Toelichting bij COM(2006)579 - Toekenning van gemeenschappelijke macrofinanciële bijstand aan Moldavië

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


De Commissie stelt voor aan Moldavië macrofinanciële bijstand in de vorm van een gift van maximaal 45 miljoen EUR te verlenen ter ondersteuning van de betalingsbalans van en de opbouw van deviezenreserves door het land. De voorgestelde bijstand zal bijdragen tot een verlichting van de financiële druk op Moldavië, die voortvloeit uit de tenuitvoerlegging van het economisch programma. Hij zal ook de inspanningen vergemakkelijken en aanmoedigen die de autoriteiten zich getroosten om hervormingen door te voeren in overeenstemming met het tussen de EU en Moldavië overeengekomen actieplan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid en het strategiedocument ter bevordering van de economische groei en ter bestrijding van de armoede. De voorgestelde macrofinanciële bijstand zal een uitzonderlijk karakter hebben, beperkt zijn in de tijd en een aanvulling vormen op de steun van de instellingen van Bretton Woods, bilaterale donoren en de Club van Parijs; tevens zal hij met name afhankelijk zijn van de vooruitgang die wordt geboekt bij de tenuitvoerlegging van de door het IMF ondersteunde PRGF-overeenkomst. De operatie zal plaatsvinden op een moment dat de betrekkingen tussen de EU en Moldavië worden gekenmerkt door een fase van verdieping van de integratie in de context van het Europees nabuurschapsbeleid.

Algemene context


In de beginfase van zijn overgang naar een markteconomie heeft Moldavië met succes een aantal hervormingen van de eerste generatie doorgevoerd. Nadien is het tempo van de hervormingen naar het einde van de jaren negentig toe en aan het begin van dit decennium vertraagd en de overheidsbemoeienis in de economie toegenomen. Tegen deze achtergrond hebben de instellingen van Bretton Woods hun programmaleningen stopgezet. Dit had tot gevolg dat twee macrofinanciële bijstandspakketten van de EU ten gunste van Moldavië – een in 2000 goedgekeurde lening van 15 miljoen EUR en een in 2002 goedgekeurde gift van hetzelfde bedrag[1] – niet konden worden vrijgegeven. In bovengenoemde periode groeide het BBP van Moldavië met gemiddeld 7% per jaar. De groei werd geschraagd door de binnenlandse vraag. Deze werd gestimuleerd door overmakingen van in het buitenland werkzame Moldaviërs, welke gaandeweg zijn opgelopen tot ruim 30% van het BBP. In 2005 was het (in dollar uitgedrukte) BBP per hoofd in Moldavië meer dan verdubbeld ten opzichte van 2000. Met slechts 812 USD blijft het echter nog steeds veruit het laagste van heel Europa. Moldavië is het enige Europese land dat door de Wereldbank als een lage-inkomensland wordt beschouwd. In 2004-2005 kwamen structurele hervormingen weer op de politieke agenda van Moldavië te staan, met name met de goedkeuring door de regering van het strategiedocument ter bevordering van de economische groei en ter bestrijding van de armoede. De animo bij de regering voor het doorvoeren van hervormingen werd versterkt door haar Europese aspiraties, die werden bevestigd door het in februari 2005 tussen de EU en Moldavië overeengekomen actieplan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid. Gedurende het grootste deel van 2005 heeft de regering een economisch beleid gevoerd dat blijk moest geven van haar hernieuwde animo voor stabilisatie en hervormingen. In het licht van de behaalde resultaten knoopten de autoriteiten en het IMF eind 2005 wederom besprekingen aan over een nieuw programma dat door een financieringsovereenkomst met het Fonds zou kunnen worden ondersteund. In februari 2006 werd overeenstemming bereikt over de parameters van een dergelijk programma en in mei 2006 hechtte het College van Bewindvoerders van het IMF zijn goedkeuring aan een driejarige financieringsovereenkomst in het kader van de armoedebestrijdings- en groeifaciliteit (Poverty Reduction and Growth Facility – PRGF). De goedkeuring van de overeenkomst werd gevolgd door een akkoord met de Club van Parijs van officiële crediteuren van Moldavië over een herstructurering van de gecumuleerde betalingsachterstanden en van de tijdens de programmaperiode verschuldigde betalingen onder de zogeheten Houston-voorwaarden. Een van de voornaamste doelstellingen van de overeenkomst was de regering te helpen bij het normaliseren van de betrekkingen van Moldavië met de officiële crediteuren. Met het PRGF-programma wordt beoogd de macro-economische stabiliteit te handhaven en op deze wijze de groei en de armoedebestrijding te ondersteunen, met name in een context van hoog blijvende overmakingen van in het buitenland werkzame Moldaviërs en fors toegenomen prijzen van ingevoerde energie. In het kader van het programma zijn de autoriteiten ertoe gehouden het begrotingstekort te beperken tot 0,5% van het BBP en streeft de centrale bank ernaar de deviezenreserves tegen eind 2008 te verhogen tot drie maanden invoer. De prioritaire structurele beleidsmaatregelen omvatten met name acties op het gebied van de liberalisering van de buitenlandse handel, corporate governance, de hervorming van de banksector en de belastingdiensten. Toen het programma werd goedgekeurd, werd ervan uitgegaan dat het voorgenomen beleid zou resulteren in een BBP-groei van 6% in 2006 en 5% in 2007-2008, een geleidelijke daling van de inflatie tot ongeveer 7% eind 2008 en tekorten op de lopende rekening van om en bij de 5% van het BBP. Het programma wordt evenwel ten uitvoer gelegd in een bijzonder problematische externe omgeving. Reeds in 2005 was het tekort op de handelsbalans en op de lopende rekening van Moldavië immers fors toegenomen, vooral als gevolg van de sterk gestegen olieprijzen. Sinds het begin van 2006 wordt Moldavië met nieuwe betalingsbalansschokken geconfronteerd (beslissing van de Russische gasmonopolist Gazprom om de aan Moldavië aangerekende gasprijzen te verhogen van 80 USD per duizend kubieke meter tot 110 USD in januari 2006 en 160 USD in juli en een uitvoerverbod op Moldavische wijn en alcohol naar Rusland), waardoor de kans dat de doelstellingen van het PRGF-programma worden gehaald, uiterst klein is. De verslechtering van de externe positie van Moldavië zal tevens de verwezenlijking bemoeilijken van de in het strategiedocument ter bevordering van de economische groei en ter bestrijding van de armoede vastgelegde middellangetermijndoelstellingen van de regering op het gebied van groei en armoedebestrijding, alsook van de doelstellingen van het tussen de EU en Moldavië overeengekomen actieplan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid. De economische ontwikkelingen in Moldavië zullen in de eerste plaats enige aanpassing van het PRGF-programma vereisen en in de tweede plaats aanvullende uitzonderlijke financiering, bovenop de momenteel beschikbare financiering. In het verleden heeft de EU reeds meermalen macrofinanciële bijstand (MFB) aan Moldavië verleend om betalingsbalansschokken op te vangen. De Commissie is van oordeel dat het in de huidige situatie gewettigd is ditzelfde instrument wederom aan te spreken. De macrofinanciële bijstand van de EU zou Moldavië helpen in 2007 en 2008 aan zijn externe financieringsbehoefte te voldoen. Het verlenen van macrofinanciële bijstand wordt tevens gerechtvaardigd door de verdieping van de samenwerking tussen de EU en Moldavië in de context van het Europees nabuurschapsbeleid. Moldavië was reeds van bij de aanvang van het Europees nabuurschapsbeleid in 2004 een van de partnerlanden van de EU. Afgezien van Oekraïne is Moldavië ook het enige oostelijke nabuurschapsland dat momenteel een actieplan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid ten uitvoer legt. Het Europees nabuurschapsbeleid is erop gericht steeds nauwere betrekkingen tussen de EU en de partnerlanden tot stand te brengen, de in het verleden aan de samenwerking gestelde grenzen te verleggen, de politieke samenwerking te intensiveren, ook op het gebied van het buitenlands en veiligheidsbeleid en, in het geval van Moldavië, bij de oplossing van het conflict in Transnistrië, alsook de economische groei en de vermindering van de armoede te bevorderen.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Geen

Samenhang met andere beleidsonderdelen en doelstellingen van de EU


Sinds met het Europees nabuurschapsbeleid een aanvang is gemaakt, worden de betrekkingen tussen de EU en Moldavië gekenmerkt door een fase van verdieping van de integratie. De steun van de Gemeenschap aan Moldavië door middel van het instrument van de macrofinanciële bijstand zal bijdragen tot een versterking van de bilaterale betrekkingen met het land. Het is de bedoeling dat Moldavië vanaf 2007 in aanmerking komt voor het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument (ENPI), waardoor ook bijstand in de vorm van begrotingssteun zal kunnen worden verleend. Er zal met de voorbereiding van sectorale en/of algemene programma's voor begrotingssteun ten gunste van Moldavië worden begonnen zodra het ENPI operationeel wordt. In de nabije toekomst moet echter nog niet op uitkeringen uit hoofde van ENPI-begrotingssteun worden gerekend. Bovendien is het instrument voor begrotingssteun in het kader van het ENPI, dat bedoeld is ter ondersteuning van het structurele beleid op middellange à lange termijn, niet goed berekend op de voornamelijk uit betalingsbalansschokken op korte termijn voortvloeiende moeilijkheden waarmee Moldavië momenteel te kampen heeft. Verwacht wordt dat de financiering uit hoofde van het instrument van de macrofinanciële bijstand veel eerder beschikbaar zal zijn dan een eventueel pakket ter ondersteuning van de begroting in het kader van het ENPI. Aangezien macrofinanciële bijstand een voor de korte termijn bedoeld instrument is, zal hij specifiek worden aangewend voor het lenigen van de huidige nijpende externe financieringsbehoefte van Moldavië, die voortvloeit uit een aanzienlijke verslechtering van de externe economische omgeving van het land. De macrofinanciële bijstand zal inmiddels echter ook de structurele hervormingen ondersteunen die in het tussen de EU en Moldavië overeengekomen actieplan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid en het strategiedocument ter bevordering van de economische groei en ter bestrijding van de armoede zijn aangegeven.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



De minister van Financiën van Moldavië, de heer Mihail Pop, heeft in mei 2006 de EG om financiële bijstand verzocht. De diensten van de Commissie zijn tijdens de voorbereiding van dit voorstel met het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank en bilaterale donoren in contact geweest om de behoefte aan bijstand te bespreken. De Commissie heeft het Economisch en Financieel Comité geraadpleegd alvorens haar voorstel in te dienen. Na de goedkeuring van het besluit van de Raad zullen de diensten van de Commissie met de autoriteiten van Moldavië onderhandelen over een Memorandum van overeenstemming en een giftovereenkomst, waarin de uitvoeringsbepalingen van de bijstand in detail zullen worden vastgelegd.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid.

Effectbeoordeling


Macrofinanciële bijstand is een beleidsinstrument en is dus bijzonder geschikt voor het ondersteunen van de inspanningen van de autoriteiten van Moldavië ter verbetering van de houdbaarheid van de openbare financiën op korte à middellange termijn. Macrofinanciële bijstand zal een onmiddellijk effect sorteren op de betalingsbalans en de deviezenreserves van Moldavië en aldus bijdragen tot een verlichting van de financiële druk die de tenuitvoerlegging van het economisch programma van de autoriteiten met zich brengt. De bijstand van de EG zal de autoriteiten ook helpen bij de tenuitvoerlegging van de beleidsmaatregelen op korte en middellange termijn die in het tussen de EU en Moldavië overeengekomen actieplan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid en het strategiedocument ter bevordering van de economische groei en ter bestrijding van de armoede zijn aangegeven.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgesteld maatregel De Gemeenschap stelt macrofinanciële bijstand ter beschikking van Moldavië in de vorm van giften tot een maximumbedrag van 45 miljoen EUR. De bijstand zal in drie tranches over een periode van twee jaar beschikbaar worden gesteld. De periode waarin het programma ten uitvoer wordt gelegd, kan eventueel met een jaar worden verlengd. De bijstand zal worden beheerd door de Commissie, die met de autoriteiten een overeenkomst zal sluiten over de specifieke financiële en economische beleidsvoorwaarden die aan de uitkering van de gifttranches worden verbonden. Er zal op passende wijze rekening worden gehouden met specifieke bepalingen inzake de preventie van fraude en andere onregelmatigheden, die in overeenstemming zijn met de het Financieel Reglement.

Rechtsgrond


Artikel 308 van het Verdrag

Subsidiariteitsbeginsel


Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Het bijstandsbedrag stemt ruwweg overeen met een derde van de resterende financieringsbehoefte van Moldavië voor de door de bijstand bestreken jaren 2007-2008. Rekening houdende met de bijstand die door bilaterale donoren en crediteuren en de internationale donorgemeenschap in het algemeen aan Moldavië is verleend, wordt dit als een passend niveau van lastenverdeling voor de Gemeenschap beschouwd. De bijstand zal geheel verenigbaar zijn met de macro-economische doelstellingen die al zijn vastgelegd in de economische beleidsdocumenten van Moldavië, zoals het in mei 2006 goedgekeurde memorandum voor het economisch en financieel beleid dat past in de context van de PRGF-overeenkomst met het IMF. Hij zal ook verenigbaar zijn met de beleidsdoelstellingen op langere termijn die worden beoogd in het in mei 2004 goedgekeurde strategiedocument ter bevordering van de economische groei en ter bestrijding van de armoede en het in februari 2005 tussen de EU en Moldavië overeengekomen actieplan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid. Wat de specifieke voorwaarden voor de uitbetaling van de gifttranches betreft, is de Commissie voornemens de aandacht toe te spitsen op een beperkt aantal terreinen, zoals met name het beheer van de overheidsfinanciën. De Commissie kan tevens overwegen haar aandacht te concentreren op specifieke sectorale beleidsterreinen van bijzonder belang die in het tussen de EU en Moldavië overeengekomen actieplan in het kader van het Europees nabuurschapsbeleid als zodanig zijn aangemerkt.

Keuze van het instrument



Voorgestelde instrumenten: overige.

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn. Bij ontstentenis van een kaderverordening voor het instrument van de macrofinanciële bijstand zijn krachtens artikel 308 van het Verdrag genomen ad-hocbesluiten van de Raad het enige beschikbare rechtsinstrument voor de verlening van deze bijstand.

3.

Gevolgen voor de begroting



Deze bijstand zou worden gefinancierd uit vastleggingskredieten van 2007 in het kader van begrotingsonderdeel 01 03 02 (Macro-economische bijstand), onder voorbehoud van de definitieve goedkeuring van de begroting van de EG voor 2007. De betalingen zouden in 2007 en 2008 plaatsvinden.

4.

Aanvullende informatie



Evaluatie-/herzienings-/uitdovingsclausule

Het voorstel bevat een uitdovingsclausule.

E-

1. 2006/0184 (CNS)