Toelichting bij COM(2001)134 - Sluiting van een overeenkomst met Cyprus houdende toevoeging van een protocol inzake wederzijdse administratieve bijstand op douanegebied aan de associatieovereenkomst met Cyprus

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. De associatieovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Cyprus van 19 december 1972  i had onder meer tot doel een nauwe en uitgebreide samenwerking tot stand te brengen, om het handelsverkeer tussen de partijen aan te zwengelen en te diversifiëren, en vormde ook een instrument voor de wederzijdse liberalisatie van de handel.

2. Deze overeenkomst bevat echter geen specifieke voorschriften over de vormen van administratieve samenwerking die op de algemene bepalingen ervan dienden te worden toegepast.

3. Om in de douanesector meer zekerheid te bieden voor rechtmatige handel, achtten de respectieve partijen bij de overeenkomst het noodzakelijk de associatieovereenkomst aan te vullen met een protocol over wederzijdse administratieve bijstand in douanezaken.

4. Op die grondslag hebben onderhandelingen plaatsgevonden tussen de Commissie en de Republiek Cyprus. Deze besprekingen hebben geleid tot het protocol en de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling, welke in juli 2000 in Brussel werden geparafeerd.

5. Het doel van dit protocol is de voorkoming, opsporing en vervolging, door middel van wederzijdse bijstand die wordt verleend tussen de bevoegde autoriteiten van de partijen, van gedragingen die in strijd zijn met de douanewetgeving. Die bijstand komt in hoofdzaak neer op het doorgeven van inlichtingen en documenten betreffende onderzoeksverrichtingen en op het uitoefenen van toezicht op bepaalde personen, goederen, plaatsen of vervoermiddelen.

6. De inhoud van het protocol komt nagenoeg overeen met die van het door de Groep Economische Vraagstukken van de Raad in 1997 uitgewerkte protocolmodel.

7. In geval van twijfel over de toepasselijkheid van het protocol zullen de overeenkomstsluitende partijen met elkaar overleg plegen om een oplossing uit te werken. Dat overleg dient plaats te vinden in het kader van het Comité voor douanesamenwerking, dat door de Associatieraad is opgericht.

8. De overeenkomst dient thans te worden ondertekend en gesloten. De Raad wordt dienovereenkomstig verzocht :

-namens de Gemeenschap zijn goedkeuring te hechten aan de overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Gemeenschap en Cyprus houdende toevoeging aan de associatieovereenkomst van een protocol inzake wederzijdse administratieve bijstand op douanegebied;

-een persoon aan te wijzen die bevoegd is de overeenkomst te ondertekenen.