik uw Kamer over de voortgang van de onderhandelingen over een digitale euro. Naast agendering van de digitale euro tijdens de Eurogroep, vond er op ambtelijk niveau een raadswerkgroep plaats om de wetsvoorstellen te bespreken. Op 15 en 16 mei jl. stonden vraagstukken rond het compensatiemodel voor een digitale euro en de rol van een digitale euro ten behoeve van de weerbaarheid van het betalingsverkeer geagendeerd.
Het compensatiemodel gaat over de vergoedingen die banken en betaaldienstverleners mogen vragen voor hun rol bij de distributie van een digitale euro. Voor het compensatiemodel worden meerdere mogelijkheden onderzocht, waaronder het koppelen van de compensatie aan bestaande digitale betalingen en het beprijzen van de digitale euro transacties op basis van daadwerkelijke kosten. Omdat een digitale euro, als die wordt ingevoerd, een nieuw betaalmiddel zal zijn, naast cash en bestaande digitale betaalmiddelen, is het uitdagend om de verwachte kosten goed in te schatten. Nederland zet zich, zoals hiervoor ook genoemd, in voor een proportioneel compensatiemodel dat zowel voor winkeliers, betaaldienstverleners als de consument passend is. De digitale euro moet een aantrekkelijk betaalmiddel zijn voor gebruik door de consument en voor acceptatie door winkeliers. Dat neemt echter niet weg dat betaaldienstverleners adequaat gecompenseerd moeten worden voor hun rol in het faciliteren van digitale euro transacties. Nederland vindt daarom dat het compensatiemodel op termijn gebaseerd dient te zijn op de daadwerkelijke kosten van digitale euro transacties. Het is daarnaast goed dat de ECB een deel van de kosten van digitale euro transacties voor haar rekening zal nemen, om zo betaaldienstverleners en winkeliers tegemoet te komen. Ook kan Nederland zich erin vinden dat basisbetaaldiensten gratis beschikbaar worden voor consumenten.
Daarnaast is tijdens de raadswerkgroep gesproken over ‘open funding’: de mogelijkheid om, op verzoek van de gebruiker, automatisch geld van een reguliere betaalrekening naar een digitale euro rekening over te laten maken, bijvoorbeeld als de gebruiker altijd een bedrag aan (offline) digitale euro’s ter beschikking wil hebben. Het is goed als banken en betaaldienstverleners met elkaar kunnen concurreren om digitale euro diensten aan te bieden aan consumenten en winkeliers. Nederland vindt wel dat er daarbij aandacht moet zijn voor het mogelijke gevolg als grote, niet-Europese betaalbedrijven of BigTechs een rol gaan spelen bij de digitale euro die met het oog op strategische autonomie onwenselijk zou zijn.
Tenslotte is tijdens de raadswerkgroep gesproken over de mogelijke bijdrage van de digitale euro aan de weerbaarheid van het betalingsverkeer. Specifiek op dit gebied kan een digitale euro voor Nederland van toegevoegde waarde zijn, omdat offline functionaliteiten van de digitale euro tijdelijk beschikbaar zouden kunnen zijn wanneer andere betaalmethodes verstoord of onderbroken zijn. Nederland zet zich daarom in voor offline functionaliteiten van de digitale euro vanaf de eerste uitgifte. Daarnaast vraagt Nederland er aandacht voor dat de digitale euro op Europese infrastructuur gestoeld is en dat deze infrastructuur dusdanig wordt ontworpen dat deze weerbaar is (preparedness-by-design) .
9
SSM, ‘Written overview for the exchange of views of the Chair of the Supervisory Board of the ECB with the Eurogroup on 12 May 2025', ssm-statement-without-embargo-sign.pdf.
SRB, ‘SRB Bi-annual reporting note to Eurogroup - May 2025', 2025-05-12-ssm-statement-without-embargo-sign.pdf.
Kamerstukken II 2024-2025, 21501-07-2111, 30 april 2025.
2024-06-17 ESM Staff Report on Comprehensive Review.pdf
Brussel, 13 mei 2025, Btw-regels: Raad bepaalt standpunt over richtlijn om invoerbelastingen te vereenvoudigen - Consilium.
Brussel, ‘AOB for the meeting of the Economic and Financial Affairs Council of 13 May 2025: Current financial services legislative proposals - Information from the Presidency', 7701/25,
mei 2025, https://data.consilium.europa.eu/doc/document/ST-7701-2025-INIT/en/pdf.
7 Kamerstukken II 2024/25, 22 112, nr. 4043, 25 april 2025.
Stockholm Institute of Transition Economics, april 2025, financing-the-russian-war-economy-stockholm-institute-of-transition-economics.pdf.
Brussel, 13 mei 2025, Herstel- en veerkrachtfonds: Raad keurt gewijzigde plannen Nederland, Portugal, Slowakije en Spanje goed - Consilium.
Rijksoverheid (2025) Jaarlijkse voortgangsrapportage voor het budgettair-structureel plan voor de middellange termijn (link)
Council of the European Union (2025) Council recommendation setting the net expenditure path of the Netherlands (link)