Tweede verslag - Voorstel van wet van het lid Van Nispen houdende verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum

Dit tweede verslag is onder nr. D toegevoegd aan wetsvoorstel 36468 - Initiatiefvoorstel Opneming in de Grondwet van bepalingen inzake het correctief referendum (derde poging, tweede lezing) i.

1.

Kerngegevens

Officiële titel Voorstel van wet van het lid Van Nispen houdende verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum; Tweede verslag
Document­datum 10-07-2025
Publicatie­datum 10-07-2025
Nummer KST36468D
Kenmerk 36468, nr. D
Externe link origineel bericht
Originele document in PDF

2.

Tekst

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2024-2025

36 468

Voorstel van wet van het lid Van Nispen houdende verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake het correctief referendum

TWEEDE VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN1

Vastgesteld 8 juli 2025

  • 1. 
    Inleiding

De leden van de BBB-fractie hebben in eerste lezing met deze grondwetswijziging ingestemd. Wel hebben de leden een aantal waarborgen genoemd welke voor deze leden van belang zijn om een goede afweging te maken. De leden hebben nog enkele vragen over het onderhavige voorstel.

De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA hebben met belangstelling kennisgenomen van de antwoorden van de initiatiefnemer en de brief van de Minister. Zij hebben nog een aantal vervolgvragen.

Met enige zorg hebben de leden van de fractie van D66 kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag van de initiatiefnemer en de brief van de Minister van BZK met de antwoorden op de in het verslag aan de regering gestelde vragen. Beide documenten plaatsen de leden voor een dilemma. In beginsel staan zij welwillend tegenover de invoering van een correctief wetgevingsreferendum in de Grondwet, maar zij willen wel eerst weten aan welke vereisten zo'n correctief referendum moet voldoen, alvorens daarmee akkoord te kunnen gaan. Die vereisten moeten blijkens de beantwoording door de initiatiefnemer en door de Minister nog in een uitvoeringswet worden vastgelegd. De Minister geeft aan dat er een zorgvuldige wetgevingsprocedure moet worden doorlopen met advisering van externe partijen en de Afdeling Advisering van de Raad

1 Samenstelling:

Lagas (BBB) (voorzitter), Van Langen-Visbeek (BBB), Lievense (BBB), Kroon (BBB), Fiers (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA), Janssen-Van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Van de Sanden (VVD), Meijer (VVD) (ondervoorzitter), Doornhof (CDA), Prins (CDA), Van Toorenburg (CDA), Dittrich (D66), Aerdts (D66), Van Hattem (PVV), Nicolaï (PvdD), Nanninga (JA21), Janssen (SP), Talsma

(ChristenUnie), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL), Kemperman (Fractie-Kemperman).

kst-36468-D

ISSN 0921 - 7371 's-Gravenhage 2025

van State. Niet voor de zomer van 2026 zal zo'n wetsvoorstel de Tweede Kamer bereiken, laat staan de Eerste Kamer.

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de beantwoording door de initiatiefnemer en de regering en wensen nog een nadere vraag te stellen.

  • 2. 
    Uitvoeringswet

De leden van de BBB-fractie vragen of de regering bereid is in de uitvoeringswet een evaluatiebepaling op te nemen? Is de regering bereid vooraf toe te zeggen dat voor de optie wordt gekozen waarin alle uitvoeringsbepalingen in één wetsvoorstel worden geregeld. Dit wetsvoorstel moet dan met een tweederdemeerderheid worden aangenomen. De leden van de BBB-fractie zijn van mening dat voor de principiële discussie de uitvoeringswet niet los gezien kan worden van de grondwetswijziging. Ook in de beraadslaging werd duidelijk dat dit principieel wenselijk is. De uitvoeringswet zal rond het zomerreces van 2026 aanhangig gemaakt worden bij de Tweede Kamer. Behandeling van de grondwetswijziging in de Eerste Kamer lijkt dan ook pas principieel wenselijk nadat de Tweede Kamer de uitvoeringswet heeft behandeld, zodat beide tegelijkertijd in de Eerste Kamer voorliggen. Kan de initiatiefnemer hierop reflecteren? Is de initiatiefnemer bereid de grondwether-ziening aan te houden totdat er een voorstel boor een uitvoeringswet ligt?

Is de regering bereid een ontwerpuitvoeringswet op te stellen en deze aan de Tweede Kamer aan te bieden zonder dat de Eerste Kamer de grondwetsherziening heeft behandeld? Op deze wijze wordt door de Eerste Kamer politiek inzicht in de inhoud van de uitvoeringswet verkregen, op basis waarvan de principiële discussie over de grondwetsherziening kan plaatsvinden.

Met betrekking tot de timing van de behandeling van de grondwetswijziging en de uitvoeringswet hebben de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA de volgende vragen. Zowel de initiatiefnemer, als, in nog sterkere mate, de regering, onderschrijven de nadelen van het niet in samenhang en binnen een afzienbare tijd behandelen van beide wetsvoorstellen. Bij de beantwoording van de vragen over de uitvoeringswet geeft de regering aan dat het «onwenselijk» is als er een «lege huls» zou ontstaan. De leden zijn van mening dat het sowieso belangrijk is om de inhoud van de uitvoeringwet te kennen alvorens in te stemmen met de grondwetswijziging. Daarom zijn de leden voornemens voor te stellen om de behandeling van de tweede lezing van de grondwetswijziging aan te houden en pas op een later moment weer op te pakken. In verband daarmee hebben de leden de volgende vragen.

Op verschillende punten in de beantwoording wordt gesuggereerd dat de tweede lezing van de grondwetswijziging in de Eerste Kamer afgerond moet zijn, voordat de Tweede Kamer aan de behandeling van de uitvoeringswet kan beginnen. Volgens de informatie van de leden is dit niet het geval. Kan de regering een helder overzicht schetsen van de stappen die volgtijdelijk noodzakelijk zijn voor de behandeling van de uitvoeringswet in relatie tot de grondwetswijziging? Graag ontvangen de leden een toelichting waar deze noodzakelijke stappen geregeld zijn.

Is het mogelijk dat de Tweede Kamer eerst de uitvoeringswet behandelt en erover stemt, en dat de Eerste Kamer pas daarna de behandeling van de tweede lezing van de grondwetswijziging vervolgt? Zo nee, waarom niet? Welke eventuele bezwaren ziet de regering tegen het pauzeren van de procedure van behandeling van deze grondwetswijziging, totdat de

uitvoeringswet in behandeling is genomen in de Tweede Kamer dan wel in behandeling wordt genomen door de Eerste Kamer? Is de regering bereid om procedureafspraken te maken met beide Kamers over tijdpad en intentieverklaring over synchroniciteit? Spelen tussentijdse verkiezingen (van Tweede en Eerste Kamer) hierin een rol? Zo ja, welke en waarom? Kan de regering in haar antwoorden telkens verwijzen naar het staatsrechtelijke of procedurele kader waarop zij zich gebaseerd?

De leden van de D66-fractie vragen de initiatiefnemer om nog eens met kracht van argumenten uit te leggen waarom hij niet wil wachten op de parlementaire behandeling van de uitvoeringswet? Kan de regering nog eens aangeven, waarom zij vindt dat de keuze voor een wijziging van de Grondwet om het correctief referendum mogelijk te maken genomen kan worden zonder dat uitgekristalliseerd is aan welke voorwaarden zo'n correctief referendum moet voldoen? Waarom acht de regering een «lege» Grondwetsbepaling geen bezwaar?

Op welke bepalingen en/of beginselen is de opvatting van de regering gebaseerd dat de uitvoeringswet met twee derde meerderheid moet worden aanvaard, maar dat eventuele wijzigingen van de uitvoeringswet na aanvaarding met gewone meerderheid kunnen worden aangebracht?

In het verslag wordt door verschillende Eerste Kamerleden gesuggereerd de verdere behandeling van deze grondwetswijziging in het najaar voort te zetten en eventueel parallel te laten lopen met de behandeling van de invoeringswet. De leden van de PVV-fractie hebben de vraag in hoeverre dit kan raken aan behandeltermijnen voor grondwetswijzigingen. Hoogleraar Staats- en bestuursrecht Voermans gaf op 1 juli 2025 in het NPO 1-radioprogramma «Spraakmakers» over de stemming in de Eerste Kamer aan: «Het moet wel gebeuren vóór de eerste week van december, want anders geldt het niet.».1 Kunnen de initiatiefnemer en de regering aangeven of deze uitspraak klopt? Kunnen zij tevens aangeven in hoeverre de aankomende Tweede Kamerverkiezingen nog invloed kunnen hebben op de behandeltermijnen van deze grondwetswijziging in de Eerste Kamer?

  • 3. 
    (Des)informatie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden de antwoorden met betrekking tot het tegengaan van desinformatie nogal tentatief en onnodig abstract van aard. De regering schrijft bijvoorbeeld over ongeldigver-klaring dat dit «een politieke vraag [is] die bij de uitvoeringswetgeving aan de orde kan komen» [cursivering door de leden], dat er «aandacht [zal] worden besteed aan goede informatievoorziening», en dat het ministerie «verkiezingstafels» organiseert. De leden vinden deze antwoorden te vrijblijvend omdat de uitvoeringswet bepalend is voor de werking van de grondwetswijziging in de praktijk, en dat de Grondwet zelf geen waarborgen bevat voor eerlijke uitvoering - wat de uitvoeringswet des te belangrijker maakt. Kan de regering nogmaals bevestigen dat er heldere en concrete bepalingen over eerlijke informatievoorziening en het tegengaan van desinformatie worden opgenomen in de uitvoeringswet, zoals toegezegd in het debat over de overwegingsvoorstel?2 Op welke wijze denkt de regering vorm te geven aan concrete en specifieke bepalingen voor het bestrijden van desinformatie in de uitvoeringswet?

Zijn daarvan al de eerste contouren bekend? Zo ja, kan de regering die met de Kamer delen? Zo nee, wanneer kan de Eerste Kamer deze verwachten? Is de regering bereid is een conceptversie of werkdocument van de ontwerpuitvoeringswet te delen?

Ligt er een draaiboek klaar voor het eventueel ongeldig verklaren van de uitslag van een referendum (of een verkiezing) in het geval van manipulatie, desinformatie of buitenstatelijke beïnvloeding, waarin helder is vastgelegd wat de criteria hiervoor zijn en hoe de verschillende bevoegdheden voor deze procedure zijn belegd? Welk orgaan gaat hier dan over? Zo ja, kan de regering dit met de Kamer delen? Zo nee, wordt hier op dit moment aan gewerkt, en wanneer kan de Eerste Kamer dit verwachten? In hoeverre speelt de Kiesraad een rol bij de monitoring of in de beoordeling van manipulatie? Wat is de laatste stand van zaken inzake het onderzoek naar het uitwisselen van kennis en ervaringen met andere Europese landen met betrekking tot verkiezingsbeïnvloeding waar de regering in haar antwoorden over spreekt? Kan de regering de resultaten daarvan met de Kamer delen? Is de regering bekend met de Information Integrity and Countering Foreign Information Manipulation & Interference (FIMI) van de EU? Zo ja, kan de regering de Kamer informeren op welke wijze deze expertise wordt betrokken bij de uitvoeringswet en naar de Nederlandse context vertaald? Kan de regering reflecteren op de aanbevelingen van de EEAS/Stratcom Taskforce, bijvoorbeeld over transparantie-eisen bij algoritmisch gedreven campagnevoering?

  • 4. 
    Contourennota constitutionele toetsing

Is de initiatiefnemer bereid de grondwetsherziening aan te houden en eerst de inhoudelijk behandeling van de contourennota constitutionele toetsing door Tweede en Eerste Kamer af te wachten, zo vragen de leden van de BBB-fractie.3

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken ziet met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding van het verslag en ziet deze graag zo spoedig mogelijk tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Lagas

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Bergman

Eerste Kamer, vergaderjaar 2024-2025, 36 468, D

4

1

Zie fragment na 8:52 minuten: https://www.nporadio1.nl/nieuws/politiek/8c3aedfa-e36f-4320-a9cd-a829370ce971/welke-aanpassingen-in-het-nederlandse-politieke-systeem-zouden-stabiliteit-terug-kunnen-brengen

2

Toezegging T03760: Bepalingen uitvoeringswet eerlijke informatievoorziening en desinformatie.

3

Kamerstukken I 2024/25, 34 430, AH.


 
 
 

3.

Meer informatie

 

4.

EU Monitor

Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.

De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.