Besluit 2025/1121 - Standpunt EU in het Handelscomité dat is opgericht bij de Vrijhandelsovereenkomst met Nieuw-Zeeland, over wijzigingen van die overeenkomst met betrekking tot de fundamentele beginselen en rechten op het werk - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Besluit (EU) 2025/1121 van de Raad van 27 mei 2025 over het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Handelscomité dat is opgericht bij de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Nieuw-Zeeland, over wijzigingen van die overeenkomst met betrekking tot de fundamentele beginselen en rechten op het werkofficiële Engelstalige titel
Council Decision (EU) 2025/1121 of 27 May 2025 on the position to be taken on behalf of the European Union within the Trade Committee established by the Free Trade Agreement between the European Union and New Zealand as regards amendments to that Agreement concerning fundamental principles and rights at workRechtsinstrument | Besluit |
---|---|
Wetgevingsnummer | Besluit 2025/1121 |
Regdoc-nummer | ST(2025)8355 |
Origineel voorstel | COM(2025)183 ![]() ![]() |
Celex-nummer i | 32025D1121 |
Document | 27-05-2025; Datum goedkeuring |
---|---|
Inwerkingtreding | 27-05-2025; in werking datum document zie art 2 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
Publicatieblad van de Europese Unie |
NL L-serie |
2025/1121 |
3.6.2025 |
BESLUIT (EU) 2025/1121 VAN DE RAAD
van 27 mei 2025
over het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Handelscomité dat is opgericht bij de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Nieuw-Zeeland, over wijzigingen van die overeenkomst met betrekking tot de fundamentele beginselen en rechten op het werk
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Nieuw-Zeeland (de “overeenkomst”) (1) werd bij Besluit (EU) 2024/244 van de Raad (2) door de Unie gesloten en is op 1 mei 2024 in werking getreden. |
(2) |
Op grond van artikel 24.2, lid 2, punt i), van de overeenkomst kan het bij artikel 24.1, lid 1, van de overeenkomst opgerichte Handelscomité besluiten tot wijziging van de overeenkomst vaststellen. Op grond van artikel 24.3, punt j), van de overeenkomst kan het Handelscomité besluiten betreffende multilaterale arbeidsnormen en -overeenkomsten vaststellen tot wijziging van artikel 19.3, leden 3 en 4, van de overeenkomst. |
(3) |
Op grond van artikel 19.3, lid 4, van de overeenkomst kan het Handelscomité uiterlijk op zijn eerste vergadering een besluit vaststellen tot wijziging van artikel 19.3, lid 3, van de overeenkomst om de opneming van een veilige en gezonde werkomgeving in het kader van de fundamentele beginselen en rechten op het werk van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) weer te geven. |
(4) |
Het Handelscomité moet tijdens zijn eerste vergadering een besluit vaststellen tot wijziging van artikel 19.3, lid 3, van de overeenkomst teneinde een veilige en gezonde werkomgeving toe te voegen aan de lijst van fundamentele beginselen en rechten op het werk in dat artikel, in overeenstemming met Resolutie I (3), die op 10 juni 2022 door de 110e Internationale Arbeidsconferentie werd aangenomen. De verwijzing naar de IAO-verklaring over de fundamentele principes en rechten met betrekking tot werk in artikel 19.3, lid 3, van de overeenkomst moet ook worden geactualiseerd om die in overeenstemming te brengen met de meest recente wijziging van die verklaring. |
(5) |
Na de wijziging van artikel 19.3, lid 3, van de overeenkomst zal de verklaring in de voetnoot bij artikel 19.3, lid 5, van de overeenkomst waarin wordt aangegeven dat alle lidstaten de fundamentele verdragen van de IAO hebben geratificeerd, achterhaald zijn. Het is daarom passend die voetnoot te schrappen. |
(6) |
Het is passend het namens de Unie in het Handelscomité in te nemen standpunt vast te stellen, aangezien het besluit van het Handelscomité over wijzigingen van de overeenkomst met betrekking tot de fundamentele beginselen en rechten op het werk voor de Unie bindend zal zijn. |
(7) |
Het namens de Unie in het Handelscomité in te nemen standpunt moet daarom inhouden dat de vaststelling van het aangehechte ontwerpbesluit van het Handelscomité gesteund wordt, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de eerste vergadering van het bij artikel 24.1, lid 1, van de Vrijhandelsovereenkomst tussen de Europese Unie en Nieuw-Zeeland opgerichte Handelscomité wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Handelscomité.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Brussel, 27 mei 2025.
Voor de Raad
De voorzitter
-
A.SZŁAPKA
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.