Artikelen bij COM(2004)863 - Jaarlijks verslag over de verwezenlijking van de interne markt voor gas en elektriciteit

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

Belangrijke juridische mededeling

|
52004DC0863

Verslag van de Commissie - Jaarlijks verslag over de verwezenlijking van de interne markt voor gas en elektriciteit {SEC(2004) 1720} /* COM/2004/0863 def. */


Brussel, 5.1.2005

COM(2004) 863 definitief

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

Jaarlijks verslag over de verwezenlijking van de interne markt voor gas en elektriciteit

{SEC(2004) 1720}

INHOUD

1. ACHTERGROND VAN DEZE MEDEDELING 3

2. SAMENVATTING 3

3. EVALUATIE VAN DE VORDERINGEN IN DE ELEKTRICITEITSECTOR 5

4. EVALUATIE VAN DE VORDERINGEN IN DE GASSECTOR 7

5. CONTINUÏTEIT VAN DE VOORZIENING 9

6. OPENBARE DIENSTVERLENING EN BESCHERMING VAN DE GEBRUIKER/AFNEMER 10

7. MILIEUASPECTEN 10

8. CONCLUSIES 11

1. ACHTERGROND VAN DEZE MEDEDELING

De nieuwe richtlijnen inzake elektriciteit en gas moesten uiterlijk in juli 2004 door de lidstaten worden omgezet en ook de verordening inzake de grensoverschrijdende handel in elektriciteit is in werking getreden. De nieuwe voorschriften zijn gericht op de totstandkoming van een concurrerende gas- en elektriciteitsector in de hele Europese Unie, zoals geformuleerd in de doelstellingen van de Europese Raad in Lissabon.

In de richtlijnen wordt bepaald dat de Commissie jaarlijkse verslagen over het functioneren van de markt moet uitbrengen en daarom is dit verslag in overleg met de Europese groep van regelgevende instanties voor elektriciteit en gas opgesteld met gebruikmaking van zowel hun gegevens als gepubliceerde informatie uit een aantal bronnen. Gedetailleerdere informatie is opgenomen in een werkdocument dat tegelijk met deze mededeling verschijnt.

2. SAMENVATTING

In een recent verslag over de groei van de productiviteit in Europa, dat voor DG Ondernemingen is samengesteld, wordt aangetoond dat de nutssector uitstekende prestaties levert, zoals in tabel 1 wordt samengevat. Hiermee wordt benadrukt welke bijdrage de openstelling van de markt als impuls voor verbetering van de efficiëntie in deze sectoren levert en welke bijdrage tot de doelstellingen van Lissabon de energiesector kan leveren.

Tabel 1: Groei van de arbeidsproductiviteit: gas, elektriciteit en water

% per jaar | 1979-1990 | 1990-1995 | 1995-2001 |

EU-15 | 2,7 | 3,6 | 5,7 |

VS | 1,1 | 1,8 | 0,1 |

Op veel punten blijft de uitvoering echter teleurstellend. In oktober 2004 moest er aan 18 lidstaten een brief worden verzonden, waarin zij werden gewaarschuwd dat zij nog steeds geen volledige kennisgeving bij de Commissie hadden ingediend van de genomen wettelijke maatregelen om de recente richtlijnen om te zetten.

Deze vertraging is teleurstellend, omdat nu duidelijk is dat de bepalingen van de eerdere richtlijnen zelfs niet voldoende zijn geweest om voor grotere gebruikers de concurrentiedoelstelling te halen. Van deze afnemers zou normaal gesproken worden verwacht dat ze periodiek met de leveranciers onderhandelen. Na vijf jaar concurrentie voor elektriciteit en meer dan drie jaar voor gas is in de meeste lidstaten echter minder dan 50% overgeschakeld op een andere leverancier. Bovendien zijn veel van deze afnemers niet tevreden met het aangeboden scala diensten.

Er moet niet alleen worden gekeken naar het aantal afnemers dat van leverancier verandert, maar ook naar de nationaliteit van de nieuwe leveranciers. In veel gevallen konden de afnemers alleen overschakelen op een andere binnenlandse leverancier, zodat de penetratie van nationale markten door buitenlandse bedrijven in veel gevallen ook teleurstellend is, hetgeen wijst op een gebrekkige integratie van de markten en ontbrekende infrastructuur-koppelingen. In de meeste gevallen nemen buitenlandse leveranciers minder dan 20% van het marktaandeel voor hun rekening. De enige uitzonderingen zijn de markten die redelijk goed met de aangrenzende lidstaten geïntegreerd zijn en de markten waar de belangrijkste leveranciers zijn geprivatiseerd en door buitenlandse bedrijven zijn overgenomen.

Hoewel de reële elektriciteitsprijzen lager zijn dan de prijzen in 1995, zijn ze de afgelopen 18 maanden gestegen, hetgeen gedeeltelijk wordt veroorzaakt door de gestegen prijzen voor primaire energiebronnen. Daarnaast zijn de gasprijzen hoger dan in 1995, doordat ze nog steeds aan de olieprijzen gekoppeld zijn. Hoewel dergelijke prijsschommelingen normaal zijn, zijn prijsstijgingen voor de afnemers onverteerbaar wanneer de mogelijkheden om van leverancier te veranderen door hindernissen in de regelgeving blijken te worden beperkt en wanneer de onderhandelingspositie van afnemers vanwege een ongunstige marktstructuur zwak is. Vooral bij de grootste gebruikers, die van de leveranciers geen afdoende scala van mogelijke contracten, vooral voor de langere termijn, krijgen aangeboden, is er sprake van onvrede.

Een van de cruciale punten is dat de nationale energievoorziening niet volledig is geïntegreerd in een Europese markt in ruimere zin. In deze context is het van essentieel belang dat de voorschriften voor de grensoverschrijdende handel in elektriciteit steeds verder worden verbeterd om ervoor te zorgen dat de bestaande infrastructuur in zijn volle omvang wordt benut. Voor gas is de vaststelling en uitvoering van de voorgestelde verordening even belangrijk. Er zijn ook nieuwe investeringen in de infrastructuur nodig en de vorderingen op dit gebied blijven traag, zoals ook is opgemerkt in de Mededeling van de Commissie over de energie-infrastructuur en de continuïteit van de energievoorziening.

In de tweede plaats wordt de marktstructuur in de lidstaten nog steeds niet aangepakt. Zoals in eerdere rapporten al is benadrukt, wordt de gas- en elektriciteitsmarkt in te veel lidstaten door een of twee bedrijven gedomineerd en is er vaak onvoldoende capaciteit voor grensoverschrijdende concurrentie. Voor dergelijke problemen moeten absoluut oplossingen worden gevonden.

In de derde plaats is er weliswaar al veel vooruitgang geboekt bij de ontvlechting van netbeheerders en de invoering van gereguleerde toegang voor derden , maar zijn er nog bepaalde aspecten die niet goed geregeld zijn. Een volledig onafhankelijke transportnetbeheerder is van cruciaal belang voor een goed functionerende markt. Daarnaast moet er ook een afdoende scheiding zijn tussen distributienetbeheerders en leveranciers om te zorgen dat de tarieven een weerspiegeling van de kosten vormen en een eind te maken aan kruissubsidiëring. De onafhankelijkheid van de regelgevende instanties is hierbij cruciaal teneinde een eerlijke toegang tot de netten qua tarieven en tariefstructuur te waarborgen. In dit opzicht heeft de gassector een aantoonbare achterstand op de elektriciteitsector.

Ten slotte wordt de interne markt wellicht belemmerd door het bestaan van gereguleerde elektriciteits- en gasprijzen voor eindgebruikers naast de op concurrentie gebaseerde markt, gekoppeld aan regelingen voor de aankoop van elektriciteit (PPA’s) op lange termijn. Hoewel dit een nuttige overgangsmaatregel tijdens de eerste fase van de openstelling van de markten is, bestaat het risico dat een dergelijke aanpak concurrentie tegengaat, investeringen afremt en verwarrend en strijdig is ten opzichte van maatregelen voor ontvlechting.

3. EVALUATIE VAN DE VORDERINGEN IN DE ELEKTRICITEITSECTOR

3.1 Samenvatting

Hoewel veel van de nodige maatregelen om tot concurrentie te komen zijn genomen of in uitvoering zijn, is er op veel van de elektriciteitsmarkten in Europa sprake van de in hoofdstuk 2 genoemde hindernissen, zoals blijkt uit onderstaande tabel.

Tabel 2: Overzicht van de belangrijkste hindernissen voor concurrentie

Overschakelende afnemers: Grote gebruikers |

a. Geen grote problemen | SE, FI, DK, NO, UK, | < 50% |

b. Ontvlechting/regulering | LU, AT, DE | tussen 10% (LU) en 35% (DE) |

c. Marktstructuur of te weinig integratie | FR, BE, GR, IE, ES, NL, LT, IT, SI, CZ, SK, LV | tussen 0% (GR) en 35% (NL) |

d. Lange termijn PPA’s/ gereguleerde prijzen voor eindgebruikers | PT, EE, PL, HU, | tussen 0% (EE) en 25% (HU) |

Daarnaast hebben de eilandstaten Malta en Cyprus beperkte mogelijkheden voor de ontwikkeling van concurrentie voor elektriciteit.

3.2 Effectieve regulering en ontvlechting

Nieuwe leveranciers zullen alleen een positie op de markt kunnen krijgen als zij eerlijke toegang hebben tot transport- en distributienetten. Een onafhankelijke transportnetbeheerder is een essentieel onderdeel van een goed functionerende elektriciteitsmarkt. Er moet een einde komen aan kruissubsidiëring en de toegang moet worden gebaseerd op gepubliceerde gereguleerde prijzen die de kosten van het desbetreffende netbedrijf weerspiegelen. De nettarieven zijn nu in de meeste lidstaten in grote lijnen vergelijkbaar en naar verwachting zullen degene die buiten het normale scala vallen, door de regelgevende instanties nauwlettend en kritisch worden gevolgd.

3.3 Marktstructuur en integratie

De marktstructuur levert in veel delen van de EU-elektriciteitsmarkt ernstige problemen op en het lijkt erop dat er alleen in de regio's waar het aantal marktpartijen groot genoeg is, d.w.z. het VK en de Scandinavische markt, over de hele linie een echt concurrerende markt is ontstaan. Bovendien worden veel van de markten voor elektriciteitsopwekking in de nieuwe lidstaten gekenmerkt door de voortzetting van overeenkomsten voor de aankoop van elektriciteit op lange termijn. Dit betekent dat er wellicht veel minder ruimte voor concurrentie is dan uit een analyse van het marktaandeel blijkt.

Een van de hoofddoelstellingen is dat er uiteindelijk een liquide groothandelsmarkt ontstaat. Dit zal betekenen dat de marktpartijen, waaronder ook mogelijke nieuwe deelnemers, naar behoefte elektriciteit kunnen kopen en verkopen om hun opwekkings- en leveringsportefeuille op elkaar af te stemmen. De elektriciteitsbeurzen in de meeste lidstaten zijn daarvoor echter nog niet liquide genoeg. Op veel groothandelsmarkten is ook de transparantie ten aanzien van de prijsvorming onvoldoende.

Interconnectie tussen de lidstaten levert uiteraard goede mogelijkheden op om de mate van concurrentie op te voeren. In dit opzicht is er echter sprake van uiteenlopende ontwikkelingen. In sommige groepen lidstaten, zoals de Scandinavische landen en de lidstaten op het Iberisch schiereiland en het Ierse eiland, is aangetoond dat het niet onmogelijk is projecten te verwezenlijken als deze voldoende politieke steun krijgen. Verordening (EG) nr. 1228/2003 inzake de grensoverschrijdende handel in elektriciteit zou ook op grotere schaal tot verbeteringen moeten leiden. De coördinatie van de toewijzing van grensoverschrijdende capaciteit via bijvoorbeeld het begrip 'marktkoppeling', geopperd door de deelnemers aan het Forum van Florence, zal de liquiditeit verhogen en nieuwe deelnemers op nationale markten vergemakkelijken.

3.4 Prijsontwikkelingen

Met uitzondering van Italië vond er in 2004 op zowel de bilaterale markten als de gestandaardiseerde elektriciteitsbeurzen een convergentie van de groothandelsprijzen rond het niveau van € 30/MWh plaats. De termijnmarkten geven echter aan dat de prijzen voor basislast in 2005 waarschijnlijk zullen stijgen tot duidelijk meer dan € 30/MWh. Tot op zekere hoogte is dit een reactie op de gestegen prijzen voor primaire energiebronnen op de wereldmarkt.

Bij de prijzen voor eindgebruikers, waarin ook netkosten en een detailhandelsmarge zijn opgenomen, is er geen sprake geweest van convergentie. Voor de eindafnemers is er in de verschillende lidstaten een grote verscheidenheid aan prijsniveaus. De elektriciteitsprijzen voor grote gebruikers lopen uiteen van minder dan € 40/MWh in Letland tot bijna € 80/MWh in Italië. Voor kleine afnemers en huishoudens variëren de prijzen van minder dan € 60/MWh tot meer dan € 120/MWh.

3.5 Conclusies

Sinds de invoering van concurrentie is er veel bereikt, zoals de totstandkoming van de beginselen van gereguleerde toegang voor derden, de scheiding van netten en een zekere mate van integratie van nationale markten tot grotere combinaties. Zoals reeds in veel eerdere verslagen van de Commissie is gesignaleerd, is concentratie nu de belangrijkste belemmering voor de ontwikkeling van intensievere concurrentie. Zolang dit niet verandert, bestaat de kans dat de consumenten het vertrouwen in de markt verliezen en om striktere regelgeving vragen. In dit opzicht vormt het recente besluit van de Commissie om de overname van GDP door EDP en ENI te verbieden een belangrijk precedent voor de manier waarop de Commissie een mogelijke herstructurering van de sector wil aanpakken.

De onafhankelijkheid van transportnetbeheerders en een toename van de beschikbare interconnectie zijn van cruciaal belang voor de verdere ontwikkeling van de elektriciteitsmarkt. Zonder deze investeringen zal de markttoegankelijkheid beperkt blijven en zullen de “zittende” bedrijven hun huidige voordelen voor een groot deel behouden.

Een intensiever gebruik van het mededingingsbeleid op nationaal niveau met een grotere transparantie van het gedrag van de partijen op groothandelsmarkten kan ook resultaten opleveren en samenwerking tussen de nationale regelgevende instanties, de mededingingsautoriteiten en de Europese Commissie zou ook tot significante verbeteringen kunnen leiden.

4. EVALUATIE VAN DE VORDERINGEN IN DE GASSECTOR

4.1 Samenvatting

De totstandkoming van de interne markt voor gas vereist meer integratie en een verdere intensivering van het streven naar een diversificatie van het aanbod. Het is duidelijk dat de lidstaten met een gebrekkige integratie met hun buurlanden en een beperkte beschikbaarheid van externe bronnen meer problemen hebben gehad met de ontwikkeling van concurrentie.

Daarentegen lijken de lidstaten die over een aantal verschillende bronnen beschikken en die ook het vrijgeven van capaciteit hebben geïmplementeerd, significant beter te presteren. Naast het VK, dat een volwassen concurrentiestructuur heeft, en Ierland waar grote gebruikers al vele jaren een vrije keuze hebben, lijken de markten in de buurt van een uiteenlopend scala van hulpbronnen zoals België, Denemarken en Nederland de beste prestaties te leveren. Ook Italië en Spanje hebben het afgelopen jaar aanzienlijke vorderingen geboekt. In alle bovengenoemde lidstaten is naar schatting ten minste 30% van de grote gebruikers van leverancier veranderd. Van de overige lidstaten benadert alleen Frankrijk een dergelijk percentage, met name in de noordelijke regio’s. In Duitsland en Oostenrijk zijn de vorderingen nog steeds heel teleurstellend, terwijl er in de nieuwe lidstaten nog enkele aandachtspunten resteren die het functioneren van concurrentie waarschijnlijk zullen belemmeren.

4.2 Effectieve regulering en ontvlechting

Bij gas zijn er voor een eerlijke toegang tot de netten niet alleen toegangstarieven nodig die de kosten weerspiegelen, maar ook flexibele voorwaarden voor de nominatie van de flow waardoor nieuwe partijen worden aangemoedigd. In het algemeen heeft een entry/exit-systeem voor zowel de tarieven als het boeken van capaciteit op het transportnet positievere effecten op de ontwikkeling van een concurrerende markt en de meeste lidstaten gaan die kant op. In sommige gevallen vormen starre procedures zonder een adequaat gebruik van 'use it or lose it'-mechanismen echter nog steeds een hindernis voor nieuwe marktspelers. Hoge tarieven, met name voor het gebruik van lagedruk-distributienetten, blijven ook problemen opleveren.

Ook balans- en opslagregelingen zijn gevoelige punten wanneer het op een effectieve openstelling van de markt aankomt. Veel regelingen blijven vrij vaag, vooral in de nieuwe lidstaten. Het is dan ook zeer betreurenswaardig dat er tijdens het recente Forum van Madrid tot op heden geen minimale standaardprocedures voor de toegang tot gasopslag zijn overeengekomen.

4.3 Marktstructuur en integratie

Een cruciaal probleem op nationaal niveau is dat er vaak slechts één bedrijf is dat vrijwel al het gas op de markt brengt. Dit heeft belangrijke gevolgen voor de mogelijkheden voor concurrentie op aanbodniveau. Zelfs als er verschillende leveranciers zijn, zal er wellicht vrijwel geen sprake zijn van onderlinge concurrentie als ze allemaal van dezelfde groothandelaar kopen.

Dit vraagstuk zal uiteraard een minder belangrijke rol gaan spelen naarmate er een ruimere Europese markt voor aardgas kan worden gecreëerd. De verdere ontwikkeling van de interne markt is echter geremd doordat er sprake blijft van reservering van transportcapaciteit op lange termijn. In sommige gebieden is concurrentie ook verhinderd door het gebrek aan samenhang tussen de tariefstructuren van de verschillende beheerders van transportsystemen. Voor het transport van gas van Zeebrugge naar bijvoorbeeld Boedapest zouden er tenminste vijf verschillende netten moeten worden gebruikt en de complexiteit van de berekening van het tarief zou voor elke netgebruiker een significante hindernis zijn.

4.4 Prijzen

De gasprijzen blijven sterk onder invloed staan van de internationale olieprijzen en vaak is deze koppeling ingebouwd in de contracten tussen de importeurs van gas en de producerende landen. De stijging van de olieprijzen in de loop van 2004 heeft de gasmarkt dan ook meegetrokken en de groothandelsprijs van aardgas is gestegen van ongeveer € 10/MWh tot ongeveer € 12/MWh eind 2004.

Hoewel de groothandelsprijzen voor aardgas in de meeste lidstaten vergelijkbaar zijn, wijst de meest recente door Eurostat gepubliceerde informatie op het niveau van de detailhandel nog steeds op sterk uiteenlopende prijzen die variëren van € 10/MWh tot € 25/MWh voor grote gebruikers en van € 15/MWh tot € 40/MWh voor huishoudens.

4.5 Conclusie

De gasmarkten hebben in veel gevallen nog steeds te lijden van een significante starheid, die meestal wordt veroorzaakt doordat er nog steeds te weinig integratie tussen de nationale markten is. Zonder grensoverschrijdende concurrentie kunnen de huidige marktpartijen hun positie gemakkelijk beschermen. Daarnaast maken inadequate balans- en opslagregelingen en hoge distributietarieven het in verschillende landen ook moeilijk om van leverancier te veranderen.

5. CONTINUÏTEIT VAN DE VOORZIENING

Elektriciteit

In grote lijnen is de situatie ten aanzien van de toereikendheid van de elektriciteitsopwekking in de lidstaten van de Europese Unie bevredigend. Hoewel zich in 2003 enkele problemen hebben voorgedaan, is de toestand in Italië en Spanje nu sterk verbeterd, aangezien er nieuwe capaciteit is ingeschakeld. De situatie in de Scandinavische landen is echter nog betrekkelijk krap.

In een aantal gevallen zijn er speciale maatregelen genomen om de investeringen in opwekkingscapaciteit te stimuleren. Veel lidstaten kennen expliciete capaciteitsvergoedingen in een of andere vorm, terwijl Noorwegen en Zweden ook een regeling hebben voor capaciteitopties. Andere landen kennen in de configuratie om de markt in balans te houden of bij het verwerven van reservecapaciteit door de transportnetbeheerder een of andere vorm van capaciteitsondersteuning. Ten slotte hebben sommige lidstaten de mogelijkheid van een aanbestedingsproces gebruikt.

In een aantal gevallen moet er ook worden gewerkt aan de ontwikkeling van interconnectie om een effectief gebruik van de beschikbare opwekkingscapaciteit te waarborgen en de door congestie op bepaalde cruciale knelpunten veroorzaakte druk op het systeem te verminderen. Het is nog niet zover dat de Europese Unie de door de Europese Raad in Barcelona geformuleerde doelstelling heeft gehaald dat grensoverschrijdende interconnectie uiterlijk in 2005 in elke lidstaat ten minste 10% van de opwekkingscapaciteit moet vertegenwoordigen. Daarom heeft de Commissie in de ontwerprichtlijn inzake de continuïteit van de elektriciteitsvoorziening en de infrastructuur voorgesteld dat de coördinatie moet worden opgevoerd en dat de nationale regelgevende instanties een belangrijkere rol moeten krijgen op het gebied van interconnectie.

Gas

Voorlopig lijkt de capaciteit voor invoer in de Europese Unie meer dan voldoende te zijn om aan de vraag te voldoen. Zolang er capaciteit beschikbaar is, zijn er al sterke impulsen voor de producerende landen en de EU-leveranciers om contracten te sluiten om aan de toenemende vraag naar gas te voldoen. Momenteel worden er op dit gebied dan ook heel weinig specifieke maatregelen op algemeen niveau uitgevoerd. Op middellange termijn zijn er verschillende projecten, met name voor terminals voor vloeibaar aardgas, die in uitvoering zijn of worden overwogen. Naar verwachting zullen dergelijke investeringen zonder specifieke ondersteunende maatregelen worden gerealiseerd.

6. OPENBARE DIENSTVERLENING EN BESCHERMING VAN DE GEBRUIKER/AFNEMER

Uiterlijk in juli 2007 zullen alle afnemers de mogelijkheid krijgen om de aantrekkelijkste leverancier van elektriciteit en gas te kiezen. In deze context is het belangrijk dat de openstelling van de markt de afnemers dezelfde mate van betrouwbaarheid ten aanzien van de levering van elektriciteit en gas biedt en ten minste dezelfde mate van transparantie en begrijpelijkheid ten aanzien van de manier waarop deze diensten in rekening worden gebracht, ongeacht of ze er al dan niet voor kiezen om van leverancier te veranderen. Ook ten aanzien van de bepalingen van de richtlijnen inzake de etikettering van energiebronnen zullen de lidstaten ervoor moeten zorgen dat deze voorschriften soepel worden ingevoerd, zodat de afnemers met kennis van zaken een keuze kunnen maken.

Bij sommige huishoudens en kleine bedrijven blijkt de opvatting te heersen dat het voor de afnemer vaak niet mogelijk is met kennis van zaken een keuze te maken, aangezien prijsvergelijkingen niet beschikbaar of moeilijk te begrijpen zijn. Op dit punt moet er vooruitgang worden geboekt en de industrie en de regelgevers moeten ervoor zorgen dat er op objectieve en transparante wijze zinnige informatie over prijzen en diensten beschikbaar is.

De Commissie zal er vooral voor zorgen dat aan bovengenoemde eisen van de richtlijnen wordt voldaan en dat daarnaast de openbare dienstverplichtingen niet tot een verstoring van de markt leiden en voor de leveranciers gelijke toegang tot de afnemers mogelijk maken. In deze context is er al gewezen op de mogelijke verstorende effecten van gereguleerde prijzen voor de eindgebruiker.

7. MILIEUASPECTEN

De interne markt voor energie zal zich moeten ontwikkelen op een wijze die verenigbaar is met de doelstellingen van de Gemeenschap inzake duurzaamheid. Dit betekent dat de nodige stimuleringsmaatregelen ter ondersteuning van de penetratie van hernieuwbare energie, het terugdringen van de emissies en het beheer van de vraag moeten worden gehandhaafd. Liberalisering biedt ook mogelijkheden voor nieuwe innoverende marktpartijen om zich op de markt te begeven en voor het hanteren van strategieën voor marktdifferentiatie, bijvoorbeeld op basis van milieukarakteristieken.

Uit de informatie die van de autoriteiten in de lidstaten is ontvangen, blijkt dat dit beleid effectief blijft. In de loop van 2003 is aan de portefeuilles van de bedrijven meer dan 7000 MW opwekkingscapaciteit via hernieuwbare energiebronnen en WKK met een hoog rendement toegevoegd, voor het grootste deel in Duitsland en Spanje. Dit is aanzienlijk meer dan 50% van de nieuwe opwekkingscapaciteit die in 2003 is toegevoegd. Er zijn goede vooruitzichten voor verdere ontwikkeling, nu nieuwe technologie als micro-WKK op de markt begint te verschijnen. Veel lidstaten blijven ook via fiscale stimuleringsmaatregelen een actieve aanpak voor het beheer van de vraag hanteren.

8. CONCLUSIES

Europa werkt aan de totstandkoming van een grote energiegemeenschap, die verder gaat dan de grenzen van de Unie, op basis van gemeenschappelijke regels en gewoontes. De lidstaten moeten bij de besluiten die zij met het oog op de uitvoering van de richtlijnen en de herstructurering van de industrie nemen, trouw blijven aan deze doelstelling. Alleen op die manier kan een concurrerende en stabiele markt worden gerealiseerd.

Tegen de achtergrond hiervan blijven investeringen in infrastructuur en een correcte exploitatie van de netten ter ondersteuning van de op concurrentie gebaseerde markt cruciale punten. Hoewel sommige van deze punten al aan de orde zijn gekomen, blijft de bezorgdheid die in eerdere mededelingen en de voorgestelde richtlijn inzake infrastructuur en de continuïteit van de voorziening is geuit, relevant en moeten er op dit punt in een of andere vorm vorderingen worden geboekt.

De rol van onafhankelijke regelgevende instanties blijft een cruciale component van de invoering van concurrentie en hun beslissingen op het gebied van netwerktarieven en andere belangrijke marktvoorschriften zullen bij de ontwikkeling van de markt de koers blijven bepalen. In deze context blijft het belangrijk ervoor te zorgen dat de instanties over voldoende middelen en deskundigheid kunnen beschikken.

Er moet nog worden afgewacht of de in het kader van de richtlijnen verwezenlijkte verbeteringen volstaan om de doelstellingen van de interne markt te realiseren, met name als de lidstaten bij de omzetting van de huidige wetgeving een minimalistische benadering volgen. Eén ding is zeker: in het nieuwe mondiale klimaat met hogere prijzen voor primaire energie is het belangrijker dan ooit dat de Gemeenschap trouw blijft aan haar streven naar een concurrerende markt.

Richtlijnen 2003/54 en 2003/55.

Verordening 1228/2003.

Conclusies van de Europese Raad van 24 maart 2000, nr. 100/1/00 van 23-24 maart 2000.

Bijvoorbeeld: “Qualitative study – European consumers and services of general interest in the EU 25” (december 2003), DG Gezondheids- en consumentenbescherming.

EU productivity and competitiveness: An industry perspective: Mary O’Mahony and Bart van Ark (ed.) voor DG Ondernemingen, Europese Commissie, 2003.

Richtlijnen 96/92 en 98/30.

COM(2003)741.

COM(2003)743.

9Z[\z{|}[pic] ! " # $ ? @ A B D E d e f ùõñæßñßæßæÛæñÔÐÔÈÄȱ£š£€±£s£hYhj?h9g¯U[pic]mHnHu[pic]?h9g¯mHnHu[pic]h9g¯aJmHnHsH u[pic]2?jÓ[pic]h‹-h9g¯<*[pic]B*U[pic]mHnHphÿu[pic]h9g¯mHnHu[pic]h‹-h9g¯0J¤mHnHu[pic]$jh‹-h9g¯0J¤U[pic]mHnHu[pic]h9g¯j In deze tabel wordt voor elke lidstaat de belangrijkste hindernis genoemd. Dit betekent echter niet dat er geen andere hindernissen bestaan.

Basislast houdt in dat er 24 uur lang een constante hoeveelheid wordt geleverd.

Persmededeling IP/04/1455 van 9 december 2004.

Op basis van informatie van transportnetbeheerders. Bijvoorbeeld: System Adequacy Forecast 2004-2010 (UCTE, december 2003) en System Adequacy Retrospect 2003 (UCTE, juni 2004).