Toelichting bij COM(2008)677 - Wijziging van Verordening (EG) nr. 808/2004 betreffende gemeenschappelijke statistieken over de informatiemaatschappij

Dit is een beperkte versie

U kijkt naar een beperkte versie van dit dossier in de EU Monitor.

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Motivering en doel van het voorstel


Informatie- en communicatietechnologieën (ICT) spelen een belangrijke rol bij de groei van de productiviteit en van het bruto binnenlands product (bbp) in de Europese Unie (EU) en veranderen onze maatschappijen en economieën op een ingrijpende en ongekende wijze. ICT blijft een belangrijke drijvende kracht voor economische en sociale modernisering. De Gemeenschap heeft een proactief beleid gekozen om een informatiemaatschappij te creëren die niemand uitsluit en die gebaseerd is op een wijdverspreid gebruik van informatie- en communicatietechnologie in overheidsdiensten, kleine en middelgrote ondernemingen en huishoudens. Bij het toezicht op het Gemeenschapsbeleid en de verwezenlijking van de vernieuwde Lissabondoelstellingen speelt benchmarking een centrale rol. Voor deze benchmarking zijn geharmoniseerde, betrouwbare, kwalitatief hoogwaardige en tijdige communautaire statistieken over de informatiemaatschappij noodzakelijk.

Algemene context


In de mededeling "i2010 – Een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid"[1] waarin de Commissie een open en concurrerende digitale economie bepleit en ICT nadrukkelijk als drijvende kracht voor maatschappelijke integratie en verbetering van de levenskwaliteit aanmerkt, wordt een volledige strategie voor de ICT- en de mediasector uiteengezet. In samenhang met deze strategie wordt aan benchmarking een centrale rol bij de toetsing van de vorderingen bij de realisering van de vernieuwde Lissabondoelstellingen toegeschreven. De Commissie heeft in nauwe samenwerking met de lidstaten het i2010-benchmarkingskader[2] opgezet, dat een lijst met hoofdindicatoren voor het daarmee samenhangende toetsingsproces bevat. Deze indicatoren zijn gegroepeerd overeenkomstig de hoofddoelstellingen van de i2010-strategie, namelijk de monitoring van de Europese informatieruimte, onderzoek en innovatie in ICT door bedrijven, maatschappelijke integratie, overheidsdiensten en levenskwaliteit. Er is een voortdurende behoefte aan statistische gegevens op dit gebied, aangezien ICT nog altijd een grote invloed op de Europese bedrijven en de samenleving heeft. Door de ontwikkeling van het participatieve web, het wereldwijde “computing grid” (bundeling van computersystemen), het 'internet van dingen', de “ubiquitous connectivity” (toegang tot internet of andere netwerken vanaf elke plek en op elk moment) en de volgende generatie netwerken komt de behoefte aan statistische informatie over de informatiemaatschappij duidelijk naar voren. Bovendien worden ICT en ICT-gerelateerde innovatie van wezenlijk belang geacht voor de ontwikkeling van een op kennis gebaseerde economie. Het internet ontwikkelt zich van een informatiebron tot een steeds participatiever wereldwijd web. De bijdrage van de burger aan het web neemt voortdurend toe, onder meer door blogs, het delen van media en sociale netwerken. Alles wijst erop dat internet zich zal ontwikkelen tot een wereldwijd 'computing grid' die online-toegang tot veilige computerbronnen op 'just-in-time'-basis mogelijk maakt. Vooral deze ontwikkeling is voor Europese bedrijven interessant omdat er een aanzienlijke productiviteitswinst is te verwachten als gevolg van een betere allocatie van de middelen. In de toekomst zullen steeds meer voorzieningen, sensoren en objecten worden verbonden door middel van vaste of draadloze netwerken. Zij zullen in staat zijn met hun omgeving te communiceren en zelfstandig informatie naar andere voorzieningen te sturen. Deze ontwikkeling van het internet van dingen is van belang voor vervoer, milieu, gezondheidszorg, duurzaamheid en veiligheidssystemen en zal tot een aanzienlijke efficiëntiewinst in de economie leiden. De mobiele voorzieningen worden intelligenter en multifunctioneel. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van deze mobiele voorzieningen die draadloze verbindingen met internet maken om informatie te ontvangen en te verzenden. Dit versterkt de ontwikkeling van het participatieve netwerk en brengt locatiegebonden diensten op gang. Eén gevolg van deze trends is de toename van het dataverkeer, die een stimulans zal vormen voor de overgang naar een breedbandnetwerk van de tweede generatie dat op het internetprotocol is gebaseerd en aanzienlijk hogere snelheden mogelijk maakt. De overgang naar de netwerken van de volgende generatie wordt de komende jaren een van de grootste uitdagingen voor de elektronische communicatie. De Commissie heeft in overleg met de lidstaten een breedbandprestatie-index ontwikkeld om te bepalen in welke mate de lidstaten aan een reeks criteria voldoen, waaronder verscheidene sociaaleconomische aspecten en de acceptatie van geavanceerde diensten. De statistische gegevens zijn van groot belang om de prestaties op dit gebied te blijven volgen. Voor de structurele indicatoren die in het jaarlijkse voorjaarsverslag aan de Europese Raad worden gebruikt, zijn indicatoren vereist die gebaseerd zijn op coherente statistische informatie op het gebied van de informatiemaatschappij.

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied


Verordening (EG) nr. 808/2004 van 21 april 2004 betreffende communautaire statistieken over de informatiemaatschappij[3] schrijft de jaarlijkse verstrekking van statistische gegevens voor de twee modules “het bedrijfsleven en de informatiemaatschappij” en “particulieren en huishoudens en de informatiemaatschappij” voor, en wel gedurende maximaal vijf jaar gerekend vanaf de inwerkingtreding van de verordening. De belangrijkste betrokkenen zijn van oordeel dat de hoofddoelen van de huidige verordening grotendeels zijn verwezenlijkt. Het harmonisatieproces op dit gebied in de Europese Unie heeft de ontwikkeling van ICT- statistieken wereldwijd sterk beïnvloed en heeft het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen (Eurostat) en het Europees statistisch systeem een leidende positie bezorgd. Het voorstel tot wijziging van Verordening (EG) nr. 808/2004 zal de verstrekking van statistische gegevens over ICT-gebruik in huishoudens, door particulieren en in ondernemingen verzekeren met het oog op het benchmarkingskader en de ontwikkelingen ervan in het kader van de Lissabonstrategie. Tegelijkertijd heeft deze wijziging als doel, de onderwerpen waarover statistische gegevens moeten worden ingediend, aan te passen aan de nieuwe ontwikkelingen op ICT-gebied. Bovendien worden de instrumenten voor de analyse van gegevens verbeterd met het oog op een beter gebruik van statistische gegevens en vermindering van de lasten voor de respondenten. Hiertoe moeten in het kader van het voorgestelde programma tot modernisering van de Europese bedrijfs- en handelsstatistiek (MEETS)[4] nieuwe methoden voor gegevensanalyse worden ingevoerd. De voorgestelde verordening is in overeenstemming met het nieuwe beleid van de Commissie inzake vereenvoudiging van de wetgeving en betere regelgeving, zoals beschreven in de mededelingen van 14 november 2006 betreffende 'betere regelgeving in de Europese Unie: een strategische evaluatie'[5] en 'verlichting van de responslast, vereenvoudiging en prioritering op het gebied van communautaire statistieken'[6]. Dit is een van de dringende acties die worden genoemd in bijlage III bij de mededeling van 24 januari 2007 betreffende een 'actieprogramma ter vermindering van de administratieve lasten in de Europese Unie'[7].

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU


Diensten van de informatiemaatschappij zijn van doorslaggevend belang voor de ontwikkeling van de Europese interne markt[8]. Met name elektronische handel biedt aanzienlijke mogelijkheden voor werkgelegenheid, aangezien hierdoor groei en investeringen in innovatie door ondernemingen worden bevorderd en het concurrentievermogen kan worden verbeterd. In dit verband is het van belang de ontwikkeling van e-handel binnen de interne markt te volgen met statistische indicatoren. Coherente statistische informatie is nuttig voor de vaststelling van indicatoren voor ICT-vaardigheden en de rapportering hierover en aldus voor de uitwerking van een samenhangend kader van indicatoren en benchmarks voor de toetsing van de vorderingen in verband met de Lissabondoelstellingen op onderwijs- en opleidingsgebied[9]. Het voorstel stemt overeen met de prioriteiten van de Commissie en het streven naar betere regelgeving, vereenvoudiging en vermindering van de lasten voor de respondenten.

1.

Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling



Raadpleging van belanghebbende partijen



Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten


Het voorstel is besproken met gegevensverstrekkers in het Europees statistisch systeem, in de relevante werkgroep en met de hoofden van de bureaus voor de statistiek en de directeuren voor bedrijfs- en sociale statistieken. Vervolgens zijn de relevante DG's en diensten van de Commissie (DG INFSO, DG ENTR, DG MARKT, DG SANCO, DG REGIO, DG EAC, DG EMPL en DG JRC) geraadpleegd. Tot slot is het voorstel besproken met internationale organisaties (OESO - Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling).

Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden


Dit voorstel is het resultaat van intensieve onderhandelingen tussen alle betrokken partijen. Gezien de snelle veranderingen op ICT-gebied is het van belang dat het voorstel flexibel blijft met betrekking tot de onderwerpen waarvoor statistische gegevens moeten worden verstrekt. Daarom is er behoefte aan een snelle verstrekking van statistische gegevens. De onderwerpen zijn geactualiseerd en sluiten aan bij de verwachte ontwikkeling van de technologieën van de informatiemaatschappij. Er zijn voorzieningen getroffen om de harmonisatie met andere sociale statistieken te garanderen. Tot slot worden de mogelijkheden voor een statistische gegevensanalyse verbeterd doordat er bestanden met individuele gegevens beschikbaar worden gesteld.

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid



Betrokken wetenschaps- en kennisgebieden


De vertegenwoordigers van de lidstaten en de Commissie (DG JRC, DG INFSO, DG ENTR, DG MARKT, DG SANCO) bij de vergaderingen van de taskforce “Statistieken over de informatiemaatschappij” van DG Eurostat waren deskundigen met kennis van de bestaande wetgeving en van de nationale systemen voor de verzameling en opstelling van statistieken over de informatiemaatschappij en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ICT.

Gebruikte methode


De deskundigen hebben tijdens het voorbereidingsproces bijgedragen aan de vergaderingen en de schriftelijke raadplegingen van de taskforce en de werkgroep.

Belangrijkste geraadpleegde organisaties en deskundigen


De belangrijkste deskundigen waren afkomstig van de nationale bureaus voor de statistiek en van DG DG JRC, DG INFSO, DG ENTR, DG MARKT, DG SANCO, DG REGIO, DG EAC en DG EMPL.

Ontvangen en gebruikte adviezen


Er zijn geen mogelijk ernstige risico's met onomkeerbare gevolgen genoemd.

De deskundigen hebben meegewerkt aan de definitie van nieuwe onderwerpen in verband met het gebruik van computers en internet waarvoor in de toekomst statistische gegevens moeten worden verzameld.

Wijze waarop het deskundigenadvies beschikbaar is gemaakt voor het publiek


Werkdocumenten en notulen van de bijeenkomsten van de taskforce en de werkgroep zijn verkrijgbaar via CIRCA.

Effectbeoordeling


Er zijn twee opties vastgesteld: Optie 1: (De huidige verordening verstrijkt in 2009) – De enquêtes inzake het gebruik van ICT in ondernemingen en huishoudens zouden niet worden uitgevoerd en er zouden geen op EU-niveau geharmoniseerde, op Europese wetgeving gebaseerde gegevens beschikbaar zijn. De consequentie zou een geleidelijke terugkeer naar de situatie vóór 2005 zijn. De statistische indicatoren van de verschillende landen zouden niet geharmoniseerd en daardoor niet vergelijkbaar zijn. De reeks indicatoren zou niet op de beleidsbehoeften op Europees niveau zijn afgesteld. Aangezien er tussen de lidstaten nog aanzienlijke verschillen in het ICT-gebruik bestaan, zouden de lidstaten zich hoogstwaarschijnlijk op verschillende ICT-indicatoren richten. Er zou veel tijd verstrijken tussen de verzameling van statistische gegevens op nationaal niveau en de publicatie ervan op Europees niveau. De toegepaste kwaliteitsnormen zouden van land tot land verschillen. Dit zou ertoe leiden dat afzonderlijke statistische gegevensverzamelingen, waarschijnlijk uit de private sector, de officiële statistieken op Europees niveau zouden vervangen. Hierdoor zouden de statistische gegevens op Europees en lidstaatniveau minder geloofwaardig zijn. Een gecoördineerde aanpak van de Europese beleidsinstellingen en de lidstaten zou steeds moeilijker worden. Optie 2: (De huidige verordening wordt gewijzigd) – Wijziging van de huidige verordening zou vermijden dat de voortdurende verstrekking van statistische gegevens over de informatiemaatschappij wordt onderbroken. De definitie van statistische indicatoren zou binnen de Europese Unie zijn geharmoniseerd. Verdere harmonisatie zou worden bereikt door de vaststelling van een gemeenschappelijke modelvragenlijst en de actualisering van de methodologische handleiding, waarin ook gemeenschappelijke kwaliteitsbeginselen zouden worden vastgesteld. De reeks indicatoren zou op de relevante beleidsbehoeften op Europees niveau zijn afgesteld. De verzamelperiode zou worden geharmoniseerd binnen de lidstaat, hetgeen van belang is om seizoensinvloeden te corrigeren. Een snelle publicatie van statistische gegevens op Europees niveau zou gegarandeerd zijn. De aanvaarding en de geloofwaardigheid van de statistische gegevens op Europees en lidstaatniveau zouden groter zijn dan bij optie 1. De benchmarking van Europees en nationaal beleid zou veel gemakkelijker worden. Het verstrijken van de huidige verordening zou de last voor de respondenten niet merkbaar verminderen, aangezien de lidstaten statistische gegevens over de informatiemaatschappij zouden blijven verzamelen op nationaal niveau.

2.

Juridische elementen van het voorstel



Samenvatting van de voorgestelde maatregel


De gewijzigde verordening heeft als doel, de voortzetting van het bestaande gemeenschappelijke kader voor de systematische productie van betrouwbare, geharmoniseerde, tijdige en kwalitatief hoogwaardige communautaire statistieken over de informatiemaatschappij en de jaarlijkse verstrekking van statistische gegevens over ICT-gebruik in het bedrijfsleven en in huishoudens te verzekeren. Bovendien moet het voorstel de verordening aanpassen aan de behoeften van een zich snel ontwikkelend statistisch gebied.

Rechtsgrondslag


De rechtsgrondslag voor de communautaire statistiek is artikel 285 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Volgens dit artikel moet de Raad op basis van de medebeslissingsprocedure maatregelen voor de opstelling van statistieken nemen, wanneer dit voor de vervulling van de taken van de Gemeenschap nodig is. Als eisen waaraan bij de productie van communautaire statistieken moet worden voldaan, noemt dit artikel onpartijdigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit, wetenschappelijke onafhankelijkheid, kosteneffectiviteit en statistische geheimhouding.

Subsidiariteitsbeginsel


Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap vallen.

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt.

Het doel van dit voorstel, namelijk de vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor de systematische productie van communautaire statistieken over de informatiemaatschappij, kan niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt.

De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden beter door een optreden van de Gemeenschap worden verwezenlijkt.

Dit doel kan beter worden bereikt op basis van communautaire wetgeving, omdat alleen de Commissie de noodzakelijke harmonisering van statistische informatie op Gemeenschapsniveau kan coördineren, terwijl het verzamelen van gegevens en de opstelling van vergelijkbare statistieken over de informatiemaatschappij door de lidstaten kunnen worden georganiseerd. De Gemeenschap kan derhalve maatregelen nemen overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag vervatte subsidiariteitsbeginsel.

De formulering van beleidsmaatregelen op Europees niveau en de benchmarking van deze Europese beleidsmaatregelen zullen aanzienlijk worden vereenvoudigd. Vergelijkingen tussen lidstaten worden gemakkelijker met behulp van benchmarking.

Het doel van de verordening is een gemeenschappelijk kader vast te stellen voor de systematische productie van communautaire statistieken over de informatiemaatschappij. Dit kan het beste worden verwezenlijk door middel van coördinatie op Europees niveau.

Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel.

Evenredigheidsbeginsel


Het voorstel is om de volgende redenen in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel.

Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel beperkt de verordening zich tot het minimum dat nodig is om de vastgelegde doelstelling te verwezenlijken en gaat zij daar niet boven uit. Deze verordening schrijft niet voor elke lidstaat de mechanismen voor het verzamelen van gegevens voor, maar stelt slechts de te verschaffen gegevens vast om zo een geharmoniseerde structuur en een geharmoniseerd tijdschema te verzekeren.

De voorgestelde wijziging van Verordening (EG) nr. 808/2004 van het Europees Parlement en de Raad verplicht de lidstaten niet het productiesysteem van statistieken over de informatiemaatschappij te wijzigen. Het voorstel omvat een aanpassing aan andere sociale statistieken betreffende een gemeenschappelijke reeks van sociaaleconomische achtergrondvariabelen. Tevens zou de verstrekking van bestanden met individuele gegevens de lasten voor de nationale bureaus voor de statistiek verminderen. De lasten voor het bedrijfsleven zullen stabiel blijven na een aanzienlijke afname in het kader van het actieprogramma van 2007[10].

Keuze van instrumenten



Voorgesteld instrument: verordening

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn. Welk rechtsinstrument het meest geschikt is, hangt af van het doel van de wetgeving. Gezien de informatiebehoeften op Europees niveau wordt voor basisbesluiten over de communautaire statistiek gewoonlijk gekozen voor verordeningen in plaats van richtlijnen. Een verordening verdient de voorkeur omdat hierdoor in de gehele Gemeenschap dezelfde regels gelden, zodat deze nauwkeurig en volledig door de lidstaten worden toegepast. Een verordening is rechtstreeks van toepassing en hoeft dus niet in nationaal recht te worden omgezet. Richtlijnen daarentegen hebben tot doel de nationale wetgevingen te harmoniseren; zij zijn voor de lidstaten bindend wat hun doelstellingen betreft, maar de nationale instanties kunnen zelf bepalen hoe en in welke vorm zij deze willen bereiken. Richtlijnen moeten ook in nationaal recht worden omgezet. Een verordening is sinds 1997 de voor statistische besluiten gebruikelijke vorm.

3.

Gevolgen voor de begroting



Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap.

4.

Aanvullende informatie



Vereenvoudiging



Het voorstel voorziet in vereenvoudiging van administratieve procedures voor overheidsinstanties (EU of nationaal) en voor private partijen.

Het voorstel vermeldt de onderwerpen waarvoor gegevens over de informatiemaatschappij moeten worden verzameld en stelt onderverdelingen en sociaaleconomische achtergrondkenmerken voor de verstrekking van gegevens vast. Er wordt uitdrukkelijk bepaald dat de jaarlijkse gegevensverschaffing alleen een deelverzameling van onderwerpen en onderverdelingen betreft. Doordat voor de module particulieren/huishoudens geen geaggregeerde gegevens maar bestanden met individuele gegevens moeten worden verstrekt, wordt de last voor de nationale bureaus voor de statistiek geringer, aangezien zij geen aggregaten hoeven samen te stellen.

Dit voorstel is een van de dringende acties die worden genoemd in bijlage III bij de mededeling betreffende een 'actieprogramma ter vermindering van de administratieve lasten in de Europese Unie'. Volgens het werkdocument van de Commissie (COM(2008) 35) is er door de vereenvoudiging en een kortere lijst van statistische indicatoren in de uitvoeringsverordening van 2007 veel vooruitgang geboekt met de verlaging van de last voor ondernemingen.