Brief van de minister van J&V over het voornemen van permanentmaking van de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding - Tijdelijke regels inzake het opleggen van vrijheidsbeperkende maatregelen aan personen die een gevaar vormen voor de nationale veiligheid of die voornemens zijn zich aan te sluiten bij terroristische strijdgroepen en inzake het weigeren en intrekken van beschikkingen bij ernstig gevaar voor gebruik ervan voor terroristische activiteiten (Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding)

Deze brief is onder nr. E toegevoegd aan wetsvoorstel 34359 - Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Tijdelijke regels inzake het opleggen van vrijheidsbeperkende maatregelen aan personen die een gevaar vormen voor de nationale veiligheid of die voornemens zijn zich aan te sluiten bij terroristische strijdgroepen en inzake het weigeren en intrekken van beschikkingen bij ernstig gevaar voor gebruik ervan voor terroristische activiteiten (Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding); Brief van de minister van J&V over het voornemen van permanentmaking van de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding
Document­datum 02-07-2025
Publicatie­datum 02-07-2025
Nummer KST1204296
Kenmerk 34359, nr. E
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2024-2025

34 359

35 917

E1

Tijdelijke regels inzake het opleggen van vrijheidsbeperkende maatregelen aan personen die een gevaar vormen voor de nationale veiligheid of die voornemens zijn zich aan te sluiten bij terroristische strijdgroepen en inzake het weigeren en intrekken van beschikkingen bij ernstig gevaar voor gebruik ervan voor terroristische activiteiten (Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding)

Wijziging van de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding in verband met het verlengen van de werkingsduur

BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2025

Met deze brief informeer ik uw Kamer over mijn voornemen de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding (hierna: Twbmt) permanent te maken en daarbij tevens een wijziging aan te brengen. De Twbmt kent een horizonbepaling als gevolg waarvan de wet van rechtswege vervalt per 1 maart 2027. In het instrumentarium voor terrorismebestrijding wordt deze wet essentieel geacht. Nu de terroristische dreiging aanhoudt, onder andere door het vrijkomen van veroordeelde terroristen met een hoog risicoprofiel, acht ik het blijvend van belang de mogelijkheid te hebben om bestuurlijke maatregelen op te kunnen leggen. Daarom zal ik op korte termijn een wetsvoorstel tot permanentmaking in consultatie brengen. Een gelijkluidende brief stuur ik aan de Tweede Kamer.

Het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Datacentrum (WODC) heeft een evaluatie van de Twbmt uitgevoerd, die op 16 september 2024 aan de Tweede Kamer is gestuurd samen met mijn beleidsreactie1 2. De evaluatie is onder meer kritisch op de noodzaak en proportionaliteit van de wet, mede vanwege de beperkte inzet ervan. Het kabinet heeft kennisgenomen van de evaluatie en de kritiekpunten en zich naar aanleiding daarvan beraden op de noodzaak om de gehele Twbmt dan wel de afzonderlijke maatregelen uit de wet te behouden. Hiertoe heeft het kabinet gesproken met partners uit de veiligheidsketen en de uitvoering die betrokken zijn bij casuïstiek waarin het opleggen van maatregelen overwogen wordt. Deze gesprekken sterken mij in de overtuiging dat de Twbmt relevant blijft, omdat zij uitkomst kan bieden in de specifieke gevallen waarin sprake is van dreiging voor de nationale veiligheid, maar inzet van strafrechtelijke of zorggerelateerde maatregelen (nog) niet of niet meer mogelijk is om een terroristische dreiging tegen te gaan. Dergelijke specifieke casuïstiek, waarin ander handelingsperspectief ontbreekt zal ook in de toekomst aan de orde zijn, waardoor permanentmaking in de rede ligt.

Sinds de evaluatie hebben zich wederom casussen voorgedaan waarin het opleggen van maatregelen uit de Twbmt heeft plaatsgevonden of concreet is overwogen om de dreiging, die uitgaat van personen die betrokken zijn bij terroristische activiteiten, te mitigeren. Uit het meest recente Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) van juni 2025 blijkt dat de terroristische dreiging nog steeds aanhoudt. Het dreigingsniveau staat op 4, hetgeen betekent dat er een reële kans is dat er in Nederland een aanslag plaatsvindt.

In het DTN uit december 2024 is aangegeven dat dreiging uit kan gaan van terrorismeveroordeelden die vrijgelaten worden uit detentie, en dat vanaf 2025 personen vrijkomen met een verhoogd dreigingsprofiel. Gelet op deze aanhoudende terroristische dreiging ben ik ervan overtuigd dat ook in de komende jaren casussen aan de orde zullen zijn waarin de maatregelen uit de Twbmt moeten worden ingezet, bijvoorbeeld omdat er strafrechtelijk (nog) niet kan worden opgetreden en de dreiging niet op een andere manier voldoende effectief bestreden kan worden. Ik acht de verschillende maatregelen uit de wet blijvend van belang om de terroristische dreiging tegen te gaan en zie graag dat de maatregelen die hun waarde hebben bewezen als onderdeel van het instrumentarium waarmee terrorisme wordt bestreden permanent beschikbaar zullen zijn.

Een uitzondering hierop is de maatregel die het mogelijk maakt om beschikkingen te weigeren of in te trekken om te voorkomen dat de Nederlandse overheid indirect een terroristische organisatie financiert of faciliteert. Deze maatregel is sinds de inwerkingtreding van deze wet in 2017 nog geen enkele keer toegepast. Vanuit het oogpunt van de nationale veiligheid is er geen dringende reden om deze maatregel permanent te behouden. Ik ben daarom voornemens deze maatregel niet op te nemen in het wetsvoorstel tot permanentmaking, waardoor deze maatregel zal komen te vervallen.

De Tweede Kamer heeft de regering verzocht de Twbmt jaarlijks te evalueren.3 Omdat de drempel voor inzet van de wet hoog ligt - vanuit oogpunt van proportionaliteit en subsidiariteit wordt de Twbmt alleen ingezet in gevallen waarin andere mogelijkheden om de dreiging tegen te gaan ontbreken of onvoldoende effectief zijn -is het aantal casussen waarin maatregelen zijn opgelegd te beperkt gebleken om een jaarlijkse evaluatie doelmatig te laten zijn. Ik ben voornemens in de permanente wet een bepaling op te nemen die voorschrijft dat de wet vijf jaar na permanentmaking opnieuw wordt geëvalueerd.

Ik zal de komende periode de nodige stappen zetten om permanentmaking van de Twbmt voor te bereiden en een wetsvoorstel daartoe ter internetconsultatie aan te bieden in de overtuiging dat de wet een onmisbaar onderdeel is van het instrumentarium dat we nodig hebben om Nederland te beschermen tegen terroristische dreiging.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D.M. van Weel

2

1

De letter E heeft allen betrekking op 34359

2

Kamerstukken II, 2024/2025, 29754, nr. 730. Afschrift verstuurd aan de Eerste Kamer op 7 oktober 2024

3

Kamerstukken II, 2021/2022, 35917, nr. 11


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.