Verordening 2019/2236 - Vaststelling, voor 2020, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
Inhoudsopgave
officiële titel
Verordening (EU) 2019/2236 van de Raad van 16 december 2019 tot vaststelling, voor 2020, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de Middellandse Zee en de Zwarte Zeeofficiële Engelstalige titel
Council Regulation (EU) 2019/2236 of 16 December 2019 fixing for 2020 the fishing opportunities for certain fish stocks and groups of fish stocks applicable in the Mediterranean and Black SeasRechtsinstrument | Verordening |
---|---|
Wetgevingsnummer | Verordening 2019/2236 |
Origineel voorstel | COM(2019)453 |
Celex-nummer i | 32019R2236 |
Document | 16-12-2019; Datum goedkeuring |
---|---|
Bekendmaking in Publicatieblad | 30-12-2019; PB L 336 p. 14-25 |
Inwerkingtreding | 31-12-2019; in werking datum publicatie +1 zie art 17 01-01-2020; Toepassing zie art 17 |
Deadline | 31-01-2020; ten laatste zie art 5.3 |
Einde geldigheid | 31-12-9999 |
30.12.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 336/14 |
VERORDENING (EU) 2019/2236 VAN DE RAAD
van 16 december 2019
tot vaststelling, voor 2020, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 43, lid 3, van het Verdrag stelt de Raad op voorstel van de Commissie maatregelen vast voor de vaststelling en verdeling van de vangstmogelijkheden. |
(2) |
Krachtens Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad (1) moeten instandhoudingsmaatregelen worden vastgesteld met inachtneming van de beschikbare wetenschappelijke, technische en economische adviezen, met inbegrip van, waar toepasselijk, de verslagen van het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij. |
(3) |
Het is aan de Raad om de maatregelen vast te stellen voor de vaststelling en de verdeling van de vangstmogelijkheden, inclusief, voor zover nodig, bepaalde functioneel daarmee verbonden voorwaarden. Overeenkomstig artikel 16, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 moeten de vangstmogelijkheden worden vastgesteld met inachtneming van de in artikel 2, lid 2, van die verordening vastgestelde doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB). In artikel 16, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 is bepaald dat de vangstmogelijkheden zo aan de lidstaten moeten worden toegewezen dat de relatieve stabiliteit van de visserijactiviteiten van iedere lidstaat voor elk visbestand of elke visserij wordt gewaarborgd. |
(4) |
De vangstmogelijkheden voor bestanden die onder specifieke meerjarenplannen vallen, moeten op grond van artikel 16, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 worden vastgesteld in overeenstemming met de in die plannen vervatte voorschriften. |
(5) |
Het meerjarenplan voor de visserijen die demersale bestanden exploiteren in het westelijke deel van de Middellandse Zee is vastgesteld bij Verordening (EU) 2019/1022 van het Europees Parlement en de Raad (2) en is in werking getreden op 16 juli 2019. Overeenkomstig artikel 4, lid 1, van die verordening moeten de vangstmogelijkheden voor de in artikel 1 van die verordening genoemde bestanden worden vastgesteld om een niveau van visserijsterfte te bereiken waarmee de maximale duurzame opbrengst geleidelijk toenemend uiterlijk in 2020 indien mogelijk, en in ieder geval uiterlijk op 1 januari 2025 kan worden gehaald. De vangstmogelijkheden moeten worden uitgedrukt als maximaal toegestane visserijinspanning en moeten worden bepaald overeenkomstig de in artikel 7 van die verordening vastgestelde visserijinspanningsregeling. Voor 2020 moet de maximaal toegestane visserijinspanning bijgevolg met 10 % worden verlaagd ten opzichte van de overeenkomstig artikel 7, lid 4, van die verordening berekende uitgangswaarde. |
(6) |
Tijdens haar 42e jaarvergadering in 2018 heeft de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM) Aanbeveling GFCM/42/2018/1 betreffende een meerjarenplan tot vaststelling van beheersmaatregelen voor Europese aal (Anguilla anguilla) in de Middellandse Zee (geografische deelgebieden 1 tot en met 27 van de GFCM) aangenomen. Deze maatregelen omvatten een jaarlijkse sluitingsperiode van drie opeenvolgende maanden die door iedere lidstaat moet worden bepaald in overeenstemming met de instandhoudingsdoelstellingen van Verordening (EG) nr. 1100/2007 van de Raad (3), het (de) nationale beheerplan(nen) voor aal en de temporele migratiepatronen van de aal in de lidstaat. De sluiting dient te gelden voor alle mariene wateren van de Middellandse Zee en voor brakke wateren zoals estuaria,... |
Lees meer
Deze wettekst is overgenomen van EUR-Lex.
Dit dossier wordt iedere nacht automatisch samengesteld op basis van bovenstaande dossiers. Hierbij is aan de technische programmering veel zorg besteed. Een garantie op de juistheid van de gebruikte bronnen en het samengestelde resultaat kan echter niet worden gegeven.
Van deze pagina bestaat een uitgebreide versie met de juridische context, de Europese rechtsgrond, een overzicht van verwante dossiers en de betrokken zaken van het Europees Hof van Justitie.
De uitgebreide versie is beschikbaar voor betalende gebruikers van de EU Monitor van PDC Informatie Architectuur.
Met de EU Monitor volgt u alle Europese dossiers die voor u van belang zijn en bent u op de hoogte van alles wat er speelt in die dossiers. Helaas kunnen wij geen nieuwe gebruikers aansluiten, deze dienst zal over enige tijd de werkzaamheden staken.
De EU Monitor is ook beschikbaar in het Engels.