Nota naar aanleiding van het tweede verslag - Voorstel van wet van de leden Klaver en Ouwehand tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met de invoering van een vuurwerkverbod voor consumenten (Wet veilige jaarwisseling)

Deze nota naar aanleiding van het tweede verslag i is onder nr. F toegevoegd aan wetsvoorstel 35386 - Initiatiefvoorstel Wet veilige jaarwisseling i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van de leden Klaver en Ouwehand tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met de invoering van een vuurwerkverbod voor consumenten (Wet veilige jaarwisseling); Nota naar aanleiding van het tweede verslag
Document­datum 27-06-2025
Publicatie­datum 27-06-2025
Nummer KST1202602
Kenmerk 35386, nr. F
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

I

Vergaderjaar 2024-2025

35 386

Voorstel van wet van de leden Klaver en Ouwehand tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met de invoering van een vuurwerkverbod voor consumenten (Wet veilige jaarwisseling)

F             NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET TWEEDE VERSLAG

Ontvangen 27 juni 2025

1. Inleiding

De initiatiefnemers hebben met belangstelling kennisgenomen van het tweede verslag van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat/Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het onderhavige wetsvoorstel. Zij danken de leden van de BBB en de PVV voor de door hen gestelde vragen en gemaakte opmerkingen aan de initiatiefnemers. Daarop zal hieronder worden ingegaan.

  • 2. 
    Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de BBB

In hoeverre wordt in de uitvoeringstoetsen meegewogen dat het aandeel van legaal siervuurwerk in het totale aantal letsels beperkt is? Hoe wordt gerechtvaardigd dat een verbod uitvoeringscapaciteit vereist, terwijl de verwachte veiligheidswinst marginaal is? En hoe verklaren de initiatiefnemers en de regering dat 86% van het letsel wordt veroorzaakt door vuurwerk dat al verboden is? De leden van de BBB-fractie ontvangen hier graag een toelichting op.

De initiatiefnemers zijn niet betrokken bij de uitvoeringstoets en willen daar ook niet op vooruit lopen. Zij willen wel benadrukken dat de verwachte veiligheidswinst niet marginaal is. De politie, brandweer, artsen en andere hulpdiensten roepen al tijden om een algemeen consumentenvuurwerkverbod, omdat het een stuk veiliger is dan de huidige situatie. VeiligheidNL rapporteert elk jaar over de ongevallen tijdens de jaarwisseling. Uit hun laatste rapportage1 bleek dat 14% van de letsels werd veroorzaakt door legaal oudejaars consumentenvuurwerk, zoals cakeboxen. Dat betekent echter niet dat 86% van de letsels werd veroorzaakt door vuurwerk dat al verboden is. VeiligheidNL concludeert namelijk ook dat 2% van de letsels waarschijnlijk categorie 2 is en dat bij 34% van de slachtoffers het type vuurwerk onbekend was. VeiligheidNL concludeerde daarnaast in hun rapportage van afgelopen zomer dat van de jaarwisseling 2023-2024 40% van de slachtoffers door legaal vuurwerk kwam. Ook willen de initiatiefnemers erop wijzen dat de politie ervan uitgaat dat zij makkelijker kunnen handhaven met een algemeen consumentenvuurwerkverbod, waardoor de politie in de toekomst minder belast zal zijn tijdens de jaarwisseling.

Hoe kan de handhaving in de praktijk onderscheid maken tussen F1- en F2-vuurwerk, terwijl deze categorieën op het oog nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn? Klopt het dat het onderscheid tussen F2-consumentenvuurwerk en F1-vuurwerk in de

praktijk bijna niet zichtbaar is, en dat dit handhaving zal bemoeilijken omdat F1 wél toegestaan blijft?

Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen de verschillende typen vuurwerk. Type F1-vuurwerk is vuurwerk met zeer weinig gevaar dat in theorie ook in huis te gebruiken is, en staat ook wel bekend als fop- en schertsvuurwerk. Het mag het hele jaar worden verkocht en worden afgestoken door personen vanaf 12 jaar. Het gaat hier bijvoorbeeld om sterretjes, trektouwtjes, knetterlinten, knalerwten en kleine fonteintjes. F1-vuurwerk mag daarnaast vanwege de Europese Pyrorichtlijn niet verboden worden. F2-vuurwerk mag alleen worden verkocht en afgestoken rond oud en nieuw en is toegestaan vanaf 16 jaar. Het bevat vaak meer kruit dan F1-vuurwerk. Onder type F2-vuurwerk vallen bijvoorbeeld cakeboxen en grote fonteinen. Een deel van het F2-vuurwerk is al verboden sinds 2020 zoals vuurpijlen, enkelschotsbuizen en knalstrengen zoals Chinese matten.

F3- en F4-vuurwerk levert nog meer gevaar op en is daarom alleen bestemd voor professioneel gebruik en voor consumenten in Nederland verboden. Denk aan zware vuurpijlen, cobra's en mortieren.2 De politie heeft aangegeven dat het tijdens de jaarwisseling moeilijk is om verschil te zien tussen F2 -en F3/F4 -vuurwerk. Mede daarom zou een verbod op F2 -vuurwerk erg helpen bij de handhaving. F1- en F2 -vuurwerk is in de meeste gevallen een stuk beter te onderscheiden.

Uit het Atlas-rapport blijkt verder dat minderjarigen zich steeds vaker bezighouden met zware vuurwerkcriminaliteit. Is het realistisch te verwachten dat een verbod op legaal vuurwerk deze jongeren zal afschrikken, terwijl de strafmaat laag is en de pakkans klein blijft?

De initiatiefnemers willen benadrukken dat ze het zorgwekkend vinden dat minderjarigen zich bezighouden met zware vuurwerkcriminaliteit. De verwachting is dat de meeste mensen zich aan het wetsvoorstel zullen houden, mede door het grote draagvlak voor het verbod en omdat uit gedragsonderzoeken blijkt dat de meeste mensen zich aan de wet willen houden. Ook geeft in een onderzoek van VeiligheidNL maar 9% van de mensen aan dat ze illegaal vuurwerk zouden kopen als er een algeheel vuurwerkverbod wordt ingevoerd. Natuurlijk zullen er altijd, en al helemaal in de eerste jaren, mensen blijven die zich niet aan het verbod zullen houden. Omdat het vuurwerk niet meer in de buurt in Nederland te koop zal zijn, er minder vuurwerk afgestoken zal worden en er (op termijn) ook minder ongeregeldheden worden verwacht, heeft de politie uiteindelijk meer ruimte om (zware) overtreders op te sporen en aan te pakken.

De Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) die het ontheffingsstelsel voor verenigingen moet regelen, is nog niet uitgewerkt. Waarom moet nu al worden ingestemd met een wetsvoorstel dat voor zijn werking afhankelijk is van een niet-bestaande uitvoeringsregeling?

De totstandkoming van de AMvB is een verantwoordelijkheid van de regering die al met de uitwerking is begonnen. De voorwaarden die in de AMvB worden opgenomen raken aan de praktische uitvoeringsaspecten van de ontheffingsbevoegdheid voor burgemeesters en niet aan de essentie van het voorliggende initiatiefwetsvoorstel. Bovendien regelt de wet - na aanname van het amendement van het lid Michon-Derkzen - dat het koninklijk besluit dat strekt tot inwerkingtreding van de wet via een zware voorhangprocedure wordt voorgelegd. Beide Kamers hebben daarbij nog de gelegenheid om de AMvB te beoordelen.

Kan er een terugvalclausule in de wet worden opgenomen voor het geval blijkt dat een

deel of delen van het amendement van het Tweede Kamerlid Michon-Derkzen niet uitvoerbaar zijn?

Zoals hierboven vermeld regelt het initiatiefwetsvoorstel in de huidige vorm al dat het koninklijk besluit dat strekt tot inwerkingtreding van de wet via een zware voorhangprocedure wordt voorgelegd. De totstandkoming van zorgvuldige wetgeving is hiermee maximaal gegarandeerd.

Hoeveel gemeenten zijn naar verwachting in staat een vuurwerkshow te organiseren, gezien het tekort aan gecertificeerde bezigers (slechts circa 170) en de te verwachten extra kosten en administratieve lasten?

Vuurwerkliefhebbers hebben de mogelijkheid om de benodigde training te volgen om gecertificeerd vuurwerkdeskundige te worden en kunnen vervolgens inzetbaar zijn bij het organiseren van lokale vuurwerkshows. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Hobéon SKO, een onderdeel van het KIWA, gemandateerd om de persoonscertificering voor de opleiding tot vuurwerkdeskundige uit te voeren. Er zijn op dit moment twee organisaties erkend om het examen tot vuurwerkdeskundige af te nemen (namelijk het Opleidingsinstituut voor Pyrotechniek en Stichting Nationaal Opleidingscentrum Pyrotechniek).

Er zijn meer vuurwerkprofessionals dan er door de leden van de BBB-fractie wordt gesteld. Het KIWA registreerde namelijk al een sterke toename in het aantal personen met een geldige persoonscertificering vuurwerkdeskundige: van 167 in 2020; naar 270 in januari 2025. Op dit moment zijn er twintig organisaties die lid zijn van de Vereniging Evenementenvuurwerk Nederland (VEN). Zij hebben een

toepassingsvergunning, hebben een professionele opleiding gevolgd en zijn in het bezit van een door KIWA erkend certificaat van vakbekwaamheid. Grootschalige spektakelshows worden door een deel van deze organisaties georganiseerd. Wij verwachten dat er met deze organisaties in combinatie met individuele

vuurwerkprofessionals en gemeenten die zich faciliterend, dan wel stimulerend, opstellen voldoende professionele partijen zijn om door heel Nederland vuurwerkshows te organiseren.

Organisatorisch lijkt het dus haalbaar om een dekkend aanbod van evenementen te organiseren tijdens de jaarwisseling. Als alternatief zouden naburige gemeenten samen één gezamenlijke vuurwerk- of spektakelshow kunnen organiseren. De initiatiefnemers wijzen ook graag nogmaals op de beschikbare alternatieven voor vuurwerkshows, zoals met drones of lasers, die mensen ook een spectaculaire ervaring kunnen bezorgen.

Het vraagt weliswaar wat om professioneel afsteker te mogen zijn, maar de kosten die een cursist maakt bij het volgen van dergelijke training eens in de drie jaar moeten worden opgewogen tegen het budget dat diegene nu op jaarbasis aan

consumentenvuurwerk zou hebben uitgegeven. Als er meer vraag komt naar vuurwerkshows, is de verwachting dat ook het aanbod van vuurwerkprofessionals zal toenemen.

Waarom wordt er gesproken over een compensatie van slechts €150 miljoen, terwijl de branche de economische schade op ruim €945 miljoen heeft becijferd? Is hiervoor dekking gevonden in de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat?

Het ministerie heeft na een verkennend gesprek met de branche een inschatting gemaakt van de compensatie die redelijk is voor de branche. Hierbij is rekening gehouden met de Europese staatssteunregels. Op die manier is het ministerie uitgekomen op een bedrag van tussen de 100 en 150 miljoen euro als het algemeen consumentenverbod dit jaar ingaat zonder uitzonderingsbevoegdheid voor burgemeesters. Als het consumentenvuurwerkverbod pas in 2026 wordt ingevoerd , zal het bedrag lager uitvallen. De bewindspersonen schrijven in hun reactie aan uw Kamer dat "de schade in dat geval met name zal bestaan uit winstderving voor 2026 waarvoor op basis van afgelopen jaren deze ingeschat is op maximaal € 50 miljoen.” De initiatiefnemers zien ruimte op de begroting voor Infrastructuur en Waterstaat voor deze incidentele winstderving.

Waarom is in het wetsvoorstel geen verplichte effectiviteitsmeting of evaluatiemoment opgenomen, terwijl de maatschappelijke impact en de economische schade aanzienlijk zijn?

De regering heeft als uitgangspunt dat beleid regelmatig geëvalueerd wordt. Wat betreft de jaarwisseling stuurt de regering al jaarlijks vlak na de jaarwisseling een brief naar de Tweede Kamer met een landelijk beeld van de jaarwisseling waarin het verloop van de jaarwisseling wordt geschetst. Daarin worden letselcijfers en cijfers van de politie, brandweer en het Openbaar Ministerie opgenomen. De bewindspersonen schrijven in de reactie aan uw Kamer dat de Tweede Kamer jaarlijks geïnformeerd zal blijven worden over het landelijk beeld van de jaarwisseling na aanname van het voorliggende initiatiefwetsvoorstel. Daarnaast verwachten de initiatiefnemers dat de economische schade juist relatief klein zal zijn, gezien het feit dat veel maatschappelijke kosten, zoals ziekenhuiskosten en schadeherstel, aanzienlijk zullen worden teruggedrongen.

Waarom wordt er verwezen naar draagvlak in buurlanden voor een vuurwerkverbod, terwijl in de praktijk in landen als Duitsland en België legaal F2- en F3-vuurwerk wordt verkocht, en Nederlandse consumenten dat daar ook na een verbod zullen blijven kopen?

De initiatiefnemers wijzen de leden van de fractie van de BBB graag naar de eerder gewisselde argumenten op dit punt. In de beantwoording van de zijde van de regering is aangegeven dat vuurwerk een product is dat valt onder het vrij verkeer van goederen en daardoor is verkoop van vuurwerk in het buitenland aan Nederlandse consumenten niet te beperken. De regering heeft aangegeven desondanks gesprekken te (blijven) voeren hoe gezamenlijk kan worden opgetreden en Nederland zal zich blijven inzetten op aanvullende maatregelen op Europees niveau, bijvoorbeeld bij de

Commented [KI1]: Dit leest voor mij

verwarrend. We verbieden de verkoop wel in NL. Maar je bedoelt dat verkoop in buitenland niet specifiek aan Nederlanders te verbieden is (wel voor iedereen). Misschien even verduidelijken

evaluatie van de Pyrorichtlijn. Daarnaast speelt dezelfde maatschappelijke discussie over de noodzaak van een vuurwerkverbod ook in België en Duitsland en geeft in een onderzoek van VeiligheidNL maar 9% van de mensen aan dat ze illegaal vuurwerk zouden kopen als er een algeheel vuurwerkverbod wordt ingevoerd.

  • 3. 
    Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

Wat zijn de verwachte kosten voor de handhaving van een algeheel vuurwerkverbod? Welk deel van de jaarlijkse kosten voor politie-inzet tijdens de jaarwisseling heeft specifiek betrekking op de handhaving van vuurwerkregels?

De initiatiefnemers willen allereerst wijzen op de reactie van de regering aan uw Kamer waarin wordt aangegeven dat de handhaving van het vuurwerkverbod zal worden gedaan met de bestaande capaciteit van politie en gemeenten (boa's) zoals die ook de voorgaande jaarwisselingen werd ingezet. Er zullen dus geen extra kosten gemaakt worden vanuit deze instanties.

In de huidige situatie zonder vuurwerkverbod zet de politie al de maximale capaciteit in tijdens de jaarwisseling. Dit zal ook bij een algeheel vuurwerkverbod de eerste jaren nog zo blijven. Bij een totaalverbod is de verwachting van onder andere de politie dat er in de loop van de jaren minder excessen zullen plaatsvinden tijdens de jaarwisseling. Als de nieuwe norm duidelijk is voor iedereen, zullen de meeste mensen zich eraan houden. Het meeste vuurwerk wordt van de markt gehaald en is dus niet meer om de hoek beschikbaar, waardoor de situatie voor de politie overzichtelijker wordt en opsporen makkelijker. Hierdoor komt er ook meer capaciteit beschikbaar om de vuurwerkregels te handhaven. In de huidige onoverzichtelijke en heftige situatie is de politie noodgedwongen om zich vooral te focussen op het handhaven van de openbare orde. Naar verwachting zal de politie-inzet gedurende de jaarwisseling in de toekomst kunnen worden verminderd.

Klaver

Ouwehand

5

1

https://www.veiligheid.nl/sites/default/files/2025-

01/ongevallen_met_vuurwerk_jaarwisseling_2024-2025_0.pdf

2

https://www.ilent.nl/onderwerpen/vuurwerk#:~:text=Categorie%C3%ABn%20vuurwerk&text=Categorie%2

0F1%3A%20vuurwerk%20met%20zeer,bestemd%20is%20voor%20professioneel%20gebruik.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.