Toelichting bij COM(2008)512 - Goedkeuring van wijzigingen van het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan die de instelling van procedures voor de regeling van geschillen, de uitbreiding van de werkingssfeer van het verdrag en een herziening van de doelstellingen van het verdrag mogelijk maken

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

1. CONTEXT VAN HET VOORSTEL

Doelstellingen van het voorstel

De partijen bij het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (het verdrag) hebben in november 2004 tijdens de 23e jaarvergadering een wijziging van het verdrag aangenomen waardoor de Visserijcommissie voor het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (NEAFC) aanbevelingen kan aannemen tot instelling van procedures voor de regeling van geschillen die uit het verdrag voortkomen. Bij stemming per brief op 11 augustus 2006 hebben de partijen een wijziging van het verdrag aangenomen waarbij het toepassingsgebied van het verdrag is uitgebreid tot sedentaire soorten en de doelstellingen van het verdrag zijn herzien.

Het voorstel beoogt de opneming van de voormelde wijzigingen van het verdrag in de communautaire wetgeving.

Algemene context:



In de overwegingen van het verdrag is nu sprake van ontwikkelingen in andere internationale fora voor visserijbeheer die gevolgen hebben voor de visserij in het gebied van het NEAFC-Verdrag.

Er zijn nieuwe definities opgenomen om meer duidelijkheid te scheppen.

De werkingssfeer van het verdrag is nu uitgebreid tot sedentaire soorten, omdat deze door de visserij worden geoogst of getroffen.

Het verdrag bepaalt nu dat de NEAFC haar taken moet vervullen in het belang van de instandhouding en het optimale gebruik van de visbestanden. Naast deze doelstellingen is in het verdrag opgenomen dat de NEAFC bij de uitvoering van haar taken rekening moet houden met dat beheer op lange termijn en dat het beheer van de visbestanden moet leiden tot duurzame economische, milieu- en sociale voordelen.

Volgens het verdrag dient de NEAFC bij de uitvoering van haar taken rekening te houden met de beste wetenschappelijke aanwijzingen waarover zij beschikt. Bovendien is nu in het verdrag opgenomen dat de verdragsluitende partijen bij het vervullen van de doelstellingen ervan rekening dienen te houden met de voorzorgsbenadering, de ecosysteembenadering en de noodzaak om de mariene biologische diversiteit te behouden.

Er is nu de mogelijkheid ingebouwd om op grond van het verdrag een procedure voor de regeling van geschillen in te stellen. Daardoor zullen de verdragsluitende partijen een procedure voor de regeling van geschillen kunnen instellen om geschillen snel te regelen en geschillen te regelen overeenkomstig het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982[1] alsook de Overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden van 4 augustus 1995[2].

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied



Het Verdrag inzake toekomstige multilaterale samenwerking op visserijgebied in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (het verdrag) is op 18 november 1980 in Londen ondertekend en op 17 maart 1982 in werking getreden. De Gemeenschap is op 13 juli 1981 tot het verdrag toegetreden.[3]

Bij het verdrag is een Regionale Organisatie voor het visserijbeheer (ROVB) opgericht om de instandhouding en het optimale gebruik van de visbestanden van het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan te bevorderen binnen een kader dat passend is voor de regeling met betrekking tot uitgebreide rechtsmacht van kuststaten op het gebied van visgronden, en dienovereenkomstig internationale samenwerking en internationaal overleg met betrekking tot de visbestanden te stimuleren.

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de Unie



De voorgestelde maatregelen zijn gericht op harmonisering met de doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid en zijn in overeenstemming met het beleid van de Gemeenschap inzake duurzame ontwikkeling.

1.

Raadpleging van belanghebbenden en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



De lidstaten en juridische deskundigen van de verdragsluitende partijen zijn geraadpleegd.

Effectbeoordeling



Niet van toepassing.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Rechtsgrondslag:



Artikel 37 in samenhang met artikel 300, lid 2, en artikel 300, lid 3, eerste alinea, van het EG-Verdrag.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.