Toelichting bij COM(2003)272 - Instelling van een gemeenschappelijk actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau actief zijn op het terrein van jeugdzaken - Hoofdinhoud
Dit is een beperkte versie
U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.
dossier | COM(2003)272 - Instelling van een gemeenschappelijk actieprogramma ter bevordering van organisaties die op Europees niveau actief zijn op ... |
---|---|
bron | COM(2003)272 ![]() ![]() |
datum | 27-05-2003 |
Afgezien van het Verdrag, dat een Europees burgerschap instelt, is ook in verschillende recente verklaringen gewezen op noodzaak van het bevorderen van actief burgerschap, met name van jongeren:
-het Witboek van de Commissie over governance bepleit het principe van participatie van de burgers, vanaf de ontwikkeling tot aan de tenuitvoerlegging van het beleid, van betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld en van de organisaties die daar deel van uitmaken;
-de verklaring van Laken, gehecht aan de Conclusies van de Europese Raad van 14 en 15 december 2001, bevestigt dat een van de fundamentele uitdagingen voor de Europese Unie is 'hoe de burgers, in de eerste plaats de jongeren, nader tot het Europese project en de Europese instellingen te brengen';
-het Witboek van de Commissie "Een nieuw élan voor Europa's jeugd" stelt dat de participatie van de jongeren moet worden aangemoedigd en beveelt met name aan de structuren waarbinnen jongeren hun mening kunnen uiten, te versterken;
-de resolutie van het Europees Parlement van 14 mei 2002 betreffende de goedkeuring van een rapport over dit Witboek stelt met name dat de daarin voorgestelde beleidslijnen in concrete acties moeten worden omgezet, en dat er voldoende kredieten voor moeten worden gereserveerd, in aanvulling op het programma" Jeugd".
Historische achtergrond
De ondersteuning van de bevordering van op Europees niveau actieve organisaties op het terrein van jeugdzaken wordt al sinds een aantal jaren verzekerd, met name door middel van twee begrotingslijnen van deel A van de begroting:
Begrotingslijn A-3023 biedt medefinanciering voor de huishoudelijke uitgaven van het Jeugdforum van de Europese Unie;
Begrotingslijn A-3029 ondersteunt internationale niet-gouvernementele jeugdorganisaties.
De activiteiten van het Europees Jeugdforum betreffen met name:
-vertegenwoordiging van de jongeren bij de Europese Unie;
-coördinatie van de standpunten van de leden van het Forum ten opzichte van de Europese Unie;
-doorgeven van informatie over jeugdzaken aan de Europese instellingen;
-doorgeven van informatie van de Europese Unie aan nationale Jeugdraden en niet-gouvernementele organisaties;
-bijdragen aan het nieuwe samenwerkingskader op het gebied van jeugdzaken waartoe op het niveau van de Europese Unie besloten is;
-acties met betrekking tot discussie over en bezinning op de jeugd in Europa en over de actie van de Europese Unie ten behoeve van jongeren.
De activiteiten van de jongerenorganisaties die kunnen bijdragen tot versterking en grotere doelmatigheid van de communautaire actie zijn met name:
-vertegenwoordiging van belanghebbende partijen op communautair niveau;
-uitwisselingen van jongeren en vrijwilligerswerk;
-niet-formele onderwijs- en opleidingsprogramma's;
-discussie over het jeugdbeleid;
-verspreiding van informatie over de communautaire actie;
-acties ter bevordering van participatie en initiatieven van jongeren.
Deze steun is verleend zonder rechtsgrondslag, op basis van begrotingslijnen voor de huishoudelijke uitgaven van de Commissie.
Doelstellingen
De goedkeuring van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen i, en het besluit om de opzet van de begroting van de Commissie op de ABB-benadering (Activity Based Budgeting) te baseren, betekenen dat er basisbesluiten moeten worden vastgesteld voor een reeks subsidies die tevoren werden gefinancierd op basis van kredieten van Deel A (huishoudelijke kredieten) van de afdeling van de begroting van de Commissie (Afdeling III).
Het doel van dit besluit is een basisbesluit vast te stellen voor de toekenning van huishoudelijke subsidies aan op Europees niveau actieve organisaties op het terrein van jeugdzaken, voor een periode van drie jaar (2004-2006).
Dit streven naar basisbesluiten voor subsidies die tot nu toe gefinancierd werden uit deel A is door de Commissie aangekondigd in een verklaring in verband met de goedkeuring van het nieuwe Financieel Reglement. In deze verklaring '... nemen het Europees Parlement en de Raad akte van het voornemen van de Commissie om een voorstel in te dienen voor een kaderverordening waarin de algemene criteria voor de keuze en de toekenning van subsidies voor huishoudelijke uitgaven aan de in artikel 108, lid 1, punt b), bedoelde organen nader kunnen worden omschreven'.
Rechtsgrondslag
Het voorstel is gebaseerd op artikel 149 van het EG-Verdrag, dat bepaalt dat het optreden van de Gemeenschap inzake onderwijs gericht is op het bevorderen van onder andere de ontwikkeling van uitwisselingsprogramma's voor jongeren en jongerenwerkers. De te volgen procedure is die van artikel 251 van het EG-Verdrag: het besluit moet door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk genomen worden, op basis van een voorstel van de Commissie.
Het voorstel betreft in hoofdzaak de technische noodzaak om een rechtsgrondslag te creëren voor acties die op het moment een dergelijke grondslag ontberen; de geplande bedragen zijn grotendeels gebaseerd op de toegewezen bedragen in het kader van de begroting van de Europese Unie voor het begrotingsjaar 2003.
Het voorgestelde bedrag is 11.520.000 EUR in totaal.
Analyse van de artikelen
Artikel 1 presenteert de doelstelling van het programma, namelijk het ondersteunen van niet-gouvernementele organisaties die op Europees niveau werkzaam zijn op het terrein van jeugdzaken.
Artikel 2 geeft de voorwaarden voor toegang tot het programma aan en verwijst naar de bijlage, waarin de twee onderdelen van het programma worden beschreven:
-subsidies voor het functioneren van het Europees Jeugdforum;
-subsidies voor het functioneren van internationale niet-gouvernementele jongerenorganisaties.
Artikel 3 voorziet in uitbreiding van de geografische reikwijdte van het programma tot de lidstaten, en voor bepaalde acties eventueel ook tot de kandidaatlanden en de landen van de EVA/EER, tot de Balkanlanden die deelnemen aan het stabiliserings-en associatieproces voor de landen van Zuid-Oost-Europa, en tot bepaalde landen van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten.
Artikel 4 verwijst naar de bijlage voor de modaliteiten van de selectie van de begunstigden van het programma. Het is de bedoeling dat de subsidies voor het functioneren van internationale niet-gouvernementele jongerenorganisaties toegekend worden op basis van jaarlijkse oproepen tot het indienen van voorstellen.
Artikel 5 verwijst naar de bijlage voor de voorwaarden voor de toekenning van de subsidies.
Artikel 6 bepaalt dat het budget voor het programma EUR 11.520.000 bedraagt voor de periode 2004-2006.
Artikel 7 bepaalt de modaliteiten van de uiteindelijke evaluatie van het programma. Het ligt niet in de bedoeling om het programma na 2006 voort te zetten; vanaf 2007 zullen de betreffende acties worden opgenomen in het nieuwe actieprogramma ten behoeve van jongeren, dat in de plaats zal komen van het huidige 'Jeugd'-programma.