Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van SZW en de staatssecretaris van Financiën - FB&D over de aanbeveling van het Benelux Parlement inzake grensoverschrijdend telewerk - Voorstel van wet van de leden Van Weyenberg en Maatoug tot wijziging van de Wet flexibel werken in verband met het bevorderen van flexibel werken naar arbeidsplaats (Wet werken waar je wilt)

Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. M toegevoegd aan wetsvoorstel 35714 - Initiatiefvoorstel Wet werken waar je wilt i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van de leden Van Weyenberg en Maatoug tot wijziging van de Wet flexibel werken in verband met het bevorderen van flexibel werken naar arbeidsplaats (Wet werken waar je wilt); Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van SZW en de staatssecretaris van Financiën - FB&D over de aanbeveling van het Benelux Parlement inzake grensoverschrijdend telewerk
Document­datum 06-06-2025
Publicatie­datum 06-06-2025
Nummer KST1199248
Kenmerk 35714, nr. M
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2024-2025

35 714             Voorstel van wet van de leden Van Weyenberg en Maatoug tot

wijziging van de Wet flexibel werken in verband met het bevorderen van flexibel werken naar arbeidsplaats (Wet werken waar je wilt)

M                   VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 3 juni 2025

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft schriftelijk overleg gevoerd met de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane over de aanbeveling van het Benelux Parlement over grensoverschrijdend telewerk. Bijgaand brengt de commissie hiervan verslag uit. Dit verslag bestaat uit:

  • De uitgaande brieven van 15 april 2025.
  • De antwoordbrief van de staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane van 3 juni 2025.

De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van der Bijl

Aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Den Haag, 15 april 2025

In hun plenaire zitting van 21 en 22 maart 2025 heeft het Benelux Parlement unaniem een aanbeveling aangenomen over grensoverschrijdend telewerk. Deze aanbeveling treft u aan in de bijlage bij deze brief.

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid verzoeken u commissiebreed om een inhoudelijke reactie naar aanleiding van deze aanbeveling, met inbegrip van een tijdlijn waarbinnen u voornemens bent om de aanbevelingen uit te gaan voeren. De commissie ontvangt uw reactie graag uiterlijk in mei 2025.

Een gelijkluidende brief wordt toegezonden aan de staatssecretaris voor Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane.

Dr. M.L. Vos

Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de staatssecretaris Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane

Den Haag, 15 april 2025

In hun plenaire zitting van 21 en 22 maart 2025 heeft het Benelux Parlement unaniem een aanbeveling en een verklarend verslag bij deze aanbeveling aangenomen over grensoverschrijdend telewerk. Het verslag, dat dient als toelichting, maakt integraal deel uit van de aanbeveling. Deze aanbeveling en het bijbehorende rapport treft u aan in de bijlagen bij deze brief.

De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid verzoeken u commissiebreed om een inhoudelijke reactie naar aanleiding van deze aanbeveling, met inbegrip van een tijdlijn waarbinnen u voornemens bent om de aanbevelingen uit te gaan voeren. De commissie ontvangt uw reactie graag uiterlijk in mei 2025.

Een gelijkluidende brief wordt toegezonden aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Dr. M.L. Vos

Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 3 juni 2025

In de plenaire zitting van 21 en 22 maart 2025 heeft het Benelux Parlement unaniem een aanbeveling en een verklarend verslag bij deze aanbeveling aangenomen over grensoverschrijdend telewerk. De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben het kabinet verzocht om inhoudelijke te reageren op deze aanbeveling. Daarbij wordt tevens verzocht om aan te geven op welke termijn uitvoering wordt gegeven aan deze aanbeveling.

De aanbeveling over grensoverschrijdend telewerk bestaat uit 15 verzoeken om de Benelux Unie economisch verder te ontwikkelen door middel van het verder faciliteren en ontwikkelen van een barrièrevrije interne (arbeids)markt. In dit kader wordt de thuiswerkproblematiek van grenswerkers gezien als een belemmering voor de interne arbeidsmarkt en de economische unie van de Benelux Unie. De verzoeken liggen zowel op het gebied van de sociale zekerheid als de fiscaliteit. De Benelux-landen worden verzocht om nader te onderzoeken op welke wijze fiscale belemmeringen kunnen worden weggenomen die door werkgevers en werknemers worden ervaren bij grensoverschrijdend telewerken en op welke wijze de coördinatie tussen belastingheffing en sociale zekerheid kan worden verbeterd.

De werkafspraken omtrent beantwoording van de aanbeveling van het Benelux Parlement voorzien in één gezamenlijke beantwoording namens de drie Benelux lidstaten. Hiervoor is onderlinge afstemming nodig tussen de lidstaten en het is niet mogelijk om daarop vooruit te lopen. Het is derhalve ook niet mogelijk om aan de hand van een tijdlijn aan te geven wat de vervolgstappen zullen zijn en op welke wijze er uitvoering zal worden gegeven aan de aanbeveling. Dat zal eveneens op gezamenlijke wijze moeten worden bepaald. Het antwoord zal worden aangeboden tijdens één van de drie plenaire sessies die per jaar plaatsvinden. Dit proces is al gestart om het Assemblee binnen een redelijke termijn van antwoord te voorzien.

Wel kan worden toegelicht wat de inzet van het kabinet is op het gebied van grensoverschrijdend telewerk en kan nader worden ingegaan op actuele ontwikkelingen.

Fiscaliteit

Het kabinet richt zich op een tweetal fiscale maatregelen om grensoverschrijdend telewerk te faciliteren: 1) Nederland stelt voor om een thuiswerkmaatregel gericht op grenswerkers op te nemen in de bilaterale belastingverdragen met buurlanden. Een voorbeeld van een dergelijke regeling is een drempelregeling waarbij tot een bepaald aantal dagen thuisgewerkt kan worden zonder verschuiving van het heffingsrecht naar de woonstaat. Daarbij zou Nederland qua percentage, waar mogelijk, het liefst aansluiting zoeken bij de sociale zekerheid2.

  • 2) 
    Het ontstaan van een zogenoemde vaste inrichting3 kan voor de werkgever leiden tot (administratieve) verplichtingen voor de loonbelasting en vennootschapsbelasting in het woonland van de werknemer. De onzekerheid hierover lijkt voor werkgevers een belemmering te kunnen zijn om thuiswerken toe te staan of om grensarbeiders in dienst te nemen. Nederland zou werkgevers door middel van een bilaterale overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten graag meer zekerheid bieden over het niet-bestaan van een vaste inrichting van de werkgever in het woonland van de werknemer als gevolg van thuiswerken over de grens.

Met Duitsland en België zijn er de afgelopen jaren regelmatig overleggen geweest over de hiervoor omschreven maatregelen. Dit heeft erin geresulteerd dat eind 2023 met België een verduidelijkende overeenkomst is gesloten over het niet-bestaan van een vaste inrichting van de werkgever in het woonland van de werknemer als gevolg van thuiswerken over de grens.4 Daarentegen is het nog niet gelukt om afspraken te maken over een thuiswerkregeling. De gesprekken zijn nog gaande.

Daarnaast is het gelukt om met Duitsland afspraken te maken over het opnemen van drempelregeling in het belastingverdrag, waardoor grenswerkers jaarlijks maximaal 34 dagen kunnen thuiswerken waarbij het heffingsrecht volledig blijft bij het land waar de werkgever is gevestigd. Het is een eerste stap om de mogelijkheden voor grenswerkers om thuis te werken te verbeteren. Het wijzigingsprotocol waarmee het belastingverdrag wordt gewijzigd is op 14 april 2025 ondertekend. Voordat de wijzigingen in werking treden, wordt het wijzigingsprotocol eerst aan de Raad van State voorgelegd, waarna deze ter goedkeuring naar het parlement wordt gestuurd. De goedkeuringsprocedure moet dit jaar worden afgerond, zodat de wijzingen op 1 januari 2026 kunnen ingaan. Ook het Duitse parlement moet akkoord gaan met de wijzigingen.

Volledigheidshalve is het ook goed om te benoemen dat de problematiek rondom grensoverschrijdend telewerk ook in breder internationaal verband op OESO- en EU-niveau wordt besproken.

Sociale zekerheid

Werknemers kunnen op basis van de Europese kaderovereenkomst inzake structureel grensoverschrijdend telewerk, telewerken in de woonstaat tot 50% van de totale arbeidstijd, zonder dat dit leidt tot een wijziging van de toepasselijke socialezekerheidswetgeving. Andersom moet er ten minste 50% van de totale arbeidstijd fysiek gewerkt worden in de lidstaat waar de werkgever is gevestigd. Nederland, België en Luxemburg hebben de kaderovereenkomst op 1 juli 2023 ondertekend.

Weliswaar hebben de 23 lidstaten die zich hebben aangesloten bij deze kaderovereenkomst een regeling getroffen voor werknemers die in hun woonland telewerken, maar dit is een voorlopige voorziening die is overeengekomen vooruitlopend op een wijziging van Verordening 883/2004 i. De uitvoering van de kaderovereenkomst is arbeidsintensief en omvat niet alle nieuwe vormen van werk. Zelfstandigen worden bijvoorbeeld niet gedekt.

Nederland pleit er daarom in EU verband voor dat er aanwijsregels moeten komen in Verordening 883/2004 i voor nieuwe vormen van werk en nieuwe vormen van grensoverschrijdende mobiliteit, bijvoorbeeld voor telewerken om de grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit in de grensstreek te faciliteren. Dit punt is onderdeel van de inzet op een bredere modernisering van Verordening 883/2004. Om deze oproep kracht bij te zetten spoort Nederland in een recent nonpaper de Europese Commissie aan om een nieuw herzieningsvoorstel in te dienen dat leidt tot de gewenste modernisering. Bij een wijziging van de aanwijsregels wil Nederland ook aandacht voor de interactie met de regels in het fiscale domein.5

Mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

De staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane, T. van Oostenbruggen

6

1

Samenstelling:

Kemperman (Fractie-Kemperman), Heijnen (BBB), Griffioen (BBB), Van Gasteren (BBB), Van Wijk (BBB), Vos (GroenLinks-PvdA (voorzitter), Ramsodit (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Fiers (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Petersen (VVD), Geerdink (VVD), Van Ballekom (VVD), Bakker-Klein (CDA), Bovens (CDA), Moonen (D66) (ondervoorzitter), Belhirch (D66), Bezaan (PVV), Koffeman (PvdD), Nanninga (JA21), Van Apeldoorn (SP), Huizinga-Heringa (CU), Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

2

Werknemers kunnen op basis van de kaderovereenkomst telewerken in de woonstaat tot 50% van de totale arbeidstijd, zonder dat dit leidt tot een wijziging van de toepasselijke socialezekerheidswetgeving

3

Een duidelijk voorbeeld van een vaste inrichting is een filiaal van een Belgische onderneming in Nederland (zonder dat hiervoor een aparte rechtspersoon is opgericht). Als er sprake is van een vaste inrichting van een buitenlandse werkgever in Nederland, is die werkgever in Nederland belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (voor winsten van de vaste inrichting) en inhoudingsplichtig voor de loonbelasting.

4

Stct. 2023, 33856.

5

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2025/02/14/bijlage-2-non-paper-

modernisation-of-social-security-coordination-in-the-eu


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.