Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van KGG over onderdelen van de Klimaatnota 2024 die zien op de bijdrage van de landbouwsector aan klimaatdoelen - Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. BJ toegevoegd aan dossier 32813 - Kabinetsaanpak Klimaatbeleid.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Kabinetsaanpak Klimaatbeleid; Verslag van een schriftelijk overleg met de minister van KGG over onderdelen van de Klimaatnota 2024 die zien op de bijdrage van de landbouwsector aan klimaatdoelen
Document­datum 06-06-2025
Publicatie­datum 06-06-2025
Nummer KST32813BJ
Kenmerk 32813, nr. BJ
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2024-2025

32 813

BJ

Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 6 juni 2025

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 heeft schriftelijk overleg gevoerd met de Minister van Klimaat en Groene Groei over onderdelen van de Klimaatnota 2024 die zien op de bijdrage van de landbouwsector aan de klimaatdoelen. Bijgaand brengt de commissie hiervan verslag uit. Dit verslag bestaat uit:

  • • 
    De uitgaande brief van 16 april 2025.
  • • 
    De antwoordbrief van 5 juni 2025.

De griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

De Boer

1 Samenstelling:

Oplaat (BBB) (voorzitter), Jaspers (BBB), Van Knapen (BBB), Kemperman (Fractie-Kemperman), Kluit (GroenLinks-PvdA), Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Fiers (GroenLinks-PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA) (ondervoorzitter), Van Ballekom

(VVD), Meijer (VVD), Van de Linden (VVD), Rietkerk (CDA), Prins (CDA), Aerdts (D66), Van Meenen (D66), Van Kesteren (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), De Vries (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

kst-32813-BJ

ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2025

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Minister van Klimaat en Groene Groei

Den Haag, 16 april 2025

De leden van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van

24 oktober 2024 ter aanbieding van de Klimaatnota 2024.1 De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA en de SP gezamenlijk, de PvdD en SP gezamenlijk en de ChristenUnie en de SP gezamenlijk hebben over de onderdelen van de Klimaatnota 2024 die zien op de bijdrage van de landbouwsector aan klimaatdoelen enkele vragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA en de SP

Op welke wijze wordt de klimaatopgave meegenomen in de ministeriële commissie Economie en Natuurherstel die zich buigt over de stikstofpro-blematiek? Bent u daar bezig met het invullen van een tussendoel voor 2040 en 2050 zoals de WKR heeft geadviseerd?

In de Eerste Kamer is motie Bovens c.s. (36 600 XXIII, L) aangenomen die stelt dat er door de landbouwsector ook gebruik gemaakt kan worden van het klimaatfonds. De leden hebben aan de Minister van LVVN gevraagd om zich in te zetten om deze middelen daadwerkelijk aan de sector toebedeeld te krijgen. Op welke wijze is hier kabinetsbreed, dan wel tussen de Ministeries van LVVN en KGG over gesproken? Welke inhoudelijke argumenten zijn daarbij gewisseld? Hoe ver is het kabinet gevorderd met passende budgetten voor klimaatmitigatie en adaptatie voor de landbouw en natuursectoren beschikbaar te stellen?

Wat gaat u doen om de doelen voor het veenweidegebied en de bossector alsnog binnen bereik te brengen? Er is nog geen sprake van doelbereik voor de landbouwsector. Andere sectoren moeten dan waarschijnlijk meer bijdragen, daar u stuurt op doelrealisatie van de internationale verplichtingen. Naar welke sectoren kijkt u om het totale doelbereik alsnog te behalen? Welke concrete maatregelen staan daar ingeboekt?

Boeren ondervinden steeds meer schade door de klimaatverandering. Terwijl deze vraag wordt getypt, is op het nieuws dat er wederom gevreesd wordt voor een droog voorjaar die de oogsten negatief dreigen te beïnvloeden. Er is al bekend dat landbouwgrond verloren zal gaan als gevolg van verzilting. Tegelijkertijd kaarten verzekeraars steeds meer aan dat klimaatgerelateerde schades te hoog worden om te verzekeren. Kunt u reflecteren op deze twee ontwikkelingen en schetsen hoe u hiermee wil omgaan? Hoe gaat u boeren helpen om meer fysieke veerkracht op hun boerderij te ontwikkelen voor het opvangen van droogtes en wateroverlast?

Het klimaat verandert en boeren werken in de frontlinie van deze ontwikkeling. Bekend is dat juist de stabiliteit van het klimaat verstoord raakt en boeren dus toenemend geconfronteerd zullen worden met droogtes, buien en schadelijk weer als hagel en storm. Het is belangrijk om nu een landbouwsector te ontwikkelen die dat soort klappen in het bedrijfsmodel kan opvangen. Hoe werkt u hieraan en hoe gaat u de boeren van de toekomst een goede toekomst bieden?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van de PvdD en de SP

Kunt u puntsgewijs reageren op de vijf hoofdaanbevelingen van de WKR in haar advies «Boeren in een veranderend klimaat»? Hoe gaat u ervoor zorgdragen dat de landbouw haar klimaatdoelen haalt?

De glastuinbouw, veehouderij en mobiele werktuigen zorgen voor de grootste uitstoot van broeikasgassen in de landbouw. Hoe gaat u deze uitstoot verminderen? Is het volgens u mogelijk om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen bij de huidige productiehoeveelheden? Zo ja, hoe wil u dit bewerkstelligen?

Hoe past de discussie over landbouw en klimaat in het bredere debat over duurzame en dierwaardige landbouw? Hoe gaat u alle maatschappelijke doelen op het gebied van landbouw realiseren? Het advies van de WKR stelt dat er, rekening houdend met regionale verschillen, naast technische en managementmaatregelen ook structuurmaatregelen nodig zijn om de verschillende doelen te behalen. Denkt u dat de ingezette beëindigingsre-gelingen voldoende zullen zijn om de structuur van de veehouderij zodanig te veranderen dat de veehouderij aan de verschillende maatschappelijke doelen voldoet?

Wat gaat u doen om de doelen van de global methane pledge te halen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van de ChristenUnie en de SP

In de Klimaatnota 2024 staat «Er is dus sprake van een licht dalende trend richting 2030 maar het effect van het beleid is nog niet voldoende om het landbouwdoel te halen.». Welk aanvullend beleid zou nodig zijn om dat doel wel te halen? Welke consequenties heeft het niet halen van de klimaatdoelen in de landbouw?

De leden van de vaste commissie voor LNV zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 14 mei 2025.

Voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G.J. Oplaat

BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juni 2025

Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, de antwoorden op de vragen van de fracties van GroenLinks-PvdA en SP gezamenlijk, PvdD en SP gezamenlijk, en ChristenUnie en SP gezamenlijk over onderdelen van de Klimaatnota 2024 die zien op de bijdrage van de landbouwsector aan klimaatdoelen (176027.02U, ingezonden 16-4-2025).

De Minister van Klimaat en Groene Groei,

S.Th.M. Hermans

176027.02U

Vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA en de SP

1

Op welke wijze wordt de klimaatopgave meegenomen in de ministeriële commissie Economie en Natuurherstel die zich buigt over de stikstofpro-blematiek? Bent u daar bezig met het invullen van een tussendoel voor 2040 en 2050 zoals de WKR heeft geadviseerd?

Antwoord

Er is afgesproken om in de Ministeriële Commissie Economie en Natuurherstel (MCEN) het effect van maatregelen op de klimaatopgave voor veehouderij/akkerbouw inzichtelijk te maken voor de besluitvorming van deze commissie, vanwege de inhoudelijke overlap tussen stikstof- en broeikasgasreducerende maatregelen in de landbouw. Daarbij is afgesproken in de Voorjaarsbesluitvorming te bezien wat de maatregelen uit de MCEN bijdragen aan de klimaatopgave veehouderij/akkerbouw en in hoeverre voor het behalen van dit doel nog aanvullende besluitvorming nodig is. Er is afgesproken het klimaateffect van de maatregelen waartoe de MCEN besluit inzichtelijk te maken. Voor wat betreft besluitvorming over klimaatdoelen na 2030 wacht het kabinet eerst de voorstellen van de Europese Commissie voor een Europees 2040-doel af. De MCEN is niet het gremium waarin wordt besloten over klimaatdoelen. Over het WKR-advies krijgt u spoedig een separate kabinetsreactie.

2

In de Eerste Kamer is de motie Bovens c.s. (36 600 XXIII, L) aangenomen die stelt dat er door de landbouwsector ook gebruik gemaakt kan worden van het klimaatfonds. De leden hebben aan de Minister van LVVN gevraagd om zich in te zetten om deze middelen daadwerkelijk aan de sector toebedeeld te krijgen. Op welke wijze is hier kabinetsbreed, dan wel tussen de Ministeries van LVVN en KGG over gesproken? Welke inhoudelijke argumenten zijn daarbij gewisseld? Hoe ver is het kabinet gevorderd met passende budgetten voor klimaatmitigatie en adaptatie voor de landbouw en natuursectoren beschikbaar te stellen?

Antwoord

In aanloop naar de Voorjaarsbesluitvorming hebben verschillende gesprekken plaatsgevonden over de klimaatopgaves in de verschillende sectoren tussen de betrokken bewindspersonen. In de gesprekken met de Minister en Staatssecretaris van LVVN over de voortgang van het klimaatbeleid in de landbouw- en landgebruikssector is ook het Klimaat-fonds aan de orde gekomen. Ook in de bredere Voorjaarsbesluitvorming heeft dit onderwerp op tafel gelegen. In deze gesprekken speelde onder andere mee dat de landbouwsector wettelijk is uitgesloten van het Klimaatfonds (met uitzondering van energetische maatregelen), maar ook de specifieke voorwaarden van toekenning onder het Klimaatfonds zijn meegewogen. Uiteindelijk is het kabinet in de Voorjaarsnota tot een integraal besluit gekomen over toekenning van middelen. Zoals ik in mijn Kamerbrief van 25 april2 heb aangegeven, zit er een reservering in het klimaatfonds voor de verduurzaming van landbouwvoertuigen en normering en stimulering van biobased bouwen.

3

Wat gaat u doen om de doelen voor het veenweidegebied en de bossector alsnog binnen bereik te brengen? Er is nog geen sprake van doelbereik

voor de landbouwsector. Andere sectoren moeten dan waarschijnlijk meer bijdragen, daar u stuurt op doelrealisatie van de internationale verplichtingen. Naar welke sectoren kijkt u om het totale doelbereik alsnog te behalen? Welke concrete maatregelen staan daar ingeboekt?

Antwoord

Op verschillende manieren wordt gewerkt aan de doelen voor de bossensector en veenweide en het overkoepelende klimaatdoel voor landgebruik. Het kabinet heeft in het Hoofdlijnenakkoord € 500 miljoen structureel gereserveerd voor Agrarisch Natuurbeheer (ANB). Daarvan is bij de Voorjaarsbesluitvorming circa € 200 miljoen structureel naar de begroting van LVVN overgeheveld. De inzet van deze middelen wordt nader uitgewerkt in overleg met de provincies. Het ANB stimuleert agrariërs om bij te dragen aan natuur-, water- en klimaatdoelen en stelt daar een passende vergoeding voor beschikbaar. De inzet richt zich met prioriteit op gebieden waar een grote opgave ligt, zoals gebieden rond stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden en veenweidengebieden. Daarnaast hebben de provincies in 2024 in hun maatregelpakketten (koplopermaatregelen) een groot budget ontvangen voor maatregelen in, onder andere, de bossensector en veenweiden. In de MCEN wordt tevens besloten over maatregelen die mogelijk invloed hebben op de landge-bruikssector. In het startpakket MCEN waartoe op 25 april is besloten en gecommuniceerd4 staan naast uitbreiding agrarisch natuurbeheer ook extra natuurherstelmaatregelen genoemd. Het PBL zal in de Klimaat- en Energieverkenning 2025 een inschatting geven van doelbereik in deze sector. Mocht blijken dat het doel niet binnen bereik is, neemt het kabinet maatregelen; afhankelijk van de situatie kan dat gericht zijn op betere implementatie van bestaand beleid, op het wegnemen van belemmeringen in de uitvoering, of op het formuleren van alternatief beleid conform het Regeerprogramma.

4

Boeren ondervinden steeds meer schade door de klimaatverandering. Terwijl deze vraag wordt getypt, is op het nieuws dat er wederom gevreesd wordt voor een droog voorjaar die de oogsten negatief dreigen te beïnvloeden. Er is al bekend dat landbouwgrond verloren zal gaan als gevolg van verzilting. Tegelijkertijd kaarten verzekeraars steeds meer aan dat klimaatgerelateerde schades te hoog worden om te verzekeren. Kunt u reflecteren op deze twee ontwikkelingen en schetsen hoe u hiermee wil omgaan? Hoe gaat u boeren helpen om meer fysieke veerkracht op hun boerderij te ontwikkelen voor het opvangen van droogtes en wateroverlast? Het klimaat verandert en boeren werken in de frontlinie van deze ontwikkeling. Bekend is dat juist de stabiliteit van het klimaat verstoord raakt en boeren dus toenemend geconfronteerd zullen worden met droogtes, buien en schadelijk weer als hagel en storm. Het is belangrijk om nu een landbouwsector te ontwikkelen die dat soort klappen in het bedrijfsmodel kan opvangen. Hoe werkt u hieraan en hoe gaat u de boeren van de toekomst een goede toekomst bieden?

Antwoord

Om de landbouw voor te bereiden op de gevolgen van klimaatverandering - zoals droogte, wateroverlast en verzilting - en voedselzekerheid te waarborgen heeft het Ministerie van LVVN in samenwerking met betrokken partijen het Actieprogramma Klimaatadaptatie Landbouw (AP KAL) ontwikkeld. Het doel van dit actieprogramma is dat in 2030 alle ondernemers in de land- en tuinbouw zijn voorbereid om duurzaam en effectief te kunnen omgaan met de veranderingen in het klimaat. Acties hiervoor zijn bijvoorbeeld gericht op water beter vasthouden in landbouw-

bodems via bodem- en watermaatregelen, verminderen van hittestress bij vee en aanpassen van teelt- en veehouderijsystemen alsook veredeling voor nieuwe rassen en gewassen die minder gevoelig zijn voor bijvoorbeeld droogte of voor zout. AP KAL is een van de prioriteiten in de Nationale klimaatadaptatiestrategie (NAS).

Het Ministerie van LVVN heeft voor de komende vijf jaar (2026-2030) een aanpak uitgewerkt voor klimaatadaptatie landbouw, gericht op het vullen van een goed gevulde «gereedschapskist» voor agrariërs met onder meer maatregelen voor duurzaam bodem- en waterbeheer, innovatieve groenblauwe oplossingen en weerbare teeltsystemen. Voor dit plan is nog geen dekking, zie antwoord op vraag 2.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van de PvdD en de SP

5

Kunt u puntsgewijs reageren op de vijf hoofdaanbevelingen van de WKR in haar advies «Boeren in een veranderend klimaat»? Hoe gaat u ervoor zorgdragen dat de landbouw haar klimaatdoelen haalt?

Antwoord

Over het briefadvies van de WKR zult u spoedig een separate kabinetsreactie ontvangen.

6

De glastuinbouw, veehouderij en mobiele werktuigen zorgen voor de grootste uitstoot van broeikasgassen in de landbouw. Hoe gaat u deze uitstoot verminderen? Is het volgens u mogelijk om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen bij de huidige productiehoeveelheden? Zo ja, hoe wil u dit bewerkstelligen?

Antwoord

In mijn Kamerbrief van 25 april3 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitkomst van de Voorjaarsbesluitvorming met betrekking tot klimaat. Met de glastuinbouw was reeds een convenant afgesproken waarbij de sector zichzelf de eis heeft gesteld om in 2040 emissieneutraal te zijn. Onderdeel van dit pakket zijn maatregelen die zien op de verduurzaming van de glastuinbouw, door het herijken van het tarief van de CO2-heffing. Daarbij vindt aanzienlijke emissiereductie plaats zonder effect op de productiehoeveelheden. In het Klimaatfonds zit bovendien een reservering voor de verduurzaming van landbouwvoertuigen. De Minister van LVVN werkt op dit moment aan een systeem van doelsturing, waarmee door innovaties emissiereductie kan worden behaald in de veehouderij/akkerbouw. Daarnaast zullen de vrijwillige beëindigingsregeling en de extensiverings-regeling voor de melkveehouderij conform het startpakket MCEN ook leiden tot emissiereductie (zie ook de Kamerbrief van de Minister van LVVN4).

7

Hoe past de discussie over landbouw en klimaat in het bredere debat over duurzame en dierwaardige landbouw? Hoe gaat u alle maatschappelijke doelen op het gebied van landbouw realiseren? Het advies van de WKR stelt dat er, rekening houdend met regionale verschillen, naast technische en managementmaatregelen ook structuurmaatregelen nodig zijn om de verschillende doelen te behalen. Denkt u dat de ingezette beëindigingsre-gelingen voldoende zullen zijn om de structuur van de veehouderij

zodanig te veranderen dat de veehouderij aan de verschillende maatschappelijke doelen voldoet?

Antwoord

Zie antwoord vraag 5. Op het briefadvies van de WKR zult u spoedig een separate kabinetsreactie ontvangen. Vooruitlopend daarop: De verschillende opgaven komen allemaal samen op het boerenerf. Daarom wordt voor het beleid gekeken naar een zo integraal mogelijke aanpak en wordt voor de uitwerking van de bedrijfsgerichte emissienormen de stikstof- en broeikasgasreductie samen opgepakt. De stappen naar meer dierwaardige veehouderij maken eveneens onderdeel uit van deze integrale aanpak. Daar waar mogelijke maatregelen voor dierenwelzijn negatieve gevolgen hebben op emissies van stoffen en gassen, zal een nadere weging plaatsvinden om binnen de gestelde kaders te blijven.

Naast technische en managementmaatregelen, waaraan de Minister van LVVN op dit moment werkt als onderdeel van de omslag naar doelsturing, worden er ook structuurmaatregelen genomen. Zo wordt op dit moment de brede beëindigingsregeling uit het Hoofdlijnenakkoord uitgewerkt en wordt gewerkt aan een extensiveringsregeling conform de motie Van Campen (zie tevens Kamerbrief van 25 april van de Minister van LVVN7). Deze structuurmaatregelen én de technische en managementmaatregelen zullen een bijdrage leveren aan het behalen van de verschillende maatschappelijke doelen waarvoor de landbouw aan de lat staat. Door de MCEN wordt nog gekeken welke aanvullende maatregelen nodig en haalbaar zijn voor stikstofreductie, met mogelijk verdere meekoppel-kansen voor de broeikasgasreductie.

8

Wat gaat u doen om de doelen van de global methane pledge te halen?

Antwoord

De Global Methane Pledge wordt meegenomen in de jaarlijkse besluitvor-mingscyclus van de Klimaat- en Energieverkenning en Voorjaarbesluit-vorming. Als blijkt dat de doelen (waaronder Global Methane Pledge) niet gehaald dreigen te worden, neemt het kabinet maatregelen gericht op betere implementering van bestaand beleid, het wegnemen van belemmeringen in de uitvoering of het formuleren van alternatief beleid.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fracties van de ChristenUnie en de SP

9

In de Klimaatnota 2024 staat «Er is dus sprake van een licht dalende trend richting 2030 maar het effect van het beleid is nog niet voldoende om het landbouwdoel te halen.» Welk aanvullend beleid zou nodig zijn om dat doel wel te halen? Welke consequenties heeft het niet halen van de klimaatdoelen in de landbouw?

Antwoord

In het Hoofdlijnenakkoord heeft het kabinet afgesproken dat als doelen niet gehaald worden, het kabinet alternatief beleid formuleert. Ook het beter implementeren van bestaand beleid of het wegnemen van belemmeringen in de uitvoering kan het doelbereik verbeteren. In de afgelopen Voorjaarsbesluitvorming heeft het kabinet een breed spectrum aan maatregelen gewogen. Ook in de MCEN hebben maatregelen met effect op klimaat op tafel gelegen. Over de uitkomst van de kabinetsbesluitvorming met betrekking tot klimaat heb ik u geïnformeerd in Kamerbrief

25 april8. Het is nu aan het Planbureau voor de Leefomgeving om het doelbereik van deze plannen door te rekenen; de uitkomsten daarvan publiceert het op Prinsjesdag in de Klimaat- en Energieverkenning 2025.

8 Kamerstukken II 2024/2025, kenmerk 2025D19366

Eerste Kamer, vergaderjaar 2024-2025, 32 813, BJ

9

1

Kamerstukken I 2024/25, 32 813, BE.

2

Kamerstukken II 2024/2025, kenmerk 2025D19366

3

Kamerstukken II 2024/2025, kenmerk 2025D19366

4

Kamerstukken II 2024/2025, kenmerk 2025D19358


3.

Bijlagen

 
 
 

4.

Meer informatie

 

5.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.