Brief van de staatssecretaris van I&W en de minister van J&V met de antwoorden op de in het tweede verslag aan de regering gestelde vragen - Voorstel van wet van de leden Klaver en Ouwehand tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met de invoering van een vuurwerkverbod voor consumenten (Wet veilige jaarwisseling) - Hoofdinhoud
Deze brief is onder nr. G toegevoegd aan wetsvoorstel 35386 - Initiatiefvoorstel Wet veilige jaarwisseling i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Voorstel van wet van de leden Klaver en Ouwehand tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met de invoering van een vuurwerkverbod voor consumenten (Wet veilige jaarwisseling); Brief van de staatssecretaris van I&W en de minister van J&V met de antwoorden op de in het tweede verslag aan de regering gestelde vragen |
---|---|
Documentdatum | 27-06-2025 |
Publicatiedatum | 27-06-2025 |
Nummer | KST1202725 |
Kenmerk | 35386, nr. G |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2024-2025
35 386 Voorstel van wet van de leden Klaver en Ouwehand tot wijziging
van de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met de invoering van een vuurwerkverbod voor consumenten (Wet veilige jaarwisseling)
G BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
EN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 juni 2025
Bij verslag van 25 juni jl. (Kamerstuk 35386) hebben de leden van de fracties BBB en PVV van de Eerste Kamer aanvullende vragen gesteld aan zowel de initiatiefnemers van het initiatiefwetsvoorstel Wet veilige jaarwisseling als aan de regering. De regering heeft met interesse kennisgenomen van deze vragen. Met deze brief beantwoorden wij, de minister van Justitie en Veiligheid (JenV) en de staatsecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), deze vragen.
De staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat - Openbaar Vervoer en Milieu,
A.A. (Thierry) Aartsen
De minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de BBB
-
1.In de antwoorden van de regering wordt gesteld dat, om uitspraken te kunnen doen over de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van het voorliggende voorstel, goede uitvoeringstoetsen cruciaal zijn.1 De handhaving van bepaalde maatregelen is mogelijk lastig uitvoerbaar. Kan de regering toelichten hoe in de uitvoeringstoetsen wordt vastgesteld of en, zo ja, op welke punten, de uitvoerbaarheid specifiek tekortschiet?
Tot op heden hebben beide ministeries geen uitvoeringstoetsen laten uitvoeren omdat het hier een initiatiefwetsvoorstel van de Tweede Kamerleden Klaver (GroenLinks-PvdA) en Ouwehand (PvdD) betreft. Op dit moment geven IenW en JenV uitvoering aan een voorstel voor een AMvB ontheffingsmogelijkheid en een voorstel voor een handhavingsplan. Zodra deze voorstellen gereed zijn, zullen de benodigde uitvoeringstoetsen nog deze zomer uitgevraagd worden.
Voor de planning van het gehele traject wordt vooralsnog onderstaand tijdspad gehanteerd. Hierbij wordt gestreefd naar inwerkingtreding van de wet op 1 juli 2026 zodat alle partijen voldoende tijd hebben om zich voor te bereiden op de jaarwisseling 2026-2027.
Stap |
Omschrijving |
Tijdspad |
1. |
Interne voorbereiding AMvB en nadeelcompensatieregeling |
April - mei 2025 |
2. |
Afstemming externe partijen |
Mei - juni - juli 2025 |
3. |
Uitvoeringstoetsen + interne toetsen AMvB |
Augustus 2025 |
4. |
Internetconsultatie |
1 september 2025 (4 weken) |
5. |
Besluitvorming MR |
Oktober 2025 |
6. |
Voorhang/voorpublicatie AMvB en inwerkingtredings-kb (inclusief drie voorwaarden), Tweede en Eerste Kamer |
Begin november 2025 |
7. |
AMvB aanhangig maken bij Raad van State |
Begin december 2025 |
8. |
Advies Raad van State AMvB |
Januari - februari 2026 |
9. |
Vaststelling AMvB (en nadeelcompensatieregeling) |
Maart 2026 |
10. |
Publicatie wet, inwerkingtredings-kb, AMvB (en nadeelcompensatieregeling) |
April 2026 |
11. |
Inwerkingtreding wet en AMvB |
1 juli 2026 |
-
2.Welke uitvoeringsorganisaties worden betrokken bij het opstellen van de uitvoeringstoetsen? In hoeverre zijn politie, veiligheidsregio's en gemeenten het eens met de conclusies van de regering over voldoende capaciteit en cellen? Waarom mogen gevangenen dan eerder naar huis?
Voor de uitwerking van de ontheffingsmogelijkheid worden brede en individuele gesprekken gehouden met onder andere het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV), het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de politie, het Openbaar Ministerie, de brandweer, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Genootschap van Burgemeesters, landelijke vuurwerkcoördinatoren van provincies, gemeenten en omgevingsdiensten, Verbond van Verzekeraars en het RIVM. Ook de vuurwerkbranche (importeurs, detailhandel en professionele bezigers) wordt bij de uitwerking betrokken. Verder wordt gebruik gemaakt van (bestaande) initiatieven voor burgerparticipatie, en worden gesprekken gevoerd met (koepels van) buurt- en sportverenigingen om te vernemen waar zij kansen en uitdagingen zien. Op deze manier worden de wensen die in de maatschappij leven zo goed mogelijk meegenomen. Zodra een voorstel voor een AMvB waarin de ontheffing geregeld wordt gereed is, zullen nog deze zomer uitvoeringstoetsen uitgevraagd worden bij o.a. de VNG, Politie, Openbaar Ministerie en de ILT.
Ten aanzien van de celcapaciteit hebben wij in ons antwoord tijdens de eerste schriftelijke ronde aangegeven dat de politie heeft aangegeven over voldoende celen ophoudcapaciteit beschikt om arrestanten te accommoderen totdat is besloten over verdere vervolging. Dit staat los van het vraagstuk over het eerder naar huis sturen van veroordeelde gevangenen.
-
3.De uitvoeringstoetsen geven straks duidelijkheid over capaciteit voor handhaving rond de jaarwisseling. Wat betekent dit concreet voor het beoogde beleid? Wordt er overwogen extra capaciteit vrij te maken? Zo ja wat zijn hiervan de geschatte kosten?
Om uitspraken te kunnen doen over de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van het voorliggende voorstel zijn goede uitvoeringstoetsen cruciaal. Deze zullen nog deze zomer worden uitgevraagd bij politie, Openbaar Ministerie, VNG en de ILT. De handhaving van het vuurwerkverbod geschiedt bij de politie vanuit de bestaande capaciteit. Er zijn geen plannen om deze middelen te vergroten. Het is de professionele overtuiging van de politie dat een verbod op de verkoop, het bezit en het afsteken van consumentenvuurwerk de noodzakelijke stap is naar een veilige(r), feestelijke en meer overzichtelijke jaarwisseling. De verwachting is dat bij een totaalverbod de jaarwisseling na verloop van tijd rustiger zal verlopen waardoor er meer ruimte ontstaat voor gerichtere opsporing en handhaving. Om een preciezer beeld te krijgen van de inzet vanuit de politie bij een algeheel verbod is een uitvoeringstoets noodzakelijk. In de huidige situatie geldt vanuit de politie tijdens de jaarwisseling een maximale inzet. De inschatting van de politie is dat dit de eerste jaren bij een algeheel vuurwerkverbod zo zal blijven. Op den duur zal dit wellicht (gedeeltelijk) afgebouwd kunnen worden. De uitvoeringstoets die voor dit wetsvoorstel met beide amendementen zal worden uitgevoerd, zal meer inzicht geven in op welke manier de capaciteit het beste kan worden ingezet.
-
4.Worden er op basis van de uitvoeringstoetsen alternatieve scenario's uitgewerkt die (wel) uitvoerbaar zijn? Zo ja, kan de regering deze met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet?
Zoals in het antwoord op vraag 2 is aangegeven betrekken beide ministeries bij de uitwerking van de Wet veilige jaarwisseling zoveel mogelijk partijen. Ten aanzien van de uitwerking van de ontheffingsmogelijkheid worden binnen de grondslag die de Wet veilige jaarwisseling biedt, een aantal scenario's uitgewerkt in een beleidskompas. Op basis van het beleidskompas wordt de keuze gemaakt voor het scenario dat uitgewerkt wordt in het voorstel voor AMvB. Het doel is om een realistisch, haalbaar en uitvoerbaar scenario voor de ontheffingsmogelijkheid uit te werken. Dit beleidskompas zal met de internetconsultatie gepubliceerd worden alsmede met de zware voorhangprocedure die in november voorzien is.
-
5.Wordt er bij de uitvoeringstoetsen rekening gehouden met de ervaringen en incidenten van eerdere jaarwisselingen? Is er bijvoorbeeld sprake van een lerende aanpak?
Bij de uitwerking van de Wet veilige jaarwisseling worden de diverse partijen zoals benoemd bij vraag 2 gevraagd om hun inbreng. Hierbij kunnen zij reeds eerder opgedane ervaringen inbrengen die meegewogen worden. Daarnaast neemt de VNG op dit moment het initiatief om gemeenten bijeen te brengen en gemeenten met een bewezen effectieve aanpak te koppelen aan gemeenten die jaarlijks met hardnekkige uitdagingen kampen en behoefte hebben aan praktische handvatten. Naar verwachting vindt een eerste bijeenkomst nog voor de zomer plaats. De uitkomsten van deze sessies en verzamelde best practices zullen ook worden meegenomen in de uitwerking van het handhavingsplan.
-
6.Wie draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het beleid rond de jaarwisseling, zoals voorgesteld in het verslag? En hoe wordt de onderlinge afstemming tussen betrokken partijen geborgd?
Tijdens de jaarwisseling is het lokaal bevoegd gezag verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde. Dit houdt onder meer in dat toezicht wordt gehouden op de naleving van lokale wet- en regelgeving en maatregelen kunnen worden genomen om overlast en verstoringen te voorkomen of aan te pakken. De strafrechtelijke handhaving valt onder de verantwoordelijkheid van het OM. In gezamenlijkheid van alle lokaal betrokken partijen wordt elk jaar door hen in voorbereiding op de jaarwisseling een plan opgesteld en is sprake van lokaal maatwerk.
Het ministerie van IenW ontwikkelt ieder jaar een communicatiecampagne rond het veilig afsteken van consumentenvuurwerk. De hiertoe ontwikkelde instrumenten stelt het ministerie beschikbaar aan gemeenten middels een toolkit.
-
7.Wordt er, op basis van de op te stellen uitvoeringstoetsen, een plan opgesteld om de maatregelen tijdens en na de jaarwisseling te monitoren en evalueren? Zo ja, hoe ziet dat eruit? Komt er ook een invoeringstoets? Zo nee waarom niet?
Op dit moment geven IenW en JenV uitvoering aan de uitwerking van de Wet veilige jaarwisseling. Zodra een voorstel gereed is, zullen nog deze zomer de benodigde uitvoeringstoetsen uitgevraagd worden. Op welke wijze invulling wordt gegeven aan monitoring en evaluatie is nog niet uitgewerkt. Ook de afweging of een invoeringstoets opgenomen wordt, is nu nog niet uitgewerkt.
-
8.Kunnen de uitvoeringstoetsen leiden tot aanpassing van het beoogde beleid of dit wetgevingstraject? Zo nee, wat zouden redenen kunnen zijn om af te wijken van de signalen uit de toetsen?
Signalen uit de uitvoeringstoetsen kunnen mogelijk leiden tot aanpassingen in het voorstel voor de AMvB waarin de ontheffingsmogelijkheid wordt uitgewerkt. Het streven is te komen tot een uitvoerbaar voorstel. In de toelichting van het voorstel van AMvB zoals deze uiteindelijk naar de Tweede en Eerste Kamer wordt gezonden in het kader van de voorhang zal ook worden ingegaan op de reactie op deze uitvoeringstoetsen en hoe dit meegewogen is in de verdere uitwerking.
-
9.Acht de regering het haalbaar dat uitsluitend personen met gespecialiseerde kennis betrokken moeten zijn bij het indienen van meldingen voor vuurwerkshows, gezien het beperkte aantal GV-bezitters2 in Nederland (circa 170)? Hoe wordt hiermee omgegaan in de op te stellen uitvoeringstoetsen?
Als met de vraag gedoeld wordt op professionele vuurwerkshows dan mogen enkel zogenoemde personen met gespecialiseerde kennis professioneel vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik afsteken. Daarvoor is onder andere een toepassingsvergunning en een certificaat nodig. Enkel personen met gespecialiseerde kennis kunnen daarom meldingen doen (of ontbrandingstoestemming aanvragen) voor professionele vuurwerkshows. Het is nog onduidelijk in hoeverre het aantal vuurwerkshows met een landelijk vuurwerkverbod voor consumenten zal toenemen. Het is mogelijk dat, om aan de mogelijke toenemende vraag te voldoen, meer mensen zich zullen gaan opleiden.
Als met de vraag gedoeld wordt op de ontheffing die door een burgemeester kan worden verleend, dan is op dit moment nog niet duidelijk. We zijn op dit moment bezig met de uitwerking van een voorstel voor de AMvB. Hierin wordt nog uitgewerkt of en op welke wijze een mate van deskundigheid zal worden vereist van degenen die binnen die ontheffing vuurwerk zullen gaan afsteken.
-
10.Hoe zou een verbod op F2-vuurwerk een wezenlijke bijdrage leveren aan de veiligheid, terwijl ernstige incidenten doorgaans voortkomen uit professioneel of illegaal vuurwerk; kan de regering toelichten waarom dit desondanks de grootste veroorzaker is van zwaar letsel rond de jaarwisseling? Wordt hier onderzoek naar gedaan? Zo nee, is de regering bereid dit alsnog te onderzoeken?
VeiligheidNL voert jaarlijks onderzoek uit naar ongevallen met vuurwerkaankoop, het type vuurwerk en letsels, en de aankoop en gebruik van consumentenvuurwerk. In deze onderzoeken maakt VeiligheidNL onderscheid tussen de verschillende soorten vuurwerk, en gaat daarbij ook in op de letsels veroorzaakt door illegaal vuurwerk.3 Uit de letselonderzoeken van VeiligheidNL blijkt dat tijdens de jaarwisseling 2024-2025 bijna vier op de 10 letsels (39,3 procent) werd opgelopen door legaal vuurwerk (oudejaarsvuurwerk zoals compounds en cakeboxen, F1 vuurwerk en carbid schieten). Het type letsel bestond voor 32% uit oogletsel, 38% uit brandwonden, 6% uit gehoorschade en voor de rest uit overige schade. Daarbij komt dat over meerdere jaren gezien bij cakeboxen, compounds en fonteinen productfalen een grotere factor speelt. De helft (50,5 procent) van de letsels tijdens de jaarwisseling 2024-2025 werd veroorzaakt werd door vuurwerk dat niet in Nederland mag worden verkocht of afgestoken.4 Een verbod op F2-vuurwerk levert daarmee naar verwachting een bijdrage aan de veiligheid en het voorkomen van letsel tijdens de jaarwisseling.
Daarnaast heeft VeiligheidNL dit jaar een extra onderzoek gedaan naar beweegredenen van jongeren tussen de 12-15 jaar en naar het gedrag onder ouders van jongeren tussen de 12-15 jaar. Deze onderzoeken worden meegezonden met de Verzamelbrief Vuurwerk die begin juli naar beide Kamers wordt gezonden. De bevindingen van VeiligheidNL worden meegenomen in het ontwikkelen van een campagne voor de jaarwisseling 2025-2026.
-
11.Waarom zijn bij de totstandkoming van het wetsvoorstel belangrijke uitvoerende partijen, zoals de professionele vuurwerkbranche, niet betrokken? En hoe wordt zonder hun inbreng geborgd dat de uitvoerbaarheid realistisch is?
Zodra het wetsvoorstel was aangenomen in de Tweede Kamer zijn de ministeries IenW en JenV gestart met de uitwerking van de drie randvoorwaarden van het wetsvoorstel. Voor de uitwerking van de ontheffingsmogelijkheid worden brede en individuele gesprekken gehouden met onder andere het ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV), het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), de politie, het Openbaar Ministerie, de brandweer, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Genootschap van Burgemeesters, landelijke vuurwerkcoördinatoren van provincies, gemeenten en omgevingsdiensten, Verbond van Verzekeraars en het RIVM. Met de vuurwerkbranche (importeurs, detailhandel en professionele bezigers) worden separate gesprekken gevoerd evenals met (bestaande) initiatieven voor burgerparticipatie en buurt- en sportverenigingen om te vernemen waar zij kansen en uitdagingen zien. Op deze manier worden de wensen die in de maatschappij leven zo goed mogelijk meegenomen. Zodra een voorstel voor een AMvB ontheffing gereed is, zullen nog deze zomer uitvoeringstoetsen opgevraagd worden bij o.a. de VNG, Politie, Openbaar Ministerie, en ILT. Daarnaast kunnen alle betrokkenen ook via de internetconsultatie inbreng leveren op het voorstel.
-
12.Hoe beoordeelt de regering de uitvoerbaarheid van het organiseren van vuurwerkshows door verenigingen, terwijl lokale handhavingscapaciteit hiervoor - zo constateren de leden van de BBB-fractie - ontbreekt?
Bij de uitwerking van het voorstel voor de ontheffingsmogelijkheid worden met alle partijen gesprekken gevoerd. Bij deze gesprekken worden o.a. de handhavingsaspecten nadrukkelijk meegenomen. De uitvoeringstoetsen bij de voorstellen voor de AMvB en het handhavingsplan zal meer inzicht geven in hoe de beschikbare capaciteit het beste kan worden ingezet.
Het is aan het lokaal gezag (de burgemeester) om te bepalen of en onder welke voorwaarden zij gebruik willen maken van de mogelijkheid om een ontheffing te verlenen voor het afsteken van vuurwerk door verenigingen. Het verlenen van een ontheffing is daarmee nadrukkelijk geen verplichting. Gezien de schaarse handhavingscapaciteit kan het lokaal gezag besluiten hiervan af te zien. Ook de inzet van politie en boa's is beperkt en vraagt om keuzes. Het lokaal gezag maakt hierin een integrale afweging, waarbij ook andere prioriteiten rond de jaarwisseling worden meegewogen.
-
13.Erkent het kabinet dat de voorgestelde oplossing - lokale vuurwerkshows -zelf kan leiden tot ongelijkheid en extra uitvoeringsdruk, in plaats van het oplossen van de huidige lappendeken aan regels?
De gesprekken die beide ministeries voeren om te komen tot voorstellen voor de AMvB en het handhavingsplan, wijzen uit dat er een breed gedragen wens vanuit het veld bestaat om waar dat kan zoveel mogelijk vereisten, zoals veiligheidsvereisten, nationaal vast te leggen. Hiermee wordt onwenselijke versnippering, ongelijkheid of uitvoeringsdruk (zo veel mogelijk) voorkomen. Wel is het wenselijk dat de burgemeester binnen de nationale kaders, met zijn kennis en in overleg met de lokale driehoek kan beslissen of, op welke locatie en hoeveel ontheffingen worden verleend. De formele toetsen op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid (HUF-toetsen) moeten uitwijzen of dit ook inderdaad uitvoerbaar is en of het uitvoeringsdruk oplevert.
-
14.In hoeverre wordt in de uitvoeringstoetsen meegewogen dat het aandeel van legaal siervuurwerk in het totale aantal letsels beperkt is? Hoe wordt gerechtvaardigd dat een verbod uitvoeringscapaciteit vereist, terwijl de verwachte veiligheidswinst marginaal is? En hoe verklaren de initiatiefnemers en de regering dat 86% van het letsel wordt veroorzaakt door vuurwerk dat al verboden is? De leden van de BBB-fractie ontvangen hier graag een toelichting op.
De initiatiefnemers van de Wet veilige jaarwisseling (de Tweede Kamerleden Klaver (GroenLinks-PvdA) en Ouwehand (PvdD)) hebben het initiatiefwetsvoorstel voor een landelijk vuurwerkverbod opgesteld met als doel het vergroten van de veiligheid van burgers en hulpverleners, het beperken van schade van eigendommen, het verbeteren van het dierenwelzijn en het verminderen van negatieve milieueffecten. Daarnaast wordt door een verbod op consumentenvuurwerk beoogd een einde te maken aan de jaarlijkse overlast en risico's rondom de jaarwisseling.
Uit de letselonderzoeken van VeiligheidNL blijkt dat tijdens de jaarwisseling 20242025 bijna vier op de 10 letsels (39,3 procent) werd opgelopen door legaal vuurwerk (oudejaarsvuurwerk zoals compounds en cakeboxen, F1 vuurwerk en carbid schieten). Het type letsel bestond voor 32% uit oogletsel, 38% uit brandwonden, 6% uit gehoorschade en voor de rest uit overige schade. Daarbij komt dat over meerdere jaren gezien bij cakeboxen, compounds en fonteinen productfalen een grotere factor speelt. De helft (50,5 procent) van de letsels tijdens de jaarwisseling 2024-2025 werd veroorzaakt werd door vuurwerk dat niet in Nederland mag worden verkocht of afgestoken.5 6
Voor zover ons bekend is er geen feitelijk onderzoek gedaan naar de relatie tussen een vuurwerkverbod en de toename van zwaarder illegaal vuurwerk met ernstiger letsel tot gevolg. Ons is wel bekend dat in Hawaii voor het vuurwerkverbod het toegestane consumentenvuurwerk veel zwaarder is dan het consumentenvuurwerk dat in Nederland is toegestaan. Een recent incident op Hawaii (oudejaarsavond 2024) heeft er toe geleid dat de vuurwerkregelgeving in Hawaii deze zomer verder wordt aangescherpt.
Uit openbare stukken van het ministerie van Justitie van Ierland uit 2022 blijkt dat, hoewel er nog steeds incidenten met illegaal vuurwerk plaatsvinden, het Ierse ministerie van Justitie van mening is dat het verbod grotendeels voorkomt dat er grootschalig vuurwerk wordt afgestoken en het risico op ongelukken en schade aan eigendommen wordt gemitigeerd. Aangezien de meerderheid van de samenleving in Nederland voorstander is van een vuurwerkverbod, mag worden aangenomen dat een verbod niet direct zal leiden tot zwaardere ongevallen en een verschuiving naar illegaal vuurwerk. Daarnaast zal het nog op te stellen handhavingsplan als handreiking voor alle partijen dienen voor een goede voorbereiding en uitvoering in drie situaties: 1) de jaarwisseling 2025-2026 onder de huidige wet- en regelgeving, 2) de jaarwisseling vanaf 2026-2027 met inwerkingtreding van het algeheel vuurwerkverbod en 3) de aanpak van illegale handel en misbruik van vuurwerk gedurende het jaar. Het handhavingsplan zal worden uitgewerkt langs de lijnen van preventie, opsporing, handhaving en de samenwerking met andere EU-lidstaten. Hiermee wordt zo goed als mogelijk ingespeeld op de invoering van het vuurwerkverbod.
-
16.Hoe kan de handhaving in de praktijk onderscheid maken tussen F1- en F2-vuurwerk, terwijl deze categorieën op het oog nauwelijks van elkaar te onderscheiden zijn? Wordt deze onduidelijkheid meegenomen in de uitvoeringstoetsen? Is de regering bereid F2-vuurwerk om deze reden alsnog toe te staan, mede omdat het nauwelijks letsel veroorzaakt? De leden van de BBB-fractie ontvangen hier graag een toelichting op.
Het wetsvoorstel voor de Wet veilige jaarwisseling dat opgesteld is door de Tweede Kamerleden Klaver (GroenLinks-PvdA) en Ouwehand (PvdD) houdt een algeheel vuurwerkverbod voor consumenten in (behoudens F1-vuurwerk). Het is niet aan de ministeries IenW en JenV hierin wijzigingen aan te brengen.
Daarbij wijst onderzoek van VeiligheidNL uit dat afgelopen jaarwisseling 2024-2025 bijna 40% van de letsels veroorzaakt is door legaal consumentenvuurwerk. Hiervan is een significant deel (circa 30%) veroorzaakt door het in Nederland toegestane F2-consumentenvuurwerk. Tot slot zijn de effecten van F1-vuurwerk (zoals sterretjes, knalerwten of een fonteintje op een verjaardagstaart) wezenlijk te onderscheiden van de effecten van F2-vuurwerk zoals compounds en cakeboxen.
-
17.Welke extra juridische en operationele instrumenten worden aan de politie geboden om effectief te kunnen optreden? Acht de regering dit voldoende? De leden van de BBB-fractie ontvangen hier graag een toelichting op.
Om uitspraken te kunnen doen over de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van het voorliggende voorstel zijn goede uitvoeringstoetsen cruciaal. Op dit moment geven IenW en JenV uitvoering aan de uitwerking van de Wet veilige jaarwisseling. Zodra een voorstel gereed is, zullen de benodigde uitvoeringstoetsen nog deze zomer uitgevraagd worden bij politie, Openbaar Ministerie, VNG en de ILT. De uitkomsten hiervan worden meegenomen in het handhavingsplan.
-
18.Wordt in de uitvoeringstoets rekening gehouden met het feit dat verbod op F2-vuurwerk zal leiden tot verplaatsing van aankoop naar Duitsland of België, waar andere regels gelden? Wat betekent dit voor de uitvoerbaarheid van het voorstel?
Aangezien de meerderheid van de samenleving voorstander is van een vuurwerkverbod, mag worden aangenomen dat een dergelijk verbod niet direct zal leiden tot een grootschalige verplaatsing van de aankoop van F2-vuurwerk naar Duitsland of België. In het op te stellen handhavingsplan zal daarnaast expliciet aandacht worden besteed aan de situatie in de grensregio's. Daarbij wordt gekeken hoe grensgemeenten zich kunnen voorbereiden op eventuele overlast, en of er met de buurlanden afspraken gemaakt kunnen worden ter ondersteuning van de aanpak.
-
19.Acht de regering het wenselijk om een algeheel vuurwerkverbod in te voeren, terwijl uit het Atlas-rapport "Explosieve Handel Dadertypen en economische vuurwerkdelicten" blijkt dat jaarlijks tot wel €216 miljoen aan illegaal vuurwerk Nederland binnenkomt en de pakkans slechts 5 tot 10% is?8
Ondanks het verbod op het bezit en gebruik van professioneel vuurwerk door consumenten, wordt dit type vuurwerk nog regelmatig aangetroffen in de samenleving. Niet alleen rondom de jaarwisseling, maar ook in de criminele context wordt professioneel vuurwerk ingezet met aanzienlijke risico's voor de openbare orde en veiligheid. In het nog op te stellen handhavingsplan wordt daarom niet alleen gekeken naar handhaving van vuurwerk rondom de jaarwisseling, maar ook in de brede zin naar de aanpak van illegale handel en misbruik van vuurwerk. Onderdeel hiervan is goede opsporing en effectieve handhaving. Sinds de opkomst van explosievenproblematiek investeren de politie en het Openbaar Ministerie significant in expertise om deze complexe uitdaging het hoofd te bieden. Vanuit het Offensief Tegen Explosies wordt deze aanpak versterkt en worden in samenwerking met alle partners onder meer handreikingen ontwikkeld voor een eenduidige aanpak en werkwijze tegen deze problematiek.
Uit het Atlas-onderzoek blijkt dat een verbod op al het F2-vuurwerk de handhaving van het verbod op professioneel vuurwerk eenvoudiger en kostenefficiënter maakt, en mogelijk leidt tot een toename van de maatschappelijke welvaart. Samen met relevante partners gaan wij in gesprek om te verkennen hoe de pakkans verhoogd kan worden; de uitwerking hiervan wordt onder meer meegenomen in het handhavingsplan.
-
20.Is de regering het met de leden van de BBB-fractie eens dat, zolang deze illegale markt niet effectief wordt aangepakt, een verbod op legaal vuurwerk geen wezenlijk effect zal hebben op overlast en letsels, en slechts zal leiden tot meer illegale handel?
Het is de professionele overtuiging van de politie dat een verbod op de verkoop, het bezit en het afsteken van consumentenvuurwerk de noodzakelijke stap is naar een veilige(r) en meer overzichtelijke jaarwisseling met een goede sfeer. De verwachting is dat bij een totaalverbod de jaarwisseling na verloop van tijd rustiger zal verlopen waardoor er meer ruimte ontstaat voor gerichtere opsporing, zoals onderzoek naar handelsstroom en verkooppunten, en de handhaving. Zoals aangegeven gaat het ministerie JenV in de komende periode samen met partners in gesprek over concrete acties om de pakkans bij vuurwerkdelicten te vergroten. De uitwerking hiervan wordt meegenomen in het handhavingsplan. Om de illegale handel en misbruik van vuurwerk effectief tegen te gaan wordt het verder als noodzakelijk gezien om goede afspraken te maken met buurlanden en andere landen in Europa en ook om op Europees niveau te pleiten voor maatregelen die het probleem bij de bron aanpakken. In de Verzamelbrief Vuurwerk 2025 die voor de zomer wordt toegezonden, worden beide Kamers over de laatste stand van zaken geïnformeerd.
-
21.Waarom worden daders van ernstige vuurwerkdelicten, zoals het gooien van projectielen naar de politie, niet krachtig vervolgd onder bestaande wetgeving? Waarom wordt er dan gekozen voor het 'straffen' van burgers en ondernemers die zich aan de regels houden?
Geweld en agressie tegen personen met een publieke taak is onacceptabel. De Eenduidige Landelijke Afspraken zijn specifieke opsporings- en vervolgingsafspraken tussen de politie en het OM in geval van geweld en agressie tegen functionarissen met een publieke taak, waaronder politie. prioriteit wordt gegeven aan de opsporing
Hierin is onder andere vastgelegd dat hoge en vervolging van dit soort zaken. “Aanwijzing kader voor strafvordering in de strafvorderingsrichtlijn wordt
Daarnaast is in de door het OM opgestelde meerderjarigen” vastgelegd dat de sanctie
verhoogd met 200% indien sprake is van agressie en geweld tegen functionarissen met een publieke taak. Het altijd, conform de Aanwijzing, toepassen van 200% verhoging als uitgangspunt wil echter niet zeggen dat de uiteindelijke straf(eis) ook altijd 200% hoger uitvalt. Officieren van Justitie hebben discretionaire ruimte. Per geval komen zij op basis van een gewogen oordeel van alle maat gesneden (betekenisvolle) sanctie of strafeis.
relevante factoren tot een op
Huidige wet- en regelgeving, waaronder de Wet op de economische delicten en de Wet wapens en munitie, biedt voldoende mogelijkheden om de handel in en het bezit van F4-vuurwerk op te sporen en te vervolgen. Het is wel belangrijk dat duidelijk is in welke situatie op welke manier gehandhaafd kan worden, om de bestaande mogelijkheden voor opsporing en vervolging goed te kunnen benutten. Daarom wordt in nauwe samenwerking met de politie, het OM en de Inspectie Leefomgeving en Transport en onder leiding van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid een handreiking opgesteld die naar verwachting deze zomer wordt gepubliceerd en verspreid.
-
22.Erkent de regering dat de huidige wetgeving het al mogelijk maakt om geweld tegen hulpverleners aan te pakken, ongeacht of het projectiel legaal of illegaal is? Waarom is dan een nieuw verbod nodig dat niet tot betere handhaving leidt?
Geweld en agressie tegen hulpverleners is onacceptabel en afhankelijk van de concrete omstandigheden van het geval kan daarbij bijvoorbeeld sprake zijn van mishandeling, openlijke geweldpleging of bedreiging. Voor het kader omtrent de opsporing en vervolging daarvan, wordt verwezen naar het antwoord op vraag 21.
Het initiatiefwetsvoorstel voor een landelijk vuurwerkverbod is opgesteld met als doel het vergroten van de veiligheid van burgers en hulpverleners, het beperken van schade van eigendommen, het verbeteren van het dierenwelzijn en het verminderen van negatieve milieueffecten. Daarnaast wordt door een verbod op consumentenvuurwerk beoogd een einde te maken aan de jaarlijkse overlast en risico's rondom de jaarwisseling. De doelstelling van het initiatiefwetsvoorstel is dus breder dan het tegengaan van geweld en agressie tegen hulpverleners. Hoewel het effect van het wetsvoorstel nog niet kan worden vastgesteld, is de verwachting dat een verbod - op termijn - zal bijdragen aan een daling van het aantal vuurwerk gerelateerde letsels en overlast. Over de handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van het voorliggende voorstel zijn goede uitvoeringstoetsen cruciaal. Op dit moment geven IenW en JenV uitvoering aan de uitwerking van de Wet veilige jaarwisseling. Zodra een voorstel gereed is, zullen de benodigde uitvoeringstoetsen nog deze zomer uitgevraagd worden bij politie, Openbaar Ministerie, VNG en de ILT.
-
23.Uit het Atlas-rapport blijkt verder dat minderjarigen zich steeds vaker bezighouden met zware vuurwerkcriminaliteit. Is het realistisch te verwachten dat een verbod op legaal vuurwerk deze jongeren zal afschrikken, terwijl de strafmaat laag is en de pakkans klein blijft?
Uit het Atlas-onderzoek9 blijkt inderdaad dat er signalen zijn, niet door data onderbouwd, dat minderjarigen steeds vaker in aanraking komen met justitie voor meer serieuze vuurwerkcriminaliteit, zoals het handelen in en het voorhanden hebben van F4-vuurwerk. Volgens de Nederlandse wet- en regelgeving is het bezit, de verkoop en het afsteken van F3- en F4-vuurwerk door consumenten nu al verboden. De verwachting is daarom reëel dat het landelijk verbod op consumentenvuurwerk vanaf categorie F2 een afschrikkende werking voor deze doelgroep zal hebben.
In het Atlas-onderzoek wordt nogmaals bevestigd dat de handel in professioneel vuurwerk nauw verbonden is met georganiseerde criminaliteit. Via het Offensief tegen Explosies wordt er ingezet op de aanpak van (herhaald) daderschap (van zware vuurwerkcriminaliteit. Om te voorkomen dat jongeren doorgroeien in de georganiseerde en ondermijnende criminaliteit wordt er gekeken naar mogelijkheden om aan te sluiten bij bestaande programma's zoals “Preventie met Gezag” en bestaande kansrijke en effectieve interventies en maatregelen. Hierbinnen wordt er waar nodig ingezet om binnen die interventies de aanslagenproblematiek een nadrukkelijke plaats te geven.
-
24.Klopt het dat het onderscheid tussen F2-consumentenvuurwerk en F1-vuurwerk in de praktijk bijna niet zichtbaar is, en dat dit handhaving zal bemoeilijken omdat F1 wél toegestaan blijft?
De effecten van Fl-vuurwerk (zoals sterretjes, knalerwten of een fonteintje op een verjaardagstaart) zijn wezenlijk te onderscheiden van de effecten van F2-vuurwerk zoals compounds en cakeboxen. Ook de etikettering wijst uit of het Fl- dan wel F2-vuurwerk is.
Het is de professionele overtuiging van de politie dat een verbod op de verkoop, het bezit en het afsteken van consumentenvuurwerk de noodzakelijke stap is naar een veilige(r) en meer overzichtelijke jaarwisseling met een goede sfeer. De verwachting is dat bij een totaalverbod de jaarwisseling na verloop van tijd rustiger zal verlopen waardoor er meer ruimte ontstaat voor gerichtere opsporing, zoals onderzoek naar handelsstroom en verkooppunten, en de handhaving.
-
25.De Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) die het ontheffingsstelsel voor verenigingen moet regelen, is nog niet uitgewerkt. Waarom moet nu al worden ingestemd met een wetsvoorstel dat voor zijn werking afhankelijk is van een niet-bestaande uitvoeringsregeling?
Bij de behandeling van en de stemming over de Wet veilige jaarwisseling in de Tweede Kamer was er ook nog geen concrete invulling gegeven aan de ontheffingsmogelijkheid. Door aanneming van het amendement van Tweede Kamerlid Michon-Derkzen is evenwel bepaald dat de Wet veilige jaarwisseling niet in werking treedt dan nadat zowel de Eerste als de Tweede Kamer met de inwerkingtreding ervan hebben ingestemd. Daarmee is gewaarborgd dat de Eerste en Tweede Kamer nog een oordeel kunnen vellen over de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het stelsel als geheel, zoals dat ook bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet is gebeurd. Indien - naar het oordeel van de Eerste of Tweede Kamer -het voorgestelde stelsel niet uitvoerbaar of handhaafbaar is, kan instemming aan de inwerkingtreding van de Wet veilige jaarwisseling worden onthouden.
-
26.Kan er een terugvalclausule in de wet worden opgenomen voor het geval blijkt dat een deel of delen van het amendement van het Tweede Kamerlid Michon-Derkzen6 niet uitvoerbaar zijn?
Het wetsvoorstel voor de Wet veilige jaarwisseling is door de Tweede Kamer aangenomen en kan bij de behandeling in de Eerste Kamer niet meer aangepast worden. Onderdeel van het wetsvoorstel is een voorhang van het inwerkingtredingsbesluit, waarbij de Eerste en Tweede Kamer met de inwerkingtreding dienen in te stemmen. Indien - naar het oordeel van de Eerste of Tweede Kamer - blijkt dat niet aan de voorwaarden is voldaan die in de toelichting bij het amendement van Michon-Derkzen zijn genoemd, kan instemming worden onthouden. Dan treedt het wetsvoorstel niet in werking en blijft de situatie zoals deze nu is.
-
27.Hoeveel gemeenten zijn naar verwachting in staat een vuurwerkshow te organiseren, gezien het tekort aan gecertificeerde bezigers (slechts circa 170) en de te verwachten extra kosten en administratieve lasten?
Als met de vraag gedoeld wordt op professionele vuurwerkshows dan mogen enkel zogenoemde personen met gespecialiseerde kennis professioneel vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik afsteken. Daarvoor is onder andere een toepassingsvergunning en een certificaat nodig. Enkel personen met gespecialiseerde kennis kunnen daarom meldingen doen (of ontbrandingstoestemming aanvragen) voor professionele vuurwerkshows. Het is nog onduidelijk in hoeverre het aantal vuurwerkshows met een landelijk vuurwerkverbod voor consumenten zal toenemen. Het is mogelijk dat, om aan de mogelijke toenemende vraag te voldoen, meer mensen zich zullen gaan opleiden.
Als met de vraag gedoeld wordt op de ontheffing die door een burgemeester kan worden verleend, dan is op dit moment nog niet duidelijk. We zijn nu bezig met de uitwerking van een voorstel voor de AMvB. Hierin wordt nog uitgewerkt of en op welke wijze een mate van deskundigheid zal worden vereist van degenen die binnen die ontheffing vuurwerk zullen gaan afsteken.
-
28.Kan de regering uitsluiten dat het nieuwe ontheffingsstelsel zal leiden tot een nieuwe lappendeken aan lokale regels, terwijl het wetsvoorstel juist deze fragmentatie beoogt op te heffen?
De gesprekken die beide ministeries voeren om te komen tot voorstellen voor de AMvB en het handhavingsplan, wijzen uit dat er een breed gedragen wens bij gemeenten bestaat om waar dat kan zoveel mogelijk vereisten, zoals veiligheidsvereisten, nationaal vast te leggen. Hiermee wordt onwenselijke versnippering, ongelijkheid of uitvoeringsdruk (zo veel mogelijk) voorkomen. Wel is het wenselijk dat de burgemeester binnen de nationale kaders, met zijn kennis en in overleg met de lokale driehoek kan beslissen of, op welke locatie en hoeveel ontheffingen worden verleend. De formele toetsen op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid (HUF-toetsen) moeten uitwijzen of dit ook inderdaad uitvoerbaar is en of het uitvoeringsdruk oplevert.
-
29.Erkent de regering dat de vuurwerkbranche - die aan alle regels voldoet -onevenredig hard wordt geraakt door dit voorstel, terwijl het merendeel van de schade en overlast wordt veroorzaakt door vuurwerkproducten die al verboden zijn (zoals shells en cobra's)?
Overheidsmaatregelen die verkoop van producten reguleren of verbieden zijn aan de orde van de dag. Aanleidingen hiervoor kunnen divers zijn, en soms buiten de verantwoordelijkheid van de producent of verkoper van het desbetreffende product. Bij dergelijke regulering bestaat grond voor een tegemoetkoming in de vorm van nadeelcompensatie indien daardoor onevenredige schade op individuen of bedrijven komt te rusten.
-
30.Waarom wordt er gesproken over een compensatie van slechts €150 miljoen, terwijl de branche de economische schade op ruim €945 miljoen heeft becijferd? Is hiervoor dekking gevonden in de begroting van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat?
In beginsel moet voor compensatie een juridische grondslag bestaan.
Overheidsmaatregelen die verkoop van producten reguleren of verbieden zijn aan de orde van de dag. Bij dergelijke regulering bestaat grond voor een tegemoetkoming in de vorm van nadeelcompensatie indien daardoor onevenredige schade op individuen of bedrijven komt te rusten. Bedoeling is daarom om voor de vuurwerkbranche te voorzien in nadeelcompensatieregeling waarbij de belangrijkste criteria zijn risicoaanvaarding en normale ondernemersrisico. De omvang van het normale ondernemersrisico wordt bepaald met inachtneming van alle omstandigheden van het geval te weten voorzienbaarheid, aard van de schadeveroorzakende maatregel, en aard, ernst en omvang van de schade.
Op basis van bovenstaande juridische uitgangspunten is de grove raming van 100-150 miljoen voor compensatie bij in werkingtreding van het vuurwerkverbod in 2025 tot stand gekomen. Dit is opgebouwd uit de kosten in 2025 vermeerderd met gederfde winst over 2025 en 2026. De schade die de branche becijfert, heeft hoogstwaarschijnlijk andere uitgangspunten.
Zowel vanuit de initiatiefnemers van het wetsvoorstel als vanuit de Tweede Kamer is geen dekking geregeld voor de Wet veilige jaarwisseling. IenW heeft binnen haar bestaande begroting geen ruimte voor dekking van dit wetsvoorstel.
-
31.Waarom is in het wetsvoorstel geen verplichte effectiviteitsmeting of evaluatiemoment opgenomen, terwijl de maatschappelijke impact en de economische schade aanzienlijk zijn?
Het wetsvoorstel is door de initiatiefnemers opgesteld. Op dit moment geven IenW en JenV uitwerking aan de Wet veilige jaarwisseling. Zodra hiervoor een voorstel gereed is, zullen de benodigde uitvoeringstoetsen nog deze zomer uitgevraagd worden. Op welke wijze invulling wordt gegeven aan monitoring en evaluatie is nog niet uitgewerkt.
-
32.Waarom wordt er verwezen naar draagvlak in buurlanden voor een vuurwerkverbod, terwijl in de praktijk in landen als Duitsland en België legaal F2- en F3-vuurwerk wordt verkocht, en Nederlandse consumenten dat daar ook na een verbod zullen blijven kopen?
Middels het gezamenlijke non-paper van Nederland en Frankrijk proberen wij op Europees niveau steun te verkrijgen voor een aantal aanvullende Europese maatregelen voor pyrotechnische artikelen.10 Eén van die maatregelen ziet op een verbod op de productie van zwaar F4-vuurwerk zoals cobra's. Tijdens de Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ)-Raad van 13 juni 2025 zijn Raadsconclusies in de strijd tegen de illegale handel met zwaar vuurwerk aangenomen. Daarmee is er dus brede steun op dit onderwerp. Vanuit onze Europese aanpak worden ook gesprekken gevoerd met de buurlanden om de samenwerking verder te verstevigen in de aanpak van grensoverschrijdende vuurwerkproblematiek. Tot slot krijgt de aanpak in de grensregio's met België en Duitsland een nadrukkelijke plek in het handhavingsplan.
-
33.Heeft de regering kennisgenomen van het feit dat het vuurwerkverbod in Ierland (2007) en in Hawaii na vijftien jaar nog steeds niet effectief blijkt te zijn, en dat daar juist zwaarder illegaal vuurwerk is gaan circuleren, met ernstiger letsels tot gevolg?
Voor zover ons bekend is er geen feitelijk onderzoek gedaan naar de relatie tussen een vuurwerkverbod en de toename van zwaarder illegaal vuurwerk met ernstiger letsel tot gevolg. Ons is wel bekend dat in Hawaii voor het vuurwerkverbod het toegestane consumentenvuurwerk veel zwaarder is dan het consumentenvuurwerk dat in Nederland is toegestaan. Een recent incident op Hawaii (oudejaarsavond 2024) heeft er toe geleid dat de vuurwerkregelgeving in Hawaii deze zomer verder wordt aangescherpt.
Het nog op te stellen handhavingsplan zal als handreiking voor alle partijen dienen voor een goede voorbereiding en uitvoering in drie situaties: 1) de jaarwisseling 2025-2026 onder de huidige wet- en regelgeving, 2) de jaarwisseling vanaf 2026-2027 met inwerkingtreding van het algeheel vuurwerkverbod en 3) de aanpak van illegale handel en misbruik van vuurwerk gedurende het jaar. Het handhavingsplan zal worden uitgewerkt langs de lijnen van preventie, opsporing, handhaving en de samenwerking met andere EU-lidstaten. Hiermee wordt zo goed als mogelijk ingespeeld op de invoering van het vuurwerkverbod.
-
34.Is de regering bereid om de ervaringen met lokale afsteekverboden in negentien Nederlandse gemeenten systematisch te evalueren, alvorens nationaal beleid in te voeren dat mogelijk gebaseerd is op misleidende aannames?
Gemeenten, politie en het OM hebben aangegeven dat lokale verboden afgelopen jaren minder effectief zijn geweest omdat de verkoop van consumentenvuurwerk niet verboden was en de verschillen in lokaal beleid de handhaving van de openbare orde complex maakte. Lokaal kon sprake zijn van een afsteekverbod terwijl de verkoop- en het afsteken buiten de lokale grenzen nog wel was toegestaan. Dit betreft een andere situatie dan wanneer een landelijk vuurwerkverbod van kracht is. Naar verwachting van de politie en het OM leidt een duidelijke (landelijke en uniforme) normstelling - op termijn - juist tot een vereenvoudiging van de handhaving.
Om te komen tot een voorstel voor een AMvB ontheffingsmogelijkheid worden breed diverse partijen gevraagd om hun inbreng. Hierbij kunnen zij reeds eerder opgedane ervaringen inbrengen die meegewogen worden in de keuze voor het voorstel voor de AMvB ontheffingsmogelijkheid. Om daadwerkelijke uitspraken te kunnen doen over de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het voorliggende voorstel, zijn uitvoeringstoetsen cruciaal. Op dit moment geven IenW en JenV uitvoering aan de uitwerking van de Wet veilige jaarwisseling. Zodra een voorstel gereed is, zullen de benodigde uitvoeringstoetsen nog deze zomer uitgevraagd worden bij politie, Openbaar Ministerie, VNG en de ILT.
-
35.Kan de regering toezeggen dat er een uitgebreide voorhangprocedure van de concept- AMvB in de Eerste Kamer zal plaatsvinden, gelet op de grote twijfels over de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het voorstel?
Het wetsvoorstel regelt dat voor de AMvB de reguliere voorhangprocedure van de Wet milieubeheer van toepassing is en dat voor het inwerkingtredingsbesluit van de Wet veilige jaarwisseling een voorhangprocedure met instemming van beide Kamers geldt. Daarmee is voldoende geborgd dat de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van wetsvoorstel kan worden beoordeeld door de Eerste en Tweede Kamer.
-
36.Komt er een (nieuwe) uitvoeringstoets die in zowel de Eerste als de Tweede Kamer behandeld zal worden?
Zodra een voorstel voor de AMvB ontheffingsmogelijkheid gereed is, worden de formele toetsen op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid (HUF-toetsen) uitgevoerd.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV
-
1.Wat zijn de verwachte kosten voor handhaving van een algeheel vuurwerkverbod?
De handhaving van het vuurwerkverbod geschiedt in principe vanuit de bestaande capaciteit van politie, ILT, gemeenten (boa's) en andere partners zoals die ook de voorgaande jaarwisselingen werd ingezet. Op dit moment geven IenW en JenV uitvoering aan de uitwerking van de Wet veilige jaarwisseling. Zodra een voorstel gereed is, zullen de benodigde uitvoeringstoetsen nog deze zomer uitgevraagd worden. Deze uitvoeringstoetsen zullen meer inzicht geven in de manier waarop de capaciteit het beste kan worden ingezet.
-
2.Welk deel van de jaarlijkse kosten van politie-inzet gedurende de jaarwisseling heeft betrekking op sec handhaving m.b.t. vuurwerk?
Dat is niet te destilleren uit de totale inzet rond de jaarwisseling. De uitvoeringstoetsen zullen mogelijk meer inzicht geven in de manier waarop de capaciteit het beste kan worden ingezet.
-
3.De handhaving van een eventueel vuurwerkverbod zal plaatsvinden binnen de bestaande capaciteit. Er zijn geen plannen hiervoor extra middelen beschikbaar te stellen. Kan de regering motiveren waarom dit in de praktijk een reële inschatting is?
De politie zet tijdens de jaarwisseling al maximaal in. Dat zal waarschijnlijk ook bij een algeheel vuurwerkverbod de eerste jaren nog zo blijven. De verwachting van de politie is echter dat de inzet tijdens de jaarwisseling op termijn zal kunnen afnemen.
-
4.Kan de regering voor de leden van de PVV-fractie toelichten waarom extra politie-inzet voor de handhaving van het beoogde verkoopverbod aan consumenten en het met het voorstel beoogde afsteekverbod, geen optie is?
Het handhaven van het vuurwerkverbod zal inzet vragen van alle partners (zoals ILT en gemeenten), niet alleen de politie. Iedere partij doet dat vanuit zijn eigen verantwoordelijkheden rond het opsporen van illegaal vuurwerk en het controleren van producteisen en vergunningen. Zoals gezegd in antwoord op vraag 3, zet de politie momenteel al haar capaciteit maximaal in tijdens de jaarwisseling.
-
5.In 2020 en 2021 gold er in Nederland een algeheel vuurwerkverbod. In beide jaren werd er desondanks op grote schaal vuurwerk afgestoken. Kan de regering toelichten waarom het door de initiatiefnemers voorgestelde verbod wél handhaafbaar zou zijn, gelet op deze twee ervaringsjaren?
Met de invoering van de Wet veilige jaarwisseling worden niet meteen alle problemen rond de jaarwisseling opgelost, maar wordt wel een heldere nieuwe norm neergezet, waarbij ook een gedragsverandering in gang gezet waarbij vuurwerk, afgestoken door consumenten, geen onderdeel meer is van de jaarwisseling. De verwachting is dat een groot deel van de burgers zich aan deze nieuwe norm gaat houden en dus geen vuurwerk meer zal afsteken. Hierdoor kan er gerichter worden gehandhaafd om de norm te bevestigen. Tevens zal ook de opsporing van illegaal vuurwerk gerichter kunnen plaatsvinden.
15
Kamerstukken I 2024/25, 35 386, D, p. 8 en p. 10.
Gevarenklasse V erkenning. Gecertificeerde personen die bevoegd zijn om professioneel vuurwerk te bestellen, op te slaan, te transporteren of af te steken.
Dit betreft zowel vuurwerk uit de categorie zwaar illegaal vuurwerk (cobra's, strijkers, nitraten, mortierbommen/shells, vlinderbommen/toffees, flowerbeds en lawinepijlen) als vuurpijlen en knalvuurwerk. Ook overig illegaal en zelf geknutseld vuurwerk vallen hieronder.
Dit betreft zowel vuurwerk uit de categorie zwaar illegaal vuurwerk (cobra's, strijkers, nitraten, mortierbommen/shells, vlinderbommen/toffees, flowerbeds en lawinepijlen) als vuurpijlen en knalvuurwerk. Ook overig illegaal en zelf geknutseld vuurwerk vallen hieronder.
Dit betreft zowel vuurwerk uit de categorie zwaar illegaal vuurwerk (cobra's, strijkers, nitraten, mortierbommen/shells, vlinderbommen/toffees, flowerbeds en lawinepijlen) als vuurpijlen en knalvuurwerk. Ook overig illegaal en zelf geknutseld vuurwerk vallen hieronder.
Zie https://www.irishtimes.com/crime-law/2024/10/31/use-of-fireworks-at-halloween-widespread-despite-garda-seizures-worth-225000-over-10-years/
Position paper SVNC voor de Tweede Kamer, p. 5.
Atlas Research, 'Explosieve handel; Dadertypen en aanpak van economische vuurwerkcriminaliteit', Den Haag: Ministerie van Justitie en Veiligheid, mei 2025, in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC), zie https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2025/06/16/tk-aanbieding-wodc-rapport-explosieve-handel-dadertypen-en-aanpak-van-economische-vuurwerkcriminaliteit.
Atlas Research, 'Explosieve handel; Dadertypen en aanpak van economische vuurwerkcriminaliteit’, Den Haag: Ministerie van Justitie en Veiligheid, mei 2025, in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en
Datacentrum (WODC), zie https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2025/06/16/tk-aanbieding-wodc-rapport-explosieve-handel-dadertypen-en-aanpak-van-economische-vuurwerkcriminaliteit.
Modify the Pyro Directive to Protect Public Order and Safety. A collaborative non-paper between the Netherlands and France | Tweede Kamer der Staten-Generaal en Non Paper Pyrotechnics Directive | Tweede Kamer der Staten-Generaal