Verslag van een schriftelijk overleg met de staatssecretaris P&I over de derde monitorrapportage en het belevingsonderzoek van de Wet vereenvoudiging Wajong - Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele andere wetten in verband met verdere activering van de participatie van jonggehandicapten en het harmoniseren van de verschillende regimes Wajong - Hoofdinhoud
Dit verslag van een schriftelijk overleg is onder nr. AD toegevoegd aan wetsvoorstel 35213 - Verdere activering van de participatie van jonggehandicapten en het harmoniseren van de verschillende regimes Wajong i.
Inhoudsopgave
Officiële titel | Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele andere wetten in verband met verdere activering van de participatie van jonggehandicapten en het harmoniseren van de verschillende regimes Wajong; Verslag van een schriftelijk overleg met de staatssecretaris P&I over de derde monitorrapportage en het belevingsonderzoek van de Wet vereenvoudiging Wajong |
---|---|
Documentdatum | 04-07-2025 |
Publicatiedatum | 04-07-2025 |
Nummer | KST35213AD |
Kenmerk | 35213, nr. AD |
Externe link | origineel bericht |
Originele document in PDF |
Eerste Kamer der Staten-Generaal
Vergaderjaar 2024-2025
35 213 |
Wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten en enkele andere wetten in verband met verdere activering van de participatie van jonggehandicapten en het harmoniseren van de verschillende regimes Wajong |
AD |
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 4 juli 2025 De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft schriftelijk overleg gevoerd met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de derde monitorrapportage en het belevingsonderzoek Wet vereenvoudiging Wajong. Bijgaand brengt de commissie hiervan verslag uit. Dit verslag bestaat uit:
De griffier van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Van der Bijl |
1 Samenstelling:
Kemperman (Fractie-Kemperman), Heijnen (BBB), Griffioen (BBB), Van Gasteren (BBB), Van Wijk (BBB), Vos (GroenLinks-PvdA (voorzitter), Ramsodit (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Fiers (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Petersen (VVD), Geerdink (VVD), Van Ballekom (VVD), Bakker-Klein (CDA), Bovens (CDA), Moonen (D66) (ondervoorzitter), Belhirch (D66), Bezaan (PVV), Koffeman (PvdD), Nanninga (JA21), Van Apeldoorn (SP), Huizinga-Heringa (ChristenUnie), Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)
kst-35213-AD
ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2025
BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Den Haag, 3 juni 2025
De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid hebben kennisgenomen van uw brief van 6 mei 2025 waarin u de Kamer samen met de derde monitorrapportage informeert over het onderzoek «Hoe werkt de harmonisering voor mensen met een Wajong-uitkering? Ervaringsonderzoek naar de Wajong en de Wet vereenvoudiging Wajong».1 Naar aanleiding van deze brief hebben de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA nog een aantal opmerkingen en vragen. De leden van de fracties van de BBB en het CDA sluiten zich bij deze vragen aan.
Naar aanleiding van de derde monitorrapportage hebben de leden van deze fractie vragen over het heldere inzicht in de financiële netto-situatie van de mensen met een Wajong-uitkering vanwege de impact op de bestaanszekerheid bij het ontbreken daarvan.
Zowel in de tweede als de derde monitorrapportage over de Wajong werd aangegeven dat de netto-situatie voor mensen met een Wajong-uitkering vaak onoverzichtelijk is omdat deze netto-situatie kan bestaan uit een combinatie van toeslagen, inkomensafhankelijke gemeentelijke regelingen en de eigen bijdrage voor de WLZ. Daarnaast is het voor deze mensen vaak onduidelijk onder welk regime zij vallen en welke voorwaarden er dan volgens dat regime van toepassing zijn. Er is ook angst voor terugvorderingen van toeslagen en onduidelijkheid over de driemaandelijkse verrekeningen van het loon met de uitkering door het UWV. Tevens kan de stap naar werk erg ingewikkeld zijn omdat de effecten op de netto-situatie moeilijk zijn in te schatten. Ook hebben mensen met een beperking vaker te maken met een wisselende belastbaarheid. Daardoor werken zij vaak niet fulltime en/of op wisselende uren.2
-
1)Een eerste punt van zorg betreft de complexiteit voor de Wajong-uitkeringsgerechtigden zelf. Kunt u in de volgende monitorrapportage aangeven in hoeverre zij nu zelf eenvoudig en met zekerheid kunnen achterhalen in welke variant van de Wajong zij zitten?
-
2)In hoeverre is het voor een Wajonger nu vooraf kenbaar wat de financiële gevolgen zijn voor de uitkering wanneer er daarnaast structureel, tijdelijk of wisselend inkomen is uit werk? In hoeverre worden deze mensen nu door het UWV of andere instanties ondersteund om vooraf inzicht te krijgen in de gevolgen voor hun maandinkomen wanneer zij gaan werken? Ook wanneer zij vanwege belastbaarheid wisselende uren werken? Kunt u dat nu en in de volgende monitorrapportage duiden?
-
3)In hoeverre vindt u het noodzakelijk dat de mensen met een Wajong-uitkering tijdiger en duidelijker dan nu het geval is, inzicht verkrijgen in hun netto-situatie? Welke inspanningen gaat u plegen? Kunt u dat nu en in de volgende monitorrapportage duiden? Dit betreft de netto-situatie bij een combinatie van regelingen die gezamenlijk het inkomen bepalen en de netto-situatie bij inkomen uit werk naast regelingen die gezamenlijk het inkomen bepalen.
De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag binnen vier weken.
Voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
M.L. Vos
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2025
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, BBB en CDA naar aanleiding van de derde monitorrapportage en het ervaringsonderzoek Wet vereenvoudiging Wajong.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel
Uw kenmerk 177049.02U
(ingezonden 3 juni 2025)
Vragen van de fractieleden van GroenLinks-PvdA, BBB en CDA aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de derde monitorrapportage en het ervaringsonderzoek Wet vereenvoudiging Wajong.
Inleiding
In de gestelde vragen verzoekt uw Kamer in de eerstvolgende monitorrapportage in te gaan op een aantal onderwerpen. Ik wil uw Kamer erop wijzen dat er geen volgende monitorrapportage komt. De monitorrapportage Wajong heeft tot doel om tot aan de wetsevaluatie van de Wet vereenvoudiging Wajong tussentijds inzicht te hebben in het effect van deze wetswijziging. De derde monitorrapportage betreft de laatste in deze reeks. Deze wetsevaluatie wordt eind 2025, samen met de periodieke evaluatie Wajong, afgerond. Hieronder treft u hierom de beantwoording op de door uw Kamer gestelde vragen.
Vraag 1
Een eerste punt van zorg betreft de complexiteit voor de Wajong-uitkeringsgerechtigden zelf. Kunt u in de volgende monitorrapportage aangeven in hoeverre zij nu zelf eenvoudig en met zekerheid kunnen achterhalen in welke variant van de Wajong zij zitten?
Antwoord
Cliënten kunnen op basis van de ingangsdatum van hun Wajong-uitkering nagaan onder welk regime zij vallen. Deze ingangsdatum is terug te vinden in de toekenningsbeschikking, die online te raadplegen is tot maximaal 5 jaar terug. Daarnaast kunnen zij deze informatie ook telefonisch opvragen bij UWV, ook voor oudere beschikkingen.
Sinds de invoering van de Wet vereenvoudiging Wajong per 1 januari 2021 is de variant waaronder iemand valt echter niet langer relevant. Het doel van deze wet was het harmoniseren van de verschillende Wajong-regelingen. Hierdoor zijn de verschillen tussen de regelingen grotendeels weggenomen. Het enige verschil is dat de Wajong2015 uitsluitend toegankelijk is voor mensen die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. Het zittend bestand bestaat nu uit jonggehandicapten met duurzaam geen arbeidsvermogen (DGA) en jonggehandicapten met arbeidsvermogen of tijdelijk geen arbeidsvermogen (nDGA).
Vraag 2
In hoeverre is het voor een Wajonger nu vooraf kenbaar wat de financiële gevolgen zijn voor de uitkering wanneer er daarnaast structureel, tijdelijk of wisselend inkomen is uit werk? In hoeverre worden deze mensen nu door het UWV of andere instanties ondersteund om vooraf inzicht te krijgen in de gevolgen voor hun maandinkomen wanneer zij gaan werken? Ook wanneer zij vanwege belastbaarheid wisselende uren werken? Kunt u dat nu en in de volgende monitorrapportage duiden?
Antwoord
Het inzicht in de financiële gevolgen van (meer) werken voor mensen met een Wajong-uitkering is een belangrijk aandachtspunt. Voor veel mensen is het vooraf lastig in te schatten wat de gevolgen zijn voor hun maandinkomen wanneer zij (meer) gaan werken, vooral bij tijdelijke of wisselende inkomens.
De rekentool «uitkeringnaarwerk», ontwikkeld door het Nibud en gesubsidieerd door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, geeft een indicatie van het verwachte inkomen bij werken vanuit een uitkering en houdt rekening met de gevolgen voor andere inkomsten, zoals toeslagen.
De rekentool is onderdeel van het programma Simpel Switchen, dat tot doel heeft de overgang tussen uitkering en werk te vergemakkelijken. Momenteel wordt de tool inhoudelijk geactualiseerd, gebruiksvriendelijker gemaakt en opnieuw onder de aandacht gebracht bij zowel burgers als uitvoerders.
Daarnaast biedt UWV een eigen rekenhulp Wajong aan op de website. Deze tool geeft een geschatte indicatie van de hoogte van de Wajong-uitkering en het totale bruto-inkomen.
Vraag 3
In hoeverre vindt u het noodzakelijk dat de mensen met een Wajong-uitkering tijdiger en duidelijker dan nu het geval is, inzicht verkrijgen in hun netto-situatie? Welke inspanningen gaat u plegen? Kunt u dat nu en in de volgende monitorrapportage duiden? Dit betreft de netto-situatie bij een combinatie van regelingen die gezamenlijk het inkomen bepalen en de netto-situatie bij inkomen uit werk naast regelingen die gezamenlijk het inkomen bepalen.
Antwoord
Ik onderken het belang van tijdig en duidelijk inzicht in het netto-inkomen van mensen met een Wajong-uitkering, zeker bij een combinatie van regelingen of bij inkomen uit werk naast andere regelingen. Gebrek aan inzicht zorgt voor onzekerheid en kan de stap naar werk belemmeren.
Dit is een breder knelpunt binnen het sociale zekerheidsstelsel. Het kabinet zet zich in om deze onzekerheid te verkleinen. Zoals hiervoor aangegeven werkt Nibud aan het actualiseren en gebruikersvriendelijker maken van een rekentool voor het programma Simpel Switchen.
Daarnaast werk ik samen met de Minister van SZW aan het beter benutten van bestaande gegevensbronnen via het wetsvoorstel Proactieve
Dienstverlening Sociale Zekerheid. Dit kan bijdragen aan het verminderen van onzekerheid bij mensen. De Minister van SZW heeft daarnaast in zijn brief van 19 november 2024 uw Tweede Kamer geïnformeerd over het werken aan een zekerder en eenvoudiger stelsel via de Hervormingsa-genda Inkomensondersteuning.
Eerste Kamer, vergaderjaar 2024-2025, 35 213, AD
6
Kamerstukken I 2024/2025, 35 213, AC.
Inzicht portret 5 ervaringsonderzoek.