Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. het Jaarverslag Ministerie van Justitie en Veiligheid 2024 (36470-VI-1)

1.

Kerngegevens

Officiële titel Inbreng verslag schriftelijk overleg over o.a. het Jaarverslag Ministerie van Justitie en Veiligheid 2024 (Kamerstuk 36470-VI-1)
Document­datum 20-06-2025
Publicatie­datum 20-06-2025
Nummer NDSTK2025D27561
Kenmerk kenmerk NDSTK2025D27561
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

2025D27561

Inbreng Verslag van een schriftelijk overleg

Binnen de vaste commissie voor Digitale Zaken hebben enkele fracties de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de brieven over de Jaarverant-woording 2024 voor zover het onderwerpen inzake Justitie en Veiligheid betreft die zien op digitalisering.

  • Jaarverslag 2024 van het Ministerie Justitie en Veiligheid (Kamerstuk 36 740-VI-1) d.d. 21 mei 2025.
  • Rapport resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 Algemene Rekenkamer bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Kamerstuk 36 740-VI-2) d.d. 21 mei 2025.
  • Beantwoording vragen commissie over het Jaarverslag 2024 van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Kamerstuk 36 740-VI-1), over het Jaarverslag 2024 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 36 740-VII-1) en over het Jaarverslag

2024 van het Ministerie van Economische Zaken (Kamerstuk 36 740-XIII-1) voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering, d.d. 6 juni 2025.

  • Beantwoording vragen commissie over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Kamerstuk 36 740-VI-2), over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 36 740-VII-2) en over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 bij het Ministerie van Economische Zaken (Kamerstuk 36 740-XIII-2), d.d. 6 juni 2025.

De voorzitter van de commissie,

Wingelaar

Adjunct-griffier van de commissie,

Muller

Inhoudsopgave

I  Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van PVV-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van GroenLinks-PvdA-fractie Vragen en opmerkingen van de leden van VVD-fractie

Vragen en opmerkingen van de leden van NSC-fractie

II Antwoord/reactie van de bewindspersoon

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken behorende bij het schriftelijk overleg over de behandeling van de Jaarverantwoording 2024 voor zover het onderwerpen inzake JenV betreft die zien op digitalisering. Naar aanleiding hiervan hebben zij de volgende vragen.

De leden van de PVV-fractie lezen dat de Nederlandse Digital Travel Credential (DTC)-pilot succesvol is afgerond, al zijn er terechte vraagtekens geplaatst door de Autoriteit Persoonsgegevens over de representativiteit van de toets in haar schrijven van d.d. 11 juli 2024, en onderhandelingen zijn gestart over de DTC-verordeningen van de Europese Commissie. Wat is de insteek van het kabinet bij de onderhandelingen over de DTC-verordeningen van de Europese Commissie?1

Daarnaast constateren de leden van de PVV-fractie dat voor de digitale achterstanden bij het Openbaar Ministerie het afgelopen jaar een aparte taskforce is opgezet. Met tooling zijn de digitale achterstanden op verschillende netwerkschij'ven in kaart gebracht. Blijkens het jaarverslag staan er ook voor komend jaar nieuwe organisaties op de rol, de inhoudelijke en technische randvoorwaarden worden momenteel ingeregeld. Graag vernemen deze leden expliciet welke middelen en inzet verstaan worden onder «tooling» en tevens vragen zij welke acties de Minister concreet wil gaan uitvoeren om de digitale achterstanden in de informatiehuishouding weg te werken.2

Ook merken de leden van de PVV-fractie op dat er een aanbesteding is uitgevoerd voor de verwerving van kunstmatig intelligente document herkenningssoftware voor de bouw van een «Digitale Archivaris». Deze zou straks grote documentcollecties sneller kunnen voorzien van de juiste metadata en ze in het daarvoor bestemde systeem plaatsen, waardoor stukken sneller en beter vindbaar worden. Deze leden vinden dat een veelbelovend en vernuftig idee, maar vragen wat de status is van deze aanbesteding. Ook vragen zij welke randvoorwaarden voor het te gebruiken taalmodel (large language model), de opslag van de data en de gebruikte algoritmen gesteld zijn en of hier de nodige impact assessments en risicoanalyses voor zijn uitgevoerd. Is er borging dat documentcollecties die gevoelige of gerubriceerde informatie kunnen bevatten ook daadwerkelijk in autonoom beheer blijven?3

Voorts lezen de leden van de PVV-fractie dat in 2023 15,6% van de bevolking van 15 jaar of ouder aangaf slachtoffer te zijn geweest van online criminaliteit. Dit is iets minder (1,3 procentpunt) dan in 2021.4 Om cybercrime te voorkomen hebben in 2024 bewustwordingscampagnes plaatsgevonden om veiliger gedrag van personen online te stimuleren. Het betreft een campagne over social engineering en een campagne over het gebruik van tweefactorauthenticatie. Hoe wordt de effectiviteit van deze bewustwordingscampagnes gemeten?5

Bovendien lezen deze leden dat er bij het hele ministerie een grote achterstand is in het accrediteren van belangrijke informatiesystemen. Kan de Minister aangeven om welke systemen dit concreet gaat? Kan de Minister ook komen met een «roadmap» met deadlines voor het accrediteren van belangrijke informatiesystemen?6

De leden van de PVV-fractie merken ten slotte op dat het op centraal niveau inzicht houden van wat op decentraal niveau gebeurt, afhankelijk is van de volledigheid en tijdigheid waarmee de JenV-organisaties informatie delen en dat zonder goede informatie-uitwisseling de Minister van JenV zijn coördinerende rol niet goed kan vervullen. Een voorbeeld dat werd genoemd is de vraag vanuit het kerndepartement aan

JenV-organisaties om in de jaarplannen 2025 te beschrijven hoe ze invulling willen geven aan de NIS2-richtlijn. Het decentrale niveau heeft beperkt gereageerd op deze vraag. Hierdoor heeft de centrale leiding onvoldoende inzicht in de status van de informatiebeveiliging en extra te nemen beveiligingsmaatregelen. Welke stappen gaat de Minister zetten om ervoor te zorgen dat de status van de informatiebeveiliging en de te nemen beveiligingsmaatregelen vanuit de decentrale organisaties inzichtelijk wordt gemaakt voor de centrale leiding? Hoe zal hier vervolgens op worden gehandeld?7 Of algemener: Welke stappen gaat de Minister zetten om de informatie-uitwisseling tussen centraal en decentraal niveau te verbeteren?

Vragen en opmerkingen van de leden van GroenLinks-PvdA-fractie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de verantwoordingsstukken van het Ministerie van Justitie en Veiligheid over 2024. Deze leden pleiten al lange tijd voor een meer integrale behandeling van begrotingen en de verantwoording van uitgaven voor digitalisering. Over de verantwoordingsstukken hebben zij enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie wijzen vooral op de verantwoording van de uitgaven aan het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC). Het is moeilijk te controleren of de middelen voor deze organisatie doelmatig, doeltreffend en effectief zijn. Deze leden vragen de Minister daarom om duidelijk te maken wat het totaalbudget voor het NCSC was in 2024 en wat de betrokken departementen hebben ingelegd. Wat waren de doelstellingen voor 2024 en zijn die behaald? Zij wensen dit in de toekomst beter te controleren en vragen de Minister om dit voortaan standaard inzichtelijk te maken. Welke mogelijkheden ziet u om de uitgaven beter controleerbaar te maken?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken zich zorgen over het grote aantal extern ingehuurde medewerkers bij het NCSC. Het is van groot belang dat publieke organisaties specialisten weten aan te trekken en te behouden. Wat doet de Minister om het aandeel extern ingehuurde krachten te verminderen en meer vast personeel aan te trekken binnen het NCSC? Hoe enthousiasmeert u extern ingehuurde krachten om vast in dienst te komen of elders in de publieke sector hun kennis en expertise in te zetten? Deze leden benadrukken dat er een schrijnend tekort aan ICT-experts is en dat het demissionaire kabinet zich moet inzetten om meer specialisten langjarig in dienst te nemen. Dat is nodig om het kennisniveau over cyberveiligheid binnen de overheid op peil te brengen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie zijn blij dat de Cyberbeveili-gingswet eindelijk aan de Kamer is toegestuurd. Deze leden vragen u of het NCSC nu voldoende is uitgerust voor de implementatie van deze wet en zo niet, welke aanvullende middelen er volgens het NCSC nodig zijn. Zij maken zich zorgen over de voorbereidingen van alle organisaties en overheden die straks aan de wet moeten voldoen. Met name gemeenten, die al te maken hebben met grote financiële uitdagingen, hebben vragen over de implementatie en voorziene kosten van de Cyberveiligheidswet. Per wanneer kunt u organisaties en overheden duidelijkheid geven over welke middelen zij moeten reserveren om te voldoen aan hun nieuwe verplichtingen? Is er een systematiek voor deze organisaties om te berekenen waar zij ongeveer rekening mee moeten houden?

Tot slot zijn de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie bezorgd over de alsmaar toenemende afhankelijkheid van Amerikaanse techleveranciers binnen de overheid en de publieke sector. Deze leden vrezen dat als de marktdominantie van enkele Amerikaanse bedrijven niet afneemt, er aanzienlijke risico's zijn voor de onafhankelijkheid van instituties en overheden. Dit is in lijn met veel aangenomen Kamermoties op dit onderwerp. Zij vragen daarom om uit te leggen hoe u in 2024 binnen uw ministerie werk heeft gemaakt van digitale soevereiniteit en of u de afhankelijkheid succesvol heeft teruggedrongen. Kunt u dit uitdrukken in cijfers, bijvoorbeeld het aandeel soft- en hardware dat is ingekocht van Europese bedrijven, of de uitgaven die u heeft gedaan aan niet-Europese soft- en hardware ten opzichte van Europese alternatieven? Ziet u het als uw rol om de digitale soevereiniteit binnen uw departement te versterken?

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vragen ook aandacht voor de digitale soevereiniteit van de justitieketen. Het is riskant om een aanzienlijk deel van onze justitieketen afhankelijk te maken van niet-Europese bedrijven. In uiterste gevallen kunnen zij als speelbal worden gebruikt in geopolitieke conflicten; dit zet de vrijheid van onze rechtsstaat onder druk. Kunt u toelichten hoe groot de digitale afhankelijkheid van niet-Europese leveranciers is binnen organisaties in de justitieketen, zoals de politie, het openbaar ministerie, de Raad voor de Rechtspraak, en de Hoge Raad? Wat doet u om hun digitale soevereiniteit te borgen en versterken? Zijn hier middelen en capaciteit voor beschikbaar gesteld over 2024? Zo niet, bent u bereid dit alsnog te doen?

Vragen en opmerkingen van de leden van VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de stukken geagendeerd voor het schriftelijk overleg aangaande de Jaarver-antwoording 2024 van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (voor zover het digitaliseringsonderwerpen betreft). Deze leden stellen nog enkele vragen naar aanleiding van de beantwoording van de vragen inzake Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid8.

De leden van de VVD-fractie onderschrijven de waarde van een snelle accreditatie bij ingebruikname van gevoelige informatiesystemen zodat een juist beveiligingsniveau kan worden gewaarborgd. Deze leden lezen in de genoemde beantwoording dat bij het wegwerken van de achterstanden in het accrediteren van belangrijke informatiesystemen wordt ingezet op het tijdelijk beschikbaar stellen van meer capaciteit om het proces van accreditatie te faciliteren en de accreditaties uit te voeren, en dat er een actualiseringsslag heeft plaatsgevonden op de lijst met kritieke of bedrijfskritische systemen waarna op basis van risicomanagement een shortlist met systemen die prioriteit in de accreditering benodigen is gemaakt. Deze leden vragen de Minister wanneer de achterstanden op accreditaties van gevoelige informatiesystemen naar verwachting ingehaald zullen zijn. Zij vragen de Minister verder hoe het departementaal accreditatiebeleid van het Ministerie van Justitie en Veiligheid in lijn gaat worden gebracht met het interdepartementale accreditatiebeleid van het Rijk en wat de verwachting is op welke termijn dit volbracht kan worden.

In het verlengde van bovenstaande vragen de leden van de VVD-fractie of de Minister een overzicht kan geven van innovatieve ICT-toepassingen bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid? Welke innovaties worden momenteel verder uitgewerkt ten behoeve van efficiëntere dienstverlening en efficiënter werken binnen het ministerie? Wordt er bijvoorbeeld gewerkt aan innovatieve ICT-toepassingen voor de afhandeling van WOO-verzoeken? En welke ICT-projecten hebben voor de Minister de hoogste prioriteit bij het verbeteren van de doorlooptijden in de strafrechtketen en specifiek bij de politie? Zij vragen ook hoe zorg wordt gedragen dat bevindingen die volgen uit «red teaming» sneller gedeeld worden en opvolging genieten bij uitvoeringsorganisaties. Deelt de Minister de mening dat red teaming weinig nut heeft als vervolgens recent uitgevoerde beveiligingstests deels vergelijkbare bevindingen opleveren als bij eerdere testen?

Ten slotte vragen de leden van de VVD-fractie hoe zorg wordt gedragen voor een beter informatie-uitwisseling tussen het kerndepartement en organisaties gelieerd aan het ministerie, zodat het kerndepartement zijn coördinerende rol kan vervullen.

Vragen en opmerkingen van de leden van NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Jaarverantwoording 2024 van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, voor zover het onderwerpen betreft die zien op digitalisering. Deze leden hebben naar aanleiding hiervan nog een aantal vragen en opmerkingen.

De leden van de NSC-fractie willen de Minister vragen hoe hij aankijkt tegen de recente reflectie van de Algemene Rekenkamer, waarin wordt geconcludeerd dat bewindspersonen van het kabinet onvoldoende concrete en meetbare doelstellingen formuleren. Dit bemoeilijkt het inzicht in de behaalde resultaten, ook op het terrein van digitalisering binnen het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze leden vragen de Minister naar aanleiding hiervan om aan te geven welke concrete doelen op het gebied van digitalisering het afgelopen jaar zijn gesteld binnen het ministerie en in hoeverre deze doelen daadwerkelijk zijn behaald. Wat waren de belangrijkste resultaten op dit terrein in het afgelopen jaar en hoe dragen deze bij aan het verbeteren van de digitale weerbaarheid en de dienstverlening van het ministerie?

De digitale dreiging tegen Nederland is groot en voortdurend in ontwikkeling, zo blijkt uit het Cybersecuritybeeld Nederland 2024. De leden van de NSC-fractie willen de Minister vragen welke leerpunten het ministerie heeft getrokken uit incidenten met datalekken en kwesties rond cybervei-ligheid in het afgelopen jaar. Op welke wijze worden deze lessen structureel meegenomen in beleid en uitvoering?

De leden van de NSC-fractie vernemen graag van de Minister welke behoeften hij op dit moment signaleert in de markt als het gaat om cybersecurity. Zijn er volgens de Minister specifieke knelpunten, zoals een tekort aan kennis, technologie of capaciteit, die het realiseren van digitale veiligheid belemmeren? Daarnaast constateren zij dat er op het gebied van informatiebeveiliging binnen het Ministerie van Justitie en Veiligheid nog stappen nodig zijn. De Algemene Rekenkamer signaleert onder andere een grote achterstand in de accreditatie van belangrijke systemen, trage opvolging van bevindingen uit beveiligingstesten, en onvoldoende informatie-uitwisseling tussen het kerndepartement en de onderliggende organisaties. De leden vragen de Minister hoe hij deze structurele tekortkomingen beoordeelt, welke concrete maatregelen er worden of zijn genomen om deze aan te pakken, en op welke termijn verbeteringen zichtbaar moeten zijn.

II Antwoord/reactie van de bewindspersoon

6

1

Jaarverslag 2024 van het ministerie JenV, Kamerstuk 36 740-VI-1, p.20

2

Jaarverslag 2024 van het ministerie JenV, Kamerstuk 36 740-VI-1, p.30

3

Jaarverslag 2024 van het ministerie JenV, Kamerstuk 36 740-VI-1, p.30

4

Rapport verantwoordingsonderzoek 2024, Kamerstuk 36 740-VI-2, p. 11

5

Jaarverslag 2024 van het ministerie JenV, Kamerstuk 36 740-VI-1, p. 58 en 83.

6

Rapport verantwoordingsonderzoek 2024, Kamerstuk 36 740-VI-2, p. 33.

7

Rapport verantwoordingsonderzoek 2024, Kamerstuk 36 740-VI-2, p. 79.

8

Kamerstuk 36740-VI-2.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.